Sura, Verse
1 3, 178| laat de ongelovigen niet denken dat het uitstel, dat Wij
2 3, 180| overvloed heeft gegeven, niet denken, dat het goed voor hen is,
3 4, 82 | 82. Denken zij dan niet na over de
4 6, 136| goden," zoals zij het zich denken. Maar hetgeen voor hun afgoden
5 7, 30 | vrienden genomen en zij denken dat zij recht geleid zijn. ~
6 7, 66 | zien u als een dwaze en wij denken, dat gij tot de leugenaars
7 8, 59 | laat de ongelovigen niet denken dat zij een voorsprong hebben.
8 10, 24 | uitziet en haar eigenaars denken, dat zij er macht over bezitten,
9 10, 60 | 60. Wat denken degenen die leugens tegen
10 17, 52 | toekomt antwoorden en gij zult denken dat gij slechts een korte
11 18, 102| 102. Denken de ongelovigen dat zij Mijn
12 18, 104| het leven dezer wereld en denken dat zij een bijzonder goed
13 23, 55 | 55. Denken zij dat vanwege de rijkdom
14 26, 186| een man zoals wij en wij denken dat gij tot de leugenaars
15 29, 2 | 2. Denken de mensen dat zij (met rust)
16 29, 4 | 4. Of denken zij, die slechte daden doen,
17 33, 20 | 20. Zij denken, dat de bondgenoten niet
18 43, 80 | 80. Denken zij dat Wij hun heimelijk
19 47, 29 | 29. Denken zij wier hart ziek is, dat
20 58, 18 | tot u deden en zij zullen denken dat zij iets bereiken. Ziet
21 63, 4 | aangeklede stukken hout. Zij denken dat ieder gerucht tegen
22 64, 7 | 7. De ongelovigen denken dat zij niet zullen worden
23 76, 27 | voorbijgaande wereld en denken niet aan de zware Dag (des
24 84, 23 | Allah weet het beste wat zij denken. ~
|