Sura, Verse

 1   2, 214|                         214. Denkt gij dat gij de Hemel zult
 2   3, 142|                         142. Denkt gij, dat gij het paradijs
 3   3, 169|                      169. En denkt niet over degenen, die terwille
 4   3, 188|      hetgene zij niet deden, denkt niet, dat zij veilig zijn
 5   6, 40 |                40. Zeg: "Wat denkt gij? Als de straf van Allah,
 6   6, 46 |                46. Zeg: "Wat denkt gij? Als Allah uw gehoor
 7   6, 47 |                47. Zeg: "Wat denkt gij? Als de straf van Allah
 8   9, 16 |                          16. Denkt gij, dat gij met rust zoudt
 9  18, 9  |                           9. Denkt gij dat de lieden van de
10  18, 18 |                      18. Gij denkt dat zij wakker zijn, terwijl
11  22, 15 |             15. Laat hij die denkt dat Allah hem (de profeet)
12  24, 39 |      een vlakte. De dorstige denkt dat het water is, wanneer
13  24, 57 |                          57. Denkt niet, dat degenen die niet
14  25, 44 |                          44. Denkt gij dat de meesten hunner
15  27, 88 |    gij ziet de bergen en gij denkt ze onbewegelijk terwijl
16  37, 87 |                      87. Hoe denkt gij over de Heer der Werelden?" ~
17  43, 37 |    de rechte weg af, en toch denkt hij dat hij juist geleid
18  59, 14 |  grote dapperheid tonen. Gij denkt dat zij eensgezind zijn
19  62, 6  |    Zeg: "O gij Joden als gij denkt dat gij met uitsluiting
20  75, 3  |                           3. Denkt de mens dat Wij zijn beenderen
21  75, 36 |                          36. Denkt de mens dat hij zonder doel
22  76, 19 |        Wanneer gij hen ziet, denkt gij dat zij verstrooide
23  90, 5  |                           5. Denkt hij dat niemand macht over
24  90, 7  |                           7. Denkt hij dat niemand hem ziet? ~
25  96, 7  | Omdat hij zich onafhankelijk denkt. ~