Sura, Verse
1 2, 216| 216. Vechten is u geboden ofschoon gij
2 2, 217| Zij vragen u omtrent het vechten in de heilige maand. Zeg: "
3 2, 217| heilige maand. Zeg: "Het vechten hierin is een grote overtreding,
4 2, 246| dat gij niet zult willen vechten, wanneer het u wordt voorgeschreven?"
5 2, 246| hebben wij om ons van het vechten voor Allah's zaak te willen
6 2, 246| verdreven?" Maar, toen het vechten hun werd bevolen, wendden
7 3, 111| bezorgen en als zij tegen u vechten zullen zij u spoedig hun
8 3, 154| hier niet hebben moeten vechten." Zeg: "Indien gij in uw
9 3, 167| Als wij wisten dat het vechten was, zouden wij u zeker
10 8, 65 | spoor de gelovigen aan om te vechten. Als er twintig onder u
11 8, 67 | voordat hij tot geregeld vechten in het land komt. Gij wenst
12 9, 39 | Als gij niet voortgaat te vechten zal Hij u met een pijnlijke
13 9, 111| voor het paradijs - zij vechten voor de zaak van Allah en
14 22, 39 | 39. Toestemming om te vechten is gegeven aan degenen tegen
15 33, 20 | waren, zouden zij weinig vechten. ~
16 47, 20 | geopenbaard en daarin over vechten wordt gesproken, zult gij
17 48, 16 | worden opgeroepen om te vechten totdat zij zich overgeven.
18 48, 25 | Hij u hebben toegestaan te vechten, maar Hij deed dat niet)
19 49, 9 | van gelovigen beginnen te vechten treft dan een schikking
|