Sura, Verse
1 2, 84| 84. En toen Wij een verbond
2 3, 84| 84. Zeg: "Wij geloven in Allah
3 4, 84| 84. Strijd daarom voor de zaak
4 5, 84| 84. "En waarom zouden wij niet
5 6, 84| 84. En Wij gaven hem Izaäk
6 7, 84| 84. En Wij deden een regen
7 9, 84| 84. En bid voor geen enkele
8 10, 84| 84. En Mozes zeide: "O mijn
9 11, 84| 84. En tot Midian zeide hun
10 12, 84| 84. En hij wendde zich van
11 15, 84| 84. En al hetgeen zij hadden
12 16, 84| 84. En de dag, waarop Wij uit
13 17, 84| 84. Zeg: "Ieder handelt op
14 18, 84| 84. Wij vestigden zijn macht
15 19, 84| 84. Wees daarom niet gehaast
16 20, 84| 84. Hij zeide: "Zij volgen
17 21, 84| 84. Wij verhoorden daarom zijn
18 23, 84| 84. Zeg: "Wie behoort de aarde
19 26, 84| 84. En geef mij een goede naam
20 27, 84| 84. Wanneer zij komen, zal
21 28, 84| 84. Zij die goed doen worden
22 37, 84| 84. Toen hij tot zijn Heer
23 38, 84| 84. God zeide: "Dit is de waarheid
24 40, 84| 84. En toen zij Onze straf
25 43, 84| 84. En Hij is God in de hemel
26 56, 84| 84. En gij ziet toe - op dat
27 84 | 84. De Splijting (Al-Insjiqaaq) ~
|