1-500 | 501-1000 | 1001-1334
bold = Main text
Sura, Verse grey = Comment text
1 Voo | in het gekozen Nederlands tot uiting te brengen . Soms
2 2, 22 | 22. Die u de aarde tot een legerstede maakte en
3 2, 22 | legerstede maakte en de hemel tot een gewelf en Die water
4 2, 28 | herleven en dan zult gij tot Hem worden teruggebracht. ~
5 2, 29 | daarna wendde Hij Zich tot de hemel en vervolmaakte
6 2, 29 | hemel en vervolmaakte deze tot zeven hemelen, want Hij
7 2, 30 | 30. En toen uw Heer tot de engelen zeide: "Ik wil
8 2, 34 | 34. En toen Wij tot de engelen zeiden: "Onderwerpt
9 2, 34 | hoogmoedig. Hij behoorde tot de ongelovigen. ~
10 2, 35 | boom niet, anders zult gij tot de zondaren behoren." ~
11 2, 38 | indien er leiding van Mij tot u komt, zullen zij, die
12 2, 46 | zullen ontmoeten en dat zij tot Hem zullen wederkeren. ~
13 2, 54 | 54. En toen Mozes tot zijn volk zeide: "O mijn
14 2, 54 | aanvaarden: derhalve keert terug tot Uw Schepper en doodt uw
15 2, 54 | wendde Hij zich genadig tot u. Voorzeker, Hij is Berouwaanvaardend,
16 2, 55 | wij Allah van aangezicht tot aangezicht zien", toen trof
17 2, 61 | voedsel, bid daarom voor ons tot uw Heer, dat Hij van hetgeen
18 2, 65 | overtraden. Alzo zeiden Wij tot hen: "Weest verachte apen." ~
19 2, 66 | 66. Zo maakten Wij hen tot een voorbeeld voor hen die
20 2, 66 | degenen, die na hen kwamen en tot een les voor de godvrezenden. ~
21 2, 67 | 67. En toen Mozes tot zijn volk zeide: "Waarlijk,
22 2, 67 | toevlucht bij Allah, om niet tot de onwetenden te behoren." ~
23 2, 68 | Zij zeiden: "Bid voor ons tot uw Heer, opdat Hij het ons
24 2, 69 | Zij zeiden: "Bid voor ons tot uw Heer, dat Hij het ons
25 2, 70 | Zij zeiden: "Bid voor ons tot uw Heer, dat Hij ons mededele,
26 2, 85 | indien zij als gevangenen tot u terugkomen, koopt gij
27 2, 87 | Telkens als een boodschapper tot u kwam, met hetgeen uw ziel
28 2, 89 | toen een Boek van Allah tot hen kwam, vervullend datgene,
29 2, 89 | plachten te bidden, toen dat tot hen kwam, herkenden zij
30 2, 91 | 91. En wanneer er tot hen wordt gezegd: "Gelooft
31 2, 92 | En Mozes kwam voorzeker tot u met duidelijke tekenen,
32 2, 101| een boodschapper van Allah tot hen is gekomen, vervullend
33 2, 105| gunnen niet, dat iets goeds tot u nedergezonden wordt van
34 2, 108| gij de boodschapper die tot u z werd gezonden, willen
35 2, 109| zijt, u uit afgunst weder tot ongelovigen te maken, nadat
36 2, 118| Waarom spreekt Allah niet tot ons, of, komt er geen teken
37 2, 118| of, komt er geen teken tot ons?" Zo spraken ook degenen,
38 2, 120| wensen volgt, nadat de kennis tot u is gekomen, zult gij aan
39 2, 124| vervulde, zeide Hij: "Ik zal u tot leider der mensen maken".
40 2, 125| 125. En toen Wij het Huis tot een plaats van verzameling
41 2, 126| Heer, maak deze plaats toch tot een oord van vrede en geef
42 2, 128| wend U met barmhartigheid tot ons, zeker, Gij zijt Berouwaanvaardend
43 2, 131| 131. Toen zijn Heer tot hem zeide: "Onderwerp U",
44 2, 133| gij aanwezig, toen de dood tot Jacob kwam en hij tot zijn
45 2, 133| dood tot Jacob kwam en hij tot zijn zonen zeide: "Wat zult
46 2, 135| oprechte: hij behoorde niet tot de afgodendienaren". ~
47 2, 136| geopenbaard en in hetgeen tot Abraham, Ismaël, Izaäk,
48 2, 138| 138. Maakt Allah's kleur tot de uwe en wie is beter in
49 2, 143| 143. En zo hebben Wij u tot een verheven volk gemaakt,
50 2, 144| wenden, daarom zullen Wij u tot beheerder maken van de Qiblah,
51 2, 145| zoudt voldoen, nadat kennis tot u is gekomen, zoudt gij
52 2, 145| gekomen, zoudt gij zeker tot de onrechtvaardigen behoren. ~
53 2, 156| Voorzeker, wij zijn van Allah en tot Hem zullen wij wederkeren". ~
54 2, 160| verkondigen, dezen zijn het, tot wie Ik Mij met vergiffenis
55 2, 164| met datgene wat de mensen tot voordeel strekt; en in het
56 2, 167| aan hen hun werken tonen tot wroeging en zij zullen het
57 2, 170| 170. En wanneer er tot hen wordt gezegd: "Volgt
58 2, 174| Dag der Opstanding niet tot hen spreken, noch zal Hij
59 2, 180| voorgeschreven, dat wanneer de dood tot één uwer komt, en hij een
60 2, 187| de nacht van het vasten tot uw vrouwen in te gaan. Zij
61 2, 187| Zich met barmhartigheid tot u gewend en u verlichting
62 2, 187| geschonken. Daarom moogt gij nu tot haar ingaan en betrachten,
63 2, 187| Voltooit dan het vasten tot het vallen van de avond.
64 2, 198| geleid, terwijl gij voordien tot de dwalenden behoordet. ~
65 2, 204| behagen en hij stelt Allah tot getuige voor wat in zijn
66 2, 206| spoort de trots hem aan tot verdere zonde. Daarom is
67 2, 209| nadat de duidelijke tekenen tot u zijn gekomen, weet dan,
68 2, 210| in de schaduw der wolken tot hen komen en dat de zaak
69 2, 210| de zaak beslist wordt. En tot Allah worden alle dingen
70 2, 211| Allah verandert, nadat zij tot hem is gekomen, (wete) dat
71 2, 213| nadat duidelijke tekenen tot hen waren gekomen, - uit
72 2, 217| ondankbaar te zijn en (de toegang tot) de Heilige Moskee (te verhinderen)
73 2, 221| moge behagen. Zij noden tot het Vuur, maar Allah noodt
74 2, 221| Vuur, maar Allah noodt u tot de Hemel en tot vergiffenis
75 2, 221| noodt u tot de Hemel en tot vergiffenis door Zijn gebod.
76 2, 222| vrouwen weg en gaat niet tot haar in, voordat zij hersteld
77 2, 222| zich hebben gereinigd, gaat tot haar in, zoals Allah het
78 2, 222| Allah bemint hen, die zich tot Hem wenden en zich rein
79 2, 223| akker voor u - komt daarom tot uw akker, zoals het u behaagt
80 2, 227| En indien zij besluiten tot echtscheiding voorzeker
81 2, 230| voor hen geen zonde zijn, tot elkander terug te keren,
82 2, 231| maar behoudt haar niet tot haar nadeel, waardoor gij
83 2, 232| op de gebruikelijke wijze tot overeenstemming zijn gekomen.
84 2, 235| spreekt. En besluit niet tot de huwelijksband, voordat
85 2, 243| er duizenden. Allah zeide tot hen: "Sterft" en dan schonk
86 2, 245| vermindert en vermeerdert en tot Hem zult gij worden teruggebracht. ~
87 2, 246| Israëls na Mozes, toen zij tot één hunner profeten zeiden: "
88 2, 247| 247. En hun profeet zeide tot hen: "Waarlijk, Allah heeft
89 2, 248| 248. En hun profeet zeide tot hen: "Het teken van zijn
90 2, 253| boven anderen verheven; tot sommigen hunner sprak Allah
91 2, 253| nadat de duidelijke tekenen tot hen waren gekomen, maar
92 2, 257| brengt hen uit de duisternis tot het licht. Maar de vrienden
93 2, 259| ezel; (dit is) opdat Wij u tot een teken voor de mensen
94 2, 260| toon mij, hoe Gij de doden tot leven opwekt." Hij zeide: "
95 2, 260| hen dan; ze zullen haastig tot u komen. En weet, dat Allah
96 2, 266| woorden uiteen, op dat gij tot nadenken zult komen. ~
97 2, 280| laat er dan uitstel zijn tot het hem past. En wanneer
98 2, 281| vreest de dag, waarop gij tot Allah zult worden teruggebracht;
99 2, 285| vragen U vergiffenis en tot U is (onze) terugkeer." ~
100 3, 12 | 12. Zeg tot de ongelovigen: "Gij zult
101 3, 14 | Voor de mensen is de liefde tot begeerten schoonschijnend
102 3, 19 | uit afgunst, nadat kennis tot hen was gekomen. En wie
103 3, 20 | Allah onderworpen." En zeg tot degenen aan wie het Boek
104 3, 20 | wie het Boek is gegeven en tot de onwetenden: "Hebt gij
105 3, 21 | de mensen te doden welke tot rechtvaardigheid aanmanen,
106 3, 23 | werd gegeven? Zij worden tot het Boek van Allah geroepen,
107 3, 28 | waarschuwt u voor Hemzelf en tot Allah zullen allen wederkeren. ~
108 3, 38 | 38. Toen bad Zacharia tot zijn Heer: "Mijn Heer geef
109 3, 39 | 39. En de engelen riepen tot hem, terwijl hij in de kamer
110 3, 41 | dagen slechts door gebaar tot de mensen zult spreken.
111 3, 45 | in de volgende en hij zal tot hen behoren die in Gods
112 3, 46 | 46. En hij zal tot het volk spreken in de wieg
113 3, 49 | kinderen Israëls zijn. "Ik kom tot u met een teken van uw Heer;
114 3, 50 | 50. Ik kom tot u met een teken van uw Heer
115 3, 55 | zal u doen sterven en u tot Mij; opheffen en u zuiveren
116 3, 55 | ongelovigen en zal uw volgelingen tot de laatste dag over hen
117 3, 55 | geloven; dan zal uw terugkeer tot Mij zijn en Ik zal onder
118 3, 60 | Heer, behoort daarom niet tot degenen, die twijfelen. ~
119 3, 61 | redetwisten, nadat de kennis tot u gekomen is, zeg dan: "
120 3, 64 | mensen van het Boek, komt tot één woord, waarin wij met
121 3, 64 | sommigen onzer geen anderen tot goden nemen, buiten Allah."
122 3, 67 | Moslim. En hij behoorde niet tot de afgodendienaren. ~
123 3, 77 | Hiernamaals en Allah zal niet tot hen spreken, noch hen aanzien
124 3, 79 | profeetschap geeft, dat hij dan tot de mensen zou zeggen: "Weest
125 3, 81 | daarna zal een boodschapper tot u komen, vervullend hetgeen
126 3, 83 | Hem moet onderwerpen? En tot Hem zullen zij worden teruggebracht.
127 3, 86 | nadat de duidelijke bewijzen tot hen waren gekomen? Allah
128 3, 95 | oprechte, hij behoorde niet tot de afgodendienaren. ~
129 3, 100| gehoorzaamt, zullen zij u weer tot ongelovigen maken, nadat
130 3, 104| een groep onder u zijn die tot goedheid aanspoort en tot
131 3, 104| tot goedheid aanspoort en tot rechtvaardigheid maant en
132 3, 105| nadat de duidelijke bewijzen tot hen waren, gekomen. Voor
133 3, 109| al hetgeen op aarde is en tot Allah worden alle dingen
134 3, 114| goede werken. Dezen behoren tot de rechtvaardigen. ~
135 3, 118| buiten uw volk geen ander tot intieme vrienden; zij zullen
136 3, 124| 124. Toen gij tot de gelovigen zeidet: "Zal
137 3, 128| moge Zich in barmhartigheid tot hen wenden of hen straffen,
138 3, 130| deze) aanleiding geeft tot eindeloze vermeerdering (
139 3, 156| gedood; opdat Allah dit tot een oorzaak van wroeging
140 3, 158| gedood wordt, voorzeker, tot Allah zult gij worden teruggebracht. ~
141 3, 162| hij die de toorn van Allah tot zich trekt en wiens verblijfplaats
142 3, 167| onderkennen. En er werd tot hen gezegd: "Komt en vecht
143 3, 173| 173. En toen de mensen tot hen zeiden: "De volkeren
144 3, 176| En laat degenen, die vlug tot ongeloof vervallen, u niet
145 3, 179| maakt. Maar Allah kiest tot Zijn boodschappers, wie
146 3, 183| reeds vóór mij boodschappers tot u gekomen met duidelijke
147 3, 185| is niets dan een middel tot bedrog. ~
148 3, 193| prediker gehoord, die opriep tot het geloof: 'Gelooft in
149 3, 195| doen gaan. - Gij behoort tot elkander. - En Ik zal van
150 3, 199| geopenbaard en in hetgeen tot hen was neergedaald, geloven,
151 4, 5 | spreekt vriendelijke woorden tot hen. ~
152 4, 8 | spreekt vriendelijke woorden tot hen. ~
153 4, 11 | wie van hen u het meest tot heil is. Dit is vastgesteld
154 4, 17 | hebben. Dezen zijn het, tot wie Allah Zich met barmhartigheid
155 4, 21 | nemen, wanneer de een uwer tot de andere is ingegaan en
156 4, 23 | beschermelingen zijn door uw vrouwen tot wie gij zijt ingegaan, maar
157 4, 23 | ingegaan, maar als gij niet tot haar zijt ingegaan zal er
158 4, 27 | wenst Zich in barmhartigheid tot u te wenden, maar zij, die
159 4, 31 | zwakheden voor u bedekken en u tot een plaats van grote eer
160 4, 35 | zal Allah deze tussen hen tot stand brengen. Voorzeker,
161 4, 43 | gij die gelooft, komt niet tot het gebed als gij bedwelmd
162 4, 43 | wanneer gii onrein zijt tot gij u hebt gebaad, tenzij
163 4, 43 | neemt dan uw toevlucht tot zuivere aarde en veegt er
164 4, 61 | 61. En wanneer er tot hen wordt gezegd: "Komt
165 4, 61 | hen wordt gezegd: "Komt tot hetgeen Allah heeft nedergezonden
166 4, 61 | Allah heeft nedergezonden en tot Zijn boodschapper", ziet
167 4, 62 | verdienden, zij zwerend tot u komen: "Bij Allah, wij
168 4, 63 | en vermaan hen en spreek tot hen een doeltreffend woord
169 4, 64 | volgens Allah's gebod. Als zij tot u waren gekomen, toen zij
170 4, 65 | voordat zij u (profeet) tot rechter maken over al hun
171 4, 73 | als een genade van Allah tot u komt, zegt hij - alsof
172 4, 77 | Ziet gij niet degenen, tot wie gezegd werd: "Weerhoudt
173 4, 79 | 79. Welk goed ook tot u komt, dat komt van Allah
174 4, 79 | hebben u als boodschapper tot de mensheid gezonden; Allah
175 4, 80 | Allah en wie zich afkeert - tot hen hebben wij u niet als
176 4, 83 | 83. En als er enig nieuws tot hen komt, hetzij over vrede
177 4, 89 | Allah werken. En indien zij tot vijandschap vervallen, grijpt
178 4, 90 | 90. Behalve degenen die tot een volk behoren waarmee
179 4, 90 | gesloten hebt, of zij die tot u komen terwijl hun hart
180 4, 91 | volk; telkens wanneer zij tot vijandigheid worden opgeroepen,
181 4, 92 | Maar indien hij (de gedode) tot een u vijandig gezind volk
182 4, 97 | Voorwaar de engelen zullen tot hen die ze doen sterven,
183 4, 98 | kinderen, die geen middelen tot en beschikking hebben, noch
184 4, 114| goeds; in tegenstelling tot diegenen die tot liefdadigheid
185 4, 114| tegenstelling tot diegenen die tot liefdadigheid of goedheid,
186 4, 119| die buiten Allah Satan tot vriend neemt, zal zeker
187 4, 125| oprechte? Allah nam Abraham tot vriend. ~
188 4, 128| verzoening met elkander tot stand brengen - verzoening
189 4, 128| het beste. De mensen zijn tot gierigheid geneigd. En als
190 4, 129| Maar neigt niet geheel tot één, zodat gij de andere
191 4, 139| 139. Zij, die ongelovigen tot vrienden nemen liever dan
192 4, 141| Degenen, die afwachten tot u een overwinning van Allah
193 4, 141| in krijgen, zeggen zij (tot hen): "Hebben wij niet de
194 4, 143| en dit. Zij behoren noch tot dezen, noch tot genen. En
195 4, 143| behoren noch tot dezen, noch tot genen. En voor hem, die
196 4, 144| neemt geen ongelovigen tot vrienden boven de gelovigen.
197 4, 146| voor Allah. Dezen behoren tot de gelovigen. En Allah zal
198 4, 153| hoewel duidelijke tekenen tot hen gekomen waren, namen
199 4, 158| Integendeel, Allah verhief hem tot Zich en Allah is Almachtig,
200 4, 164| en Allah sprak openlijk tot Mozes. ~
201 4, 171| van Allah en Zijn woord tot Maria gegeven als barmhartigheid
202 4, 172| Hij zal hen toch allen tot Zich roepen. ~
203 4, 174| is inderdaad van uw Heer tot u gekomen en Wij hebben
204 4, 174| hebben een helder licht tot u nedergezonden. ~
205 4, 175| vasthouden zal Hij zeker tot Zijn barmhartigheid en genade
206 4, 175| en hen op het rechte pad tot Zich voeren. ~
207 5, 2 | omdat zij u de toegang tot de heilige Moskee verhinderen,
208 5, 2 | Moskee verhinderen, u niet tot geweld aansporen. En helpt
209 5, 3 | gedwongen zonder dat hij tot de zonde is geneigd, voorzeker,
210 5, 6 | gelooft, wanneer gij u opricht tot het gebed, wast uw gezicht
211 5, 6 | uw gezicht en uw handen tot aan de ellebogen en wrijft
212 5, 6 | hoofden en (wast) uw voeten tot aan de enkels. En als gij
213 5, 6 | zoekt dan uw toevlucht tot zuivere aarde en veegt daarmede
214 5, 14 | haat onder hen ontstaan, tot de Dag der Opstanding. Allah
215 5, 15 | Boek, Onze boodschapper is tot u gekomen, die veel van
216 5, 15 | licht en een duidelijk Boek tot u gekomen. ~
217 5, 16 | leidt hen uit de duisternis tot het licht door Zijn gebod
218 5, 18 | en wat daartussen is en tot Hem is de terugkeer. ~
219 5, 19 | Boek, Onze boodschapper is tot u gekomen na een onderbreking
220 5, 19 | tijding en geen waarschuwer tot ons gekomen." Waarlijk er
221 5, 19 | boodschap en een waarschuwer tot u gekomen. Allah heeft macht
222 5, 20 | 20. En toen Mozes tot zijn volk zeide: "O, mijn
223 5, 29 | zonde terugkeert, zodat gij tot de bewoners van het Vuur
224 5, 32 | kwamen met duidelijke tekenen tot hen en toch - werden daarna -
225 5, 32 | daarna -velen hunner op aarde tot over treders. ~
226 5, 35 | vreest Allah en zoekt de weg tot toenadering tot Hem en strijdt
227 5, 35 | zoekt de weg tot toenadering tot Hem en strijdt voor Zijn
228 5, 39 | gewis in barmhartigheid tot hem wenden; voorwaar, Allah
229 5, 41 | een ander volk dat niet tot u is gekomen. Zij verdraaien
230 5, 42 | verboden dingen. Indien zij tot u om recht komen, spreek
231 5, 43 | 43. Hoe zullen zij u tot rechter maken wanneer zij
232 5, 48 | niet tegen de waarheid die tot u is gekomen. Voor iedereen
233 5, 48 | had gewild zou Hij u allen tot één volk hebben gemaakt,
234 5, 48 | elkander in goede werken. Tot Allah zult gij allen terugkeren,
235 5, 51 | Joden en de Christenen niet tot vrienden. Zij zijn elkanders
236 5, 51 | vrienden. En wie uwer hen tot vrienden neemt, is inderdaad
237 5, 52 | hart een ziekte is, zich tot hen zien haasten, zeggende: "
238 5, 52 | overwinning of iets anders tot stand zal brengen. Dan zullen
239 5, 56 | boodschapper en de gelovigen tot vrienden neemt (wete) dat
240 5, 57 | gelooft, neemt niet degenen tot vrienden die een spotternij
241 5, 58 | En zij die, wanneer gij tot het gebed roept het tot
242 5, 58 | tot het gebed roept het tot spotternij en spel maken.
243 5, 61 | 61. Wanneer zij tot u komen, zeggen zij: "Wij
244 5, 64 | en haat onder hen gezaaid tot aan de Dag der Opstanding.
245 5, 70 | Wij zonden boodschappers tot hen. Maar telkens, wanneer
246 5, 70 | wanneer een boodschapper tot hen kwam met hetgeen hun
247 5, 71 | wendde Zich in barmhartigheid tot hen; toch werden velen weer
248 5, 74 | Willen zij zich dan niet tot Allah wenden en om Zijn
249 5, 75 | plachten beiden voedsel tot zich te nemen. Zie, hoe
250 5, 80 | velen hunner de ongelovigen tot vrienden zien nemen. Waarlijk
251 5, 81 | geloofd, zouden zij hen niet tot vrienden hebben genomen,
252 5, 84 | Allah en in de waarheid die tot ons is gekomen geloven en
253 5, 96 | verboden. En vreest Allah, tot Wie gij zult worden verzameld. ~
254 5, 97 | Kaaba, het onschendbare Huis tot behoud van de mensheid gemaakt,
255 5, 104| 104. En wanneer er tot hen wordt gezegd: "Komt
256 5, 104| hen wordt gezegd: "Komt tot hetgeen Allah heeft geopenbaard
257 5, 104| Allah heeft geopenbaard en tot de boodschapper," zeggen
258 5, 105| wanneer gij juist geleid zijt. Tot Allah zult gij allen terugkeren,
259 5, 106| wij zouden in dat geval tot de zondaars behoren." ~
260 5, 107| dan zouden wij inderdaad tot de onrechtvaardigen behoren." ~
261 5, 110| en op middelbare leeftijd tot het volk spraakt en toen
262 5, 110| gij met duidelijke tekenen tot hen kwaamt en degenen onder
263 5, 113| weten dat gij de waarheid tot ons hebt gesproken en wij
264 5, 114| zijn en een teken van U en tot onderhoud van ons, want
265 5, 115| Ik zal haar (de tafel) tot u nederzenden, maar wie
266 5, 116| zoon van Maria, hebt gij tot de mensen gezegd: 'Beschouwt
267 5, 117| 117. Ik zeide niets tot hen, dan hetgeen Gij mij
268 6, 4 | van hun Heer geen teken tot hen of zij wenden zich er
269 6, 5 | waarheid verloochend toen deze tot hen kwam, maar de tijdingen
270 6, 8 | Waarom is er geen engel tot hem (de Profeet) nedergezonden?"
271 6, 14 | onderwerpt." En behoort niet tot de afgodendienaren. ~
272 6, 22 | verzamelen, dan zullen Wij zeggen tot degenen, die afgoderij pleegden: "
273 6, 25 | in geloven; wanneer zij tot u komen redetwisten zij
274 6, 27 | verloochenen en wij zouden tot de gelovigen behoren." ~
275 6, 28 | teruggezonden zoudden zij gewis tot hetgeen hen was verboden
276 6, 34 | verloochend; totdat onze hulp tot hen kwam. Er is niemand
277 6, 34 | omtrent die boodschappers tot u gekomen. ~
278 6, 35 | verzameld. Behoor dus niet tot de onwetenden. ~
279 6, 36 | opwekken en dan zullen zij tot Hem worden teruggebracht. ~
280 6, 38 | weggelaten. Dan zullen zij tot hun Heer tezamen worden
281 6, 42 | 42. Wij zonden inderdaad tot de volkeren die vóór u waren, (
282 6, 47 | onverwachts of openlijk tot u komt, zal iemand anders
283 6, 50 | 50. Zeg: "Ik zeg niet tot u, dat ik de schatten van
284 6, 50 | onzienlijke ken, noch zeg ik tot u: 'Ik ben een engel'; ik
285 6, 51 | degenen die vrezen, dat zij tot hun Heer worden verzameld,
286 6, 52 | verdrijven, dan zult gij tot de onrechtvaardigen behoren. ~
287 6, 54 | in Onze tekenen geloven, tot u komen, zeg dan: "Vrede
288 6, 56 | volgen. In dat geval zal ik tot de dwalenden behoren en
289 6, 56 | dwalenden behoren en niet tot hen die het rechte pad volgen." ~
290 6, 60 | voltooid. Dan is uw terugkeer tot Hem. Daarna zal Hij u inlichten
291 6, 61 | totdat, wanneer de dood tot een uwer komt, Onze boodschappers
292 6, 62 | 62. Dan worden zij tot Allah, hun ware Heer teruggebracht.
293 6, 63 | hiervan redt zullen wij zeker tot de dankbaren behoren." ~
294 6, 70 | Laat degenen die hun geloof tot een spel en tijdverdrijf
295 6, 71 | metgezellen heeft die hem tot de weg roepen, zeggende: '
296 6, 71 | weg roepen, zeggende: 'Kom tot ons'?" Zeg: "De leiding
297 6, 72 | het gebed en vreest Hem, tot Wie gij zult worden verzameld." ~
298 6, 74 | 74. Toen Abraham tot zijn vader Azar zeide: "
299 6, 74 | zeide: "Neemt gij afgoden tot Goden? Ik zie u en uw volk
300 6, 75 | en der aarde, opdat hij tot de vastgelovenden zou behoren. ~
301 6, 77 | geleid dan zou ik zeker tot het dwalende volk behoren." ~
302 6, 79 | aangezicht oprecht gewend tot Hem, Die de hemelen en de
303 6, 79 | schiep en ik behoor niet tot de afgodendienaren." ~
304 6, 85 | Elias. Elk hunner behoorde tot de deugdzamen. ~
305 6, 94 | Nu zijt gij één voor één tot Ons gekomen zoals Wij u
306 6, 104| inderdaad bewijzen van uw Heer tot u gekomen, wie dus ziet
307 6, 108| schijnen. Dan zullen zij tot hun Heer terugkeren en Hij
308 6, 109| dat, indien er een teken tot hen zou komen, zij er gewis
309 6, 111| zelfs al zonden Wij engelen tot hen neder en al spraken
310 6, 111| neder en al spraken de doden tot hen en Wij verzamelden voor
311 6, 111| alle dingen van aangezicht tot aangezicht, zij zouden er
312 6, 114| waarheid; behoort daarom niet tot degenen die twijfelen. ~
313 6, 123| Wij in elke stad de groten tot haar schuldigen gemaakt
314 6, 124| 124. En wanneer er tot hen een teken komt, zeggen
315 6, 128| grote hoeveelheid mensen tot u getrokken." En hun vrienden
316 6, 129| sommigen der onrechtvaardigen tot vrienden voor de anderen,
317 6, 130| uw midden boodschappers tot u die u Mijn tekenen verhaalden
318 6, 153| dit is het rechte pad dat tot Mij leidt. Volgt het daarom
319 6, 157| barmhartigheid van uw Heer tot u gekomen. Wie is onrechtvaardiger
320 6, 158| niets anders dan dat engelen tot hen zouden komen, of dat
321 6, 161| oprechte. En hij behoorde niet tot de afgodendienaren." ~
322 6, 164| anderen. Dan zal uw terugkeer tot uw Heer zijn en Hij zal
323 6, 165| Hij is het, die u op aarde tot opvolgers maakte en Hij
324 7, 6 | En Wij zullen degenen, tot wie de boodschappers waren
325 7, 11 | vormden Wij u; toen zeiden Wij tot de engelen: "Onderwerpt
326 7, 11 | Iblies; hij behoorde niet tot degenen die zich onderwierpen. ~
327 7, 13 | heen, gij behoort stellig tot degenen, die vernederd zullen
328 7, 14 | zeide: "Geef mij uitstel tot aan de Dag waarop zij zullen
329 7, 19 | boom niet, anders zult gij tot de onrechtvaardigen behoren." ~
330 7, 21 | 21. En hij zwoer tot hen: "Ik ben voor u zeker
331 7, 22 | boom niet en zeide Ik niet tot u: 'Voorwaar, Satan is een
332 7, 23 | genadig zijt, zullen wij zeker tot de benadeelden behoren. ~
333 7, 30 | hebben buiten Allah de bozen tot vrienden genomen en zij
334 7, 35 | boodschappers vanuit uw midden tot u komen, die Mijn tekenen
335 7, 39 | de eersten hunner zullen tot de laatsten zeggen: "Gij
336 7, 41 | 41. Zij zullen de hel tot bed en bedekkingen hebben.
337 7, 46 | herkennen. En zij zullen tot de bewoners van het paradijs
338 7, 48 | verheven plaatsen zullen tot de mensen die zij aan hun
339 7, 50 | bewoners van het Vuur zullen tot de bewoners van het paradijs
340 7, 51 | Degenen, die hun godsdienst tot tijdverdrijf en tot vermaak
341 7, 51 | godsdienst tot tijdverdrijf en tot vermaak namen en wie het
342 7, 59 | 59. Wij zonden Noach tot zijn volk en hij zeide: "
343 7, 63 | een aanmaning van uw Heer tot u is gekomen door een man
344 7, 65 | 65. En tot (het volk van) Aad (zonden
345 7, 66 | dwaze en wij denken, dat gij tot de leugenaars behoort."
346 7, 69 | waarschuwing van uw Heer tot u is gekomen door een man
347 7, 69 | u na het volk van Noach tot erfgenamen en deed u overvloedig
348 7, 70 | 70. Zij zeiden: "Zijt gij tot ons gekomen opdat wij Allah
349 7, 73 | duidelijk bewijs van uw Heer tot u gekomen; deze kamelin
350 7, 74 | u na (het volk van) Aad tot opvolgers maakte en u vestigde
351 7, 75 | aanmatigend waren, zeiden tot de gelovigen, die zij zwak
352 7, 77 | ons hebt bedreigd, als gij tot de boodschappers behoort." ~
353 7, 80 | 80. En Lot, toen hij tot zijn volk zeide: "Pleegt
354 7, 83 | zijn vrouw, zij behoorde tot de achterblijvenden. ~
355 7, 85 | 85. En tot Midian hun broeder Shoaib.
356 7, 85 | duidelijk teken van uw Heer tot u gekomen. Geeft daarom
357 7, 88 | stad verdrijven tenzij gij tot onze godsdienst terugkeert."
358 7, 89 | 89. En indien wij tot uw godsdienst terugvallen,
359 7, 101| kwamen met duidelijke tekenen tot hen. Doch zij wilden niet
360 7, 105| duidelijk teken van uw Heer tot u gekomen; zend daarom de
361 7, 106| breng het naar voren als gij tot de waarachtigen behoort." ~
362 7, 112| Die elke vaardige tovenaar tot u zullen brengen." ~
363 7, 113| En de tovenaars kwamen tot Pharao en zeiden: "Wij zullen
364 7, 114| antwoordde: "Ja en gij zult tot de gunstelingen behoren." ~
365 7, 128| 128. Mozes zeide tot zijn volk: "Zoekt de hulp
366 7, 129| werden vervolgd, voordat gij tot ons kwaamt en nadat gij
367 7, 129| ons kwaamt en nadat gij tot ons zijt gekomen." Hij (
368 7, 129| vijand vernietigen en u tot stedehouders in het land
369 7, 131| 131. Wanneer er goeds tot hen kwam zeiden zij: "Dit
370 7, 132| 132. En zij zeiden (tot Mozes): "Welk teken gij
371 7, 134| O, Mozes, bid voor ons tot uw Heer, zoals Hij u heeft
372 7, 138| zee trekken en zij kwamen tot een volk dat aan zijn afgoden
373 7, 142| zijn Heer was vastgesteld tot veertig nachten aangevuld.
374 7, 142| aangevuld. En Mozes zeide tot zijn broeder Aäron: "Wees
375 7, 143| vastgestelde tijd kwam en zijn Heer tot hem sprak, zeide hij: "Mijn
376 7, 143| bewusteloos neder. En toen hij tot zichzelf kwam, zeide hij: "
377 7, 143| Heilig zijt Gij, ik wend mij tot U en ik ben de eerste der
378 7, 144| u heb gegeven en behoor tot de dankbaren." ~
379 7, 148| Zagen zij niet, dat het niet tot hen kon spreken, noch hen
380 7, 149| vergeeft, zullen wij gewis tot de verliezers behoren.'' ~
381 7, 150| verontwaardigd en bedroefd tot zijn volk terugkeerde, zeide
382 7, 151| mijn broeder en laat ons tot Uw barmhartigheid toe want
383 7, 156| het Hiernamaals; wij zijn tot U gekomen." Allah antwoordde: "
384 7, 158| mensdom, ik ben u allen tot een boodschapper van Allah,
385 7, 159| van het volk van Mozes dat tot waarheid aanspoort en daarmede
386 7, 161| 161. En toen er tot hen werd gezegd: "Woont
387 7, 162| door een ander dat niet tot hen was gesproken. Daarom
388 7, 163| Sabbath hielden kwam zij niet tot hen. Zo beproefden Wij hen
389 7, 164| zeide: "Waarom predikt gij tot een volk dat Allah wil vernietigen
390 7, 166| was verboden, zeiden Wij tot hen: "Weest verachte apen." ~
391 7, 167| marteling zouden kwellen tot de dag der Opstanding. Voorzeker,
392 7, 169| meer dergelijke goederen tot hen kwamen zouden zij deze
393 7, 178| wie Hij laat dwalen, zal tot de verliezers behoren. ~
394 7, 187| Het zal slechts onverwacht tot u komen. Zij ondervragen
395 7, 189| wordt, bidden zij beiden tot Allah hun Heer: "Als Gij
396 7, 189| geeft, zullen wij zeker tot de dankbaren behoren." ~
397 7, 193| 193. En als gij hen tot leiding roept zullen zij
398 7, 198| 198. En als gij hen tot leiding uitnodigt horen
399 7, 199| 199. Neig u tot vergiffenis en spoor tot
400 7, 199| tot vergiffenis en spoor tot vriendelijkheid aan en wend
401 7, 200| boze ingeving van Satan u (tot het kwade) aanspoort, zoek
402 7, 205| van spraak en behoor niet tot de onachtzamen. ~
403 8, 6 | gemaakt alsof zij zienderogen tot de dood werden gedreven. ~
404 8, 19 | dan is het oordeel reeds tot u gekomen. En als gij ophoudt,
405 8, 24 | hart komt en dat Hij het is tot Wie gij zult worden vergaderd. ~
406 8, 38 | 38. Zeg tot degenen die niet geloven,
407 8, 42 | hetgeen gedaan moest worden tot stand zou brengen, zodat
408 8, 44 | hetgeen gedaan moest worden tot stand mocht brengen. En
409 8, 44 | stand mocht brengen. En tot Allah worden alle dingen
410 8, 61 | 61. En als zij tot vrede neigen, neigt u er
411 8, 67 | gevangenen maken voordat hij tot geregeld vechten in het
412 8, 70 | 70. O profeet, zeg tot de gevangenen die in uw
413 8, 75 | tezamen met u strijden, zullen tot u behoren; en bloedverwanten
414 8, 75 | bloedverwanten staan nader tot elkander in het Boek van
415 9, 4 | daarom aan dezen het verbond tot hun bepaalde termijn. Voorzeker,
416 9, 14 | straffen en vernederen en u tot een overwinning over hen
417 9, 15 | Zich met barmhartigheid tot wie Hij wil. Allah is Alwetend,
418 9, 16 | boodschapper en de gelovigen tot boezemvriend nemen? -Allah
419 9, 18 | Allah. Dezen zijn het die tot de geleiden behoren. ~
420 9, 23 | vaders en uw broeders niet tot vrienden als zij ongeloof
421 9, 23 | hen bevriend is behoort tot de overtreders. ~
422 9, 24 | voor Zijn zaak, wacht dan, tot Allah met Zijn oordeel komt;
423 9, 27 | met Barmhartigheid wenden tot wie Hij wil en Allah is
424 9, 31 | geleerde mannen en hun monniken tot Heren genomen. En ook de
425 9, 38 | gij ter aarde wanneer er tot u wordt gezegd: "Gaat op
426 9, 40 | in de grot waren en hij tot zijn metgezel zeide: "Treur
427 9, 54 | komen slechts in luiheid tot het gebed en zij geven niet,
428 9, 56 | Allah dat zij inderdaad tot de uwen behoren, terwijl
429 9, 56 | terwijl zij (in feite) niet tot de uwen behoren, toch zijn
430 9, 59 | boodschapper. Voorzeker, tot Allah zijn wij geneigd." ~
431 9, 64 | hetgeen in hun hart is. Zeg (tot hen): "Spot maar, voorzeker,
432 9, 67 | verbonden. Zij sporen aan tot het kwade en verbieden het
433 9, 70 | kwamen met duidelijke tekenen tot hen. Allah was het niet
434 9, 71 | elkander. Zij sporen aan tot het goede en verbieden het
435 9, 74 | zij deze en zij besloten tot hetgeen zij niet konden
436 9, 75 | beslist aalmoezen geven en tot de deugdzamen behoren." ~
437 9, 77 | in hun hart op te wekken tot aan de Dag, waarop zij Hem
438 9, 83 | 83. En als Allah u tot een gedeelte hunner terugzendt
439 9, 83 | vragen om uit te trekken (tot het gevecht), zeg dan: "
440 9, 92 | 92. Noch op degenen, die tot u kwamen en verzochten dat
441 9, 93 | 93. De aanleiding tot verwijt is alleen tegen
442 9, 94 | Zij zullen met uitvluchten tot u komen, wanneer gij tot
443 9, 94 | tot u komen, wanneer gij tot hen wederkeert. Zeg: "Maakt
444 9, 94 | weldra tonen, dan zult gij tot Hem die het onzienlijke
445 9, 95 | Zij zullen, wanneer gij tot hen weder keert, u bij Allah
446 9, 97 | geneigd de geboden, die Allah tot Zijn boodschapper heeft
447 9, 99 | als middelen beschouwen tot Allah's nabijheid en tot
448 9, 99 | tot Allah's nabijheid en tot de zegeningen van de profeet.
449 9, 99 | stellig voor hen een middel tot Zijn nabijheid. Allah zal
450 9, 99 | nabijheid. Allah zal hen weldra tot Zijn barmhartigheid toelaten.
451 9, 102| Zich met barmhartigheid tot hen zal wenden. Voorzeker,
452 9, 105| werk zien. Weldra zult gij tot de Kenner van het onzienlijke
453 9, 106| Zich met barmhartigheid tot hen wenden? Allah is Alwetend,
454 9, 112| 112. Die zich tot Allah bekeren, die aanbidden,
455 9, 112| zich ter aarde werpen, die tot het goede aansporen en het
456 9, 117| voorzeker met barmhartigheid tot de profeet gewend en tot
457 9, 117| tot de profeet gewend en tot de Migranten en de Hulpgevers,
458 9, 118| Zich met barmhartigheid) tot de drie die waren achtergelaten
459 9, 118| Zich met barmhartigheid tot hen, opdat zij zich mochten
460 9, 122| zij hun volk, wanneer zij tot hen terugkeren mogen waarschuwen,
461 9, 127| hart afgewend, omdat zij tot een volk behoren dat niet
462 9, 128| boodschapper is uit uw midden tot u gekomen; het is hard voor
463 10, 4 | 4. Tot Hem is uw aller terugkeer,
464 10, 5 | Hij is het, Die de zon tot een stralend licht maakte
465 10, 5 | licht maakte en de maan tot een helder licht en er stadia
466 10, 12 | moeilijkheid overkomt, bidt hij tot Ons, op zijn zijde liggende,
467 10, 13 | verrichtten en er kwamen tot hen boodschappers met duidelijke
468 10, 14 | En na hen hebben Wij u tot stedehouders op aarde gesteld,
469 10, 18 | zij bidden buiten Allah om tot datgene wat hen schaden
470 10, 20 | geen teken van zijn Heer tot hem (de profeet) nedergezonden?"
471 10, 22 | hiervan redt, zullen wij zeker tot de dankbaren behoren." ~
472 10, 23 | Daarna zal uw terugkeer tot Ons zijn en Wij zullen u
473 10, 24 | gebod bij dag of bij nacht tot haar komt, dan maken Wij
474 10, 24 | komt, dan maken Wij haar tot een gemaaid veld, alsof
475 10, 28 | zullen verzamelen, zullen Wij tot de afgodendienaren zeggen: "
476 10, 30 | heeft gedaan. En zij zullen tot Allah, hun ware Meester
477 10, 35 | er één uwer afgoden, die tot de waarheid leidt?" Zeg: "
478 10, 35 | Zeg: "Allah is het, Die tot de waarheid leidt. Is daarom
479 10, 35 | leidt. Is daarom Hij, Die tot de waarheid leidt waardiger
480 10, 39 | uiteindelijke betekenis er van tot hen gekomen. Zo deden ook
481 10, 46 | Wij u doen sterven, dan is tot Ons hun terugkeer en Allah
482 10, 52 | 52. Dan zal er tot degenen die kwaad deden
483 10, 56 | leven en doet sterven en tot Hem zult gij worden teruggebracht. ~
484 10, 57 | van uw Heer een vermaning tot u gekomen en genezing voor
485 10, 68 | zeggen: "Allah heeft een zoon tot Zich genomen. Heilig is
486 10, 70 | daarna zal hun terugkeer tot Ons zijn, dan zullen Wij
487 10, 71 | verhaal van Noach, toen hij tot zijn volk zeide: "O, mijn
488 10, 72 | alleen en het is mij bevolen tot de Moslims te behoren. ~
489 10, 73 | waren. En dezen maakten Wij tot de stedehouders, terwijl
490 10, 74 | hun volk en deze kwamen tot hen met duidelijke bewijzen.
491 10, 76 | toen de waarheid van Ons tot hen kwam, zeiden zij: "Dit
492 10, 77 | van de waarheid nadat zij tot u is gekomen? Is dit tovenarij?
493 10, 78 | Zij antwoordden: "Zijt gij tot ons gekomen, opdat wij ons
494 10, 80 | tovenaars kwamen, zeide Mozes tot hen: "Werpt hetgeen gij
495 10, 83 | in het land en behoorde tot de buitensporigen. ~
496 10, 85 | Onze Heer, maak ons niet tot voorwerp van vervolging
497 10, 90 | Israëls geloven en ik behoor tot de Moslims." ~
498 10, 91 | voordien ongehoorzaam waart en tot de onruststokers behoordet? ~
499 10, 93 | mening voordat de kennis tot hen kwam. Voorzeker, uw
500 10, 94 | als gij over hetgeen Wij tot u hebben nedergezonden twijfelt,
1-500 | 501-1000 | 1001-1334 |