Sura, Verse
1 3, 144| Allah zal de dankbaren gewis belonen. ~
2 3, 145| zullen de dankbaren gewis belonen. ~
3 6, 84 | Jozef, Mozes en Aäron. Zo belonen Wij de goeden. ~
4 6, 139| zal hen naar hun bewering belonen. Voorzeker, Hij is Alwijs,
5 10, 4 | met rechtvaardigheid moge belonen. En de ongelovigen zullen
6 11, 15 | werken in dit leven ten volle belonen en zij zullen daarin niet
7 12, 22 | hem oordeel en kennis; zo belonen Wij de goeden. ~
8 16, 97 | en gewis zullen Wij hen belonen naar hun beste werken. ~
9 18, 44 | Hij is de Beste in het belonen en de Beste in het verrekenen. ~
10 24, 38 | beste hunner daden moge belonen en hun ruim moge bedelen
11 28, 14 | hem wijsheid en kennis; zo belonen Wij hen die goed doen. ~
12 28, 25 | roept u opdat hij u moge belonen omdat gij voor ons gedrenkt
13 30, 45 | goede werken doen, moge belonen uit Zijn overvloed. Voorzeker,
14 33, 24 | voor hun oprechtheid moge belonen en de huichelaars straffen
15 33, 31 | haar zullen Wij dubbel belonen en Wij hebben voor haar
16 34, 4 | goede werken doen, moge belonen. Zulken zijn het die vergiffenis
17 37, 80 | 80. Zo belonen Wij inderdaad hen die goed
18 37, 105| droom reeds vervuld. Zo belonen Wij inderdaad degenen, die
19 37, 110| 110. Zo belonen Wij hen die goed doen. ~
20 37, 121| 121. Voorzeker zo belonen Wij degenen die goed doen.
21 37, 131| 131. Voorzeker zo belonen Wij degenen, die goed doen. ~
22 46, 19 | hun daden volledig moge belonen en hun zal geen onrecht
23 47, 36 | God) vreest, zal Hij u belonen en zal u niet om uw (gehele)
24 53, 31 | doen, met het beste moge belonen. ~
25 54, 35 | Als een gunst van Ons. Zo belonen Wij hen die dank betuigen. ~
26 76, 12 | voor hun standvastigheid belonen met een tuin en kleren van
27 77, 44 | 44. Voorwaar, zo belonen Wij degenen die goed doen. ~
|