1-500 | 501-1000 | 1001-1125
bold = Main text
Sura, Verse grey = Comment text
501 14, 18 | hun Heer niet geloven, is, dat hun werken als as zijn waarop
502 14, 19 | 19. Ziet gij niet dat Allah de hemelen en de aarde
503 14, 22 | had geen macht over u dan dat ik u riep en gij mij gehoorzaamdet.
504 14, 22 | mij bijstaan. Ik verwerp dat gij mij voordien met Allah
505 14, 29 | 29. Dat is de hel. Daarin zullen
506 14, 31 | tot mijn gelovige dienaren dat zij het gebed behoren te
507 14, 42 | 42. Denk niet dat Allah achteloos is omtrent
508 14, 44 | voorheen niet gezworen, dat er voor u geen ondergang
509 14, 46 | al waren hun plannen zó dat er bergen door zouden worden
510 14, 47 | 47. Denk derhalve niet dat Allah zal falen Zijn belofte
511 14, 52 | en opdat zij mogen weten dat Hij de Enige God is en opdat
512 15, 2 | zullen dikwijls wensen, dat zij Moslims waren. ~
513 15, 12 | 12. Zo doen Wij dat in het hart der schuldigen
514 15, 32 | O Iblies, wat hapert u dat gij niet onder degenen zijt
515 15, 49 | 49. Zeg tot Mijn dienaren dat Ik voorzeker Vergevensgezind,
516 15, 50 | 50. En dat Mijn straf de pijnlijke
517 15, 60 | vrouw. Wij hebben besloten, dat zij tot degenen zal behoren
518 15, 66 | deelden hem dit gebod mede dat hun levenswortel tegen de
519 15, 97 | En Wij weten inderdaad dat uw boezem benauwd wordt
520 16, 2 | zeggende): "Waarschuwt, dat er buiten Mij geen God is,
521 16, 7 | uw lasten naar een land, dat gij niet zonder grote moeilijkheid (
522 16, 11 | een teken voor een volk dat nadenkt. ~
523 16, 12 | zijn tekenen voor een volk dat overweegt. ~
524 16, 13 | een teken voor een volk dat er lering uit wil trekken. ~
525 16, 18 | wilt opsommen, kunt gij dat stellig niet doen. Voorzeker,
526 16, 25 | 25. Dat zij op de Dag der Opstanding
527 16, 33 | wachten op niets anders dan dat de engelen over hen komen
528 16, 33 | engelen over hen komen of dat het gebod van uw Heer zal
529 16, 33 | die vóór hen waren deden dat evenzo. Allah deed hun geen
530 16, 34 | 34. Het boze dat zij deden trof hen en wat
531 16, 37 | gij (profeet) begerig zijt dat zij geleid zullen worden,
532 16, 37 | zullen worden, weet dan dat Allah voorzeker degenen
533 16, 38 | Allah hun sterkste eden, dat Allah de doden niet zal
534 16, 39 | waarover zij verschilden en dat de ongelovigen mogen weten
535 16, 39 | ongelovigen mogen weten dat zij leugenaars waren. ~
536 16, 45 | zich er dan veilig tegen dat Allah hen in de grond zal
537 16, 45 | grond zal doen verzinken, of dat de straf over hen zal komen
538 16, 46 | 46. Of dat Hij hen in hun handel en
539 16, 46 | wandel zal treffen, zonder dat zij het kunnen verijdelen? ~
540 16, 47 | 47. Of dat Hij hen geleidelijk ten
541 16, 48 | Hebben zij niet gezien dat de schaduwen van al hetgeen
542 16, 53 | over u komt, is het tot Hem dat gij om hulp roept. ~
543 16, 59 | vanwege het slechte nieuws dat hem is aangekondigd; zal
544 16, 62 | tong spreekt leugen, nl. dat hun het beste gewordt. Ongetwijfeld
545 16, 65 | een teken voor een volk, dat wil luisteren, ~
546 16, 67 | een teken voor een volk dat zijn verstand gebruikt. ~
547 16, 69 | een teken voor een volk dat nadenkt. ~
548 16, 79 | 79. Zien zij niet, dat de vogelen in het gewelf
549 16, 79 | zijn tekenen voor een volk dat wil geloven. ~
550 16, 90 | opstand. Hij raadt u aan dat gij er lering uit trekt. ~
551 16, 92 | middel van bedrog, uit vrees dat het ene volk machtiger dan
552 16, 103| En Wij weten inderdaad dat zij zeggen dat het slechts
553 16, 103| inderdaad dat zij zeggen dat het slechts een man is,
554 16, 116| spreekt - "Dit is wettig en dat is onwettig.", om een leugen
555 16, 126| gij geduld toont dan is dat voorzeker het beste voor
556 17, 8 | 8. "Het kan zijn dat uw Heer u barmhartigheid
557 17, 9 | verrichten de blijde tijding, dat zij een grote beloning zullen
558 17, 10 | 10. En dat Wij voor degenen die niet
559 17, 35 | een zuivere weegschaal; dat is goed en uiteindelijk
560 17, 44 | heerlijkheid. En daar is niets dat Hem niet met de lof die
561 17, 52 | antwoorden en gij zult denken dat gij slechts een korte wijle
562 17, 53 | En zeg tot Mijn dienaren dat zij spreken wat het beste
563 17, 59 | zenden van tekenen, behalve dat de vroegere volkeren ze
564 17, 60 | Wij gaven het visioen dat Wij u toonden slechts als
565 17, 68 | gij u er dan veilig voor, dat Hij u zal verdelgen op het
566 17, 68 | verdelgen op het land of dat Hij een hevige storm tegen
567 17, 69 | Of weet gij dan zo zeker dat Hij u daarin niet voor de
568 17, 80 | schenk,mij van U een gezag dat tot hulp zou kunnen strekken." ~
569 17, 93 | ons een boek nederzendt dat wij kunnen lezen." Zeg: "
570 17, 94 | tot hen kwam dan het feit dat zij zeiden: "Heeft Allah
571 17, 98 | 98. Dat is hun vergelding, daar
572 17, 99 | 99. Zien zij niet in, dat Allah, Die de hemelen en
573 17, 100| zeker terughouden uit vrees dat ze uitgeput zouden worden.
574 17, 101| hem: "Ik geloof, O Mozes, dat gij een betoverd mens zijt." ~
575 17, 102| zeide: "Voorzeker gij weet dat niemand anders dan de Heer
576 17, 102| gezonden; en ik ben zeker dat gij, o Pharao, te gronde
577 18, 2 | blijde tijding te brengen dat zij een uitstekende beloning
578 18, 5 | evenmin. Erg is het woord, dat uit hun mond komt. Zij zeggen
579 18, 9 | 9. Denkt gij dat de lieden van de Spelonk
580 18, 12 | wijzer was, naar de tijd dat zij daar hadden vertoefd. ~
581 18, 18 | 18. Gij denkt dat zij wakker zijn, terwijl
582 18, 21 | opdat zij zouden weten, dat de belofte van Allah waarheid
583 18, 21 | van Allah waarheid is en dat er omtrent het Uur geen
584 18, 24 | uw Heer en zeg: "Ik hoop, dat mijn Heer mij nog dichter
585 18, 29 | water als gesmolten lood, dat hun gezicht zal verbranden.
586 18, 35 | Hij zeide: "Ik denk niet, dat dit ooit zal vergaan." ~
587 18, 36 | 36. "Noch denk ik dat het Uur zal komen. Indien
588 18, 48 | geschapen. Doch gij dacht dat Wij nimmer een Uur voor
589 18, 52 | degenen waarvan gij beweerdet dat zij Mijn deelgenoten waren."
590 18, 53 | zullen het Vuur zien en weten dat zij daarin zullen vallen;
591 18, 55 | vergiffenis te vragen, dan (dat zij vragen) dat de weg der
592 18, 55 | vragen, dan (dat zij vragen) dat de weg der voorvaderen over
593 18, 55 | voorvaderen over hen kome of dat de straf voor hun ogen kome. ~
594 18, 64 | 64. Hij zeide: "Dat is waarnaar wij hebben gezocht."
595 18, 66 | tot hem: "Mag ik u volgen dat gij mij onderwijst in de
596 18, 72 | antwoordde: "Had ik u niet gezegd dat gij stellig geen geduld
597 18, 74 | Zij reisden dus verder tot dat zij een knaap ontmoetten
598 18, 75 | antwoordde: "Zei ik u niet dat gij nimmer in staat zoudt
599 18, 80 | gelovigen en wij vreesden dat hij schande over hen zou
600 18, 81 | 81. "Derhalve wensten wij dat hun Heer hun in zijn plaats
601 18, 81 | ander kind zou schenken dat reiner en zachtmoediger
602 18, 82 | derhalve behaagde het uw Heer dat zij volwassen zouden worden
603 18, 90 | zon bereikte, en ontdekte dat zij over een volk opging
604 18, 93 | waar hij een volk aantrof dat amper een woord verstond. ~
605 18, 102| 102. Denken de ongelovigen dat zij Mijn dienaren tot beschermers
606 18, 104| leven dezer wereld en denken dat zij een bijzonder goed werk
607 18, 110| doch mij wordt geopenbaard dat uw God slechts één God is.
608 19, 10 | God) zei: "Uw teken is dat gij voor drie opeenvolgende
609 19, 32 | 32. "En dat ik gehoorzaam zou zijn jegens
610 19, 33 | dood en evenzo op de dag dat ik ten leven zal worden
611 19, 43 | zal u naar een pad leiden dat effen en recht is." ~
612 19, 45 | O mijn vader, ik vrees dat de straf van de Barmhartige
613 19, 45 | Barmhartige u zal treffen en dat gij dan een gezel van Satan
614 19, 61 | Tuinen der eeuwigheid, dat is een belofte van het Onzienlijke,
615 19, 63 | 63. Aldus is het paradijs dat Wij als erfenis geven aan
616 19, 67 | Herinnert de mens zich dan niet dat Wij hem voorheen hebben
617 19, 83 | 83. Ziet gij niet dat Wij duivelen over de ongelovigen
618 20, 45 | Onze Heer, wij vrezen dat hij tegenover ons gewelddadig
619 20, 48 | Het is ons geopenbaard dat kastijding zal komen over
620 20, 66 | wegens hun toverkunst toe, dat hun koorden en staven zich
621 20, 76 | eeuwig zullen vertoeven. En dat is de beloning dergenen
622 20, 77 | behoeft niet te vrezen, dat gij zult worden ingehaald,
623 20, 86 | voor, of verlangdet gij dat de toorn van uw Heer op
624 20, 86 | Heer op u zou nederdalen dat gij uw belofte aan mij hebt
625 20, 87 | wierpen wij deze weg, en dat heeft Saamiri voorgesteld." ~
626 20, 88 | volk een kalf - een beeld, dat een loeiend geluid voortbracht.
627 20, 89 | Konden zij dan niet zien dat het (kalf) hun geen antwoord
628 20, 94 | mijn hoofd." Ik was beducht dat gij zoudt zeggen: 'Gij hebt
629 20, 96 | mijn beste vermogen, doch dat heb ik thans opgegeven.
630 20, 119| 119. "En dat gij er geen dorst zult lijden
631 20, 120| Eeuwigheid, en een koninkrijk dat nimmer zal vergaan?" ~
632 20, 129| ware het niet om een woord dat reeds van uw Heer was uitgegaan
633 21, 8 | hun lichaam niet zodanig dat zij geen voedsel behoefden
634 21, 8 | behoefden te gebruiken, evenmin dat zij voor eeuwen konden blijven
635 21, 30 | ongelovigen niet ingezien dat de hemel en de aarde gesloten
636 21, 30 | aarde gesloten waren en dat Wij ze dan hebben geopend?
637 21, 44 | verlengd werd. Zien zij met dat Wij het land (der ongelovigen)
638 21, 53 | Antwoordden zij: "Wij vonden dat onze vaderen deze aanbaden." ~
639 21, 65 | hoofd hangen, "Gij weet wel dat deze niet kunnen spreken." ~
640 21, 71 | voerden hen naar het land dat Wij zegenden voor alle volkeren. ~
641 21, 79 | loven. En Wij waren het, Die dat deden. ~
642 21, 81 | de richting van het land dat Wij hadden gezegend. En
643 21, 87 | toorn heenging en dacht dat Wij geen macht over hem
644 21, 95 | een onherroepelijk gebod, dat het (volk) niet zal terugkeren. ~
645 21, 105| de geschriften geschreven dat Mijn rechtvaardige dienaren
646 21, 108| Voorzeker, mij is geopenbaard dat uw God slechts een enig
647 22, 4 | vriend neemt is verordend, dat hij hem zal verleiden en
648 22, 5 | de Opstanding, bedenkt, dat Wij u hebben geschapen uit
649 22, 5 | hoge ouderdom bereiken, dat zij, na geweten te hebben,
650 22, 11 | zowel als het Hiernamaals. Dat is een duidelijk verlies. ~
651 22, 12 | schaden noch baten kan. Dat is een vergaande dwaling. ~
652 22, 15 | 15. Laat hij die denkt dat Allah hem (de profeet) in
653 22, 18 | Hebt gij dan niet gezien dat alles zich voor Allah nederwerpt,
654 22, 32 | Allah vereert, voorwaar, dat is de oprechtheid des harten. ~
655 22, 34 | uitspreken over het vee dat Hij hun heeft gegeven. Uw
656 22, 54 | kennis is gegeven mogen weten dat het (de verkondiging) de
657 22, 61 | 61. Dat is omdat Allah de nacht
658 22, 62 | 62. Dat is omdat Allah de Waarheid
659 22, 63 | 63. Hebt gij niet gezien, dat Allah water uit de hemel
660 22, 65 | 65. Hebt gij niet gezien, dat Allah al hetgeen op aarde
661 22, 65 | dienst heeft gesteld, en dat de schepen op Zijn bevel
662 22, 70 | 70. Weet gij niet dat Allah al hetgeen in de hemelen
663 22, 70 | aarde is, kent? Voorwaar dat is vastgesteld in een Boek,
664 22, 70 | vastgesteld in een Boek, dat is gemakkelijk voor Allah. ~
665 22, 72 | ik u over iets ergers dan dat inlichten? Het Vuur, Allah
666 22, 72 | beloofd aan de ongelovigen. En dat is een slechte bestemming." ~
667 22, 73 | zou wegnemen, zouden zij dat niet kunnen terugnemen.
668 22, 78 | boodschapper getuige over u zij, en dat gij getuige moogt zijn over
669 23, 35 | 35. Belooft hij u dat wanneer gij dood zijt en
670 23, 44 | Vervloekt zij het volk dat niet wil geloven. ~
671 23, 52 | 52. En weet dat uw gemeenschap één gemeenschap
672 23, 52 | gemeenschap één gemeenschap is en dat Ik uw Heer ben. Neemt Mij
673 23, 55 | 55. Denken zij dat vanwege de rijkdom en de
674 23, 62 | vermogen. Bij Ons is een boek, dat de waarheid spreekt en hun
675 23, 68 | er iets tot hen gekomen dat niet tot hun voorvaderen
676 23, 69 | boodschapper niet erkend dat zij hem niet aanvaarden? ~
677 23, 100| het is slechts een woord dat hij uit." En achter hen
678 23, 109| gedeelte van Mijn dienaren dat placht te zeggen: "O, onze
679 23, 115| 115. Dacht gij, dat Wij u tevergeefs schiepen
680 23, 115| u tevergeefs schiepen en dat gij niet tot Ons zult worden
681 24, 1 | 1. Dit is een hoofdstuk, dat Wij hebben geopenbaard en
682 24, 6 | de naam van Allah zweren dat hij voorzeker de waarheid
683 24, 7 | vijfde maal zal hij zeggen: dat Allah's vloek op hem ruste
684 24, 8 | van Allah getuigt en zegt, dat hij tot de leugenaars behoort. ~
685 24, 9 | vijfde maal zal zij zeggen: dat de toorn van Allah over
686 24, 15 | kennis bezat, dacht gij dat het onbeduidend was, terwijl
687 24, 19 | 19. Zij die graag willen dat onbetamelijkheid zich onder
688 24, 20 | barmhartigheid voor u en dat Allah Liefderijk en Genadevol
689 24, 22 | hoofd zien. Wenst gij niet dat Allah u zou vergeven? Allah
690 24, 25 | geven, en zij zullen weten dat alleen Allah de duidelijke
691 24, 27 | waarschuwen en te begroeten. Dat is beter voor u, opdat gij
692 24, 30 | Zeg tot de gelovige mannen dat zij hun ogen neergeslagen
693 24, 30 | ogen neergeslagen houden en dat zij hun passies beheersen.
694 24, 30 | zij hun passies beheersen. Dat is reiner voor hen. Voorzeker,
695 24, 31 | tot de gelovige vrouwen dat zij ook haar ogen neergeslagen
696 24, 31 | hun passies beheersen, en dat zij haar schoonheid niet
697 24, 31 | zichtbaar moet zijn, en dat zij haar hoofddoeken over
698 24, 31 | boezem laten hangen, en dat zij haar schoonheid niet
699 24, 36 | waaromtrent Allah heeft verordent dat zij zullen verrijzen, waarin
700 24, 39 | vlakte. De dorstige denkt dat het water is, wanneer hij
701 24, 39 | komt ontdekt hij echter dat het niets is. Maar hij vindt
702 24, 41 | 41. Ziet gij niet, dat alles in de hemelen en op
703 24, 43 | 43. Hebt gij niet gezien dat Allah de wolken voortdrijft,
704 24, 50 | twijfelen zij, of vrezen zij dat Allah en Zijn boodschapper
705 24, 53 | plechtigste eden bij Allah; dat zij indien gij hen beveelt,
706 24, 55 | werken verrichten beloofd, dat Hij hen voorzeker tot stedehouders
707 24, 55 | tot stedehouders maakte en dat Hij de godsdienst, die Hij
708 24, 55 | zeker zal bevestigen, en dat Hij hun na hun vrees, vrede
709 24, 57 | 57. Denkt niet, dat degenen die niet geloven,
710 24, 61 | zieken of uzelven geen kwaad, dat gij in uw eigen huizen eet
711 24, 61 | uw moeders zusters, of in dat huis waarvan gij de sleutel
712 24, 62 | wanneer zij wegens iets dat voor allen belangrijk is,
713 25, 10 | het wil u iets beters dan dat alles zal schenken - tuinen,
714 25, 11 | Uur en voor degenen die dat Uur verloochenen hebben
715 25, 36 | Gaat samen naar het volk dat Onze Tekenen verloochent."
716 25, 44 | 44. Denkt gij dat de meesten hunner horen
717 25, 55 | zij naast Allah datgene dat hen helpen noch schaden
718 25, 57 | vergoeding er voor, behalve dat hij, die dit wil, de weg
719 25, 68 | overspel plegen; en hij die dat doet zal een straf ondergaan. ~
720 26, 12 | hij: "Mijn Heer, ik vrees, dat zij mij zullen verloochenen; ~
721 26, 14 | tegen mij, dus vrees ik dat zij mij zullen doden." ~
722 26, 22 | mij in herinnering brengt, dat gij de kinderen van Israël
723 26, 50 | 50. Zij antwoordden: "Dat geeft niet; wij zullen voorzeker
724 26, 51 | 51. Wij hopen dat onze Heer ons onze zonden
725 26, 74 | antwoordden: "Maar wij vonden dat onze vaderen hetzelfde deden." ~
726 26, 166| Neen, gij zijt een volk dat de perken te buiten gaat." ~
727 26, 186| zoals wij en wij denken dat gij tot de leugenaars behoort. ~
728 26, 189| dag der overschaduwing. Dat was waarlijk de straf van
729 26, 197| het geen teken voor hen dat de geleerden onder de kinderen
730 26, 208| vernietigden nooit een stad, zonder dat er voor haar een Waarschuwer
731 26, 211| noch zijn zij in staat, dat te doen. ~
732 27, 19 | laat mij het goede doen dat U behaagt en laat mij door
733 27, 20 | zeide: "Hoe kan het zijn dat ik de hop niet zie? Is hij
734 27, 24 | 24. Ik vond, dat zij en haar volk de zon
735 27, 27 | waarheid hebt gesproken of dat gij tot de leugenaars behoort. ~
736 27, 41 | hij (Salomo) zeide: "Zorgt dat haar eigen troon haar tegenstaat.
737 27, 41 | zij de rechte weg volgt of dat zij behoort tot degenen
738 27, 44 | toen zij het zag, dacht zij dat het een massa water was,
739 27, 44 | zeide: "Het is een paleis dat geplaveid is met glas."
740 27, 47 | Neen, gij zijt een volk dat beproefd wordt." ~
741 27, 49 | tot elkander bij Allah, dat wij zeker Salih en zijn
742 27, 52 | een teken voor een volk, dat begrijpt.
743 27, 56 | volk was niets anders dan dat zij zeiden: "Verdrijft Lot'
744 27, 60 | Neen, zij zijn een volk dat het spoor bijster is. ~
745 27, 64 | schepping voortbrengt en dat dan herhaalt, en u (voedsel)
746 27, 72 | 72. Zeg: "Het kan zijn, dat een gedeelte van de straf
747 27, 82 | aarde te voorschijn brengen dat hen zal verwonden, omdat
748 27, 86 | Hebben zij niet gezien dat Wij de nacht hebben ingesteld
749 27, 86 | voorwaar tekenen voor een volk dat gelooft. ~
750 28, 3 | waarheid, ten bate van een volk dat wil geloven. ~
751 28, 13 | en opdat zij mocht weten dat de belofte van Allah waar
752 28, 22 | keerde, zeide hij: "Ik hoop dat mijn Heer mij naar de rechte
753 28, 27 | vinden, als Allah het wil, dat ik tot de rechtvaardigen
754 28, 28 | 28. Mozes antwoordde: "Dat is een overeenkomst tussen
755 28, 33 | man onder hen, en ik vrees dat zij mij nu zullen doden. ~
756 28, 34 | waarheid, want ik vrees dat zij mij zullen verloochenen." ~
757 28, 39 | het land. En zij dachten, dat zij nooit naar Ons zouden
758 28, 49 | Brengt dan een Boek van Allah dat een betere leiding geeft
759 28, 49 | leiding geeft dan dit, ik zal dat volgen, indien gij waarachtig
760 28, 50 | niet antwoorden, weet dan dat zij slechts hun eigen begeerten
761 28, 59 | En uw Heer is niet zo, dat Hij steden vernietigt, voordat
762 28, 72 | gij kunt rusten? Wilt gij dat niet inzien?" ~
763 28, 73 | door Zijn barmhartigheid dat Hij nacht en dag voor u
764 28, 75 | bewijs." Dan zullen zij weten dat de Waarheid aan Allah behoort.
765 28, 76 | zoveel schatten gegeven dat zijn sleutels zeker een
766 28, 78 | gegeven." Wist hij niet dat Allah vóór hem vele geslachten
767 28, 86 | En gij hadt niet verwacht dat het Boek (de Koran) aan
768 29, 2 | 2. Denken de mensen dat zij (met rust) zullen worden
769 29, 2 | zeggen: "Wij geloven" zonder dat zij zullen worden beproefd? ~
770 29, 4 | die slechte daden doen, dat zij Ons zullen ontsnappen?
771 29, 5 | met Allah verwacht (wete dat) Allah's vastgestelde tijd
772 29, 8 | trachten u er toe te brengen dat gij iets met Mij vereenzelvigt
773 29, 16 | Aanbid Allah en vrees Hem. Dat zal voor u het beste zijn
774 29, 19 | verwekt, en daarna herhaalt? Dat is zeker gemakkelijk voor
775 29, 24 | zeker tekenen voor een volk dat wil geloven. ~
776 29, 29 | volk was niet anders dan dat zij zeiden: "Breng de straf
777 29, 30 | mijn Heer, tegen het volk dat onheil sticht." ~
778 29, 35 | teken achter voor een volk, dat begrijpt. ~
779 29, 51 | het niet genoeg voor hen dat Wij u het Boek hebben geopenbaard
780 29, 51 | Boek hebben geopenbaard dat aan hen wordt voorgelezen?
781 29, 51 | en aanzien voor een volk dat gelooft. ~
782 29, 64 | tehuis van het Hiernamaals, dat is het werkelijke Leven,
783 29, 67 | Hebben zij niet gezien, dat Wij een veilig Heiligdom (
784 30, 20 | tot Zijn tekenen behoort, dat Hij u uit stof schiep; en
785 30, 21 | dit is onder Zijn tekenen, dat Hij uit uw midden echtgenoten
786 30, 21 | zeker tekenen voor een volk, dat nadenkt. ~
787 30, 23 | zeker tekenen voor een volk, dat luistert. ~
788 30, 24 | tekenen behoort eveneens dat Hij u de bliksem toont als
789 30, 24 | toont als vrees en hoop. En dat Hij water uit de hemel nederzendt
790 30, 24 | zeker tekenen voor een volk, dat wil begrijpen. ~
791 30, 25 | dit is onder Zijn tekenen, dat de hemelen en de aarde in
792 30, 28 | tekenen uit aan een volk dat begrijpt. ~
793 30, 30 | kent geen verandering. - Dat is het ware geloof. Maar
794 30, 35 | gezag tot hen nedergezonden, dat spreekt over hetgeen zij
795 30, 37 | Hebben zij niet ingezien, dat Allah de voorziening vergroot
796 30, 37 | waarlijk tekenen voor een volk dat wil geloven. ~
797 30, 38 | reiziger wat hun toekomt. Dat is het beste voor degenen
798 30, 46 | één onder Zijn tekenen is dat Hij de winden met blijde
799 30, 55 | zullen de schuldigen zweren, dat zij slechts een uur hebben
800 31, 20 | 20. Hebt gij niet gezien, dat Allah alles wat in de hemelen
801 31, 29 | 29. Hebt gij niet gezien, dat Allah de nacht in de dag
802 31, 29 | en de dag in de nacht en dat hij de zon en de maan in
803 31, 31 | 31. Hebt gij niet gezien, dat de schepen op zee varen
804 32, 26 | inzicht (door het feit) dat Wij zovele geslachten vóór
805 32, 27 | Hebben zij niet gezien dat Wij het water naar het droge
806 33, 4 | werkelijke) zonen gemaakt. Dat is slechts een woord dat
807 33, 4 | Dat is slechts een woord dat men uit, maar Allah spreekt
808 33, 5 | hen bij hun vaders naam dat is billijker in de ogen
809 33, 14 | veroorzaken, zouden zij dat terstond hebben gedaan en
810 33, 15 | vroeger een verbond gesloten dat zij hun rug niet zouden
811 33, 20 | 20. Zij denken, dat de bondgenoten niet zijn
812 33, 23 | gebleven zijn aan het verbond dat zij met Allah hebben gesloten.
813 33, 36 | een zaak hebben beslist, dat er voor hen een keuze zou
814 33, 37 | Allah er meer recht op heeft dat gij Hem zoudt vrezen. Toen
815 33, 47 | gelovigen het blijde nieuws dat zij van Allah grote genade
816 33, 53 | dan en blijft niet praten. Dat is lastig voor de profeet;
817 33, 53 | van achter het gordijn. Dat is reiner voor uw hart en
818 33, 53 | Allah lastig te vallen, noch dat gij ooit zijn vrouwen na
819 33, 53 | vrouwen na hem zoudt huwen. Dat zou in de ogen van Allah
820 33, 58 | vrouwen lastig vallen zonder dat dezen er schuld aan hebben,
821 33, 59 | de vrouwen der gelovigen dat zij een gedeelte van haar
822 33, 63 | weet het niet; het kan zijn dat het Uur nabij is. ~
823 33, 73 | 73. Het gevolg er van is dat Allah huichelachtige mannen
824 34, 6 | kennis is gegeven, zien, dat alles wat u van uw Heer
825 34, 7 | aanwijzen die u meedeelt dat wanneer gij door bederf
826 34, 14 | bemerkten de dijnn duidelijk, dat, indien zij het onzichtbare
827 34, 22 | aan, waarvan gij beweert dat zij Goden zijn buiten Allah.
828 34, 44 | Wij gaven hun geen boek dat zij bestudeerden, noch zonden
829 34, 46 | slechts één ding te doen; dat gij paarsgewijze en alleen
830 34, 46 | nadenkt. En (gij zult weten) dat er geen krankzinnigheid
831 34, 47 | loon ik ook van u vraag, dat is voor u. Mijn loon is
832 35, 4 | verloochenen (bedenk dan) dat de boodschappers vóór u
833 35, 10 | 10. Wie eer wenst (wete), dat alle eer aan Allah behoort.
834 35, 11 | of brengt voort, zonder dat Hij het weet. En niemands
835 35, 11 | verkort of verlengd zonder dat het in het Boek is vermeld.
836 35, 17 | 17. Dat is voor Allah niet moeilijk. ~
837 35, 27 | 27. Hebt gij niet gezien, dat Wij water van de hemel nederzenden
838 35, 27 | de hemel nederzenden en dat Wij daardoor vruchten voortbrengen
839 35, 32 | uitmunten naar Allah's gebod. Dat is de grote genade. ~
840 35, 37 | niet een leven, lang genoeg dat wie wilde nadenken, daarin
841 35, 42 | Allah hun plechtigste eden, dat indien een waarschuwer tot
842 35, 44 | in de hemelen en op aarde dat Allah kan overweldigen,
843 36, 6 | niet zijn gewaarschuwd en dat achteloos leeft. ~
844 36, 16 | zeiden: "Onze Heer weet dat wij inderdaad tot u zijn
845 36, 19 | Neen, gij zijt een volk dat alle perken te buiten gaat." ~
846 36, 22 | En welke reden heb ik, dat ik Hem, Die mij schiep en
847 36, 38 | zich naar haar bestemming. Dat is het gebod van de Almachtige,
848 36, 41 | het is voor hen een teken, dat Wij hun nakomelingen in
849 36, 60 | o gij kinderen van Adam, dat gij Satan niet zoudt dienen,
850 36, 61 | 61. Maar dat gij Mij zoudt dienen?" Dat
851 36, 61 | dat gij Mij zoudt dienen?" Dat was het rechte pad. ~
852 36, 71 | Hebben zij niet gezien, dat onder de dingen die Onze
853 36, 74 | naast Allah genomen, hopende dat zij mogen worden geholpen. ~
854 36, 77 | Heeft de mens niet begrepen dat Wij hem hebben geschapen
855 37, 25 | 25. "Wat scheelt u dat gij elkander niet helpt?" ~
856 37, 53 | 53. Dat wanneer wij dood zijn en
857 37, 92 | 92. Wat scheelt u, dat gij niet spreekt?" ~
858 37, 102| heb in een droom gezien, dat ik u heb te offeren. Zie,
859 37, 158| de djinn zeer goed weten, dat zij voor Hem zullen worden
860 38, 11 | een leger van bondgenoten dat zal worden verslagen. ~
861 38, 24 | weinigen." En David bemerkte, dat Wij hem hadden beproefd,
862 38, 27 | niet tevergeefs geschapen - Dat is het vermoeden der ongelovigen.
863 38, 29 | 29. Het Boek dat Wij aan u hebben geopenbaard
864 38, 32 | 32. Dat hij zeide: "Ik houd van
865 38, 62 | zullen zeggen: "Hoe komt het dat wij de mensen die wij onder
866 38, 70 | dit is aan mij geopenbaard dat ik een duidelijke waarschuwer
867 38, 85 | 85. Dat Ik de hel zeker met u en
868 39, 21 | 21. Hebt gij niet gezien, dat Allah water van de hemel
869 39, 25 | de straf over hen zonder dat zij bemerkten van waar. ~
870 39, 34 | ontvangen wat zij begeren; dat is de beloning dergenen
871 39, 42 | stellig tekenen voor een volk dat nadenkt. ~
872 39, 48 | De straf voor het kwaad dat zij bedreven zal hun duidelijk
873 39, 51 | 51. En het kwaad dat zij deden trof hen en wat
874 39, 52 | 52. Weten zij niet dat Allah de voorziening vermeerdert
875 39, 52 | zijn tekenen voor een volk dat wil geloven. ~
876 39, 55 | 55. "En volgt het beste dat u geopenbaard is door uw
877 39, 58 | niet moge zeggen: "Ik wilde dat er voor mij een terugkeer
878 40, 6 | opzichte van de ongelovigen: dat zij de bewoners van het
879 40, 9 | zeker barmhartigheid. En dat is de grootste zegepraal." ~
880 40, 22 | 22. Dat kwam omdat hun boodschappers
881 40, 26 | Heer aanroepen. Ik vrees dat hij uw godsdienst zal veranderen
882 40, 29 | zeide: "Ik wijs u alleen dat aan wat ik zelf zie en ik
883 40, 35 | tekenen van Allah zonder dat enig gezag (daarover) tot
884 40, 37 | bereiken ofschoon ik zeker weet dat hij een leugenaar is." Zo
885 40, 41 | volk, hoe komt het toch dat ik u tot redding roep en
886 40, 56 | van Allah twisten zonder dat hun het gezag daartoe verleend
887 41, 6 | Het is mij geopenbaard dat uw God slechts één God is;
888 41, 8 | zeker een loon ontvangen dat nooit zal ophouden. ~
889 41, 12 | lichten ter bescherming. Dat is de verordening van de
890 41, 15 | dan wij?" Wisten zij niet dat Allah, Die hen schiep machtiger
891 41, 22 | afleggen, maar gij dacht, dat Allah onbekend was met het
892 41, 28 | 28. Dat is het loon van Allah's
893 41, 30 | verheugt u over het paradijs dat u wordt beloofd. ~
894 41, 39 | behoort tot Zijn tekenen, dat gij de aarde droog en verschroeid
895 41, 47 | antwoorden: "Wij verklaren U, dat niemand van ons getuige
896 41, 48 | verloren en zij zullen weten dat zij gee toevluchtsoord hebben. ~
897 41, 50 | mij toe en ik denk niet dat het Uur zal plaatsvinden.
898 41, 53 | het hun duidelijk wordt dat dit de Waarheid is. Is het
899 41, 53 | Waarheid is. Is het niet genoeg dat uw Heer Getuige over alle
900 42, 5 | 5. Het is nabij dat de hemelen zullen worden
901 42, 13 | Voor de afgodendienarenis dat moeilijk waartoe gij hen
902 42, 14 | elkander. En ware het niet dat een Woord reeds van uw Heer
903 42, 15 | Ik geloof in elk Boek dat Allah heeft neder gezonden
904 42, 18 | vrezen er voor en weten dat het de Waarheid is. Ziet
905 42, 22 | alles vinden wat zij wensen. Dat is de grote genade. ~
906 42, 27 | met mate neder zoals Hij dat wil. Hij kent en ziet Zijn
907 42, 35 | redetwisten, mogen inzien dat zij geen toevlucht hebben. ~
908 42, 43 | geduldig is en vergeeft, - dat is voorzeker een (teken)
909 42, 51 | voor een mens niet mogelijk dat Allah tot hem zou spreken
910 43, 33 | Ware er niet (het gevaar) dat alle mensen één groep zouden
911 43, 35 | 35. En versieringen. Maar dat alles is niets dan een voorziening
912 43, 37 | weg af, en toch denkt hij dat hij juist geleid wordt. ~
913 43, 39 | zal het u heden niet baten dat gij samen dezelfde straf
914 43, 49 | overeenkomstig het verdrag dat Hij met u heeft gesloten,
915 43, 51 | op mijn bevel? Kunt, gij dat niet inzien? ~
916 43, 79 | richting bepaald? Dan doen Wij dat ook. ~
917 43, 80 | 80. Denken zij dat Wij hun heimelijk overleg
918 43, 86 | de Waarheid getuigt; en dat weten zij. ~
919 43, 88 | mijn Heer, dit is een volk dat niet gelooft." ~
920 44, 20 | mijn en uw Heer, vrezende dat gij mij zult stenigen. ~
921 45, 4 | zijn tekenen voor een volk dat zekerheid van geloof wil
922 45, 5 | eveneens tekenen voor een volk, dat zijn verstand gebruikt. ~
923 45, 12 | overvloed zult zoeken en dat gij dankbaar moogt zjin. ~
924 45, 13 | zeker tekenen voor een volk, dat nadenkt. ~
925 45, 14 | Zeg tegen de gelovigen, dat zij diegenen, die de dagen
926 45, 15 | 15. Wie goed doet, doet dat ten voordele van zijn eigen
927 45, 15 | en wie kwaad doet, doet dat tegen zijn eigen ziel. Ten
928 45, 20 | barmhartigheid aan een volk dat zekerheid van geloof heeft. ~
929 45, 21 | die slechte daden doen, dat Wij hen zullen behandelen
930 45, 22 | in waarheid geschapen, zo dat elke ziel voor hetgeen zij
931 45, 30 | barmhartigheid toelaten. Dat is de openlijke zegepraal. ~
932 46, 4 | hemelen? Brengt mij een boek, dat vóór dit is geopenbaard
933 46, 5 | antwoorden en die niet wet,en dat men hen aanroept? ~
934 46, 15 | Heer, stel mij in staat, dat ik dankbaar moge zijn voor
935 46, 15 | mijn ouders hebt bewezen en dat ik het goede moge doen,
936 46, 15 | ik het goede moge doen, dat U behaagt. En laat mijn
937 46, 17 | gij beiden! Dreigt gij mij dat ik opgewekt zal worden,
938 46, 18 | vóór hen zijn heengegaan, dat zij zeker de verliezers
939 46, 23 | aan u over, maar ik zie dat gij een onwetend volk zijt." ~
940 46, 24 | regen zal geven." Neen, dat is hetgeen gij zocht te
941 46, 25 | het kwam met hen zó ver dat slechts hun lege woningen
942 46, 28 | faalden hier geheel in. -Dat was hun leugen - en wat
943 46, 30 | een Boek horen voorlezen, dat na Mozes nedergezonden is,
944 46, 30 | Mozes nedergezonden is, en dat het voorafgaande vervult,
945 46, 33 | Hebben zij niet ingezien dat Allah, Die de hemelen en
946 47, 3 | 3. Dat is omdat de ongelovigen
947 47, 6 | En hen in het paradijs, dat Hij hun heeft bekend gemaakt,
948 47, 9 | 9. Dat is omdat zij, hetgeen Allah
949 47, 11 | 11. Dat is, omdat Allah de Beschermer
950 47, 15 | Het beeld van het paradijs dat aan de godvruchtigen is
951 47, 15 | zijn daarin stromen water dat niet bederft; en stromen
952 47, 18 | wachten op niets dan het Uur dat onverwachts over hen kan
953 47, 19 | 19. Weet, dat er buiten Allah geen God
954 47, 26 | 26. Dat is doordat zij tot degenen
955 47, 29 | Denken zij wier hart ziek is, dat Allah hun boosaardigheden
956 48, 2 | zonden moge behoeden en dat Hij Zijn gunst aan u moge
957 48, 3 | 3. En dat Allah u met een machtige
958 48, 5 | feilen van hen moge wegnemen; dat is in de ogen van Allah
959 48, 6 | 6. En dat Hij de huichelaars en huichelaarsters
960 48, 12 | 12. Neen, gij dacht dat de boodschapper en de gelovigen
961 48, 12 | gezinnen zouden terugkeren en dat was voor uw hart schoonschjinend
962 48, 12 | daarom werdt gij een volk dat ten gronde gaat." ~
963 48, 20 | zijn voor de gelovigen en dat Hij u op het rechte pad
964 48, 25 | kon hebben gekleefd zonder dat gij het wist, (zou Hij u
965 48, 25 | te vechten, maar Hij deed dat niet) opdat Hij in Zijn
966 48, 29 | als het zaad van koren, dat zijn scheut uitspruit, en
967 49, 2 | vruchteloos mogen worden zonder dat gij het bemerkt. ~
968 49, 7 | 7. En weet, dat de boodsehapper van Allah
969 49, 11 | een volk het andere volk dat waarschijnlijk beter is
970 49, 17 | achten het een gunst voor u dat zij de Islam hebben omhelsd.
971 50, 2 | Maar zij verwonderen zich dat er uit e hun midden een
972 50, 4 | verteert en bij Ons is een Boek dat alles bewaart. ~
973 50, 6 | opgericht en versierd en dat dezelve geen gebreken heeft? ~
974 50, 42 | werkelijkheid zullen horen, dat zal de Tijd zijn van het
975 51, 21 | En ook in uzelf, wilt gij dat niet inzien? ~
976 51, 57 | geen onderhoud noch wens Ik dat zij Mij zullen voeden. ~
977 51, 59 | onrechtvaardigen is gelijk aan dat van hun gezellen. Laat hen
978 52, 14 | zeggen:) "Dit is het Vuur dat gij placht te loochenen." ~
979 52, 21 | zullen Wij hun nageslacht, dat hun in het geloof volgt,
980 52, 32 | 32. Is het hun verstand, dat hun dit oplegt of zijn zij
981 53, 22 | 22. Dat is dan een onrechtvaardige
982 53, 38 | 38. Dat geen drager van last de
983 53, 39 | 39. En dat de mens niet meer kan krijgen
984 53, 40 | 40. En dat zijn streven spoedig zal
985 53, 42 | 42. En dat alles uiteindelijk tot uw
986 53, 43 | 43. En dat Hij het is, Die doet lachen
987 53, 44 | 44. En dat Hij het is, Die de dood
988 53, 45 | 45. En dat Hij de twee echtgenoten
989 53, 47 | 47. En dat de volgende opwekking (tot
990 53, 48 | 48. En dat Hij het is Die voldoening
991 53, 49 | 49. En dat Hij de Heer van Sirius is. ~
992 53, 50 | 50. En dat Hij de oude (stam van Aad)
993 54, 28 | 28. En zeg hun, dat het water tussen hen is
994 54, 28 | tussen hen is verdeeld en dat de tijd van elke drinkbeurt
995 56, 20 | 20. En met fruit dat zij het liefst hebben - ~
996 56, 21 | En met vlees van vogelen dat zij begeren. ~
997 56, 64 | het groeien of doet gij dat? ~
998 56, 65 | Wij het willen, kunnen Wij dat alles tot stof maken, dan
999 56, 68 | 68. Ziet, het water dat gij drinkt, ~
1000 56, 71 | 71. En zeg mij; het vuur dat gij aansteekt, ~
1-500 | 501-1000 | 1001-1125 |