Sura, Verse

 1   2, 101|           Boek achter zich geworpen, alsof zij het niet kenden. ~
 2   4, 73 |         Allah tot u komt, zegt hij - alsof er geen vriendschap tussen
 3   5, 32 |        wanorde in het land, het ware alsof hij het gehele mensdom had
 4   5, 32 |            iemand het leven schenkt, alsof hij aan het gehele mensdom
 5   6, 125|            maakt Hij eng en gesloten alsof hij een hoogte aan het beklimmen
 6   7, 92 | verloochenden werden (zo vernietigd) alsof zij er nooit in hadden gewoond.
 7   7, 171|             boven hen deden schudden alsof hij een losse bedekking
 8   8, 6  |              deze was bekend gemaakt alsof zij zienderogen tot de dood
 9  10, 12 |      verwijderd, gaat hij zijn gang, alsof hij Ons nooit vóór de verwijdering
10  10, 24 |           haar tot een gemaaid veld, alsof er de vorige dag niets was
11  10, 27 |        beschermen. (En het zal zijn) alsof hun gezicht met de duisternis
12  10, 45 |             zal het hun toeschijnen, alsof zig slechts een uur van
13  11, 68 |                                  68. Alsof zij er nooit in hadden gewoond.
14  11, 95 |                                  95. Alsof zij er nooit hadden gewoond.
15  22, 31 |          Allah vereenzelvigt, het is alsof hij van een hoogte valt
16  26, 129|               En bouwt gij kastelen, alsof gij voor eeuwig zult leven? ~
17  31, 7  |             hij zich verachtelijk af alsof hij ze niet hoorde en zijn
18  37, 49 |                            49. Rein, alsof zij zorgvuldig bewaarde
19  45, 8  |              minachtend ze trotseert alsof hij ze niet hoorde. - Geef
20  46, 35 |              zal het hun toeschijnen alsof zij slechts een uur van
21  52, 24 |            er zullen knapen rondgaan alsof zij welbewaakte paarlen
22  61, 4  |              in geordende gelederen, alsof zij een hechte muur vormen. ~
23  69, 7  |              door neergeworpen werd, alsof zij gevallen palmboomstammen
24  70, 43 |            hun graven zullen haasten alsof zij zich naar een bepaald
25  77, 33 |                                  33. Alsof zij kamelen van een gele
26  79, 46 |          zullen zien, (zal het zijn) alsof zij slechts een avond of