Sura, Verse
1 2, 34 | hij was hoogmoedig. Hij behoorde tot de ongelovigen. ~
2 2, 135| Abraham, de oprechte: hij behoorde niet tot de afgodendienaren". ~
3 3, 67 | een oprecht Moslim. En hij behoorde niet tot de afgodendienaren. ~
4 3, 95 | Abraham, de oprechte, hij behoorde niet tot de afgodendienaren. ~
5 6, 85 | Jezus en Elias. Elk hunner behoorde tot de deugdzamen. ~
6 6, 161| Abraham, de oprechte. En hij behoorde niet tot de afgodendienaren." ~
7 7, 11 | zich, behalve Iblies; hij behoorde niet tot degenen die zich
8 7, 83 | uitzondering van zijn vrouw, zij behoorde tot de achterblijvenden. ~
9 10, 83 | een tiran in het land en behoorde tot de buitensporigen. ~
10 11, 43 | kwam tussen beiden, hij behoorde tot de drenkelingen. ~
11 16, 120| gehoorzaam aan Allah en hij behoorde niet tot de afgodendienaren. ~
12 18, 79 | Wat de boot betreft, deze behoorde aan arme lieden die op de
13 18, 82 | wat de muur betreft, deze behoorde aan twee weesjongens in
14 21, 87 | Gij. Heilig zijt Gij. Ik behoorde inderdaad tot de onrechtvaardigen." ~
15 26, 20 | ik nog tot de dwalenden behoorde." ~
16 26, 86 | vergeef mijn vader, want hij behoorde tot de dwalenden. ~
17 27, 43 | van Allah aanbad; want zij behoorde tot een ongelovig volk. ~
18 28, 4 | spaarde de vrouwen. Zeker, hij behoorde tot de onheilstichters. ~
19 28, 15 | hem die tot zijn vijanden behoorde. Daarom stompte Mozes hem
20 28, 76 | 76. Korach behoorde voorwaar tot het volk van
21 37, 83 | voorwaar, tot zijn partij behoorde Abraham; ~
22 37, 143| 143. Indien hij niet behoorde tot hen die Ons verheerlijken, ~
23 38, 74 | hij toonde hoogmoed en behoorde tot de ongelovigen. ~
24 39, 56 | tegenover Allah! En inderdaad behoorde ik tot de spotters." ~
25 57, 27 | echter niet in acht zoals het behoorde. Toen gaven Wij de gelovigen
26 66, 12 | haar Heer en Zijn Boeken en behoorde tot de gehoorzamen. ~~
|