Sura, Verse
1 2, 3 | 3. Die in het onzienlijke geloven en het gebed houden
2 5, 116| Gij zijt de Kenner van het onzienlijke. ~
3 6, 50 | Allah bezit, noch dat ik het onzienlijke ken, noch zeg ik tot u: '
4 6, 59 | zijn de sleutels van het onzienlijke; niemand kent dit, behalve
5 7, 188| voor mijzelf. En als ik het onzienlijke kende zou ik een overvloed
6 9, 78 | de Oerkenner is van het onzienlijke? ~
7 9, 94 | zult gij tot Hem die het onzienlijke en het zienlijke kent, worden
8 9, 105| gij tot de Kenner van het onzienlijke en het zienlijke worden
9 10, 20 | nedergezonden?" Zeg: "Het onzienlijke behoort alleen Allah toe.
10 11, 31 | Allah', noch ken ik het onzienlijke, noch zeg ik: 'Ik ben een
11 11, 49 | de mededelingen van het onzienlijke die Wij u openbaren, welke
12 13, 9 | Hij is de Kenner van het onzienlijke en het zienlijke, de Grote,
13 19, 61 | dat is een belofte van het Onzienlijke, welke de Barmhartige aan
14 19, 78 | Heeft hij toegang tot het Onzienlijke gehad of heeft hij een belofte
15 27, 65 | hemelen en op aarde kent het onzienlijke, behalve Allah; en zij weten
16 59, 22 | God is, de Kenner van het onzienlijke en het zienlijke, Hij is
17 64, 18 | 18. De Kenner van het onzienlijke en het zienlijke, de Almachtige,
18 68, 47 | hebben zij kennis van het onzienlijke, zodat zij het kunnen opschrijven? ~
19 72, 26 | Hij is de Kenner van het onzienlijke en Hij geeft niemand overvloedig
20 81, 24 | hij is geen vrek wat het onzienlijke aangaat.
|