Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
torah 18
toren 2
torens 1
tot 1334
totdat 66
touwen 1
tovenaar 12
Frequency    [«  »]
1579 hen
1522 voor
1422 hun
1334 tot
1201 zal
1151 hem
1133 zullen

Koran

IntraText - Concordances

tot

1-500 | 501-1000 | 1001-1334

                                                     bold = Main text
     Sura, Verse                                     grey = Comment text
501 10, 94 | waarheid is van uw Heer tot u gekomen; behoor daarom 502 10, 94 | gekomen; behoor daarom niet tot de twijfelaars. ~ 503 10, 95 | 95. En behoor niet tot degenen, die de tekenen 504 10, 95 | verloochenen, anders zult gij tot de verliezers behoren. ~ 505 10, 104| sterven en het is mij geboden tot de gelovigen te behoren. ~ 506 10, 105| wend uw aangezicht oprecht tot deze godsdienst en behoor 507 10, 105| godsdienst en behoor niet tot de afgodendienaren. ~ 508 10, 106| doet, dan zult gij zeker tot de onrechtvaardigen behoren. ~ 509 10, 108| de waarheid van uw Heer tot u gekomen. Wie daarom die 510 10, 108| wie dwaalt, dwaalt slechts tot haar nadeel. En ik ben geen 511 11, 3 | vergiffenis aan uw Heer en wendt u tot Hem, Hij zal u voor een 512 11, 4 | 4. Uw terugkeer is tot Allah en Hij heeft macht 513 11, 8 | 8. En als Wij hun straf tot een bepaalde tijd uitstellen, 514 11, 12 | zij zeggen: "Waarom is er tot hem geen schat nedergezonden 515 11, 17 | Mozes, als richtsnoer en tot barmhartigheid? Dezen geloven 516 11, 25 | 25. Wij zonden Noach tot zijn volk zeggende: "Waarlijk, 517 11, 31 | is. Anders zou ik zeker tot de onrechtvaardigen behoren." ~ 518 11, 34 | vernietigen. Hij is uw Heer en tot Hem zult gij worden teruggebracht." ~ 519 11, 42 | bergen voort. En Noach riep tot zijn zoon, die zich afzijdig 520 11, 43 | tussen beiden, hij behoorde tot de drenkelingen. ~ 521 11, 44 | regenen)." En het water werd tot zakken gebracht en het gebod 522 11, 46 | Noach, hij behoort niet tot uw gezin omdat zijn daden 523 11, 46 | Ik geef u raad om niet tot de onwetenden te behoren." ~ 524 11, 47 | ik zoek mijn toevlucht tot U om niet te vragen waar 525 11, 50 | 50. En tot de Aad zeide hun broeder 526 11, 52 | van uw Heer, wend u daarna tot Hem, Hij zal wolken die 527 11, 54 | Voorzeker, ik roep Allah tot getuige en getuigt gij ook, 528 11, 57 | ik u hetgeen waarmede ik tot u ben gezonden medegedeeld, 529 11, 61 | 61. En tot de Samoed zeide hun broeder 530 11, 61 | vergiffenis aan Hem en bekeert u tot Hem. Voorwaar, mijn Heer 531 11, 63 | gehoorzaam? Gij zult slechts tot mijn ondergang bijdragen." ~ 532 11, 69 | kwamen met blijde tijdingen tot Abraham. Zij zeiden: "Vrede 533 11, 70 | Vrees niet, want wij zijn tot het volk van Lot gezonden." ~ 534 11, 74 | verliet en de blijde tijding tot hem kwam, begon hij met 535 11, 75 | en wendde zich dikwijls (tot God). ~ 536 11, 77 | toen Onze boodschappers tot Lot kwamen was hij verdrietig 537 11, 80 | weerstand te kunnen bieden of tot een machtige steun toevlucht 538 11, 84 | 84. En tot Midian zeide hun broeder 539 11, 88 | wil niet, in tegenstelling tot u, mijzelf veroorloven, 540 11, 88 | staat. In Hem vertrouw ik en tot Hem wend ik mij." ~ 541 11, 90 | van uw Heer en bekeer u tot Hem. Voorwaar, mijn Heer 542 11, 113| 113. En neig u niet tot de onrechtvaardigen, anders 543 11, 118| Hij het mensdom voorzeker tot één volk hebben gemaakt, 544 11, 120| een les voor de gelovigen tot u gekomen. ~ 545 11, 121| 121. En zeg tot degenen die niet geloven: " 546 12, 4 | 4. Toen Jozef tot zijn vader zeide: "O mijn 547 12, 16 | Avonds kwamen zij wenend tot hun vader. ~ 548 12, 21 | Egyptenaar, die hem kocht, zeide tot zijn vrouw: "Maak zijn verblijf 549 12, 26 | gesproken en behoort hij tot de leugenaars, ~ 550 12, 27 | zij gelogen en behoort hij tot de waarachtigen." ~ 551 12, 29 | zonde. Gij behoort zeker tot de schuldigen." ~ 552 12, 31 | ieder een mes en zeide dan (tot Jozef): "Ga naar hen toe." 553 12, 33 | van mij afwendt zal ik mij tot haar neigen en tot de onwetenden 554 12, 33 | ik mij tot haar neigen en tot de onwetenden behoren." ~ 555 12, 36 | voorzeker, wij zien dat gij tot de goeden behoort." ~ 556 12, 37 | wordt gegeven, zal niet tot u komen, voordat ik u de 557 12, 38 | vereenzelvigen. Dit behoort tot Allah's genade voor ons 558 12, 42 | 42. En hij zeide tot degene van hen, van wie 559 12, 46 | verwelkte aren opdat ik tot het volk moge terugkeren, 560 12, 50 | koning zeide: "Brengt hem tot mij." Maar toen de boodschapper 561 12, 50 | Maar toen de boodschapper tot hem (Jozef) kwam, zeide 562 12, 51 | Hij, (de koning) zeide tot de vrouwen: "Wat was het 563 12, 51 | verleiden en hij behoort zeker tot de waarachtigen." ~ 564 12, 53 | het menselijke, ik' spoort tot het kwade aan, uitgezonderd 565 12, 54 | mijzelf houden." En toen hij tot hem (Jozef) had gesproken, 566 12, 60 | Maar indien gij hem niet tot mij brengt dan zal er van 567 12, 62 | 62. En hij (Jozef) zeide tot zijn dienaren: "Stopt hun 568 12, 62 | mogen herkennen, wanneer zij tot hun familie terugkeren, 569 12, 63 | 63. En toen zij tot hun vader terugkeerden, 570 12, 66 | Allah, dat gij hem zeker tot mij zult brengen tenzij 571 12, 71 | 71. Zij vroegen, zich tot hem wendend: "Wat mist gij?" ~ 572 12, 78 | plaats, want wij zien dat gij tot degenen behoort die goed 573 12, 81 | 81. "Keert gij tot uw vader terug en zegt: ' 574 12, 83 | Allah hen allen te zamen tot mij zal brengen; waarlijk 575 12, 86 | over mijn zorg en verdriet tot Allah en ik weet van Allah, 576 12, 99 | 99. En toen zij tot Jozef kwamen, huisvestte 577 12, 102| 102. Dit behoort tot de tijdingen van het verborgene 578 12, 108| Dit is mijn weg: ik roep tot Allah in zeker weten, ik 579 12, 108| Allah en ik behoor niet tot de afgodendienaren." ~ 580 12, 110| verden gehouden, Onze hulp tot hen kwam en dan werd gered, 581 13, 2 | gesteld; elk volgt zijn baan tot een vastgestelde termijn. 582 13, 14 | 14. Tot Hem is het ware gebed. En 583 13, 17 | betreft hetgeen de mensen tot nut strekt, dit blijft op 584 13, 23 | zullen van iedere poort tot hen komen, (zeggende): ~ 585 13, 27 | dwalen die Hij wil en leidt tot Zichzelf degene die zich 586 13, 30 | 30. Zo hebben Wij u tot een volk gezonden - aan 587 13, 30 | leg ik mijn vertrouwen en tot Hem is mijn terugkeer." ~ 588 13, 31 | worden gespleten, of de doden tot spreken konden worden gebracht, ( 589 13, 31 | totdat de belofte van Allah tot stand komt. Voorzeker, Allah 590 13, 36 | met Hem te vereenzelvigen. Tot Hem roep ik en tot Hem is 591 13, 36 | vereenzelvigen. Tot Hem roep ik en tot Hem is mijn terugkeer." ~ 592 13, 37 | En als gij, nadat kennis tot u is gekomen hun boze wensen 593 13, 41 | 41. Zien zij niet dat Wij tot hun land komen, het van 594 14, 1 | hun Heer uit de duisternis tot het licht moogt brengen 595 14, 5 | uw volk uit de duisternis tot het licht en herinner hen 596 14, 6 | 6. En toen Mozes tot zijn volk zeide: "Gedenk 597 14, 9 | Zijn de tijdingen niet tot u gekomen van degenen die 598 14, 9 | kwamen met duidelijke tekenen tot hen, maar zij deden hen 599 14, 11 | Hun boodschappers zeiden tot hen: "Wij zijn inderdaad 600 14, 13 | En de ongelovigen zeiden tot hun boodschappers: "Wij 601 14, 13 | land verdrijven, tenzij gij tot onze godsdienst wederkeert." 602 14, 17 | de dood zal van elke kant tot hem komen en toch zal hij 603 14, 21 | verschijnen, dan zullen de zwakken tot de hoogmoedigen zeggen: " 604 14, 24 | is en zijn takken reiken tot in de hemel. ~ 605 14, 31 | 31. Zeg tot mijn gelovige dienaren dat 606 14, 42 | geeft hun slechts uitstel tot de Dag waarop zij zullen 607 15, 6 | En dezen zeggen: "O, gij, tot wie de vermaning is nedergezonden, 608 15, 7 | geen engelen indien gij tot de waarachtigen behoort?" ~ 609 15, 11 | kwam nooit een boodschapper tot hen of zij bespotten hem. ~ 610 15, 28 | 28. Toen uw Heer tot de engelen zeide: "Ik ga 611 15, 31 | 31. Maar Iblies weigerde tot degenen te behoren die zich 612 15, 35 | 35. "Mijn vloek zal tot de Dag des Oordeels op u 613 15, 36 | schenk mij dan uitstel tot de Dag waarop zij zullen 614 15, 38 | 38. "Tot de Dag van de bekende tijd." ~ 615 15, 41 | is een pad, rechtstreeks tot Mij." ~ 616 15, 49 | 49. Zeg tot Mijn dienaren dat Ik voorzeker 617 15, 55 | gegeven, behoor dus niet tot hen die wanhopen." ~ 618 15, 60 | hebben besloten, dat zij tot degenen zal behoren die 619 15, 61 | 61. Toen de boodschappers tot de familie van Lot kwamen, ~ 620 15, 63 | ongelovigen) twijfelden tot u gekomen." ~ 621 15, 64 | wij zijn met de waarheid tot u gekomen en wij spreken 622 15, 82 | 82. En zij hieuwen tot veiligheid huizen in de 623 15, 98 | die Hem toekomt en behoor tot degenen die zich ter aarde 624 16, 2 | met een Openbaring neder tot wie van Zijn dienaren Hij 625 16, 8 | gij er op moogt rijden en tot sieraad (voor u). En Hij 626 16, 14 | En Hij is het, Die de zee tot uw beschikking heeft gesteld 627 16, 24 | 24. En wanneer er tot hen wordt gezegd: "Wat heeft 628 16, 26 | Allah vernietigde hun gebouw tot in de grondvesten zodat 629 16, 30 | 30. En wordt er tot degenen, die rechtvaardig 630 16, 32 | 32. Tot degenen, die de engelen 631 16, 44 | Wij hebben de vermaning tot u gezonden, opdat gij aan 632 16, 44 | moogt uitleggen hetgeen tot hen werd nedergezonden, 633 16, 53 | kwelling over u komt, is het tot Hem dat gij om hulp roept. ~ 634 16, 61 | maar Hij geeft hun uitstel tot een vastgestelde termijn, 635 16, 63 | Wij zonden (boodschappers) tot de volkeren die vóór u waren; 636 16, 64 | Wij hebben alleen dit Boek tot u nedergezonden, opdat gij 637 16, 91 | bekrachtiging, terwijl gij Allah tot uw Borg hebt gemaakt. Voorzeker, 638 16, 92 | maakt uw eden onderling tot een middel van bedrog, uit 639 16, 93 | gewild, zou Hij u voorzeker tot één volk hebben gemaakt; 640 16, 94 | 94. En maakt uw eden niet tot een middel van bedrog onder 641 16, 98 | zoekt dan uw toevlucht tot Allah tegen Satan de verworpene. ~ 642 16, 112| overvloed van alle kanten tot haar kwam; maar zij was 643 16, 113| boodschapper uit hun midden tot hen gekomen maar zij verloochenden 644 16, 120| Allah en hij behoorde niet tot de afgodendienaren. ~ 645 16, 122| Hiernamaals zal hij zeker tot de rechtvaardigen behoren. ~ 646 16, 125| 125. Roep tot de weg van uw Heer met wijsheid 647 17, 2 | het Boek en maakten het tot een richtsnoer voor de kinderen 648 17, 8 | terugkeren en Wij hebben de hel tot een kerker voor de ongelovigen 649 17, 9 | Voorzeker, deze Koran voert tot datgene wat juist is; en 650 17, 12 | nacht en de dag gemaakt tot twee tekenen, het teken 651 17, 16 | verwoesten, zenden Wij Ons gebod tot haar machthebbers, maar 652 17, 23 | doen dit, zeg dan nimmer tot hen "Foei" noch stoot hen 653 17, 23 | stoot hen af, doch spreek tot hen een welgevallig woord. ~ 654 17, 28 | waarop gij hoopt, spreek tot hen een vriendelijk woord. ~ 655 17, 34 | aan dan op de beste wijze tot hij zijn meerderjarigheid 656 17, 49 | Zullen wij, wanneer wij tot beenderen en stof vergaan 657 17, 53 | 53. En zeg tot Mijn dienaren dat zij spreken 658 17, 60 | 60. En toen Wij tot u zeiden: "Voorzeker, uw 659 17, 61 | 61. En toen Wij tot de engelen zeiden: "Betuigt 660 17, 62 | mij geëerd? Indien Gij mij tot de Dag der Opstanding uitstel 661 17, 73 | dan zouden zij u zeker tot vriend hebben genomen. ~ 662 17, 78 | het verbleken van de zon tot aan het donker van de nacht; 663 17, 80 | mij van U een gezag dat tot hulp zou kunnen strekken." ~ 664 17, 94 | geloven toen de leiding tot hen kwam dan het feit dat 665 17, 95 | een engel als boodschapper tot hen hebben gezonden." ~ 666 17, 101| kinderen van Israël. Toen hij tot hen kwam, zeide Pharao tot 667 17, 101| tot hen kwam, zeide Pharao tot hem: "Ik geloof, O Mozes, 668 17, 104| 104. En Wij zeiden na hem tot de kinderen van Israël: " 669 18, 7 | hebben al hetgeen op aarde is tot haar sieraad gemaakt om 670 18, 8 | hetgeen daarop is, zullen Wij tot dode stof veranderen. ~ 671 18, 16 | neemt dan uw toevlucht tot de Spelonk en uw Heer zal 672 18, 20 | trachten jullie te bekeren tot hun godsdienst en jullie 673 18, 34 | zeide tijdens een gesprek tot zijn gezel: "Ik ben rijker 674 18, 36 | Uur zal komen. Indien ik tot mijn Heer word teruggebracht, 675 18, 37 | levenskiem en u dan vormde tot een volledig mens?" ~ 676 18, 46 | zijn beter bij uw Heer tot beloning en hoop. ~ 677 18, 48 | En zij zullen in rijen tot uw Heer worden gebracht. ( 678 18, 48 | zal zeggen) Nu zijt gij tot Ons gekomen zoals Wij u 679 18, 50 | Gedenk de tijd) toen Wij tot de engelen zeiden: "Buigt 680 18, 50 | gij hem en zijn nageslacht tot vrienden nemen, terwijl 681 18, 51 | degenen die misleiden ooit tot helpers. ~ 682 18, 55 | geloven wanneer de leiding tot hen komt en hun Heer vergiffenis 683 18, 57 | Indien gij hen derhalve tot de leiding roept, willen 684 18, 60 | de tijd) toen Mozes zeide tot zijn dienaar: "Ik zal het 685 18, 62 | verder gingen, zeide hij tot zijn dienaar: "Breng ons 686 18, 66 | 66. Mozes zeide tot hem: "Mag ik u volgen dat 687 18, 70 | eer ik zelf daaromtrent tot u spreek." ~ 688 18, 74 | Zij reisden dus verder tot dat zij een knaap ontmoetten 689 18, 87 | hij worden teruggebracht tot zijn Heer die hem straffen 690 18, 102| ongelovigen dat zij Mijn dienaren tot beschermers kunnen nemen 691 18, 102| Wij hebben de hel bereid tot een onthaal voor de ongelovigen. ~ 692 18, 107| tuinen van het Paradijs tot onthaal hebben. ~ 693 19, 4 | mijn Heer, bij mijn aanroep tot U." ~ 694 19, 6 | mij en het Huis van Jacob tot erfgenaam moge zijn. En 695 19, 10 | opeenvolgende dagen en nachten tot niemand zult spreken." ~ 696 19, 11 | Aldus kwam hij uit de kamer tot zijn volk en beduidde hen 697 19, 15 | op de dag waarop hij weer tot leven zal worden gewekt. ~ 698 19, 17 | onttrok, zonden Wij Onze Geest tot haar en hij verscheen aan 699 19, 18 | Ik neem mijn toevlucht tot de Barmhartige tegen u, 700 19, 21 | voor Mij,'" opdat Wij hem tot een teken voor de mensen 701 19, 27 | Alsdan bracht zij het kind tot haar volk. Dit zeide: "O 702 19, 29 | zeiden: "Hoe kunnen wij tot een wiegekind spreken?" ~ 703 19, 30 | het Boek gegeven en mij tot een profeet gemaakt;" ~ 704 19, 38 | zijn op die Dag wanneer zij tot Ons zullen komen. Waarlijk, 705 19, 40 | bevindt zullen erven en tot Ons zullen zij worden teruggebracht. ~ 706 19, 42 | 42. Toen hij tot zijn vader zeide: "O mijn 707 19, 43 | er is inderdaad kennis tot mij gekomen die niet tot 708 19, 43 | tot mij gekomen die niet tot u is gekomen, volg mij daarom, 709 19, 48 | Allah aanroept, en ik zal tot mijn Heer bidden; waarschijnlijk 710 19, 48 | waarschijnlijk zal ik in mijn gebed tot mijn Heer niet worden teleurgesteld." ~ 711 19, 52 | Berg (Sinaï), en deden hem tot Ons naderen om met hem te 712 19, 57 | 57. En Wij verhieven hem tot een hoge plaats. ~ 713 19, 58 | en Israël; en zij behoren tot degenen die Wij leidden 714 19, 66 | wanneer ik dood ben, dan tot leven worden terug gebracht?" ~ 715 19, 73 | voorgehouden zeggen de ongelovigen tot de gelovigen: "Welke van 716 19, 78 | 78. Heeft hij toegang tot het Onzienlijke gehad of 717 19, 80 | erven en hij zal alleen tot Ons komen. ~ 718 19, 85 | groepen zullen verzamelen tot de Barmhartige. ~ 719 19, 93 | die niet als een dienaar tot de Barmhartige zal komen. ~ 720 19, 95 | Opstanding zal elk hunner alleen tot Hem komen. ~ 721 20, 10 | een vuur zag, zeide hij tot de zijnen: "Blijft hier, 722 20, 14 | derhalve en verricht het gebed tot Mijn gedachtenis." ~ 723 20, 43 | 43. "Gaat gij beiden tot Pharao, want hij is alle 724 20, 44 | 44. Doch spreekt tot hem op welwillende wijze, 725 20, 53 | u de aarde heeft gegeven tot een wieg en wegen voor u 726 20, 57 | 57. Hij zeide: "Zijt gij tot mij gekomen, o Mozes, om 727 20, 61 | 61. Mozes zeide tot hen: "Wee u; verzint geen 728 20, 71 | 71. Pharao zeide tot hen: "Gelooft gij in Hem 729 20, 72 | de duidelijke tekenen die tot ons zijn gekomen, en boven 730 20, 74 | 74. Voorwaar hij die tot zijn Heer komt als schuldige, 731 20, 75 | Doch die als gelovigen tot Hem komen en goede werken 732 20, 84 | mijn spoor, en ik heb mij tot U gehaast, Mijn Heer, opdat 733 20, 86 | verontwaardigd en bedroefd tot zijn volk terug. Hij zeide: " 734 20, 90 | inderdaad had Aäron reeds tot hen gezegd: "O mijn volk, 735 20, 91 | aanbidden voordat Mozes tot ons is teruggekeerd." ~ 736 20, 113| vrezen en opdat het hen tot nadenken moge brengen. ~ 737 20, 116| 116. En toen Wij tot de engelen zeiden: "Bewijst 738 20, 120| O Adam, zal ik u voeren tot de Boom der Eeuwigheid, 739 20, 123| want gij zult elkander tot vijanden zijn. En indien 740 20, 123| indien er leiding van Mij tot u komt dan zal een ieder 741 20, 126| Aldus kwamen Onze tekenen tot u en gij hebt er geen acht 742 20, 132| 132. En spoor uw volk aan tot gebed en wees daarin volhardend. 743 20, 133| dan geen duidelijk teken tot hen gekomen in hetgeen in 744 21, 2 | komt geen nieuwe Vermaning tot hen van hun Heer of zij 745 21, 10 | nedergezonden waardoor gij tot aanzien kunt komen, wilt 746 21, 13 | Vlucht niet en keert terug tot de genoegens die u waren 747 21, 13 | die u waren veroorloofd en tot uw woningen opdat gij ondervraagd 748 21, 16 | hetgeen er tussen is, niet tot vermaak. ~ 749 21, 22 | zouden dezen voorzeker tot chaos zijn vervallen. Verheven 750 21, 32 | hebben de hemel gemaakt tot een welbeschermd dak; niettemin 751 21, 35 | beproeven u met kwaad en goed en tot Ons zult gij terugkeren. ~ 752 21, 48 | en Aäron het Onderscheid, tot een licht en een gedachtenis 753 21, 52 | 52. Toen hij tot zijn vader en tot zijn volk 754 21, 52 | Toen hij tot zijn vader en tot zijn volk zeide: "Wat zijn 755 21, 58 | daarvan, opdat zij zich tot hem zouden wenden. ~ 756 21, 64 | 64. Toen kwamen zij tot inkeer en zeiden (bij zichzelf) " 757 21, 73 | 73. En Wij maakten hen tot leiders die de mensen leidden 758 21, 73 | Wij zonden een Openbaring tot hen, die aanspoorde, goede 759 21, 83 | En (gedenk) Job toen hij tot zijn Heer riep, zeggende: " 760 21, 85 | Zol-Kifl; allen behoorden tot de standvastigen. ~ 761 21, 86 | genade want zij behoorden tot de rechtvaardigen. ~ 762 21, 87 | Gij. Ik behoorde inderdaad tot de onrechtvaardigen." ~ 763 21, 89 | 89. En Zacharia, toen hij tot zijn Heer riep, zeggende: " 764 21, 91 | maakten haar en haar zoon tot een teken voor alle volkeren. ~ 765 21, 93 | verbroken; toch zullen zij allen tot Ons terugkeren. ~ 766 22, 4 | 4. Voor ieder die hem tot vriend neemt is verordend, 767 22, 6 | Hij het is Die de doden tot leven wekt en omdat Hij 768 22, 11 | deel valt, keert hij terug tot zijn vroegere wandel. Hij 769 22, 27 | magere kamelen van verre tot u komen. ~ 770 22, 48 | Daarna greep Ik hen en tot Mij is de terugkeer. 771 22, 53 | Hij hetgeen Satan inblaast tot een beproeving moge maken 772 22, 55 | over in twijfel blijven tot onverwachts het Uur hen 773 22, 66 | daarna zal Hij u wederom tot leven opwekken. Waarlijk 774 22, 67 | redetwisten; doch nodigt hen tot uw Heer, waarlijk gij volgt 775 23, 14 | vormen Wij de levenskiem tot een klonter bloed; daarna 776 23, 14 | vormen Wij het geronnen bloed tot een (vormeloze) klomp; dan 777 23, 14 | vervolgens ontwikkelen Wij het tot een nieuwe schepping. Gezegend 778 23, 23 | 23. En Wij zonden Noach tot zijn volk, en hij zeide: " 779 23, 44 | wanneer een Boodschapper tot een volk kwam, verloochenden 780 23, 44 | opvolgen en maakten hen tot legenden. Vervloekt zij 781 23, 46 | 46. Tot Pharao en zijn opperhoofden; 782 23, 48 | zij hen en zij behoorden tot degenen die vernietigd werden. ~ 783 23, 50 | van Maria en zijn moeder tot een teken en schonken hun 784 23, 52 | ben. Neemt Mij derhalve tot uw Beschermer. ~ 785 23, 60 | vervuld van vrees. omdat zij tot hun Heer zullen terugkeren, ~ 786 23, 68 | nagedacht, of is er iets tot hen gekomen dat niet tot 787 23, 68 | tot hen gekomen dat niet tot hun voorvaderen kwam? ~ 788 23, 73 | gij roept hen, voorzeker, tot het rechte pad; 789 23, 77 | straf openen, dan zullen zij tot wanhoop vervallen. ~ 790 23, 79 | vermenigvuldigd op aarde en tot Hem zult gij worden verzameld. ~ 791 23, 82 | wanneer wij dood zijn en tot beenderen en stof geworden, 792 23, 87 | Wilt gij Hem dan niet tot uw Beschermer nemen?" ~ 793 23, 99 | 99. Wanneer de dood tot een hunner komt, zegt deze 794 23, 100| achter hen is een hindernis tot de Dag waarop zij gewekt 795 23, 108| vernederd en spreekt niet tot Mij. ~ 796 23, 115| schiepen en dat gij niet tot Ons zult worden teruggebracht? ~ 797 24, 7 | vloek op hem ruste als hij tot de leugenaars behoort. ~ 798 24, 8 | getuigt en zegt, dat hij tot de leugenaars behoort. ~ 799 24, 17 | Allah waarschuwt u om nooit tot iets dergelijks terug te 800 24, 28 | toestemming krijgt. En als er tot u wordt gezegd: "Gaat terug," 801 24, 30 | 30. Zeg tot de gelovige mannen dat zij 802 24, 31 | 31. En zeg tot de gelovige vrouwen dat 803 24, 31 | En wendt u allen tezamen tot Allah, o gelovigen, opdat 804 24, 33 | degenen, die geen mogelijkheid tot trouwen vinden, zich kuis 805 24, 33 | kuis wensen te zijn, niet tot ontucht om de goederen van 806 24, 34 | hebben duidelijke tekenen tot u nedergezonden, en de voorbeelden 807 24, 35 | Licht op Licht. Allah leidt tot Zijn Licht wie Hij wil. - 808 24, 42 | hemelen en der aarde en tot Allah is de terugkeer. ~ 809 24, 48 | 48. En wanneer zij tot Allah en Zijn boodschapper 810 24, 51 | 51. Wanneer de gelovigen tot Allah en Zijn boodschapper 811 24, 55 | beloofd, dat Hij hen voorzeker tot stedehouders op aarde zal 812 24, 55 | degenen die vóór hen waren tot stedehouders maakte en dat 813 24, 64 | goed. En de Dag waarop zij tot Hem zullen worden teruggebracht, 814 25, 7 | wandelt? Waarom is geen engel tot hem nedergezonden om met 815 25, 8 | 8. Ofwel een schat had tot hem nedergeworpen moeten 816 25, 20 | gebruiken sommigen uwer tot een beproeving voor anderen. 817 25, 21 | Waarom zijn geen engelen tot ons nedergezonden? of waarom 818 25, 23 | 23. En Wij zullen ons tot hun werken wenden en zullen 819 25, 29 | herinnering afdwalen nadat zij tot mij was gekomen." En Satan 820 25, 35 | stelden zijn broeder Aäron tot helper aan. ~ 821 25, 37 | Wij het en Wij maakten het tot een teken voor het mensdom. 822 25, 41 | zien maken zij u slechts tot een bespotting. "Is hij 823 25, 45 | Dan hebben Wij de zon tot een leider er van gemaakt. ~ 824 25, 46 | trekken Wij haar langzaam tot Ons terug. ~ 825 25, 47 | Hij is het, Die de nacht tot een bedekking voor u heeft 826 25, 60 | 60. En wanneer er tot de ongelovigen wordt gezegd: " 827 25, 71 | zich voorzeker berouwvol tot Allah. ~ 828 25, 74 | echtgenoten en kinderen tot troost der ogen, en maak 829 25, 74 | troost der ogen, en maak ons tot voorbeeld voor de godvruchtigen." ~ 830 26, 5 | Barmhartige geen nieuwe vermaning tot hen of zij wenden zich er 831 26, 10 | 10. Toen uw Heer tot Mozes riep: "Ga naar het 832 26, 20 | Ik deed dit, toen ik nog tot de dwalenden behoorde." ~ 833 26, 21 | wijsheid geschonken en mij tot een boodschapper gemaakt. ~ 834 26, 22 | gij de kinderen van Israël tot slaven hebt gemaakt?" ~ 835 26, 25 | 25. Pharao zeide tot degenen die om hem heen 836 26, 27 | Waarlijk, de boodschapper die tot u is gezonden, is krankzinnig." ~ 837 26, 29 | 29. Pharao zeide tot hem: "Indien gij een andere 838 26, 31 | Breng het dan als gij tot de waarachtigen behoort." ~ 839 26, 34 | 34. Pharao zeide tot de vooraanstaanden om zich 840 26, 39 | 39. En er werd tot het volk gezegd: "Wilt gij 841 26, 42 | zeker, bovendien zult gij tot de gunstelingen behoren." ~ 842 26, 43 | 43. Mozes zeide tot hen: "Werpt neder hetgeen 843 26, 49 | 49. Pharao zeide tot hen: "Gelooft gij in hem 844 26, 50 | niet; wij zullen voorzeker tot onze Heer terugkeren. ~ 845 26, 70 | 70. Toen hij tot zijn vader en zijn volk 846 26, 81 | doen sterven en daarna weer tot het leven terugroepen. ~ 847 26, 86 | vader, want hij behoorde tot de dwalenden. ~ 848 26, 89 | die met een toegewijd hart tot Allah komt, (zal baat vinden)." ~ 849 26, 92 | 92. En er zal tot hen worden gezegd: "Waar 850 26, 102| de aarde) was, zouden wij tot de gelovigen behoren." ~ 851 26, 106| Toen hun broeder, Noach, tot hen zeide: "Wilt gij niet ( 852 26, 124| 124. Toen hun broeder Hoed tot hen zeide: "Zult gij niet 853 26, 125| 125. "Waarlijk, ik ben tot u een getrouwe boodschapper. ~ 854 26, 142| Toen hun broeder, Salih, tot hen zeide, "Wilt gij niet 855 26, 154| ons dan een teken, als gij tot de waarachtigen behoort." ~ 856 26, 161| 161. Toen hun broeder Lot tot hen zeide: "Wilt gij niet 857 26, 177| 177. Toen Shoaib tot hen zeide: "Wilt gij niet 858 26, 181| volle maat en behoort niet tot hen die minder geven (bedriegers). ~ 859 26, 186| wij en wij denken dat gij tot de leugenaars behoort. ~ 860 26, 215| wend u met zachtmoedigheid tot de gelovigen die u volgen." ~ 861 27, 7 | 7. Gedenk toen Mozes tot zijn familieleden zeide: " 862 27, 12 | voorschijn komen. Dit behoort tot de negen tekenen voor Pharao 863 27, 13 | Onze verlichtende tekenen tot hen kwamen, zeiden zij: " 864 27, 18 | 18. Toen zij tot het dal van de mieren kwamen, 865 27, 19 | mij door Uw barmhartigheid tot Uw rechtvaardige dienaren 866 27, 27 | hebt gesproken of dat gij tot de leugenaars behoort. ~ 867 27, 31 | tegenover mij maar komt tot mij in onderworpenheid." ~ 868 27, 34 | de hoogsten van het volk tot de laagsten. Zo handelen 869 27, 36 | de gezant (der koningin) tot Salomo kwam, zeide deze: " 870 27, 37 | 37. Gaat tot hen terug, want wij zullen 871 27, 37 | terug, want wij zullen zeker tot hen komen met scharen waartegen 872 27, 38 | brengen voordat zij onderdanig tot mij komt?" ~ 873 27, 39 | djinn zeide: "Ik zal deze tot u brengen voordat gij van 874 27, 40 | geschrift had zeide: "Ik zal hem tot u brengen vóór uw bode terugkeert," 875 27, 41 | volgt of dat zij behoort tot degenen die van de rechte 876 27, 43 | aanbad; want zij behoorde tot een ongelovig volk. ~ 877 27, 44 | 44. Er werd tot haar gezegd "Ga het paleis 878 27, 45 | 45. En Wij zonden zeker tot de Samoed hun broeder Salih, 879 27, 49 | 49. Zij zeiden: "Zweert tot elkander bij Allah, dat 880 27, 49 | aanvallen en daarna zullen wij tot zijn bloedverwanten zeggen: " 881 27, 54 | 54. En Lot, toen hij tot zijn volk zeide: "Begaat 882 27, 57 | zijn vrouw; Wij deden haar tot de achterblijvenden behoren. ~ 883 27, 61 | 61. Hij Die de aarde tot een rustplaats maakte, er 884 27, 67 | wanneer wij en onze vaderen tot stof zijn geworden inderdaad 885 27, 69 | 69. Zeg tot hen: "Reist op aarde en 886 27, 87 | En allen zullen nederig tot Hem komen. ~ 887 27, 91 | dingen, en het is mij geboden tot de Moslims te behoren ~ 888 28, 4 | vrouwen. Zeker, hij behoorde tot de onheilstichters. ~ 889 28, 5 | gunst te bewijzen door hen tot erfgenamen en leiders te 890 28, 7 | teruggeven en zullen hem tot een boodschapper maken." ~ 891 28, 10 | niet gesterkt hadden om tot de gelovigen te behoren. ~ 892 28, 11 | 11. En zij zeide tot zijn zuster: "Ga hem achterna." 893 28, 15 | zocht hulp tegen hem die tot zijn vijanden behoorde. 894 28, 18 | had gezocht riep wederom tot hem om hulp. Mozes zeide 895 28, 18 | hem om hulp. Mozes zeide tot hem: "Gij zijt voorzeker 896 28, 23 | terughielden. Mozes zeide tot haar: "Wat scheelt u?" Zij 897 28, 25 | gedrenkt hebt." Dan, toen hij tot hem kwam en hem het verhaal 898 28, 27 | als Allah het wil, dat ik tot de rechtvaardigen behoor." ~ 899 28, 29 | de berg Sinaï. Hij zeide tot zijn familie: "Wacht hier, 900 28, 31 | vrees niet, want gij behoort tot hen die veilig zijn." ~ 901 28, 36 | Onze duidelijke tekenen tot hen kwam, zeiden zij: "Dit 902 28, 41 | Wij gaven hun leiders die tot het Vuur uitnodigen; en 903 28, 48 | toen de Waarheid van Ons tot hen kwam, zeiden zij: "Waarom 904 28, 58 | waren hun woonplaatsen die tot op enkele na niet meer bewoond 905 28, 65 | 65. En op die Dag zal Hij tot hen roepen en zeggen: "Welk 906 28, 67 | doet, zal waarschijnlijk tot de geslaagden behoren. ~ 907 28, 70 | Van Hem is het gebod en tot Hem zult gij worden teruggebracht. ~ 908 28, 71 | nacht over u doet voortduren tot de Dag der Opstanding, welke 909 28, 72 | dag voor u doet voortduren tot de Dag der Opstanding welke 910 28, 76 | Korach behoorde voorwaar tot het volk van Mozes, maar 911 28, 76 | sterke mannen. Toen zijn volk tot hem zeide: "Poch niet, want 912 28, 85 | de Koran u oplegde, zal u tot de plaats van terugkeer 913 28, 87 | woorden van Allah nadat zij tot u zijn nedergezonden; en 914 28, 87 | nedergezonden; en roep anderen tot uw Heer, en behoor niet 915 28, 87 | uw Heer, en behoor niet tot de afgodendienaren. ~ 916 28, 88 | Hem is de heerschappij en tot Hem zult glg worden teruggebracht. ~~ 917 29, 8 | gehoorzaam hen dan niet. Tot Mij is uw terugkeer, en 918 29, 12 | En de ongelovigen zeggen tot de gelovigen: "Volgt onze 919 29, 14 | Voorwaar, Wij zonden Noach tot zijn volk, en hij verbleef 920 29, 15 | ark, en Wij maakten dit tot een teken voor alle volkeren. ~ 921 29, 16 | zonden Abraham, en hij zeide tot zijn volk: "Aanbid Allah 922 29, 17 | weest Hem dankbaar want tot Hem zult gij worden teruggebracht." ~ 923 29, 21 | barmhartigheid aan wie Hem behaagt en tot Hem zult gij worden teruggebracht. ~ 924 29, 27 | Hiernamaals zal hij zeker tot de rechtvaardigen behoren. ~ 925 29, 28 | 28. En toen Lot tot zijn volk zeide: "Gij verricht 926 29, 33 | toen Onze boodschappers tot Lot kwamen was hij verdrietig 927 29, 33 | redden, behalve uw vrouw die tot de achterblijvenden behoort. ~ 928 29, 36 | 36. En tot Midian, (zonden Wij) hun 929 29, 39 | Pharao en Hamaan. Mozes kwam tot hen met duidelijke tekenen, 930 29, 57 | ondergaan, daarna zult gij tot Ons worden teruggebracht. ~ 931 29, 68 | verloochent wanneer zij tot hem komt? Is er geen woning 932 30, 9 | hun boodschappers kwamen tot hen met duidelijke tekenen. 933 30, 11 | Hij haar; daarna zult gij tot Hem worden teruggebracht. ~ 934 30, 20 | 20. En tot Zijn tekenen behoort, dat 935 30, 22 | 22. En tot Zijn tekenen behoort ook 936 30, 23 | 23. En tot Zijn tekenen behoort uw 937 30, 24 | 24. En tot Zijn tekenen behoort eveneens 938 30, 30 | richt uw aangezicht oprecht tot de (ware) godsdienst, overeenkomstig 939 30, 31 | 31. U tot Hem bekerende, vreest Hem 940 30, 31 | gebed na, en behoort niet tot de afgodendienaren. ~ 941 30, 32 | 32. Noch tot degenen die hun godsdienst 942 30, 33 | roepen zij hun Heer aan, zich tot Hem bekerende; en als Hij 943 30, 35 | 35. Hebben Wij enig gezag tot hen nedergezonden, dat spreekt 944 30, 43 | 43. Richt uw aaneezicht tot de juiste godsdienst, voordat 945 30, 56 | Allah zijt gij inderdaad tot de Dag der Opstanding gebleven. 946 31, 13 | 13. Toen Loqmaan tot zijn zoon, terwijl hij hem 947 31, 14 | Zeg Mij en uw ouders dank, tot Mij is de terugkeer. ~ 948 31, 15 | de weg van hem die zich tot Mij richt. Dan zult gij 949 31, 15 | Mij richt. Dan zult gij tot Mij terugkeren en Ik zal 950 31, 21 | 21. En als er tot hen wordt gezegd: "Volgt 951 31, 21 | Zelfs al zou Satan hen tot de straf van het branden 952 31, 23 | ongeloof u niet verdrieten. Tot Ons zullen zij wederkeren 953 31, 24 | vermaken; daarna zullen Wij hen tot een strenge straf voortdrijven. ~ 954 32, 5 | het bestel van de hemel tot de aarde, daarna zal deze 955 32, 5 | de aarde, daarna zal deze tot Hem opstijgen in een dag, 956 32, 11 | ziel nemen; dan zult gij tot uw Heer worden teruggebracht." ~ 957 32, 19 | doen, zullen Tuinen hebben tot verblijf, als onthaal voor 958 32, 23 | Hem - en Wij maakten dit tot een richtsnoer voor de kinderen 959 32, 26 | 26. Komen zij niet tot inzicht (door het feit) 960 33, 4 | door haar moeder te noemen, tot uw moeders gemaakt, noch 961 33, 4 | Hij uw aangenomen zonen tot uw (werkelijke) zonen gemaakt. 962 33, 24 | straffen zoals Hij wil, of Zich tot hen in barmhartigheid wenden. 963 33, 37 | En herinnert u, toen gij tot hem, wie Allah gunsten had 964 33, 43 | Hij u van de duisternissen tot het licht moge leiden. En 965 33, 46 | 46. En als een roeper tot Allah door Zijn gebod, en 966 33, 51 | verlaten wie gij wilt en tot u nemen wie gij wilt, er 967 33, 53 | tenzij gij uitgenodigd wordt tot een maaltijd, doch niet 968 33, 53 | maaltijd, doch niet wachtend tot deze gereed is. Wanneer 969 33, 73 | wendt zich in barmhartigheid tot gelovige mannen en vrouwen, 970 34, 9 | voor elke dienaar, die zich tot God wendt. ~ 971 34, 19 | daarom maakten Wij hen tot sagen en legenden, terwijl 972 34, 23 | aan wie Hij het toestaat, tot zij, wanneer de vrees van 973 34, 31 | werpen. De zwakken zullen tot de hoogmoedigen zeggen: " 974 34, 31 | geweest dan zouden wij zeker tot de gelovigen behoren." ~ 975 34, 32 | De hoogmoedigen zullen tot de zwakkelingen zeggen: " 976 34, 32 | leiding afwendden, nadat zij tot u was gekomen? Neen, gij 977 34, 33 | En de zwakkelingen zullen tot de hoogmoedigen zeggen: " 978 34, 34 | zonden geen waarschuwer tot een stad of de rijken er 979 34, 37 | noch uw kinderen kunnen u tot Onze nabijheid brengen, 980 34, 40 | zal verzamelen, zal Hij tot de engelen zeggen: "Plachten 981 34, 42 | te doen." En Wij zullen tot de onrechtvaardigen zeggen: " 982 34, 43 | van de Waarheid als deze tot hen komt, "Dit is niets 983 35, 1 | der aarde, Die de engelen tot boodschappers maakt met 984 35, 4 | werden verloochend; maar tot Allah worden alle dingen 985 35, 10 | alle eer aan Allah behoort. Tot Hem stijgt het reine woord 986 35, 10 | goede daad verheft het (tot Hem). En zij, die slechte 987 35, 11 | levenskiem, daarna maakte Hij u tot paren. En geen vrouw wordt 988 35, 18 | zwaarbelaste (een ander) roept tot (verlichting van) zijn last, 989 35, 18 | in zijn eigen belang en tot Allah is de terugkeer. ~ 990 35, 25 | Hun boodschappers kwamen tot hen met duidelijke bewijzen 991 35, 37 | bovendien kwam een waarschuwer tot u. Ondergaat daarom de straf, 992 35, 39 | 39. Hij is het, Die u tot stedehouders op aarde heeft 993 35, 42 | dat indien een waarschuwer tot hen zou komen, zij de leiding 994 35, 42 | Maar toen een waarschuwer tot hen kwam, deed het hen slechts 995 35, 45 | Hij schenkt hun uitstel tot een vastgestelde tijd; en 996 36, 8 | ijzeren banden gelegd die tot aan hun kin reiken, zodat 997 36, 13 | to en de boodschappers tot haar kwamen. ~ 998 36, 14 | 14. Wij zonden tot hen twee boodschappers maar 999 36, 14 | zeiden: "Waarlijk, wij zijn tot u gezonden." ~ 1000 36, 16 | Heer weet dat wij inderdaad tot u zijn gezonden. ~


1-500 | 501-1000 | 1001-1334

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License