1-500 | 501-1000 | 1001-1133
bold = Main text
Sura, Verse grey = Comment text
1 Voo | deze vertaling een indruk zullen krijgen van de rijke inhoud
2 Voo | Verzoek aan de lezers~Wij zullen de lezers zeer verplicht
3 2, 5 | hun Heer volgen en dezen zullen slagen. ~
4 2, 6 | hen niet waarschuwt - zij zullen niet geloven. ~
5 2, 13 | mensen geloven", zeggen zij: "Zullen wij geloven, zoals de dwazen
6 2, 25 | hieruit wordt geschonken, zullen zij zeggen: "Ziehier, hetgeen
7 2, 25 | soortgelijke gegeven. En zij zullen er reine metgezellen hebben
8 2, 25 | metgezellen hebben en zij zullen er vertoeven. ~
9 2, 38 | leiding van Mij tot u komt, zullen zij, die Mijn leiding volgen,
10 2, 39 | Onze tekenen verloochenen, zullen de bewoners van het Vuur
11 2, 39 | bewoners van het Vuur zijn; zij zullen daarin verblijven. ~
12 2, 46 | van zijn, dat zij hun Heer zullen ontmoeten en dat zij tot
13 2, 46 | ontmoeten en dat zij tot Hem zullen wederkeren. ~
14 2, 48 | worden aangenomen, noch zij zullen worden geholpen. ~
15 2, 55 | gij zeidet: "O Mozes, wij zullen u geenszins geloven, totdat
16 2, 58 | vraagt om vergiffenis. Wij zullen u uw fouten vergeven en
17 2, 58 | uw fouten vergeven en Wij zullen meer geven aan degenen,
18 2, 62 | goede daden verrichten, zullen hun beloning bij hun Heer
19 2, 62 | vrees over hen komen, noch zullen zij treuren. ~
20 2, 70 | uit; en als Allah het wil, zullen wij juist worden geleid." ~
21 2, 75 | Verwacht gij, dat zij u zullen geloven, terwijl een aantal
22 2, 81 | bewoners van het Vuur; daarin zullen zij verblijven. ~
23 2, 82 | bewoners van de Hemel, daarin zullen zij verblijven. ~
24 2, 85 | op de Dag van Opstanding zullen zij de strengste kastijding
25 2, 86 | niet worden verzacht, noch zullen zij worden geholpen. ~
26 2, 95 | 95. Maar zij zullen deze nooit wensen, wegens
27 2, 120| de Joden en de Christenen zullen u nooit welgezind zijn,
28 2, 121| die er niet in geloven, zullen de verliezers zijn. ~
29 2, 123| voorspraak haar zal baten, noch zullen zij worden geholpen. ~
30 2, 133| Zij antwoordden: "Wij zullen uw God aanbidden, de God
31 2, 142| De dwazen onder het volk zullen zeggen: "Wat heeft hen van
32 2, 144| de hemel wenden, daarom zullen Wij u tot beheerder maken
33 2, 155| 155. En Wij zullen u een weinig beproeven door
34 2, 156| zijn van Allah en tot Hem zullen wij wederkeren". ~
35 2, 162| 162. Daarin zullen zij blijven. Hun straf zal
36 2, 165| zien wanneer zij de straf zullen zien, (dan zouden zij beseffen)
37 2, 166| leiders hun volgelingen zullen verzaken en de straf zullen
38 2, 166| zullen verzaken en de straf zullen bemerken en al hun banden
39 2, 166| bemerken en al hun banden zullen worden verbroken, ~
40 2, 167| 167. Zullen de volgelingen zeggen: "
41 2, 167| tonen tot wroeging en zij zullen het Vuur niet kunnen ontkomen. ~
42 2, 170| zeggen zij: "Neen, wij zullen datgene volgen, wat wij
43 2, 186| geloven, opdat zij geleid zullen worden. ~
44 2, 187| mensen, opdat zij vroom zullen zijn. ~
45 2, 212| gelovigen. Maar de godvrezenden zullen boven hen verheven zijn
46 2, 217| erger dan doden." En zij zullen niet ophouden, u te bevechten,
47 2, 217| ongelovige - diens werken zullen tevergeefs zijn in deze
48 2, 217| bewoners van het Vuur en zij zullen daarin verblijven. ~
49 2, 221| duidelijk, opdat zij lering zullen trekken. ~
50 2, 230| voorgeschreven beperkingen in acht zullen nemen. Dit zijn Allah's
51 2, 233| Moeders (gescheiden vrouwen) zullen haar kinderen twee volle
52 2, 257| bewoners van het vuur, daarin zullen zij wonen. ~
53 2, 260| heuvel; roep hen dan; ze zullen haastig tot u komen. En
54 2, 262| beloning bij hun Heer en zij zullen geen vrees hebben, noch
55 2, 262| geen vrees hebben, noch zullen zij treuren. ~
56 2, 274| beloning van hun Heer; zij zullen niet vrezen, noch zullen
57 2, 274| zullen niet vrezen, noch zullen zij treuren. ~
58 2, 275| mensen van het Vuur, daarin zullen zij vertoeven. ~
59 2, 277| hen is geen vrees, noch zullen zij treuren. ~
60 3, 4 | tekenen van Allah verwerpen, zullen een strenge straf ontvangen;
61 3, 10 | 10. Voorzeker zullen de bezittingen en kinderen
62 3, 10 | geheel niet baten: dezen zullen brandstof voor het Vuur
63 3, 15 | doorheen rivieren stromen; daar zullen zij vertoeven en voor hen
64 3, 28 | voor Hemzelf en tot Allah zullen allen wederkeren. ~
65 3, 52 | bemerkte, zeide hij: "Wie zullen mijn helpers zijn terwille
66 3, 56 | volgende streng straffen en zij zullen geen helpers hebben." ~
67 3, 73 | aan u werd gegeven, anders zullen zij met u redetwisten bij
68 3, 75 | toevertrouwt, deze niet aan u zullen teruggeven, tenzij gij er
69 3, 83 | onderwerpen? En tot Hem zullen zij worden teruggebracht.
70 3, 88 | 88. Zij zullen daaronder blijven. Hun straf
71 3, 91 | smartelijke straf wacht en er zullen voor hen geen helpers zijn. ~
72 3, 100| is gegeven gehoorzaamt, zullen zij u weer tot ongelovigen
73 3, 104| verbiedt; dezen zijn het die zullen slagen. ~
74 3, 106| andere gezichten verduisterd zullen zign. Wat hen betreft, wier
75 3, 107| verlicht zal zijn, dezen zullen Allah's barmhartigheid smaken;
76 3, 107| barmhartigheid smaken; daarin zullen zij verblijven. ~
77 3, 111| als zij tegen u vechten zullen zij u spoedig hun rug tonen.
78 3, 111| spoedig hun rug tonen. Dan zullen zij niet worden geholpen. ~
79 3, 116| bezittingen noch kinderen zullen hun iets kunnen baten tegen
80 3, 116| bewoners van het Vuur. Zij zullen daarin verblijven. ~
81 3, 118| tot intieme vrienden; zij zullen niet in gebreke blijven
82 3, 120| geduldig blijft en God vreest, zullen hun plannen u in het geheel
83 3, 136| doorheen rivieren stromen zullen zij vertoeven; hoe goed
84 3, 145| tegenwoordige wereld wenst, zullen Wij er van geven; en wie
85 3, 145| het Hiernamaals wenst, hem zullen Wij daar van geven en Wij
86 3, 145| Wij daar van geven en Wij zullen de dankbaren gewis belonen. ~
87 3, 149| ongelovigen gehoorzaamt, zullen zij u doen omkeren (op het
88 3, 151| 151. Wij zullen de harten der ongelovigen
89 3, 160| Hem kan helpen? In Allah zullen de gelovigen hun vertrouwen
90 3, 170| zal komen, noch dat zij zullen treuren. ~
91 3, 172| en rechtvaardig handelen, zullen een grote beloning ontvangen. ~
92 3, 181| arm en wij zijn rijk." Wij zullen hetgeen zij hebben gezegd
93 3, 181| doden, optekenen en Wij zullen zeggen: "Ondergaat de straf
94 3, 192| En de onrechtvaardigen zullen geen helper vinden.
95 3, 198| zij, die hun Heer vrezen, zullen tuinen hebben, waar doorheen
96 3, 198| rivieren stromen, daarin zullen zij vertoeven als onthaal
97 3, 199| hun beloning bij hun Heer zullen ontvangen. Voorzeker, Allah
98 4, 10 | vuur in hun buik en zij zullen in een laaiend Vuur branden. ~
99 4, 12 | nagelaten of van schuld. En zij zullen een vierde hebben van hetgeen
100 4, 13 | doorheen rivieren stromen, daar zullen zij in verblijven en dat
101 4, 30 | onrechtvaardigieid, hem zullen Wij in het Vuur werpen;
102 4, 31 | verboden zijn vermijdt, zullen Wij uw zwakheden voor u
103 4, 32 | deed uitblinken. Mannen zullen een aandeel hebben in hetgeen
104 4, 32 | hebben verdiend en vrouwen zullen een aandeel hebben in hetgeen
105 4, 41 | een getuige van elk volk zullen roepen en u als getuige
106 4, 41 | u als getuige tegen deze zullen brengen? ~
107 4, 42 | 42. Op die Dag zullen zij, die verwierpen en de
108 4, 42 | zou worden gemaakt en zij zullen geen woord voor Allah kunnen
109 4, 56 | die Onze tekenen verwerpen zullen Wij weldra het Vuur doen
110 4, 56 | Vuur doen binnengaan. Wij zullen hen telkens, wanneer hun
111 4, 56 | opdat zij de straf ten volle zullen ondergaan. Waarlijk, Allah
112 4, 57 | goede daden verrichten, zullen Wij tuinen doen binnengaan
113 4, 57 | eeuwig te vertoeven, daarin zullen zij reine metgezellen hebben
114 4, 57 | metgezellen hebben en Wij zullen hen door schaduw omringen. ~
115 4, 65 | Maar neen, bij uw Heer, zij zullen geen gelovigen zijn, voordat
116 4, 74 | wordt of overwint, weldra zullen Wij hem een grote beloning
117 4, 97 | 97. Voorwaar de engelen zullen tot hen die ze doen sterven,
118 4, 97 | toestand waart gij?" Zij zullen antwoorden: "Wij waren in
119 4, 97 | machteloos." Zij (de engelen) zullen echter zeggen: "Was Allah'
120 4, 101| die niet geloven u last zullen veroorzaken. Voorwaar, de
121 4, 114| s welbehagen zoekt, hem zullen Wij een grote beloning schenken. ~
122 4, 115| der gelovigen volgt, Wij zullen hem laten volgen wat hij
123 4, 115| volgen wat hij wil en Wij zullen hem in de hel werpen. Dat
124 4, 119| voorzeker ophitsen en zij zullen de oren van het vee afsnijden
125 4, 119| voorzeker aansporen en zij zullen Allah's schepping bederven."
126 4, 121| tehuis de hel is en zij zullen voor het Vuur geen wijkplaats
127 4, 122| goede werken verrichten, zullen Wij in tuinen toelaten,
128 4, 122| rivieren stromen en zij zullen daar voor eeuwig vertoeven.
129 4, 145| 145. De huichelaars zullen zeker in de diepste diepte
130 4, 162| laatste Dag geloven, dezen zullen Wij zeker een grote beloning
131 4, 165| tegenwerping tegen Allah zullen maken nadat de boodschappers (
132 4, 169| zij voor een lange tijd zullen vertoeven. Dat is voor Allah
133 4, 172| van Allah te zijn, noch zullen de nabijzijnde engelen dit
134 4, 173| pijnlijke straf straffen; zij zullen buiten Allah vriend, noch
135 5, 3 | is een overtreding. Heden zullen de ongelovigen aan uw godsdienst
136 5, 9 | vergiffenis en een grote beloning zullen verkrijgen. ~
137 5, 10 | Onze tekenen verwerpen, zullen de bewoners der hel zijn. ~
138 5, 22 | trots en machtig volk en wij zullen er niet binnengaan voordat
139 5, 22 | indien zij er uit weggaan, zullen wij het binnentrekken." ~
140 5, 24 | Zij zeiden: "O, Mozes, wij zullen er stellig niet binnengaan
141 5, 26 | jaren verboden; dwalende zullen zij door het land trekken.
142 5, 33 | zijn en in het Hiernamaals zullen zij een grote straf ontvangen. ~
143 5, 37 | 37. Zij zullen uit het vuur willen komen,
144 5, 37 | vuur willen komen, maar zij zullen er niet kunnen uitgaan en
145 5, 43 | 43. Hoe zullen zij u tot rechter maken
146 5, 52 | tot stand zal brengen. Dan zullen zij berouw hebben over hetgeen
147 5, 53 | 53. En de gelovigen zullen zeggen: "Zijn dit degenen
148 5, 54 | zal liefhebben en die Hem zullen liefhebben vriendelijk en
149 5, 54 | jegens de ongelovigen. Zij zullen voor Allah's zaak strijden
150 5, 69 | zal geen vrees komen, noch zullen zij treuren. ~
151 5, 80 | op hen is geworden en zij zullen in de straf verblijven. ~
152 5, 85 | rivieren stromen. Daarin zullen zij vertoeven en dit is
153 5, 86 | Onze tekenen verloochenen zullen de bewoners der hel zijn. ~
154 5, 95 | rechtvaardige mannen onder u zullen dat beoordelen; - hetwelk
155 5, 101| dingen die u, als zij u zullen worden geopenbaard, zullen
156 5, 101| zullen worden geopenbaard, zullen mishagen; indien gij er
157 5, 101| Koran wordt nedergezonden, zullen zij u worden onthuld. Allah
158 5, 108| andere eden na hun eden zullen worden afgelegd. En vreest
159 5, 109| werd gij aangenomen?" Zij zullen zeggen: "Wij hebben geen
160 5, 119| doorheen rivieren stromen; zij zullen daarin voor eeuwig vertoeven."
161 6, 5 | tijdingen waarover zij spotten zullen hen weldra bereiken. ~
162 6, 21 | Voorzeker, de onrechtvaardigen zullen niet slagen. ~
163 6, 22 | Dag, waarop Wij hen allen zullen verzamelen, dan zullen Wij
164 6, 22 | allen zullen verzamelen, dan zullen Wij zeggen tot degenen,
165 6, 27 | wanneer zij voor het Vuur zullen worden gebracht! Zij zullen
166 6, 27 | zullen worden gebracht! Zij zullen dan zeggen: "O, mochten
167 6, 30 | wanneer zij voor hun Heer zullen worden gebracht, zal Hij
168 6, 30 | dit niet de waarheid?" Zij zullen antwoorden: "Ja zeker, bij
169 6, 31 | onverwachts over hen komt, en zij zullen zeggen: "O, wij hebben wroeging,
170 6, 31 | tekortkoming hierin." En zij zullen hun lasten op hun ruggen
171 6, 36 | zal Allah opwekken en dan zullen zij tot Hem worden teruggebracht. ~
172 6, 38 | het Boek weggelaten. Dan zullen zij tot hun Heer tezamen
173 6, 48 | zal geen vrees komen noch zullen zij treuren. ~
174 6, 63 | Indien Hij ons hiervan redt zullen wij zeker tot de dankbaren
175 6, 69 | vermaning, opdat zij behoed zullen worden. ~
176 6, 70 | hetgeen zij verdienden. Zij zullen een drank van kokend water
177 6, 71 | 71. Zeg: "Zullen wij naast Allah datgene
178 6, 82 | dezen zijn het, die vrede zullen hebben want zij zijn recht
179 6, 108| aanroepen niet uit, anders zullen zij uit nijd in hun onwetendheid
180 6, 108| schoon doen schijnen. Dan zullen zij tot hun Heer terugkeren
181 6, 109| Wanneer de tekenen komen, zullen zij stellig niet geloven. ~
182 6, 110| 110. En Wij zullen hun hart en ogen in verwarring
183 6, 110| niet in geloofden en Wij zullen hen in hun overtreding blindelings
184 6, 116| die op aarde zijn, volgt, zullen zij u van Allah's weg doen
185 6, 124| teken komt, zeggen zij: "Wij zullen niet geloven voordat ons
186 6, 128| vrienden onder de mensen zullen zeggen: "Onze Heer, wij
187 6, 130| deze Dag waarschuwden? Zij zullen zeggen: "Wij getuigen tegen
188 6, 130| leven bedroog hen. En zij zullen tegen zichzelf getuigen,
189 6, 148| die afgoderij bedrijven, zullen zeggen: "Als Allah het had
190 6, 157| er zich van afkeert? Wij zullen degenen, die zich van Onze
191 6, 158| der tekenen van uw Heer zullen verschijnen, zal het geloven
192 7, 6 | 6. En Wij zullen degenen, tot wie de boodschappers
193 7, 6 | verantwoording roepen; en Wij zullen de boodschappers ook ondervragen. ~
194 7, 7 | 7. Dan zullen Wij hen zeker met kennis
195 7, 8 | wier schalen zwaar zijn zullen slagen. ~
196 7, 9 | zij, wier schalen licht zullen zijn, deden hun zielen tekort,
197 7, 13 | tot degenen, die vernederd zullen worden." ~
198 7, 14 | tot aan de Dag waarop zij zullen worden opgewekt." ~
199 7, 23 | en ons niet genadig zijt, zullen wij zeker tot de benadeelden
200 7, 24 | Gaat heen, sommigen uwer zullen de vijanden van anderen
201 7, 35 | zal geen vrees komen, noch zullen zij treuren. ~
202 7, 36 | hoogmoedig van afkeren - dezen zullen de bewoners van het Vuur
203 7, 36 | bewoners van het Vuur zijn, zij zullen daarin vertoeven. ~
204 7, 37 | Dezen zijn het, die hun lot zullen ondergaan zoals het verordend
205 7, 37 | als Onze boodschappers hen zullen bezoeken om hun zielen weg
206 7, 37 | zielen weg te nemen; zij zullen hen vragen: "Waar is hetgeen
207 7, 37 | naast Allah aanriept?" Zij zullen antwoorden: "Het is verloren
208 7, 37 | geraakt voor ons," en zij zullen tegen zichzelven getuigen,
209 7, 38 | laatsten over de eersten hunner zullen zeggen: "Onze Heer, dezen
210 7, 39 | 39. En de eersten hunner zullen tot de laatsten zeggen: "
211 7, 40 | hoogmoedig van afwenden, zullen de poorten van de Hemel
212 7, 40 | niet worden geopend, noch zullen zij in het paradijs komen;
213 7, 41 | 41. Zij zullen de hel tot bed en bedekkingen
214 7, 42 | boven haar vermogen - dezen zullen de bewoners van het paradijs
215 7, 42 | van het paradijs zijn, zij zullen daarin vertoeven. ~
216 7, 43 | hun hart moge zijn, wij zullen deze van hen verwijderen.
217 7, 43 | van hen verwijderen. Er zullen rivieren voor hen vloeien.
218 7, 43 | voor hen vloeien. En zij zullen zeggen: "Alle lof komt Allah
219 7, 44 | bewoners van het paradijs zullen naar de bewoners van de
220 7, 44 | uw Heer u beloofde?" Zij zullen zeggen: "Ja." Dan zal er
221 7, 46 | tussen beiden zijn; en er zullen op de verheven plaatsen
222 7, 46 | merktekenen herkennen. En zij zullen tot de bewoners van het
223 7, 46 | Vrede zij over u.'' Dezen zullen het paradijs nog niet zijn
224 7, 47 | van het Vuur zijn gericht, zullen zij zeggen: "Onze Heer,
225 7, 48 | van de verheven plaatsen zullen tot de mensen die zij aan
226 7, 50 | de bewoners van het Vuur zullen tot de bewoners van het
227 7, 50 | Allah u heeft voorzien." Zij zullen antwoorden: "Allah heeft
228 7, 51 | wereld had bedrogen, Wij zullen hen deze Dag vergeten, zoals
229 7, 53 | waarop deze komen zal, zullen degenen die het voorheen
230 7, 53 | brachten inderdaad de waarheid, zullen wij dan enige bemiddelaars
231 7, 53 | bemiddelaars hebben, die voor ons zullen bemiddelen? Of konden wij
232 7, 70 | die onze vaderen aanbaden zullen verlaten? Breng ons dan
233 7, 88 | waren, antwoordden: "Wij zullen u, o Shoaib, en de gelovigen
234 7, 112| vaardige tovenaar tot u zullen brengen." ~
235 7, 113| tot Pharao en zeiden: "Wij zullen natuurlijk als wij de overhand
236 7, 115| zeiden: "O Mozes zult gij of zullen wij het eerst werpen?" ~
237 7, 125| 125. Zij antwoordden: "Wij zullen voorzeker naar onze Heer
238 7, 127| verzaken?" Hij antwoordde: "Wij zullen hun zonen doden en hun vrouwen
239 7, 132| ons mede te betoveren, wij zullen stellig niet in u geloven." ~
240 7, 134| plaag van ons verwijdert, zullen wij u zeker geloven en wij
241 7, 134| wij u zeker geloven en wij zullen de kinderen Israëls voorzeker
242 7, 146| hoewel zij alle tekenen zien, zullen zij er niet in geloven,
243 7, 146| der rechtvaardigheid zien zullen zij dit als weg niet aanvaarden,
244 7, 146| het pad der dwaling zien, zullen zij deze als weg wel inslaan.
245 7, 147| verloochenen - hun werken zullen verloren gaan. Zullen zij
246 7, 147| werken zullen verloren gaan. Zullen zij worden beloond, anders
247 7, 149| betoont en ons vergeeft, zullen wij gewis tot de verliezers
248 7, 157| is nedergezonden volgen, zullen gewis slagen. ~
249 7, 161| nederigheid binnen, Wij zullen u uw tekortkomingen vergeven.
250 7, 161| tekortkomingen vergeven. Wij zullen meer geven aan hen die goed
251 7, 182| die Onze tekenen verwerpen zullen Wij geleidelijk aangrijpen,
252 7, 185| is gekomen? In welk woord zullen zij dan daarna geloven? ~
253 7, 189| ons een goed kind geeft, zullen wij zeker tot de dankbaren
254 7, 193| gij hen tot leiding roept zullen zij u niet volgen. Het is
255 8, 19 | maar als gij terugkeert, zullen Wij ook terugkeren. En uw
256 8, 36 | Allah af te leiden. Zij zullen doorgaan ze te verspillen
257 8, 36 | te verspillen maar daarna zullen zij spijt hebben en worden
258 8, 36 | overwonnen. En zij die verwerpen zullen in de hel worden verzameld. ~
259 8, 65 | u zijn die stand houden, zullen zij tweehonderd overwinnen
260 8, 65 | als er honderd uwer zijn zullen zij duizend der ongelovigen
261 8, 66 | zijn die standvastig zijn, zullen zij tweehonderd overweldigen
262 8, 66 | als er duizend uwer zijn zullen zij door het gebod van Allah
263 8, 75 | En degenen die naderhand zullen geloven en hun huizen verlaten
264 8, 75 | tezamen met u strijden, zullen tot u behoren; en bloedverwanten
265 9, 8 | verbond tegenover u in acht zullen nemen? Zij behagen u met
266 9, 17 | zijn het wier werken ijdel zullen zijn en zij zullen in het
267 9, 17 | ijdel zullen zijn en zij zullen in het Vuur vertoeven. ~
268 9, 20 | Allah de hoogste rang. Dezen zullen zegevieren. ~
269 9, 22 | 22. Zij zullen daarin voor eeuwig vertoeven.
270 9, 28 | zijn voorzeker onrein. Zij zullen daarom na (verloop van)
271 9, 35 | zijden en hun rug er mede zullen worden gebrandmerkt, (wordt
272 9, 44 | en de laatste Dag geloven zullen u niet om toestemming vragen
273 9, 45 | wier hart vol twijfel is, zullen u vragen om te worden vrijgesteld
274 9, 51 | Beschermer. En in Allah zullen de gelovigen hun vertrouwen
275 9, 61 | van Allah lastig vallen, zullen een pijnlijke straf ontvangen. ~
276 9, 65 | indien gij hen ondervraagt, zullen zij beslist zeggen: "Wij
277 9, 66 | een deel uwer vergeven, zullen Wij een ander deel uwer
278 9, 68 | Vuur der hel, waarin zij zullen vertoeven. Het zal hun genoeg
279 9, 68 | heeft hen vervloekt, en zij zullen een blijvende straf ontvangen. ~
280 9, 74 | Hiernamaals straffen en zij zullen op aarde vriend noch helper
281 9, 75 | van Zijn overvloed geeft zullen wij beslist aalmoezen geven
282 9, 77 | aan de Dag, waarop zij Hem zullen ontmoeten, omdat zij hun
283 9, 88 | zijn het, die het goede zullen ontvangen en zij zullen
284 9, 88 | zullen ontvangen en zij zullen slagen. ~
285 9, 89 | doorheen rivieren stromen; zij zullen daarin vertoeven. Dat is
286 9, 94 | 94. Zij zullen met uitvluchten tot u komen,
287 9, 94 | verontschuldigingen, wij zullen u niet geloven. Allah heeft
288 9, 94 | Allah en Zijn boodschapper zullen u uw gedrag weldra tonen,
289 9, 95 | 95. Zij zullen, wanneer gij tot hen weder
290 9, 96 | 96. Zij zullen u zweren, opdat gij welwillend
291 9, 100| rivieren stromen. Daarin zullen zij voor eeuwig vertoeven.
292 9, 101| niet; Wij kennen hen en Wij zullen hen hier dubbel straffen,
293 9, 101| dubbel straffen, daarna zullen zij aan een grote straf
294 9, 107| boodschapper oorlog voerde; zij zullen voorzeker zweren: "Wij bedoelden
295 9, 113| afgodendienaren) het volk der hel zullen zijn. ~
296 10, 2 | een ware rang bij hun Heer zullen hebben"? De ongelovigen
297 10, 4 | belonen. En de ongelovigen zullen een drank van kokend water
298 10, 9 | geloof leiden. Rivieren zullen voor hen stromen in de tuinen
299 10, 17 | Voorzeker, de schuldigen zullen nooit slagen. ~
300 10, 22 | Als Gij ons hiervan redt, zullen wij zeker tot de dankbaren
301 10, 23 | terugkeer tot Ons zijn en Wij zullen u inlichten over hetgeen
302 10, 26 | gezicht bedekken. Dezen zullen de bewoners van het paradijs
303 10, 26 | van het paradijs zijn, zij zullen daarin vertoeven. ~
304 10, 27 | schaamte zal hen bedekken. Zij zullen niemand hebben om hen tegen
305 10, 27 | nacht bedekt ware. Dezen zullen de bewoners van het Vuur
306 10, 27 | bewoners van het Vuur zijn, zij zullen daarin vertoeven. ~
307 10, 28 | Dag waarop Wij hen allen zullen verzamelen, zullen Wij tot
308 10, 28 | allen zullen verzamelen, zullen Wij tot de afgodendienaren
309 10, 28 | uw deelgenoten." Daarna zullen Wij hen ver van elkander
310 10, 28 | scheiden en hun deelgenoten zullen zeggen: "Voorzeker gij placht
311 10, 30 | zij heeft gedaan. En zij zullen tot Allah, hun ware Meester
312 10, 31 | wie bestuurt het al?" Zij zullen zeggen: "Allah." Zeg: "Wilt
313 10, 45 | wereld) hadden vertoefd. Zij zullen elkander herkennen. Verliezers
314 10, 50 | of nacht over u komt, hoe zullen dan de schuldigen weg kunnen
315 10, 54 | wanneer zij de straf zien zullen zij hun spijt tonen. Er
316 10, 62 | voorzeker, de vrienden van Allah zullen geen vrees hebben, noch
317 10, 62 | geen vrees hebben, noch zullen zij treuren. ~
318 10, 69 | Allah een leugen verzinnen, zullen niet slagen." ~
319 10, 70 | 70. Zij zullen in deze wereld tijdelijk
320 10, 70 | terugkeer tot Ons zijn, dan zullen Wij hen een strenge straf
321 10, 78 | land zou zijn? Maar wij zullen in u niet geloven." ~
322 10, 88 | verhard hun hart, want zij zullen niet geloven voordat zij
323 10, 92 | 92. Heden zullen Wij uw lichaam redden, opdat
324 11, 7 | de dood worden opgewekt," zullen de ongelovigen zeggen: "
325 11, 11 | goede werken verrichten, zullen vergiffenis en een grote
326 11, 15 | schoonheden er van wenst, Wij zullen hen volgens hun werken in
327 11, 15 | ten volle belonen en zij zullen daarin niet tekort worden
328 11, 16 | Hiernamaals niets dan het Vuur zullen ontvangen en hetgeen zij
329 11, 18 | tegen Allah smeedt? Zulken zullen voor hun Heer worden gebracht
330 11, 18 | gebracht en de getuigen zullen zeggen: "Dezen zijn degenen
331 11, 22 | Hiernamaals de grootste verliezers zullen zijn. ~
332 11, 23 | van de Hemel, waarin zij zullen vertoeven. ~
333 11, 29 | gelovigen niet verdrijven, zij zullen voorzeker hun Heer ontmoeten.
334 11, 37 | onrechtvaardigen niet aan. Zij zullen zeker worden verdronken.'' ~
335 11, 38 | zeide: "Als gij ons bespot, zullen wij u (later) bespotten
336 11, 48 | volkeren die met u zijn. En er zullen andere volkeren zijn wie
337 11, 48 | een (aardse) voorziening zullen schenken, daarna zal een
338 11, 53 | duidelijk bewijs gebracht en wij zullen onze Goden niet in de steek
339 11, 53 | om hetgeen gij zegt noch zullen wij u geloven." ~
340 11, 81 | boodschappers van uw Heer, zij zullen u stellig niet bereiken.
341 11, 105| toestemming spreken; dan zullen sommigen hunner ongelukkig
342 11, 106| Degenen dan, die ongelukkig zullen zijn, zullen in het Vuur
343 11, 106| ongelukkig zullen zijn, zullen in het Vuur zijn waarin
344 11, 106| het Vuur zijn waarin zij zullen zuchten en steunen; ~
345 11, 108| Maar degenen, die gelukkig zullen blijken te zijn, zullen
346 11, 108| zullen blijken te zijn, zullen in de Hemel vertoeven, zolang
347 11, 109| voorheen aanbaden en Wij zullen hun voorzeker hetgeen hen
348 11, 118| hebben gemaakt, maar zij zullen blijven verschillen. ~
349 12, 5 | broedars uw droom niet, anders zullen zij plannen tegen u smeden,
350 12, 12 | vermaken en spelen en wij zullen voorzeker zijn bewakers
351 12, 41 | de vogels van zijn hoofd zullen eten. De zaak waarover gij
352 12, 48 | 48. "Dan zullen er nadien zeven harde jaren
353 12, 48 | te voren hebt opgeslagen zullen verteren, met uitzondering
354 12, 49 | komen, waarin de mensen zullen worden geholpen en waarin
355 12, 49 | en waarin zij (vruchten) zullen persen." ~
356 12, 61 | 61. Zij antwoordden: "Wij zullen trachten zijn vader hiertoe
357 12, 61 | hiertoe over te halen, wij zullen het voorzeker kunnen doen." ~
358 12, 63 | mogen verkrijgen en wij zullen zeker op hem passen." ~
359 12, 65 | aan ons teruggegeven. Wij zullen (nogmaals) koren voor onze
360 12, 65 | onze broeder passen en wij zullen als toegift de maat van
361 13, 5 | wij stof zijn geworden, zullen wij dan opnieuw worden geschapen?"
362 13, 5 | hebben verworpen, daarom zullen zij ketenen om hun hals
363 13, 5 | van het Vuur zijn; daarin zullen zij vertoeven. ~
364 13, 18 | die een boze afrekening zullen ontvangen en hun tehuis
365 13, 22 | beloning en het goede tehuis zullen ontvangen. ~
366 13, 23 | kinderen rechtvaardig zijn zullen deze binnengaan. En engelen
367 13, 23 | deze binnengaan. En engelen zullen van iedere poort tot hen
368 13, 25 | hen treft de vloek en zij zullen een slecht tehuis hebben. ~
369 13, 31 | geleid? En de ongelovigen zullen onophoudelijk door rampen
370 13, 34 | is gewis zwaarder en zij zullen tegen Allah geen verdediger
371 13, 42 | verdient en de ongelovigen zullen weldra weten voor wie de
372 14, 12 | wegen heeft getoond? En wij zullen voorzeker al het kwaad dat
373 14, 13 | hun boodschappers: "Wij zullen u voorzeker uit het land
374 14, 13 | hun de openbaring: "Wij zullen de onrechtvaardigen zeker
375 14, 14 | 14. "En Wij zullen u zeker na hen in het land
376 14, 18 | een stormachtige dag. Zij zullen over hetgeen zij verdienen
377 14, 21 | 21. Zij zullen allen voor Allah verschijnen,
378 14, 21 | voor Allah verschijnen, dan zullen de zwakken tot de hoogmoedigen
379 14, 21 | straf niet helpen?" Zij zullen zeggen: "Als Allah ons had
380 14, 23 | gelovigen die goede werken doen, zullen in tuinen worden toegelaten
381 14, 23 | rivieren stromen, daarin zullen zij vertoeven door het gebod
382 14, 29 | 29. Dat is de hel. Daarin zullen zij branden en dit is een
383 14, 42 | uitstel tot de Dag waarop zij zullen staren, ~
384 14, 44 | over hen zal komen; dan zullen de onrechtvaardigen zeggen: "
385 14, 44 | voor een korte periode. Wij zullen Uw roep beantwoorden en
386 14, 48 | een andere aarde en hemel zullen worden vervangen; en zij (
387 14, 48 | Allah, de Ene, de Opperste zullen verschijnen. ~
388 14, 50 | 50. Hun kleren zullen van pek zijn en het Vuur
389 15, 2 | 2. De ongelovigen zullen dikwijls wensen, dat zij
390 15, 3 | hen achteloos maken; zij zullen het weldra te weten komen. ~
391 15, 9 | nedergezonden en voorzeker Wij zullen er de Waker over zijn. ~
392 15, 36 | uitstel tot de Dag waarop zij zullen worden opgewekt." ~
393 15, 45 | Voorwaar, de rechtschapenen zullen te midden van tuinen met
394 15, 47 | 47. En Wij zullen alle wrok uit hun hart uitroeien,
395 15, 47 | hart uitroeien, op tronen zullen zij als broeders tegenover
396 15, 48 | hen daar niet raken noch zullen zij er van worden verdreven. ~
397 15, 59 | familie van Lot betreft, hen zullen Wij allen redden." ~
398 15, 92 | 92. Bij uw Heer, Wij zullen hen voorzeker allen ondervragen ~
399 15, 96 | vereenzelvigen; maar zij zullen het weldra te weten komen. ~
400 16, 21 | zij weten niet wanneer zij zullen worden opgewekt. ~
401 16, 27 | met kennis zign begiftigd zullen antwoorden: "Schande en
402 16, 27 | antwoorden: "Schande en kwelling zullen deze Dag voorzeker over
403 16, 28 | hun ziel onrecht aandoen zullen onderdanigheid aanbieden (
404 16, 30 | Heer geopenbaard?", dan zullen zij zeggen: "Het beste."
405 16, 31 | 31. Tuinen der eeuwigheid zullen zij binnengaan, waardoor
406 16, 31 | waardoor rivieren vloeien. Zij zullen er in ontvangen wat zij
407 16, 37 | begerig zijt dat zij geleid zullen worden, weet dan dat Allah
408 16, 41 | onrecht was aangedaan, Wij zullen hun voorzeker een goed tehuis
409 16, 62 | vuur hun toe waaraan zij zullen worden overgeleverd. ~
410 16, 63 | en (in het Hiernamaals) zullen zij een smartelijke straf
411 16, 71 | zodat deze er gelijk in zullen worden. Willen zij de gunst
412 16, 84 | uit elk volk een getuige zullen opwekken zal het degenen
413 16, 86 | afgodendienaren hun afgoden zullen zien, zullen zij zeggen: "
414 16, 86 | hun afgoden zullen zien, zullen zij zeggen: "Onze Heer,
415 16, 86 | aanbaden." Maar zij (afgoden) zullen tegenwerpen: "Gij zijt voorzeker
416 16, 87 | 87. En op die dag zullen zij aan Allah onderwerping
417 16, 88 | van Allah afhouden - Wij zullen straf bij hun straf voegen
418 16, 89 | tegen hen uit hun midden zullen verwekken en u (profeet)
419 16, 89 | als getuige tegen dezen zullen brengen. Wij hebben u het
420 16, 96 | is, is blijvend. En Wij zullen degenen die standvastig
421 16, 97 | en een gelovige is, hun zullen Wij voorzeker een goed leven
422 16, 97 | leven schenken; en gewis zullen Wij hen belonen naar hun
423 16, 109| 109. Dit zullen ongetwijfeld in het Hiernamaals
424 17, 8 | doch indien gij terugkeert, zullen Wij ook terugkeren en Wij
425 17, 9 | dat zij een grote beloning zullen ontvangen. ~
426 17, 10 | Hiernamaals een smartelijke straf zullen bereiden. ~
427 17, 13 | op de Dag der Verrijzenis zullen Wij voor hem een boek brengen
428 17, 36 | oog en het hart - al deze zullen worden ondervraagd. ~
429 17, 49 | 49. En zij zeggen: "Zullen wij, wanneer wij tot beenderen
430 17, 51 | het moeilijkst, is." Dan zullen zij zeggen: "Zeg, wie zal
431 17, 51 | maal heeft geschapen." Dan zullen zij het hoofd schudden tegen
432 17, 58 | Er is geen stad of Wij zullen die voor de Dag der Opstanding
433 17, 71 | elk volk met zijn leider zullen oproepen. Zij die hun boek
434 17, 71 | rechter hand ontvangen, zullen hun boek lezen en hen zal
435 17, 76 | land te verdrijven; dan zullen zij daarna (na uw vertrek)
436 17, 88 | Koran voort te brengen, zullen zij het gelijke daarvan
437 17, 90 | 90. En zij zeggen: "Wij zullen in u stellig niet geloven
438 17, 93 | ten hemel stijgt, maar wij zullen in uw hemelvaart niet geloven
439 17, 97 | geen helper vinden. En Wij zullen hen verzamelen op de Dag
440 17, 97 | telkenmale als het Vuur afneemt, zullen Wij de vlam voor hen aanwakkeren. ~
441 17, 98 | woorden verwierpen en zeiden: "Zullen wij indien wij beenderen
442 17, 104| de laatste belofte komt zullen Wij u allen tezamen brengen." ~
443 18, 2 | een uitstekende beloning zullen ontvangen, ~
444 18, 3 | 3. Die zij zullen smaken in eeuwigheid. ~
445 18, 8 | zie! al hetgeen daarop is, zullen Wij tot dode stof veranderen. ~
446 18, 13 | 13. Wij zullen u hun geschiedenis in waarheid
447 18, 14 | hemelen en der aarde. Nimmer zullen wij een andere god aanroepen
448 18, 18 | terwijl zij slapen en Wij zullen hen zich naar links en rechts
449 18, 20 | over jullie te weten komen, zullen zij jullie stenigen, of
450 18, 20 | hun godsdienst en jullie zullen nimmer kunnen slagen." ~
451 18, 21 | behielden, zeiden: "Wij zullen voorzeker een bedehuis boven
452 18, 22 | 22. Sommigen zullen zeggen: "Er waren er drie
453 18, 22 | was hun hond." En sommigen zullen zeggen: "Er waren er vijf
454 18, 22 | het wilde weg en sommigen zullen zeggen: "Er waren er zeven,
455 18, 29 | Indien zij om hulp roepen, zullen zij worden begoten met water
456 18, 31 | waardoor beken vloeien. Zij zullen daarin worden getooid met
457 18, 31 | met armbanden van goud en zullen groene gewaden van fijne
458 18, 31 | dragen, terwijl zij op tronen zullen liggen. Hoe goed is de beloning
459 18, 47 | dag waarop Wij de bergen zullen verzetten en gij de aarde
460 18, 47 | oprijzen en Wij hen (de mensen) zullen verzamelen en niemand hunner
461 18, 47 | verzamelen en niemand hunner zullen Wij achterlaten. ~
462 18, 48 | 48. En zij zullen in rijen tot uw Heer worden
463 18, 49 | hetgeen daarin staat en zij zullen zeggen: "Wee ons! Wat voor
464 18, 49 | het somt alles op." En zij zullen al hetgeen zij deden voor
465 18, 52 | deelgenoten waren." Dan zullen zij hen (de afgoden) aanroepen,
466 18, 52 | afgoden) aanroepen, doch dezen zullen hun niet antwoorden; en
467 18, 52 | niet antwoorden; en Wij zullen een scheiding tussen hen
468 18, 53 | 53. En de schuldigen zullen het Vuur zien en weten dat
469 18, 53 | en weten dat zij daarin zullen vallen; zij zullen daar
470 18, 53 | daarin zullen vallen; zij zullen daar niet aan ontkomen! ~
471 18, 87 | degene die kwaad doet, hem zullen wij straffen; daarna zal
472 18, 88 | beloning ontvangen, en Wij zullen hem op Ons bevel alle gemakken
473 18, 99 | 99. En op die Dag zullen Wij sommigen hunner tegen
474 18, 99 | zal worden geblazen. Dan zullen Wij hen allen tezamen verzamelen. ~
475 18, 100| 100. En Wij zullen op die dag de hel aan de
476 18, 103| 103. Zeg: "Zullen wij u verhalen omtrent degenen
477 18, 103| grootste verlies in hun werken zullen lijden?" ~
478 18, 105| op de Dag der Verrijzenis zullen Wij geen weegschaal voor
479 18, 107| gelovigen die goede werken doen, zullen de tuinen van het Paradijs
480 18, 108| 108. Daarin zullen zij vertoeven en zij zullen
481 18, 108| zullen zij vertoeven en zij zullen niet wensen daaruit weg
482 19, 38 | Dag wanneer zij tot Ons zullen komen. Waarlijk, de onrechtvaardigen
483 19, 40 | wat zich daarop bevindt zullen erven en tot Ons zullen
484 19, 40 | zullen erven en tot Ons zullen zij worden teruggebracht. ~
485 19, 59 | hartstochten gehoor gaven. Weldra zullen zij hun ondergang tegemoet
486 19, 60 | goede werken verrichten, zullen het paradijs binnengaan
487 19, 60 | paradijs binnengaan en zij zullen geenszins schade lijden. ~
488 19, 62 | 62. Zij zullen daarin geen ijdel gesprek
489 19, 62 | s morgens en 's avonds zullen zij hun levensonderhoud
490 19, 68 | 68. En bij uw Heer, Wij zullen hen en de duivelen zeker
491 19, 68 | duivelen zeker verzamelen: dan zullen Wij hen op de knieën rondom
492 19, 69 | 69. Dan zullen Wij zeker uit elke groep
493 19, 72 | 72. Dan zullen Wij de rechtvaardigen redden
494 19, 75 | dwalen uitstel totdat zij zullen zien hetgeen waarmee zij
495 19, 75 | kastijding of het Uur - daarna zullen zij weten wie de slechtste
496 19, 77 | tekenen verwerpt en zegt: "Mij zullen zeker rijkdommen en kinderen
497 19, 79 | zegt tekenen Wij aan en Wij zullen de straf voor hem vermeerderen. ~
498 19, 80 | 80. En Wij zullen al hetgeen waarover hij
499 19, 82 | Integendeel zij (de afgoden) zullen hun aanbidding ontkennen
500 19, 84 | gehaast tegenover hen, Wij zullen voor hen de juiste (vergelding)
1-500 | 501-1000 | 1001-1133 |