bold = Main text
     Sura, Verse                                      grey = Comment text

1001  54, 3  |                elke verordening (Gods) zal plaats hebben. ~
1002  54, 6  |              waarop de aankondiger hen zal roepen tot iets onaangenaams, ~
1003  54, 46 |           vastgestelde tijd en het Uur zal uiterst rampzalig en bitter
1004  54, 48 |                zullen worden gesleurd, zal er tot hen worden gezegd: "
1005  55, 26 |                     26. Al hetgeen is, zal vergaan. ~
1006  55, 54 |                En het fruit der tuinen zal dicht bij de hand liggen. ~
1007  56, 2  |                                     2. Zal er niets dit plaatsvinden
1008  56, 3  |                              3. Enigen zal het vernederen, anderen
1009  56, 3  |                het vernederen, anderen zal het verheffen. ~
1010  56, 4  |                 Wanneer de aarde hevig zal worden geschokt, ~
1011  56, 56 |                                56. Dit zal hun onthaal zijn op de Dag
1012  56, 79 |                        79. Dat niemand zal aanraken behalve zij die
1013  57, 11 |               goede lening sluit - Hij zal deze voor hem vermenigvuldigen
1014  57, 11 |                vermenigvuldigen en hem zal bovendien een voortreffelijke
1015  57, 13 |              iets van uw licht nemen," zal er gezegd worden: "Gaat
1016  57, 13 |             terug en zoekt licht." Dan zal er tussen hen een muur worden
1017  57, 13 |               er in. Aan de binnenkant zal barmhartigheid zijn en aan
1018  57, 13 |              zijn en aan de buitenkant zal straf zijn. ~
1019  57, 15 |                           15. Derhalve zal op deze Dag geen losgeld
1020  57, 15 |             ongelovig waren. Uw tehuis zal het Vuur zijn; dat is uw
1021  57, 18 |            goede lening sluiten - deze zal voor hen vermenigvuldigd
1022  57, 28 |              in Zijn boodschapper. Hij zal u een dubbel aandeel van
1023  57, 28 |               gij wandelen zult en Hij zal u vergeven: - Voorwaar,
1024  58, 6  |                Allah hen allen tezamen zal opwekken, zal Hij hun over
1025  58, 6  |            allen tezamen zal opwekken, zal Hij hun over alles wat zij
1026  58, 7  |                zij ook mogen zijn. Dan zal Hij hun op de Dag der Opstanding
1027  58, 11 |                maakt dan plaats; Allah zal rijkelijk plaats voor u
1028  58, 11 |                op" staat dan op; Allah zal de gelovigen onder u en
1029  58, 16 |             pad van Allah af; voor hen zal er een vernederende straf
1030  58, 18 |             Dag waarop Allah hen allen zal opwekken, zullen zij tot
1031  58, 22 |           heeft met Zijn Geest. En Hij zal hen toelaten in tuinen waardoor
1032  58, 22 |               Voorwaar, Allah's partij zal zegevieren. ~~
1033  59, 17 |                             17. Daarom zal het einde van beiden wezen,
1034  60     |               De Vrouw die Ondervraagt zal worden (Al-Momtahanah) ~
1035  60, 3  |             Opstanding iets baten. Hij zal over u beslissen. En Allah
1036  60, 4  |            Abraham tot zijn vader: "Ik zal zeker om vergiffenis voor
1037  60, 7  |              mogelijk dat Allah liefde zal kweken tussen u en diegene
1038  61, 6  |          boodschapper die na mij komen zal, zijn naam zal Ahmad zijn."
1039  61, 6  |               mij komen zal, zijn naam zal Ahmad zijn." En als hij
1040  61, 6  |               En als hij tot hen komen zal met duidelijke bewijzen
1041  61, 8  |              mond te doven, maar Allah zal Zijn licht vervolmaken,
1042  61, 10 |                 10. O gij die gelooft, zal ik u inlichten over een
1043  61, 10 |        inlichten over een handel die u zal redden van een pijnlijke
1044  61, 12 |                                12. Hij zal u uw zonden vergeven en
1045  62, 8  |               dood waarvoor gij vlucht zal u zeker treffen. Dan zult
1046  62, 8  |           teruggebracht worden, en Hij zal u inlichten over hetgeen
1047  63, 5  |              de boodschapper van Allah zal voor u om vergiffenis vragen,"
1048  63, 6  |              vergiffenis vraagt, Allah zal hen stellig niet vergeven.
1049  63, 8  |                naar Madinah terugkeren zal de aanzienlijkste er zeker
1050  64, 9  |            voor de Dag der Verzameling zal bijeenroepen, zal dit de
1051  64, 9  |          Verzameling zal bijeenroepen, zal dit de tijd voor onthulling
1052  64, 9  |             Allah en recht doet, - hem zal Hij zuiveren van zijn fouten
1053  64, 9  |        zuiveren van zijn fouten en Hij zal hun tot tuinen toegang geven
1054  64, 17 |                lening met Allah sluit, zal Hij deze voor u vermenigvuldigen
1055  64, 17 |                vermenigvuldigen en Hij zal u vergeven; want Allah is
1056  65, 1  |               Gij weet niet; misschien zal Allah daarna iets beters
1057  65, 2  |             voor hem die Allah vreest, zal Hij een uitweg bereiden. ~
1058  65, 3  |                              3. En Hij zal hem onderhouden vanwaar
1059  65, 4  |              degenen die Allah vrezen, zal Hij van het nodige voorzien
1060  65, 5  |              wie Allah vreest, van hem zal Hij zijn fouten wegnemen
1061  65, 5  |           fouten wegnemen en zijn loon zal vergroot worden. ~
1062  65, 7  |              haar heeft gegeven. Allah zal weldra verlichting verlenen
1063  65, 11 |              gelooft en goed doet, hem zal Hij in tuinen toelaten waar
1064  66, 5  |               hem betere vrouwen dan u zal geven, die Moslim zijn en
1065  66, 7  |      verontschuldigt u vandaag niet! U zal slechts vergolden worden
1066  66, 8  |                uw Heer uw fouten van u zal verwijderen en u in tuinen
1067  66, 8  |              alsmede de gelovigen niet zal vernederen. Hun licht zal
1068  66, 8  |              zal vernederen. Hun licht zal vóór hen en van hun rechter
1069  67, 4  |               en dan nog eens, uw blik zal vermoeid en verzwakt tot
1070  67, 8  |                                 8. Zij zal bijna barsten van woede.
1071  67, 15 |             van haar gaven. En tot Hem zal de Opstanding zijn. ~
1072  67, 16 |               Hemel is, dat Hij u niet zal doen verzwelgen als de aarde
1073  67, 17 |                niet tegen u een orkaan zal zenden? Dan zult gij weten,
1074  67, 25 |                En zij zeggen: "Wanneer zal deze belofte vervuld worden,
1075  67, 27 |           straf van nabij zullen zien, zal het gezicht der ongelovigen
1076  67, 27 |                zich verduisteren en er zal gezegd worden: "Dit is wat
1077  67, 28 |              zou vernietigen - veeleer zal Hij ons genadig zijn - wie
1078  67, 28 |             Hij ons genadig zijn - wie zal de ongelovigen tegen een
1079  67, 30 |               in de aarde wegzakt, wie zal u dan helder stromend water
1080  68, 3  |               een loon voor u dat niet zal ophouden. ~
1081  68, 32 |               een betere tuin dan deze zal geven, wij wenden ons tot
1082  68, 33 |              straf van het Hiernamaals zal nog groter zijn, konden
1083  68, 43 |    terneergeslagen zijn en vernedering zal hen overvallen, want zij
1084  69, 1  |                  1. Datgene wat plaats zal hebben ~
1085  69, 2  |               2. Wat is het dat plaats zal hebben? ~
1086  69, 3  |               Gij weet niet wat plaats zal hebben. ~
1087  69, 13 |              enkele stoot op de bazuin zal worden geblazen, ~
1088  69, 15 |                         15. Op die Dag zal de grote gebeurtenis plaats
1089  69, 18 |           gelegd en geen uwer geheimen zal verborgen blijven. ~
1090  69, 19 |            rechter hand wordt gegeven, zal zeggen: "Komt, leest mijn
1091  69, 21 |                               21. Deze zal dan een heerlijk leven krijgen ~
1092  69, 23 |           fruit gemakkeljik bereikbaar zal zijn. ~
1093  69, 25 |             linker hand wordt gegeven, zal zeggen: "O was mijn boek
1094  69, 37 |                niemand dan de zondaren zal gebruiken. ~
1095  70, 1  |              naar de straf, die straks zal vallen ~
1096  70, 10 |                      10. En een vriend zal een vriend niet vragen, ~
1097  70, 11 |                kunnen zien. Op die Dag zal de schuldige zich gaarne
1098  70, 16 |                                16. Het zal zijn huid afschroeien. ~
1099  70, 17 |                                17. Het zal hem opeisen, die zich afwendt
1100  70, 44 |            ogen nedergeslagen; schande zal hen bedekken. Zo is de Dag
1101  71, 4  |                                 4. Hij zal u uw zonden vergeven en
1102  71, 11 |                                11. Hij zal regen voor u nederzenden
1103  71, 12 |                             12. En Hij zal uw rijkdommen en kinderen
1104  71, 12 |          kinderen vermeerderen, en Hij zal u tuinen en rivieren schenken. ~
1105  71, 18 |                         18. Vervolgens zal Hij u daarheen doen terugkeren,
1106  72, 17 |             aan zijn Heer afwendt, Hij zal hem een toenemende straf
1107  72, 25 |               of wel dat mijn Heer het zal uitstellen voor een lange
1108  73, 14 |                                 14. Er zal een Dag komen waarop de
1109  73, 18 |              splijten, en Zijn belofte zal worden vervuld. ~
1110  74, 9  |                             9. Die Dag zal een moeilijke dag zijn. ~
1111  74, 15 |                hij dat Ik hem nog meer zal geven.
1112  74, 17 |                                17. Hem zal Ik een zware straf opleggen. ~
1113  74, 26 |                             26. Weldra zal Ik hem in het Vuur werpen. ~
1114  74, 48 |           tussenkomst van bemiddelaars zal hen daarom niets baten. ~
1115  75, 8  |                 En de maan verduisterd zal zijn, ~
1116  75, 10 |                         10. Op die Dag zal de mens zeggen: "Waarheen
1117  75, 12 |                12. Slechts bij uw Heer zal dan uw toevlucht zijn. ~
1118  75, 13 |                            13. De mens zal op die Dag worden onderricht
1119  75, 25 |            vreselijke ramp hen spoedig zal overkomen. ~
1120  75, 26 |               de stervende tot de keel zal opstijgen, ~
1121  75, 27 |                              27. En er zal worden gezegd: "Wie is de
1122  75, 36 |               mens dat hij zonder doel zal worden gelaten? ~
1123  76, 11 |                             11. Daarom zal Allah hen voor het kwade
1124  76, 11 |              van die Dag beschermen en zal hun blijdschap en geluk
1125  76, 12 |                             12. En Hij zal hen voor hun standvastigheid
1126  76, 14 |                En de schaduw der bomen zal dicht over hen zijn en de
1127  76, 17 |                          17. En daarin zal hun een drank worden gegeven,
1128  76, 21 |        zilveren armbanden. En hun Heer zal hun een zuivere drank geven. ~
1129  76, 22 |                               22. (Hij zal zeggen): "Dit is uw loon,
1130  77, 29 |                                29. Men zal zeggen: "Gaat naar (de straf)
1131  77, 36 |                               36. Noch zal hun worden toegestaan verontschuldigingen
1132  77, 43 |                               43. (Men zal zeggen): "Eet en drinkt
1133  78, 19 |              de hemel wordt geopend en zal vele poorten hebben. ~
1134  78, 37 |                de Barmhartige. Niemand zal Hem kunnen aanspreken. ~
1135  78, 38 |             het toestaat en die alleen zal spreken wat recht is. ~
1136  78, 40 |    gewaarschuwd; de Dag waarop de mens zal zien wat hij heeft uitgevoerd
1137  78, 40 |              en (waarop) de ongelovige zal zeggen: "O, ware ik maar
1138  79, 6  |              waarop de bevende (aarde) zal beven, ~
1139  79, 7  |                              7. Hierop zal volgen, wat volgen moet. ~
1140  79, 19 |                              19. En ik zal u tot uw Heer leiden opdat
1141  79, 34 |                 Maar als de grote ramp zal komen, ~
1142  79, 35 |                Dag waarop de mens zich zal herinneren hetgeen hij heeft
1143  79, 36 |                          36. En de hel zal zichtbaar gemaakt worden
1144  79, 37 |                                37. Dan zal (voor hem) die opstandig
1145  79, 41 |                                    41. Zal het paradijs zeker zijn
1146  79, 42 |              omtrent het Uur: "Wanneer zal het komen?" ~
1147  79, 46 |           waarop zij dit zullen zien, (zal het zijn) alsof zij slechts
1148  80, 22 |              22. Dan, wanneer Hij wil, zal Hij hem weer opwekken.
1149  80, 37 |                         37. Op die Dag zal een ieder een aangeiegenheid
1150  80, 37 |    aangeiegenheid hebben die hem bezig zal houden. ~
1151  80, 40 |                 En op andere gezichten zal op die Dag stof liggen. ~
1152  80, 41 |                         41. Duisternis zal hen bedekken. ~
1153  81, 8  |           gedode kind (verantwoording) zal worden gevraagd ~
1154  81, 14 |                                14. Dan zal ieder ziel weten wat zij
1155  82, 5  |                                     5. Zal iedere ziel weten wat zij
1156  83, 6  |              voor de Heer der Werelden zal staan? ~
1157  83, 17 |                              17. En er zal tot hen worden gezegd: "
1158  83, 27 |                             27. En hij zal vermengd worden met water
1159  84, 4  |                            4. En alles zal uitwerpen wat in haar is,
1160  84, 6  |                                    6. (Zal worden gezegd) "O mens,
1161  84, 8  |                                 8. Hij zal waarlijk een gemakkelijke
1162  84, 9  |                                  9. En zal tot de zijnen in vreugde
1163  84, 11 |                                11. Hij zal vernietiging wensen ~
1164  86, 10 |                                10. Dan zal hij geen kracht en geen
1165  87, 10 |                     10. Hij die vreest zal er lering uit trekken; ~
1166  87, 11 |                 11. Maar de rampzalige zal zich ervan afwenden, ~
1167  87, 12 |                 12. Die het grote Vuur zal binnengaan, ~
1168  87, 13 |                noch sterven noch leven zal. ~
1169  88, 5  |                                 5. Hun zal uit een kokende bron te
1170  88, 7  |                   7. Dat noch voedzaam zal zijn noch tegen de honger
1171  88, 7  |              zijn noch tegen de honger zal baten. ~
1172  88, 24 |                              24. Allah zal hem straffen met de strengste
1173  89, 23 |                         23. Op die Dag zal de hel (hem) worden getoond;
1174  89, 23 |             worden getoond; op die Dag zal de mens de vermaning willen
1175  89, 23 |                willen volgen, maar hoe zal de vermaning hem kunnen
1176  89, 24 |                                24. Hij zal zeggen: "o had ik (vroeger),
1177  89, 25 |            straft zoals Hij op die Dag zal straffen. ~
1178  89, 26 |            Noch boeit iemand zoals Hij zal boeien. ~
1179  90, 20 |                  20. Een gesloten Vuur zal hen omringen. ~~
1180  92, 15 |                            15. Niemand zal er binnengaan dan de rampzaligste, ~
1181  92, 17 |              17. Maar de rechtvaardige zal ver daarvan verwijderd worden. ~
1182  92, 21 |                             21. Weldra zal hij tevreden zijn. ~~
1183  93, 4  |              Voorwaar, het komende uur zal beter zijn voor u dan het
1184  93, 5  |                 5. En voorwaar uw Heer zal u geven, en gij zult tevreden
1185  98, 8  |                zullen vertoeven. Allah zal welbehagen in hen hebben
1186  99, 1  |                 Wanneer de aarde hevig zal worden geschud, ~
1187  99, 2  |             haar binnenste naar buiten zal keren, ~
1188  99, 3  |                          3. En de mens zal zeggen: "Wat is er met haar
1189  99, 4  |                          4. Op die Dag zal de aarde haar geschiedenis
1190  99, 7  |               van een atoom goed deed, zal dit aanschouwen. ~
1191  99, 8  |              van een atoom kwaad deed, zal ook dat aanschouwen. ~~
1192 100, 9  |          hetgeen in de graven is weder zal worden opgewekt? ~
1193 100, 10 |               10. En dat het innerlijk zal worden bekend gemaakt? ~
1194 101, 6  |                                 6. Dan zal hij, wiens schalen zwaar
1195 101, 9  |                      9. Zijn toevlucht zal Hawi'jah zijn. ~
1196 104, 4  |                           4. Neen, hij zal zeker in het Verterende
1197 104, 7  |                 7. Dat boven de harten zal opstijgen. ~
1198 104, 8  |                        8. Voorwaar het zal hen omsluiten ~
1199 108, 3  |                3. Voorzeker, uw vijand zal uitsterven. ~~
1200 111, 3  |                              3. Weldra zal hij in een laaiend Vuur
1201 111, 5  |                        5. Om haar hals zal een koord van palmvezels