Sura, Verse
1 2, 132| daarom niet, tenzij gij Moslims zijt." ~
2 3, 52 | En getuigt gij dat wij Moslims zijn." ~
3 3, 64 | zegt dan: "Getuigt, dat wij Moslims zijn." ~
4 3, 80 | ongeloof bevelen, nadat gij Moslims werd? ~
5 3, 110| 110. Gij (Moslims) zijt het beste volk dat
6 3, 140| 140. Als gij (Moslims) letsel krijgt (in de strijd);
7 6, 163| en ik ben de eerste der Moslims." ~
8 7, 126| ons sterven terwijl wij Moslims zijn." ~
9 8, 49 | ziekte is, zeiden: "Hun (Moslims) geloof heeft dezen bedrogen."
10 10, 72 | het is mij bevolen tot de Moslims te behoren. ~
11 10, 84 | vertrouwen in Hem, als gij Moslims zijt." ~
12 10, 90 | geloven en ik behoor tot de Moslims." ~
13 15, 2 | dikwijls wensen, dat zij Moslims waren. ~
14 22, 78 | vader Abraham. Hij heeft u Moslims genoemd voorheen en in dit
15 27, 91 | het is mij geboden tot de Moslims te behoren ~
16 33, 35 | 35. Voorwaar, de Moslims en de Moslima's en de gelovige
17 39, 12 | is bevolen de eerste der Moslims te zijn." ~
18 41, 33 | Waarlijk, ik behoor tot de Moslims." ~
19 46, 15 | waarlijk, ik behoor tot de Moslims. ~
20 51, 36 | er slechts één huis der Moslims.
21 59, 13 | angst in hun hart voor u (Moslims) dan voor Allah. Dat is
22 72, 14 | 14. En er zijn onder ons Moslims en er zijn onder ons die
|