Sura, Verse
1 2, 31 | 31. En Hij leerde Adam al de namen. Dan plaatste
2 2, 33 | 33. Hij zeide: "O, Adam, zeg hun de namen van deze
3 2, 34 | zeiden: "Onderwerpt u aan Adam", onderwierpen zich allen,
4 2, 35 | 35. En Wij zeiden: "O Adam, verblijf gij met uw gade
5 2, 37 | 37. Toen leerde Adam enkele woorden van zijn
6 3, 33 | 33. Allah verkoos Adam en Noach en de nakomelingen
7 3, 59 | Allah hetzelfde als dat van Adam. Hij (Allah) schiep hem
8 5, 27 | verhaal van de twee zonen van Adam, toen zij een offer brachten
9 7, 11 | engelen: "Onderwerpt u aan Adam" en zij onderwierpen zich,
10 7, 19 | 19. "O, Adam, vertoef met uw vrouw in
11 7, 26 | 26. O kinderen van Adam! Wij hebben u inderdaad
12 7, 27 | 27. O kinderen van Adam, laat Satan u niet verleiden,
13 7, 31 | 31. O, kinderen van Adam, let op uw uiterlijk ter
14 7, 35 | 35. O, kinderen van Adam, als boodschappers vanuit
15 17, 61 | zeiden: "Betuigt eer aan Adam," betuigden zij eer, behalve
16 17, 70 | hebben Wij de kinderen van Adam geëerd en hen gedragen over
17 18, 50 | engelen zeiden: "Buigt voor Adam", zij bogen, doch Iblies
18 19, 58 | profeten van het nageslacht van Adam en van degenen die Wij met
19 20, 115| waarlijk wij gaven voorheen Adam een bevel, doch hij vergat
20 20, 116| engelen zeiden: "Bewijst Adam eer," bewezen zij allen
21 20, 117| 117. Daarom zeiden Wij: "O Adam, deze is voor u en uw vrouw
22 20, 120| kwaad in, hij zeide: "O Adam, zal ik u voeren tot de
23 20, 121| bladeren uit de tuin. En Adam was ongehoorzaam aan het
24 36, 60 | niet, o gij kinderen van Adam, dat gij Satan niet zoudt
|