1-500 | 501-1000 | 1001-1125
bold = Main text
Sura, Verse grey = Comment text
1 Voo | hulp overwonnen. ~Wij hopen dat de lezers door deze vertaling
2 Voo | hier moge opgemerkt worden, dat een vertaling altijd een
3 Voo | met een Nederlands woord, dat o.i. in het verband paste.
4 Voo | lectuur, vestigen op het feit, dat de stijl van de Heilige
5 Voo | Derhalve is het mogelijk, dat de lezers van de Heilige
6 1, 7 | gunsten hebt geschonken - niet dat van hen, op wie toorn is
7 1, 7 | toorn is nedergedaald, noch dat der dwalenden. ~
8 2, 4 | standvastig vertrouwen hebben in dat wat komen zal. ~
9 2, 6 | of gij hen waarschuwt, of dat gij hen niet waarschuwt -
10 2, 19 | 19. Of, (dat zij) bij zware regen uit
11 2, 24 | wacht u dan voor het Vuur, dat voor de ongelovigen is bereid,
12 2, 25 | doen de blijde tijding, dat er tuinen (het paradijs)
13 2, 26 | Zij die geloven weten, dat dit de Waarheid van hun
14 2, 46 | Die er zeker van zijn, dat zij hun Heer zullen ontmoeten
15 2, 46 | Heer zullen ontmoeten en dat zij tot Hem zullen wederkeren. ~
16 2, 47 | gunsten, die Ik u bewees, dat Ik u boven de volkeren verhief. ~
17 2, 48 | 48. En vreest de Dag, dat de ene ziel de andere niet
18 2, 49 | redden van Pharao's volk, dat u met bittere marteling
19 2, 54 | Schepper en doodt uw eigen ik, dat is het beste voor u in het
20 2, 59 | het woord door een ander, dat niet tegen hen gesproken
21 2, 61 | daarom voor ons tot uw Heer, dat Hij van hetgeen op aarde
22 2, 68 | Hij antwoordde: "Hij zegt, dat het een koe moet zijn, noch
23 2, 69 | Bid voor ons tot uw Heer, dat Hij het ons duidelijk make,
24 2, 69 | Hij antwoordde: "Hij zegt, dat het een gele koe is met
25 2, 70 | Bid voor ons tot uw Heer, dat Hij ons mededele, hoe zij
26 2, 71 | Hij antwoordde: "Hij zegt, dat het een koe is, die nog
27 2, 75 | 75. Verwacht gij, dat zij u zullen geloven, terwijl
28 2, 77 | Begrijpen zij dan niet, dat Allah weet, wat zij verbergen
29 2, 80 | zegt gij iets over Allah, dat gij niet weet? ~
30 2, 83 | kinderen Israëls, zeiden Wij, dat gij niemand zult aanbidden,
31 2, 83 | aanbidden, dan Allah alleen en dat gij goed zult zijn voor
32 2, 85 | Toch zijt gij het volk, dat uw eigen broeders doodt
33 2, 89 | kwam, vervullend datgene, dat bij hen was, hoewel zij
34 2, 89 | plachten te bidden, toen dat tot hen kwam, herkenden
35 2, 89 | hen kwam, herkenden zij dat niet en verwierpen het.
36 2, 90 | er afkerig van zijnde, dat Allah Zijn genade doet dalen
37 2, 96 | afgodendienaren. Ieder van hen wenst, dat hem een leven van duizend
38 2, 100| 100. Hoe kwam dat? Telkens wanneer zij een
39 2, 102| doet, hoewel zij weten, dat hij, die in deze zaken handelt
40 2, 105| afgodendienaren, gunnen niet, dat iets goeds tot u nedergezonden
41 2, 106| gelijke. Weet gij niet, dat Allah macht heeft over alle
42 2, 107| 107. Weet gij niet, dat het koninkrijk der hemelen
43 2, 110| betaalt de Za'kaat; het goede dat gij vooruit zendt voor uzelf,
44 2, 111| ooit de Eemel binnengaan." Dat zijn hun ijdele wensen.
45 2, 114| onrechtvaardiger dan hij, die verbiedt, dat de naam van Allah wordt
46 2, 118| gemaakt, voor een volk, dat standvastig gelooft. ~
47 2, 122| gunsten die Ik u bewees, dat Ik u boven die volkeren
48 2, 128| ons nageslacht een volk, dat U onderdanig zij. En toon
49 2, 134| 134. Dit is een volk, dat is heengegaan: voor hen
50 2, 140| 140. Zegt gij, dat Abraham en Ismaël en Izaäk
51 2, 141| 141. Dit is een volk, dat is heengegaan: voor hen
52 2, 144| Boek is gegeven, weten, dat dit de Waarheid is van hun
53 2, 149| de Heilige Moskee, want dat is inderdaad de Waarheid
54 2, 154| Allah's zaak zijn gedood, dat zij dood zijn - neen, zij
55 2, 164| strekt; en in het water dat Allah van de hemel nederzendt,
56 2, 164| inderdaad tekenen voor een volk, dat begrijpt. ~
57 2, 165| dan zouden zij beseffen) dat alle macht aan Allah toebehoort
58 2, 165| aan Allah toebehoort en dat Allah streng is in het straffen. ~
59 2, 169| kwaad en wat onrein is en dat gij over Allah zegt, wat
60 2, 177| 177. Het is geen deugd, dat gij uw gezicht naar het
61 2, 180| Het is u voorgeschreven, dat wanneer de dood tot één
62 2, 181| gewis op hem rusten, die dat verandert. Waarlijk, Allah
63 2, 182| 182. Maar hij die vreest, dat degene, die het testament
64 2, 187| een gewaad. Allah weet, dat gij onrechtvaardig hebt
65 2, 189| bedevaart." Het is geen deugd, dat gij de huizen binnengaat
66 2, 194| En vreest Allah en weet, dat Allah met de godvruchtzgen
67 2, 196| zijt, brengt dan het offer, dat gemakkelijk verkrijgbaar
68 2, 196| Hadj een offer brengen, dat gemakkelijk verkrijgbaar
69 2, 196| En vreest Allah en weet, dat Allah streng is in het straffen. ~
70 2, 197| in deze maanden, bedenke, dat er geen onreine taal, noch
71 2, 200| gedenkt en zelfs meer dan dat. En er zijn mensen, die
72 2, 203| vreest. Vreest Allah en weet, dat gij voor Hem zult worden
73 2, 209| zijn gekomen, weet dan, dat Allah Almachtig, Alwijs
74 2, 210| wachten op niets anders, dan dat Allah en de engelen in de
75 2, 210| wolken tot hen komen en dat de zaak beslist wordt. En
76 2, 211| tot hem is gekomen, (wete) dat Allah streng is in het straffen. ~
77 2, 213| met hen het Boek neder, dat de waarheid bevatte, om
78 2, 214| 214. Denkt gij dat gij de Hemel zult binnengaan,
79 2, 216| zijt; maar het kan zijn, dat gij tegenzin hebt in iets
80 2, 216| voor u is en het kan zijn, dat u iets behaagt terwijl het
81 2, 223| en vreest Allah en weet, dat gij Hem zult ontmoeten en
82 2, 229| gij (familieleden) vreest, dat zij Allah's bepalingen niet
83 2, 230| zij er van overtuigd zijn, dat zij de door Allah voorgeschreven
84 2, 231| En vreest Allah en weet, dat Allah de Kenner is van alle
85 2, 233| En vreest Allan en weet, dat Allah ziet, wat gij doet. ~
86 2, 235| verborgen houdt. Allah weet, dat gij het haar zult zeggen.
87 2, 235| wachttijd ten einde is. En weet, dat Allah weet, wat in uw gedachten
88 2, 235| derhalve voor Hem en weet, dat Allah Vergevensgezind, Verdraagzaam
89 2, 240| gedurende één jaar, zonder dat zij worden uitgezet. Doch
90 2, 244| zaak van Allah en weet, dat Allah Alhorend, Alwetend
91 2, 246| het niet waarschijnlijk, dat gij niet zult willen vechten,
92 2, 248| van zijn heerschappij is, dat u een hart zal worden gegeven,
93 2, 249| die er zeker van waren, dat zij Allah zouden ontmoeten,
94 2, 256| sterk houvast gegrepen, dat onbreekbaar is. Allah is
95 2, 259| werd zeide hij: "Ik weet, dat Allah macht heeft over alle
96 2, 260| haastig tot u komen. En weet, dat Allah Almachtig, Alwijs
97 2, 266| Zou iemand uwer wensen dat er voor hem een tuin was
98 2, 266| nakomelingschap heeft, en dat hem (de tuin) een vurige
99 2, 266| Zijn woorden uiteen, op dat gij tot nadenken zult komen. ~
100 2, 267| tenzij oogluikend; en weet, dat Allah Zichzelf-genoeg, Geprezen
101 2, 275| krankzinnigheid is geslagen. Dat komt, omdat zij zeggen: "
102 2, 283| geen getuigenis; en wie dat wel doet diens hart is zeker
103 3, 14 | raspaarden, vee en akkers. Dat is de voorziening van het
104 3, 18 | 18. Allah getuigt, dat er geen God is dan Hij en
105 3, 19 | van Allah verwerpt, (wete) dat Allah vlug is in het verrekenen. ~
106 3, 24 | 24. Dat komt, doordat zij zeggen: "
107 3, 28 | boven de gelovigen - en wie dat doet heeft geen deel aan
108 3, 29 | 29. Zeg: "Of gij dat wat in uw hart is verbergt
109 3, 30 | vinden tegenover het goede dat zij heeft verricht en het
110 3, 30 | heeft verricht en het kwade dat zij heeft gedaan, dan zal
111 3, 30 | gedaan, dan zal zij wensen dat er een grote afstand ware
112 3, 35 | wat in mijn baarmoeder is, dat het vrij zal zijn (om U
113 3, 41 | antwoordde: "Uw teken zal zijn, dat gij drie dagen slechts door
114 3, 52 | in Allah. En getuigt gij dat wij Moslims zijn." ~
115 3, 58 | 58. Dat is hetgeen Wij u van de
116 3, 59 | bij Allah hetzelfde als dat van Adam. Hij (Allah) schiep
117 3, 64 | elkander overeenstemmen: dat wij niemand dan Allah aanbidden
118 3, 64 | niemand dan Allah aanbidden en dat wij niets met Hem vereenzelvigen
119 3, 64 | met Hem vereenzelvigen en dat sommigen onzer geen anderen
120 3, 64 | afwenden, zegt dan: "Getuigt, dat wij Moslims zijn." ~
121 3, 73 | leiding is Allah's leiding - dat iemand zal worden gegeven,
122 3, 75 | er voortdurend om vraagt. Dat komt, omdat zij (de Joden)
123 3, 79 | het profeetschap geeft, dat hij dan tot de mensen zou
124 3, 86 | zal Allah een volk leiden, dat heeft verworpen, na te hebben
125 3, 86 | getuigenis te hebben afgelegd dat de boodschapper waarachtig
126 3, 87 | van dezulken is slechts, dat de vloek van Allah, de engelen
127 3, 96 | Voorzeker, het eerste huis dat voor de mensheid bestemd
128 3, 96 | mensheid bestemd werd, is dat te Bekka (Mekka) vol van
129 3, 110| Moslims) zijt het beste volk dat voor de mensheid (ter lering)
130 3, 112| door armoede getroffen. Dat kwam, doordat zij de tekenen
131 3, 112| onrechtvaardig doodden. Dat kwam, doordat zij ongehoorzaam
132 3, 115| 115. En het goede dat zij doen, zal niet worden
133 3, 117| oogst treft van een volk, dat zichzelf onrecht heeft aangedaan
134 3, 124| niet genoeg voor u zijn, dat uw Heer u met drie duizend
135 3, 131| 131. En vreest het Vuur dat voor de ongelovigen is bereid. ~
136 3, 140| letsel krijgt (in de strijd); dat volk (de tegenstander) is
137 3, 142| 142. Denkt gij, dat gij het paradijs moogt binnengaan,
138 3, 167| zeiden: "Als wij wisten dat het vechten was, zouden
139 3, 170| nog niet hebben ingehaald, dat er geen vrees over hen zal
140 3, 170| over hen zal komen, noch dat zij zullen treuren. ~
141 3, 171| gunst en Zijn overvloed en dat Allah de beloning der gelovigen
142 3, 178| ongelovigen niet denken dat het uitstel, dat Wij hun
143 3, 178| denken dat het uitstel, dat Wij hun geven, goed voor
144 3, 179| 179. Allah is niet zo dat Hij de gelovigen in de toestand
145 3, 179| scheidt, noch is Allah zo, dat Hij u het ongeziene bekend
146 3, 180| heeft gegeven, niet denken, dat het goed voor hen is, neen,
147 3, 183| deze ons een offer brengt dat door het vuur wordt verteerd",
148 3, 184| verloochent, (weet dan) dat er eveneens boodschappers
149 3, 186| en rechtvaardig handelt, dat is waarlijk een zaak van
150 3, 187| Maar zij verwaarloosden dat voor luttel gewin. Kwaad
151 3, 188| niet deden, denkt niet, dat zij veilig zijn voor straf.
152 4, 2 | met het uwe. Voorzeker, dat is een grote zonde. ~
153 4, 3 | 3. En als gij vreest dat gij niet rechtschapen zult
154 4, 3 | vier en als gij vreest, dat gij niet rechtvaardig zult
155 4, 3 | rechter handen bezitten. Dat is voor u de beste weg,
156 4, 5 | 5. En geeft eigendom, dat Allah als middel van bestaan
157 4, 11 | betaling van enig legaat, dat hij heeft nagelaten of van (
158 4, 12 | betaling van enig legaat, dat zij hebben nagelaten of
159 4, 12 | betaling van enig legaat, dat is nagelaten of van schuld,
160 4, 13 | zullen zij in verblijven en dat is een grote zegepraal. ~
161 4, 19 | haar hebt, kan het zijn, dat gij afkeer hebt van iets,
162 4, 24 | vallen, zijn u toegestaan; dat gij zoekt door middel van
163 4, 25 | Maar het is beter voor u dat gij u weerhoudt en Allah
164 4, 27 | begeerte volgen, wensen dat gij ver zult afdwalen. ~
165 4, 30 | Wij in het Vuur werpen; en dat is voor Allah eenvoudig. ~
166 4, 42 | niet gehoorzaamden, wensen, dat de aarde met hen gelijk
167 4, 44 | voorkeur aan dwaling en wensen, dat ook gij van de (rechte)
168 4, 48 | Waarlijk, Allah vergeeft niet dat men iets met Hem vereenzelvigt,
169 4, 50 | leugen tegen Allah smeden. En dat is, voorzeker, een klaarblijkelijke
170 4, 58 | die er recht op hebben en dat, wanneer gij tussen mensen
171 4, 60 | niet degenen, die beweren dat zij geloven in hetgeen u
172 4, 62 | 62. Hoe kan het dan dat, wanneer een rampspoed over
173 4, 78 | Wat scheelt deze mensen, dat zij het woord niet willen
174 4, 79 | Welk goed ook tot u komt, dat komt van Allah en welk kwaad
175 4, 84 | gelovigen aan. Het kan zijn, dat Allah de macht der ongelovigen
176 4, 89 | 89. Zij wensen dat gij verwerpt, evenals zij
177 4, 97 | tehuis de hel zal zijn en dat is een kwade bestemming. ~
178 4, 101| bekorten, als gij vreest dat degenen, die niet geloven
179 4, 102| De ongelovigen wensen, dat gij onachtzaam wordt op
180 4, 102| indien gij ziek zijt, zal dat voor u geen zonde zijn.
181 4, 105| waarlijk het Boek (de Koran), dat. de waarheid bevat, nedergezonden,
182 4, 115| zullen hem in de hel werpen. Dat is een kwade bestemming. ~
183 4, 116| 116. Allah vergeeft niet dat iets met Hem vereenzelvigd
184 4, 116| wordt en Hij zal, buiten dat, vergeven wie Hij wil. En
185 4, 127| zwakken onder de kinderen en dat gij de wezen rechtvaardig
186 4, 136| boodschapper en in het Boek dat Hij Zijn boodschapper heeft
187 4, 136| geopenbaard, en in het Boek, dat Hij voordien openbaarde.
188 4, 138| Verkondig de huichelaars, dat hen een pijnlijke straf
189 4, 140| Boek ( Koran) geopenbaard, dat wanneer gij hoort dat Allah'
190 4, 140| geopenbaard, dat wanneer gij hoort dat Allah's tekenen worden verloochend
191 4, 140| hen samen zult zijn, dan dat zij zieh met een ander onderwerp
192 4, 143| 143. Weifelend tussen dat en dit. Zij behoren noch
193 4, 153| aan, doch Wij vergaven hun dat. En Wij bekleedden Mozes
194 4, 165| tijding en waarschuwende, dat de mensen geen tegenwerping
195 4, 166| 166. Maar Allah getuigt dat, hetgeen Hij u heeft nedergezonden,
196 4, 169| lange tijd zullen vertoeven. Dat is voor Allah gemakkelijk. ~
197 4, 171| Drie (in één)." Houdt op, dat is beter voor u. Voorwaar,
198 4, 171| verre van Zijn heiligheid, dat Hij een zoon zou hebben.
199 4, 173| volle geven en meer dan dat uit Zijn overvloed, maar
200 5, 3 | honger wordt gedwongen zonder dat hij tot de zonde is geneigd,
201 5, 7 | gunst aan u en het verbond dat Hij met u sloot, toen gij
202 5, 8 | handelen. Weest rechtvaardig, dat is dichter bij de vroomheid
203 5, 9 | daden verrichten beloofd, dat zij vergiffenis en een grote
204 5, 21 | het heilige land binnen dat Allah voor u heeft bestemd
205 5, 26 | Allah zeide: "Voorzeker, dat (land) is voor hen voor
206 5, 29 | 29. Ik wens, dat gij zowel met de zonde tegen
207 5, 29 | van het Vuur zult behoren, dat is de beloning der misdadigers." ~
208 5, 32 | de kinderen Israëls voor, dat wie ook een mens doodt,
209 5, 33 | te scheppen, is slechts dat zij gedood of gekruisigd
210 5, 33 | of gekruisigd worden, of dat hun handen en hun voeten
211 5, 33 | links, worden afgesneden, of dat zij het land worden uitgezet.
212 5, 33 | het land worden uitgezet. Dat zal voor hen een schande
213 5, 34 | macht hebt. Weet derhalve, dat Allah Vergevensgezind, Genadevol
214 5, 40 | 40. Weet gij niet, dat het koninkrijk der hemelen
215 5, 41 | terwille van een ander volk dat niet tot u is gekomen. Zij
216 5, 46 | gaven hem het Evangelie, dat licht en leiding bevatte,
217 5, 49 | niet en wees op uw hoede dat zij u niet afleiden van
218 5, 49 | zich afwenden, weet dan, dat Allah hen voor sommige hunner
219 5, 50 | dan Allah voor een volk dat zekerheid van geloof bezit? ~
220 5, 52 | zeggende: "Wij vrezen, dat ons rampspoed zal overkomen."
221 5, 52 | is echter waarschijnlijk dat Allah een overwinning of
222 5, 53 | ernstige eden bij Allah zwoeren dat zij waarlijk met u waren?"
223 5, 54 | afkeert, laat hem weten, dat Allah weldra een ander volk
224 5, 54 | ander volk zal voortbrengen dat Hij zal liefhebben en die
225 5, 56 | tot vrienden neemt (wete) dat de partij van Allah gewis
226 5, 58 | doordat zij een volk zijn dat niet begrijpt. ~
227 5, 67 | geopenbaard en indien gij dat niet doet, dan hebt gij
228 5, 71 | 71. En zij dachten, dat er geen beproeving zou zijn,
229 5, 77 | de neigingen van een volk dat voordien afdwaalde en velen
230 5, 84 | gekomen geloven en begeren dat onze Heer ons onder de rechtvaardige
231 5, 89 | van een slaaf. Maar wie dat niet kan doen zal drie dagen
232 5, 92 | gij u afwendt, weet dan, dat op Onze boodschapper slechts
233 5, 95 | rechtvaardige mannen onder u zullen dat beoordelen; - hetwelk als
234 5, 97 | opdat gij zult begrijpen, dat Allah weet, wat in de hemelen
235 5, 97 | hemelen en wat op aarde is en dat Allah kennis heeft van alle
236 5, 98 | 98. Weet, dat Allah streng is in het straffen
237 5, 98 | streng is in het straffen en dat Allah (ook) Vergevensgezind,
238 5, 106| één uwer nadert, ten tijde dat gij een testament maakt,
239 5, 106| getuigenis niet, wij zouden in dat geval tot de zondaars behoren." ~
240 5, 107| Maar indien ontdekt wordt, dat de twee schuldig zijn aan
241 5, 108| feiten, of hen doen vrezen, dat andere eden na hun eden
242 5, 110| van heiligheid versterkte, dat gij als kind en op middelbare
243 5, 111| geloven en getuigt Gij, dat wij ons hebben onderworpen." ~
244 5, 113| worden en wij mogen weten dat gij de waarheid tot ons
245 6, 16 | barmhartigheid betoond. En dat is een klaarblijkelijke
246 6, 19 | waarschuwen. Getuigt gij werkelijk dat er andere goden buiten Allah
247 6, 23 | antwoord niet anders zijn dan dat zij zeggen: "Bij Allah,
248 6, 33 | 33. Wij weten zeer goed dat hetgeen zij zeggen u verdriet
249 6, 38 | 38. En er is geen beest dat op de aarde kruipt, noch
250 6, 41 | gij Hem aanroept als Hij dat wil en gij zult uw afgoderij
251 6, 50 | Zeg: "Ik zeg niet tot u, dat ik de schatten van Allah
252 6, 50 | schatten van Allah bezit, noch dat ik het onzienlijke ken,
253 6, 51 | daarmede degenen die vrezen, dat zij tot hun Heer worden
254 6, 51 | hun Heer worden verzameld, dat zij buiten Hem vriend noch
255 6, 56 | neigingen niet volgen. In dat geval zal ik tot de dwalenden
256 6, 59 | er valt geen blad zonder dat Hij het weet, noch is er
257 6, 59 | duisternis der aarde, noch iets dat groen of droog is, zonder
258 6, 59 | groen of droog is, zonder dat het in een duidelijk Boek
259 6, 81 | is dan veiliger, als gij dat weet?" ~
260 6, 89 | aan een volk toevertrouwd dat er niet ondankbaar voor
261 6, 91 | Wie openbaarde het Boek dat Mozes bracht als licht en
262 6, 91 | leiding voor de mensen - dat gij op papieren schrijft,
263 6, 93 | Ik zal iets nederzenden dat gelijk is aan hetgeen Allah
264 6, 94 | bemiddelaren, waarvan gij beweerdet dat zij deelgenoten waren in
265 6, 95 | van doden uit de levenden. Dat is Allah, waarheen wordt
266 6, 96 | uitrekenen (der jaargetijden). Dat is de ordening van de Almachtige,
267 6, 97 | uitgelegd aan een volk, dat kennis bezit. ~
268 6, 98 | tekenen verklaard aan een volk dat begrijpt. ~
269 6, 99 | voorzeker tekenen voor een volk dat (wil) geloven. ~
270 6, 105| opdat Wij het aan een volk dat kennis heeft, mogen duidelijk
271 6, 109| sterkste eden bij Allah, dat, indien er een teken tot
272 6, 113| tevreden mee mogen zijn en dat zij mogen verdienen hetgeen
273 6, 114| Boek heeft nedergezonden dat uitvoerig is verklaard?
274 6, 114| Wij het Boek gaven weten dat het van uw Heer is nedergezonden
275 6, 119| En welke reden hebt gij, dat gij niet van datgene zoudt
276 6, 121| niet is uitgesproken, want dat is zeker ongehoorzaamheid.
277 6, 122| wiens toestand zodanig is dat hij in de duisternissen
278 6, 126| verduidelijkt voor een volk dat er lering uit wil trekken. ~
279 6, 130| tegen zichzelf getuigen, dat zij ongelovigen waren. ~
280 6, 136| van het vee aangewezen, dat Hij heeft voortgebracht
281 6, 138| 138. Zij zeggen: "Dit en dat vee en die en die oogsten
282 6, 139| de baarmoeders van dit en dat vee is, is uitsluitend voor
283 6, 145| mij is geopenbaard niets, dat een eter is verboden te
284 6, 150| getuigenis willen afleggen, dat Allah dit heeft verboden.''
285 6, 151| Heer heeft verboden;" n.l. dat gij iets met Hem vereenzelvigt
286 6, 151| met Hem vereenzelvigt en dat gij uw ouders niet goed
287 6, 151| ouders niet goed behandelt en dat gij uw kinderen uit armoede
288 6, 151| en voor hen zorgen - en dat gij onbetamelijke daden
289 6, 151| in het geheim begaat en dat gij een ziel ten onrechte
290 6, 153| En dit is het rechte pad dat tot Mij leidt. Volgt het
291 6, 155| 155. En dit is een Boek dat Wij hebben nedergezonden,
292 6, 158| Verwachten zij niets anders dan dat engelen tot hen zouden komen,
293 6, 158| tot hen zouden komen, of dat hun Heer zou verschijnen
294 6, 158| Heer zou verschijnen of dat enige der tekenen van uw
295 7, 2 | is) een (volmaakt) Boek, dat aan u is geopenbaard - laat
296 7, 5 | hun roep niet anders dan dat zij zeiden: "Wij waren inderdaad
297 7, 12 | onderwerpen, toen Ik u (dat) gebood?" Hij antwoordde: "
298 7, 29 | rechtvaardigheid bevolen. En dat gij uw aandacht behoorlijk
299 7, 30 | vrienden genomen en zij denken dat zij recht geleid zijn. ~
300 7, 32 | de tekenen aan een volk dat begrip heeft. ~
301 7, 33 | ongerechtvaardigde opstand; en dat gij datgene met Allah vereenzelvigt,
302 7, 33 | gezag heeft nedergezonden en dat gij van Allah dingen zegt,
303 7, 37 | tegen zichzelven getuigen, dat zij ongelovig waren. ~
304 7, 43 | toegeroepen: "Dit is het paradijs, dat u als erfdeel is gegeven,
305 7, 49 | welke gij hebt gezworen dat Allah hun geen barmhartigheid
306 7, 52 | voorzeker een Boek gebracht, dat Wij met kennis hebben uiteengezet,
307 7, 52 | barmhartigheid voor een volk dat gelooft. ~
308 7, 58 | tekenen af voor een volk dat dankbaar is. ~
309 7, 60 | volk antwoordden: "Wij zien dat gij in openlijke dwaling
310 7, 63 | 63. "Verwondert gij u, dat er een aanmaning van uw
311 7, 66 | een dwaze en wij denken, dat gij tot de leugenaars behoort."
312 7, 69 | 69. "Verwondert gij u, dat er een waarschuwing van
313 7, 75 | achtten: "Weet gij zeker, dat Salih een door zijn Heer
314 7, 81 | Neen, gij zijt een volk dat de perken te buiten gaat." ~
315 7, 94 | profeet naar een stad zonder dat Wij het volk er van met
316 7, 99 | voornemen, dan het volk dat te gronde gaat. ~
317 7, 100| vroegere) bewoners niet inzien, dat, indien Wij het willen,
318 7, 102| verbond en Wij bevonden dat de meesten hunner overtreders
319 7, 123| is voorzeker een complot dat gij in de stad hebt gesmeed,
320 7, 138| zij kwamen tot een volk dat aan zijn afgoden was gehecht.
321 7, 141| Pharao's volk verlosten dat u aan een marteling onderwierp
322 7, 146| deze als weg wel inslaan. Dat komt, omdat zij Onze tekenen
323 7, 148| het lichaam van een kalf - dat een loeiende toon voortbracht.
324 7, 148| voortbracht. Zagen zij niet, dat het niet tot hen kon spreken,
325 7, 149| wroeging gevoelden en zagen, dat zij inderdaad gedwaald hadden,
326 7, 157| ondersteunen en het licht dat met hem is nedergezonden
327 7, 159| deel van het volk van Mozes dat tot waarheid aanspoort en
328 7, 162| het woord door een ander dat niet tot hen was gesproken.
329 7, 164| predikt gij tot een volk dat Allah wil vernietigen of
330 7, 167| toen verkondigde uw Heer dat Hij dezulken zou zenden,
331 7, 169| kwam er een boos geslacht dat het Boek erfde. Zij namen
332 7, 169| de belofte in het Boek, dat zij van Allah slechts de
333 7, 169| God) vrezen. Begrijpt gij dat niet? ~
334 7, 171| bedekking was, dachten zij, dat deze op hen zou vallen;
335 7, 177| de toestand van een volk dat Onze tekenen verloochent,
336 7, 181| hebben geschapen een volk, dat de mensen met waarheid leidt
337 7, 184| zij er niet over nagedacht dat er in hun metgezel (Mohammed)
338 7, 185| heeft, niet bekeken? En dat hun termijn waarschijnlijk
339 7, 188| goede tijding voor een volk dat gelooft." ~
340 7, 203| barmhartigheid voor een volk, dat gelooft. ~
341 8, 7 | der twee partijen beloofde dat zij de uwe zou zijn, wenstet
342 8, 7 | uwe zou zijn, wenstet gij, dat de partij zonder wapenen
343 8, 14 | 14. Dat is (uw straf), ondergaat
344 8, 14 | ondergaat haar daarom en weet dat er voor de ongelovigen de
345 8, 16 | zal zijn tehuis zijn en dat is een slechte verblijfplaats. ~
346 8, 24 | leven moge geven en weet, dat Allah tussen een man en
347 8, 24 | man en zijn hart komt en dat Hij het is tot Wie gij zult
348 8, 25 | behoedt u voor het onheil, dat niet alleen degenen, die
349 8, 25 | doen zal treffen. En weet, dat Allah streng is in het straffen. ~
350 8, 26 | land en toen gij vreesdet, dat de mensen u weg zouden voeren,
351 8, 28 | 28. En weet, dat uw bezittingen en uw kinderen
352 8, 28 | slechts een beproeving zijn en dat voorzeker bij Allah een
353 8, 38 | degenen die niet geloven, dat als zij ophouden (u te vervolgen),
354 8, 40 | zij terugvallen weet dan, dat Allah uw Beschermer is,
355 8, 41 | 41. En weet, dat wat gij ook als buit neemt,
356 8, 42 | duidelijk teken zou sterven en dat hij die zou leven door een
357 8, 59 | ongelovigen niet denken dat zij een voorsprong hebben.
358 8, 65 | omdat zij een volk zijn dat niet wil begrijpen. ~
359 8, 66 | verlicht, want Hij weet dat er zwakheid in u is. Als
360 9, 2 | voor vier maanden en weet, dat gij Allah niet kunt ontsnappen
361 9, 2 | niet kunt ontsnappen en dat Allah de ongelovigen zal
362 9, 3 | van de grote bedevaart, dat Allah alsmede Zijn boodschapper
363 9, 3 | gij u afwendt, weet dan, dat gij Allah niet kunt ontsnappen.
364 9, 6 | schenk hem dan bescherming dat hij het woord van Allah
365 9, 6 | omdat zij een volk zijn dat niet weet. ~
366 9, 8 | 8. Hoe kan het zijn dat wanneer zij de overhand
367 9, 11 | tekenen uit aan een volk dat wil begrijpen. ~
368 9, 13 | een volk niet bestrijden dat zijn eden heeft gebroken
369 9, 13 | boodschapper te verdrijven en dat het eerste was om tegen
370 9, 13 | Allah is het meest waardig, dat gij Hem zoudt vrezen als
371 9, 14 | het gemoed van een volk dat gelooft, verlichten. ~
372 9, 16 | 16. Denkt gij, dat gij met rust zoudt worden
373 9, 36 | zij u bestrijden en weet, dat Allah met de rechtvaardigen
374 9, 37 | zij betreffende het aantal dat Allah heilig heeft gemaakt
375 9, 42 | gronde gaan en Allah weet dat zij leugenaars zijn. ~
376 9, 52 | betreffende u verwachten, dat Allah u een straf zal opleggen
377 9, 54 | 54. En niets verhindert, dat hun gaven worden aangenomen
378 9, 54 | worden aangenomen behalve dat zij in Allah en de boodschapper
379 9, 56 | En zij zweren bij Allah dat zij inderdaad tot de uwen
380 9, 56 | toch zijn zij een volk dat vreest. ~
381 9, 62 | boodschapper zijn waardiger, dat zij hen zouden behagen,
382 9, 63 | 63. Weten zij niet, dat hem die Allah en Zijn Boodschapper
383 9, 63 | waarin hij zal vertoeven? Dat is de grote vernedering. ~
384 9, 64 | De huichelaars vrezen, dat een Soerah tegen hen zou
385 9, 65 | tekenen en Zijn boodschapper dat gij spotte?" ~
386 9, 74 | 74. Zij zweren bij Allah, dat zij niets zeiden, maar voorzeker
387 9, 78 | 78. Weten zij niet dat Allah hun geheimen alsook
388 9, 78 | heimelijk overleg kent en dat Allah de Oerkenner is van
389 9, 80 | vergiffenis voor hen vraagt of dat gij geen vergiffenis voor
390 9, 89 | zullen daarin vertoeven. Dat is de opperste zegepraal. ~
391 9, 92 | tot u kwamen en verzochten dat gij hun een rijdier zoudt
392 9, 92 | tranen terug uit spijt, dat zij niets konden vinden
393 9, 95 | keert, u bij Allah zweren, dat gij hen met rust moogt laten.
394 9, 98 | boete beschouwen en wachten dat er rampspoed over u komt.
395 9, 100| zij voor eeuwig vertoeven. Dat is de grote zegepraal. ~
396 9, 102| slechte daad. Het kan zijn, dat Allah Zich met barmhartigheid
397 9, 104| 104. Weten zij niet, dat Allah berouw van Zijn dienaren
398 9, 104| en aalmoezen aanvaardt en dat Allah Berouw-aanvaardend,
399 9, 107| goede," maar Allah getuigt, dat zij leugenaars zijn. ~
400 9, 108| gesticht is zeker waardiger dat gij er in zijt. Er zijn
401 9, 109| aangetaste rand stichtte, dat met hem in het Vuur der
402 9, 110| 110. Het gebouw dat zij hebben opgericht, zal
403 9, 111| met Hem hebt gesloten en dat is de grote zegepraal. ~
404 9, 113| duidelijk is geworden, dat zij (afgodendienaren) het
405 9, 114| toen het hem duidelijk werd dat deze een vijand van Allah
406 9, 118| moeilijk en zij geloofden dat er tegen Allah geen schuilplaats
407 9, 120| woestijn-Arabieren niet, dat zij achter de boodschapper
408 9, 120| Allah zouden blijven, of dat zij hun eigen leven in plaats
409 9, 120| betreden zij een spoor, dat de ongelovigen vertoornt,
410 9, 123| hardheid in u vinden en weet, dat Allah met de godvruchtigen
411 9, 126| 126. Zien zij niet, dat zij elk jaar één- of tweemaal
412 9, 127| zij tot een volk behoren dat niet begrijpen wil. ~
413 10, 2 | het vreemd voor de mensen, dat Wij een man uit hun midden
414 10, 2 | aan degenen die geloven, dat zij een ware rang bij hun
415 10, 5 | tekenen uiteen voor een volk, dat wil weten. ~
416 10, 18 | Wilt gij Allah over iets, dat Hij in de hemelen of op
417 10, 22 | komen en zij overtuigd zijn dat zij verloren zijn; dan roepen
418 10, 24 | leven is slechts als water, dat Wij uit de wolken nederzenden,
419 10, 24 | en haar eigenaars denken, dat zij er macht over bezitten,
420 10, 24 | tekenen uit aan een volk, dat nadenkt. ~
421 10, 55 | en op aarde is en weet, dat Allah's belofte waar is.
422 10, 58 | zich daarom in verheugen. Dat is beter, dan hetgeen zij
423 10, 59 | Zeg: "Hebt gij overwogen, dat Allah u een voorziening
424 10, 59 | voorziening heeft nedergezonden en dat gij daarna een gedeelte
425 10, 59 | Vraag (hen): "Heeft Allah u dat toegestaan, of verzint gij
426 10, 61 | verborgen. En er is niets dat kleiner of groter is, of
427 10, 64 | kennen geen verandering - dat is inderdaad de opperste
428 10, 67 | zijn tekenen voor een volk, dat luistert. ~
429 10, 90 | verdronk, zeide: "Ik geloof dat er geen God is dan Hij,
430 10, 101| waarschuwers baten een volk dat niet wil geloven. ~
431 10, 104| twijfel verkeert, (weet) dan dat ik niet aanbid degenen die
432 10, 106| Allah niet datgene aan, dat u bevoordelen noch schaden
433 10, 106| schaden kan. En indien gij dat toch doet, dan zult gij
434 11, 6 | En er is geen schepsel dat op aarde kruipt, of zijn
435 11, 12 | 12. (Zij verbeelden zich dat) gij misschien een gedeelte
436 11, 14 | niet aannemen, weet dan, dat het met Allah's kennis is
437 11, 14 | kennis is geopenbaard en dat er geen God is behalve Hij.
438 11, 26 | 26. Dat gij niemand dan Allah zult
439 11, 27 | man zoals wij en wij zien dat niemand u heeft gevolgd,
440 11, 27 | boven ons; neen, wij geloven dat gij een leugenaar zijt." ~
441 11, 29 | beschouw u als een volk, dat onwetend handelt." ~
442 11, 31 | degenen, die gij minacht dat Allah hun geen goeds zal
443 11, 54 | Wij kunnen alleen zeggen dat sommige onzer Goden u met
444 11, 54 | getuige en getuigt gij ook, dat ik niets met uw afgoden
445 11, 56 | is. Er is geen schepsel, dat zich op aarde beweegt, of
446 11, 70 | 70. Maar toen hij zag dat hun handen er zich niet
447 11, 79 | antwoordden: "Gij weet wel, dat wij geen recht hebben op
448 11, 87 | Shoaib, beveelt uw gebed, dat wij hetgeen onze vaderen
449 11, 87 | aanbaden, zouden verlaten of dat wij zouden ophouden met
450 11, 89 | mij u niet er toe leiden, dat hetzelfde u overkome als
451 11, 91 | zegt en wij zien voorzeker, dat gij zwak zijt tegenover
452 11, 103| het Hiernamaals vreest. Dat is een dag waarop de mensheid
453 11, 103| zal worden verzameld en dat is een dag waarvan men getuige
454 11, 110| het niet door een woord dat reeds van uw Heer was uitgegaan
455 12, 1 | de verzen van het Boek, dat alles verklaart: ~
456 12, 13 | zeide: "Het verdriet mij, dat gij hem zoudt medenemen
457 12, 13 | zoudt medenemen en ik vrees, dat de wolf hem zal verslinden
458 12, 15 | deze zaak vertellen zonder dat zij het beseffen." ~
459 12, 18 | brachten zijn hemd met bloed, dat niet van hem was. Hij (Jacob)
460 12, 21 | behoorlijk. Het is waarschijnlijk dat hij ons van nut kan zijn,
461 12, 21 | ons van nut kan zijn, of dat wij hem als zoon aannemen."
462 12, 23 | Kom nu." Hij antwoordde: "Dat verhoede Allah, hij is mijn
463 12, 24 | hebben getoond). Zo kwam het dat Wij het kwaad en de onbetamelijkheid
464 12, 28 | Toen hij (haar man) zag dat zijn hemd van achteren was
465 12, 35 | onschuld hadden gezien, dat zij hem voor een tijd gevangen
466 12, 36 | van, voorzeker, wij zien dat gij tot de goeden behoort." ~
467 12, 37 | antwoordde: "Het voedsel, dat u wordt gegeven, zal niet
468 12, 37 | godsdienst van het volk dat niet in Allah en in het
469 12, 38 | Jacob. Het betaamt ons niet dat wij iets met Allah vereenzelvigen.
470 12, 40 | alleen. Hij heeft bevolen dat gij naast Hem niets zult
471 12, 42 | van hen, van wie hij wist dat hij bevrijd zou worden: "
472 12, 47 | uitzondering van een weinig, dat gij zult eten." ~
473 12, 48 | uitzondering van een weinig dat gij zult bewaren." ~
474 12, 52 | is, opdat hij moge weten dat ik hem in zijn afwezigheid
475 12, 52 | afwezigheid niet ontrouw was en dat Allah het plan van de ontrouwe
476 12, 53 | kwade aan, uitgezonderd dat waarover mijn Heer barmhartigheid
477 12, 59 | vaderskant. Ziet gij niet, dat ik u met volle maat geef
478 12, 59 | u met volle maat geef en dat ik een goed gastheer ben?" ~
479 12, 62 | geld in de zadeltassen, dat zij het mogen herkennen,
480 12, 65 | een kameellast ontvangen. Dat is een maat die gemakkelijk
481 12, 66 | aflegt in de naam van Allah, dat gij hem zeker tot mij zult
482 12, 68 | niets baten; het was slechts dat Jacob zijn zin gedaan kreeg,
483 12, 73 | Bij Allah, gij weet goed, dat wij niet kwamen om slecht
484 12, 78 | zijn plaats, want wij zien dat gij tot degenen behoort
485 12, 79 | zeide: "Allah verhoede, dat wij iemand anders dan hem
486 12, 80 | oudste zeide: "Weet gij niet, dat uw vader een plechtige belofte
487 12, 83 | passend. Het is mogelijk, dat Allah hen allen te zamen
488 12, 110| wanhoopten en zij dachten dat zij voor leugenaars verden
489 12, 111| begrip. Het is niet iets, dat is verzonnen, doch een vervulling
490 12, 111| barmhartigheid voor een volk, dat gelooft.
491 13, 3 | zijn tekenen voor een volk, dat nadenkt. ~
492 13, 4 | zijn tekenen voor een volk, dat begrijpt. ~
493 13, 19 | 19. Is dan hij die weet, dat hetgeen u van uw Heer is
494 13, 31 | het niet te weten gekomen dat, indien Allah het wilde,
495 13, 35 | godvrezenden is beloofd, is, dat er stromen in vloeien, en
496 13, 35 | er stromen in vloeien, en dat zijn fruit en schaduw eeuwigdurend
497 13, 41 | 41. Zien zij niet dat Wij tot hun land komen,
498 14, 1 | Laam Raa. Dit is een Boek dat Wij u hebben geopenbaard,
499 14, 6 | van Pharao's volk redde, dat u met een smartelijke foltering
500 14, 12 | zullen voorzeker al het kwaad dat gij ons doet met geduld
1-500 | 501-1000 | 1001-1125 |