1-500 | 501-1000 | 1001-1133
bold = Main text
Sura, Verse grey = Comment text
1001 58, 5 | Zijn boodschapper ingaan, zullen zeker vernederd worden zoals
1002 58, 5 | nedergezonden. En de ongelovigen zullen een onterende straf ontvangen. ~
1003 58, 8 | hen is de hel waarin zij zullen branden; en deze is een
1004 58, 17 | bezittingen, noch hun kinderen zullen hen tegen Allah iets baten,
1005 58, 17 | bewoners van het Vuur en zij zullen daarin vertoeven. ~
1006 58, 18 | hen allen zal opwekken, zullen zij tot Hem zweren zoals
1007 58, 18 | zij dit tot u deden en zij zullen denken dat zij iets bereiken.
1008 58, 20 | Boodschapper tegenwerken zullen worden vernederd. ~
1009 58, 21 | Ik en Mijn boodschappers zullen zegevieren." Voorzeker Allah
1010 58, 22 | rivieren stromen. Daarin zullen zij vertoeven. Allah heeft
1011 59, 11 | Indien gij verdreven wordt, zullen wij zeker met u medegaan,
1012 59, 11 | zeker met u medegaan, en wij zullen nooit iemand ten (nadele
1013 59, 11 | als gij wordt aangevallen zullen wij u beslist helpen." Maar
1014 59, 12 | op de vlucht slaan en dan zullen zij niet geholpen worden. ~
1015 59, 14 | 14. Zij zullen u niet bestrijden zelfs
1016 59, 17 | dat zij samen in het Vuur zullen vertoeven; dit is het loon
1017 59, 20 | bewoners van het paradijs zullen slagen. ~
1018 60, 2 | overhand over u krijgen zullen zij als vijanden tegenover
1019 60, 2 | tegenover u handelen, en zij zullen hun handen en tong naar
1020 60, 3 | familiebanden noch uw kinderen zullen u op de Dag der Opstanding
1021 60, 12 | dat zij niets met Allah zullen vereenzelvigen, en dat zij
1022 60, 12 | vereenzelvigen, en dat zij noch zullen stelen, noch overspel plegen,
1023 60, 12 | moedwillig hebben verzonnen, zullen uiten, noch ongehoorzaam
1024 60, 12 | uiten, noch ongehoorzaam zullen zijn aan u in wat recht
1025 61, 6 | met duidelijke bewijzen zullen zij zeggen: "Dit is louter
1026 62, 7 | 7. Maar zij zullen deze nooit wensen vanwege
1027 64, 6 | kwamen, maar zij zeiden: "Zullen stervelingen ons leiden?"
1028 64, 7 | ongelovigen denken dat zij niet zullen worden opgewekt. Zeg: "Ja,
1029 64, 10 | verwerpen en loochenen, zullen de bewoners van het Vuur
1030 64, 10 | van het Vuur zijn, daarin zullen zij vertoeven, en dat is
1031 64, 16 | vrekkigheid zijn behoed zullen slagen. ~
1032 66, 8 | rechter handen uitgaan. Zij zullen zeggen: "Onze Heer, volmaak
1033 67, 7 | zij er in worden geworpen, zullen zij haar van woede horen
1034 67, 8 | groep er in geworpen wordt, zullen de bewakers er van (der
1035 67, 9 | 9. Zij zullen zeggen: "Zeker, de waarschuwer
1036 67, 10 | 10. En zij zullen zeggen: "Indien wij maar
1037 67, 11 | 11. Dan zullen zij hun zonden bekennen;
1038 67, 12 | in het verborgene vrezen, zullen vergiffenis en een grote
1039 67, 27 | als zij de straf van nabij zullen zien, zal het gezicht der
1040 68, 5 | en zij (de ongelovigen) zullen ook zien, ~
1041 68, 16 | 16. Wij zullen hem op de neus brandmerken. ~
1042 68, 17 | 17. Voorwaar, Wij zullen hen (de ongelovigen) op
1043 68, 35 | 35. Zullen Wij dan degenen die zich
1044 68, 42 | waarop men beangstigd wordt, zullen zij geroepen worden te prostreren,
1045 68, 42 | te prostreren, maar zij zullen dat niet kunnen doen. ~
1046 68, 43 | 43. Hun ogen zullen terneergeslagen zijn en
1047 68, 44 | aankondiging loochenen, alleen. Wij zullen hen stap voor stap (de vernietiging)
1048 69, 14 | de bergen van hun plaats zullen worden opgeheven en terstond
1049 69, 14 | worden opgeheven en terstond zullen worden verbrijzeld, ~
1050 69, 16 | 16. En de hemelen zullen uiteen splijten, zodat deze
1051 69, 16 | zodat deze op die Dag zwak zullen zijn. ~
1052 69, 17 | 17. En de engelen zullen op de zijden ervan staan.
1053 69, 17 | ervan staan. En op die Dag zullen acht engelen de troon van
1054 69, 50 | Waarlijk, de ongelovigen zullen er wroeging over hebben. ~
1055 70, 8 | hemelen als gesmolten koper zullen worden ~
1056 70, 35 | zijn het die in de tuinen zullen worden geëerd. ~
1057 70, 43 | zij zich uit hun graven zullen haasten alsof zij zich naar
1058 71, 27 | Want als Gij hen achterlaat zullen zij Uw dienaren op een dwaalspoor
1059 71, 27 | dwaalspoor leiden en zij zullen niets dan een onzedelijk
1060 72, 2 | wij er in geloofd, en wij zullen stellig niemand met onze
1061 72, 15 | de rechte weg afwijken, zullen brandstof der hel zijn.'" ~
1062 72, 16 | aan het rechte pad houden zullen Wij hun water in overvloed
1063 72, 23 | hel, waarin zij lange tijd zullen vertoeven, ~
1064 72, 24 | worden bedreigd, maar dan zullen zij ook weten wie zwakkere
1065 73, 14 | waarop de aarde en de bergen zullen beven, en de bergen in een
1066 73, 14 | bergen in een hoop mul zand zullen veranderen. ~
1067 73, 17 | de kinderen grijze haren zullen krijgen (van schrik). ~
1068 74, 31 | Boek en de gelovigen niet zullen twijfelen. En dat degenen
1069 74, 43 | 43. Zij zullen antwoorden: "Wij behoorden
1070 74, 52 | opengeslagen bladzijden zullen worden getoond. ~
1071 74, 56 | 56. Doch zij zullen er geen lering uit trekken
1072 75, 9 | 9. En de zon en de maan zullen samen gebracht worden, ~
1073 75, 22 | 22. Op die Dag zullen sommige gezichten verlicht
1074 75, 24 | 24. En andere gezichten zullen op die Dag somber zijn. ~
1075 76, 13 | nedervlijende op sofa's zullen zij het noch te koud noch
1076 76, 14 | zijn en de trossen fruit zullen gemakkelijk bereikbaar worden
1077 76, 15 | 15. En zilveren vaten zullen aan hen worden rondgereikt,
1078 76, 19 | mensen, die niet verouderen, zullen om hen rondgaan (om hen
1079 76, 21 | 21. Zij zullen klederen van fijne groene
1080 77, 8 | als de sterren verduisterd zullen zijn. ~
1081 77, 9 | En als de hemelen geopend zullen worden. ~
1082 77, 10 | als de bergen verstrooid zullen zijn. ~
1083 77, 11 | als de gezanten verzameld zullen worden. ~
1084 77, 17 | 17. Wij zullen daarom die van latere tijden
1085 77, 41 | 41. De godvruchtigen zullen te midden van schaduwen
1086 77, 50 | In welk woord buiten dit zullen zij dan geloven? ~
1087 78, 4 | 4. Waarlijk, zij zullen het spoedig te weten komen. ~
1088 78, 5 | 5. Nogmaals zij zullen het weldra te weten komen. ~
1089 78, 23 | 23. Die daarin lange tijd zullen vertoeven. ~
1090 78, 24 | 24. Zij zullen daar geen koelte hebben
1091 78, 30 | Smaakt dus de straf! Wij zullen u slechts hierin doen toenemen. ~
1092 78, 38 | gelederen opgesteld staan, zullen zij niet spreken, met uitzondering
1093 79, 8 | 8. Op die Dag zullen de harten kloppen. ~
1094 79, 9 | 9. En de ogen zullen nedergeslagen zijn. ~
1095 79, 10 | de ongelovigen) zeggen: "Zullen wij werkelijk tot onze vroegere
1096 79, 46 | Op de dag waarop zij dit zullen zien, (zal het zijn) alsof
1097 80, 38 | 38. Op die Dag zullen sommige gezichten stralend
1098 82, 15 | 15. Daarin zullen zij verbranden op de Dag
1099 82, 16 | 16. En zij zullen er niet aan kunnen ontsnappen. ~
1100 83, 4 | zulke mensen niet dat zij zullen herrijzen ~
1101 83, 15 | 15. Neen, zij zullen die Dag zeker van hun Heer
1102 83, 16 | 16. Voorwaar, dan zullen zij in de hel branden, ~
1103 83, 21 | De nabij (God) zijnden zullen het zien. ~
1104 83, 23 | 23. Op hoge sofa's zullen zij elkander aanschouwen, ~
1105 83, 34 | 34. Daarom zullen op deze Dag de gelovigen
1106 83, 35 | Op hoge sofa's zittende zullen zij aanschouwen; ~
1107 85, 11 | gelovigen die goede werken doen, zullen tuinen hebben waardoor rivieren
1108 86, 9 | de Dag waarop de geheimen zullen worden geopenbaard. ~
1109 87, 6 | 6. Wij zullen u weldra onderwijzen zodat
1110 87, 8 | 8. En Wij zullen uw weg effenen tot gemak. ~
1111 88, 2 | 2. Op die Dag zullen sommige aangezichten terneergeslagen
1112 88, 4 | 4. Zij zullen in een vreselijk Vuur branden, ~
1113 88, 6 | 6. Zij zullen geen voedsel krijgen, behalve
1114 88, 8 | 8. Op die Dag zullen andere aangezichten verblijd
1115 88, 11 | Waarin zij geen ijdele (taal) zullen horen, ~
1116 88, 26 | 26. Dan zullen Wij rekenschap van hen vragen. ~~
1117 90, 18 | 18. Dezen zullen aan de rechter hand zijn. ~
1118 90, 19 | in Onze tekenen geloven zullen aan de linker hand zijn. ~
1119 92, 7 | 7. Wij zullen zijn weg effenen tot welslagen. ~
1120 92, 10 | 10. Wij zullen hem naar moeilijkheden leiden. ~
1121 92, 11 | Wanneer hij te gronde gaat zullen zijn rijkdommen hem niet
1122 96, 15 | wanneer hij niet ophoudt, zullen Wij hem zeker bij de haren
1123 96, 18 | 18. Wij zullen ook Onze wachters bijeen
1124 98, 6 | Boek en de afgodendienaren zullen in het Vuur der hel geworpen
1125 98, 6 | geworpen worden, daarin zullen zij verblijven. Zij zijn
1126 98, 8 | en waarin zij voor altijd zullen vertoeven. Allah zal welbehagen
1127 98, 8 | welbehagen in hen hebben en zij zullen welbehagen in Hem hebben.
1128 99, 6 | 6. Op die Dag zullen de mensen in verschillende
1129 99, 6 | opdat hun hun werken getoond zullen worden. ~
1130 101, 4 | mensen als motten verstrooid zullen zijn. ~
1131 104, 3 | schatten hem voor eeuwig zullen behouden. ~
1132 111, 1 | van Aboe Lahab en hijzelf zullen vergaan. ~
1133 111, 2 | Zijn rijkdommen en daden zullen hem niet baten. ~
1-500 | 501-1000 | 1001-1133 |