Sura, Verse
1 2, 88 | hun ongeloof vervloekt. Weinig is derhalve hetgeen zij
2 2, 155| 155. En Wij zullen u een weinig beproeven door vrees, honger,
3 2, 282| Maar, indien de schuldenaar weinig verstand heeft, of zwak
4 2, 282| schrijven niet moe, of het weinig of veel zij, betreffende
5 4, 7 | bloedverwanten nalaten, of het weinig of veel zij: een vastgesteld
6 4, 46 | zij geloven dus slechts weinig. ~
7 4, 142| en gedenken Allah slechts weinig, ~
8 4, 155| derhalve geloven zij slechts weinig; ~
9 7, 10 | van bestaan voorzien. Hoe weinig dankbaar zijt gij! ~
10 9, 82 | 82. Laten zij weinig lachen en veel wenen als
11 12, 47 | met uitzondering van een weinig, dat gij zult eten." ~
12 12, 48 | met uitzondering van een weinig dat gij zult bewaren." ~
13 17, 74 | gesterkt zoudt gij aan hen een weinig gehoor gegeven hebben. ~
14 17, 85 | en er is u slechts een weinig kennis van gegeven." ~
15 23, 78 | geschapen, doch gij betoont weinig dank. ~
16 27, 62 | een God naast Allah? Hoe weinig lering trekt gij er uit! ~
17 32, 9 | en hart. Maar gij betoont weinig dankbaarheid. ~
18 33, 14 | gedaan en zij zoudlen slechts weinig hebben getalmd. ~
19 33, 18 | naar ons toe," en die zich weinig met de oorlog bemoeien. ~
20 33, 20 | onder u waren, zouden zij weinig vechten. ~
21 34, 16 | bitter fruit en tamarisken en weinig lotusbloemen. ~
22 48, 15 | Neen, zij begrijpen slechts weinig. ~
23 51, 17 | Gedurende de nacht sliepen zij weinig. ~
24 53, 34 | 34. En die weinig geeft en vrekkig is? ~
25 67, 23 | oren, ogen en hart gaf; weinig dank betuigt gij er voor." ~
|