Sura, Verse
1 2, 40 | 40. "O kinderen Israëls! Gedenkt Mijn gunsten, welke
2 2, 47 | 47. O kinderen Israëls! Gedenkt Mijn gunsten, die
3 2, 83 | verbond sloten met de kinderen Israëls, zeiden Wij, dat gij niemand
4 2, 122| 122. O, gij kinderen Israëls, gedenkt Mijn gunsten die
5 2, 211| 211. Vraag de kinderen Israëls, hoeveel duidelijke tekenen
6 2, 246| de leiders der kinderen Israëls na Mozes, toen zij tot één
7 3, 49 | boodschapper voor de kinderen Israëls zijn. "Ik kom tot u met
8 3, 93 | voedsel was de kinderen Israëls geoorloofd, uitgezonderd
9 5, 12 | verbond met de kinderen Israëls en Wij verwekten twaalf
10 5, 32 | schreven Wij de kinderen Israëls voor, dat wie ook een mens
11 5, 70 | verbond met de kinderen Israëls gesloten en Wij zonden boodschappers
12 5, 72 | zelf zeide: "O, kinderen Israëls, aanbidt Allah, Die mijn
13 5, 78 | Degenen onder de kinderen Israëls, die niet geloofden, werden
14 5, 110| en toen Ik de kinderen Israëls er van weerhield, (u te
15 7, 105| zend daarom de kinderen Israëls met mij mee." ~
16 7, 134| en wij zullen de kinderen Israëls voorzeker met u laten gaan. ~
17 7, 137| Heer werd voor de kinderen Israëls vervuld omdat zij geduldig
18 7, 138| En Wij deden de kinderen Israëls door de zee trekken en zij
19 10, 90 | Wij brachten de kinderen Israëls over de zee; Pharao en zijn
20 10, 90 | Hij, in Wie de kinderen Israëls geloven en ik behoor tot
21 10, 93 | En Wij wezen de kinderen Israëls een uitstekend tehuis aan
22 23, 49 | Boek opdat zij (de kinderen Israëls) leiding mochten volge. ~
23 26, 17 | 17. Laat de kinderen Israëls met ons meegaan'."
24 46, 10 | getuige vanuit de kinderen Israëls (Mozes) heeft getuigd van
25 61, 14 | gedeelte van de kinderen Israëls, terwijl een ander deel
|