Sura, Verse
1 2, 186| vragen, zeg dan: "Ik ben nabij. Ik verhoor het gebed van
2 2, 191| doden. En bevecht hen niet nabij de heilige Moskee, voordat
3 2, 214| voorzeker, de hulp van Allah is nabij. ~
4 7, 56 | Barmhartigheid van Allah is de goeden nabij. ~
5 11, 61 | Voorwaar, mijn Heer is nabij, Verhorende." ~
6 11, 81 | ochtendstond. Is de morgen niet nabij?" ~
7 17, 51 | Waarschijnlijk is het nabij." ~
8 21, 109| gij mee bedreigd wordt, nabij of ver is." ~
9 26, 90 | 90. En het paradijs zal nabij worden gebracht voor de
10 33, 63 | het kan zijn dat het Uur nabij is. ~
11 34, 51 | ontvluchten zijn als zij van nabij worden gegrepen!" ~
12 42, 5 | 5. Het is nabij dat de hemelen zullen worden
13 42, 17 | waarschijnlijk is het Uur nabij. ~
14 54, 1 | 1. Het Uur is nabij, en de Maan is opengespleten. ~
15 67, 27 | Maar als zij de straf van nabij zullen zien, zal het gezicht
16 70, 7 | 7. Maar Wij zien die nabij. ~
17 72, 25 | waarmede gij bedreigd wordt nabij is of wel dat mijn Heer
18 78, 40 | hebben u voor een straf die nabij is gewaarschuwd; de Dag
19 81, 13 | En wanneer het paradijs nabij wordt gebracht, ~
20 83, 21 | 21. De nabij (God) zijnden zullen het
21 83, 28 | 28. Een bron waaruit de nabij (God) zijnden drinken.
|