Sura, Verse
1 2, 118| die vóór hen waren. Hun harten zijn aan elkander gelijk.
2 3, 103| vijanden waart en Hij uw harten verenigde, zo werdt gij
3 3, 151| 151. Wij zullen de harten der ongelovigen met ontzag
4 4, 155| en omdat ze zeggen: "Onze harten zijn gesluierd" - neen,
5 6, 113| 113. En opdat de harten dergenen die niet in het
6 7, 179| hel zal zijn. Zij hebben harten maar begrijpen er niet mede
7 8, 12 | Ik boezem ontzag in de harten der ongelovigen. Slaat daarom
8 8, 63 | 63. en Hij heeft hun harten verenigd. Indien gij al
9 8, 63 | besteed, kondet gij hun harten niet hebben verzoend, maar
10 10, 57 | genezing voor wat in de harten is en een leiding en barmhartigheid
11 13, 28 | gedenken van Allah kunnen de harten rust vinden. ~
12 22, 32 | dat is de oprechtheid des harten. ~
13 22, 35 | 35. Wier harten vervuld zijn van vrees wanneer
14 24, 37 | zij vrezen de Dag waarop harten en ogen zich zullen afwenden. ~
15 26, 200| Wij het (ongeloof) in de harten der zondaren doen binnendringen. ~
16 28, 69 | En uw Heer weet wat hun harten verbergen en wat zij openbaren. ~
17 33, 4 | heeft voor geen man twee harten in zijn binnenste gemaakt,
18 35, 38 | Waarlijk, Hij weet wat in de harten leeft. ~
19 40, 19 | der ogen en datgene wat de harten verbergen. ~
20 41, 5 | 5. Zij zeggen: "Onze harten zijn gesluierd voor datgene
21 42, 24 | Voorzeker, Hij weet wat in de harten is. ~
22 59, 14 | eensgezind zijn maar hun harten zijn verdeeld. Dat is omdat
23 79, 8 | 8. Op die Dag zullen de harten kloppen. ~
24 104, 7 | 7. Dat boven de harten zal opstijgen. ~
|