Sura, Verse
1 3, 121| 121. Toen gij in de vroege morgen van uw huisgezin wegtrokt
2 6, 52 | niet degenen die hun Heer morgen en avond aanroepen, Zijn
3 11, 81 | is de ochtendstond. Is de morgen niet nabij?" ~
4 12, 12 | 12. "Zend hem morgen met ons mede, opdat hij
5 15, 66 | hun levenswortel tegen de morgen zou worden afgesneden. ~
6 15, 83 | greep de straf hen in de morgen. ~
7 18, 23 | niet over iets: "Ik zal het morgen doen," ~
8 19, 11 | en beduidde hen God in de morgen en in de avond te verheerlijken. ~
9 28, 18 | 18. En in de morgen was hij in de stad, vrezend,
10 31, 34 | Geen ziel weet wat zij morgen zal doen, en geen ziel weet
11 40, 46 | Aan het Vuur zullen zij morgen en avond worden blootgesteld.
12 54, 26 | 26. Morgen zullen zij weten wie de
13 54, 38 | 38. En de volgende morgen vroeg kwam er een blijvende
14 59, 18 | geven op hetgeen zij voor morgen voorbereidt. En vreest Allah,
15 68, 17 | fruit daarvan in de vroege morgen zouden plukken. ~
16 68, 21 | riepen zij tot elkander in de morgen, ~
17 68, 25 | En zij gingen vroeg in de morgen uit, (denkende) dat zij
18 79, 46 | slechts een avond of een morgen (op de aarde) hadden vertoefd. ~~
|