Sura, Verse
1 7, 73 | 73. Naar de Samoed (kwam) hun broeder Salih.
2 9, 70 | volk van Noach en Aad en Samoed en het volk van Abraham
3 11, 61 | 61. En tot de Samoed zeide hun broeder Salih: "
4 11, 68 | hadden gewoond. Ziet! de Samoed verwierpen hun Heer; ziet!
5 11, 68 | ziet! vervloekt zij de Samoed. ~
6 11, 95 | Midian is vervloekt, zoals Samoed was vervloekt. ~
7 14, 9 | van Noach en van Aad en Samoed en degenen (die) na hen (
8 17, 59 | verloochend. En Wij gaven aan de Samoed de kamelin als een zichtbaar
9 22, 42 | volk van Noach en Aad en Samoed ook verloochend; ~
10 25, 38 | 38. En herinnert u Aad en Samoed en het volk van de Bron
11 26, 141| 141. Het geslacht van Samoed verloochende de boodschappers
12 27, 45 | Wij zonden zeker tot de Samoed hun broeder Salih, die zeide: "
13 29, 38 | vernietigden) ook de Aad en de Samoed; en dit kunt gij aan hun
14 38, 13 | 13. En de Samoed, en het volk van Lot, e:
15 40, 31 | volk van Noach, en Aad en Samoed en degenen die na hen waren.
16 41, 13 | zoals de bliksem die Aad en Samoed achterhaalde. " ~
17 41, 17 | 17. En wat de Samoed betreft, Wij gaven leiding,
18 50, 12 | de Bron en het volk van Samoed, ~
19 51, 43 | En er was een teken in de Samoed toen er tot hen werd gezegd: "
20 53, 51 | 51. En Samoed, en Hij spaarde (hen) niet, ~
21 54, 23 | 23. Ook (het volk van) Samoed verloochende de waarschuwers. ~
22 69, 4 | 4. De Samoed alsook de Aad loochenden
23 69, 5 | 5. Wat de Samoed betreft, dezen werden door
24 85, 18 | 18. Van Pharao en de Samoed? ~
25 89, 9 | 9. En met de Samoed die de rotsen in het dal
26 91, 11 | 11. De Samoed verloochenden de boodschap
|