Sura, Verse
1 2, 128| onderdanig en maak van ons nageslacht een volk, dat U onderdanig
2 2, 205| stichten en de oogst en het nageslacht (van de mens) te vernietigen,
3 3, 36 | en ik stel haar en haar nageslacht onder Uw bescherming tegen
4 3, 38 | Mijn Heer geef mij een rein nageslacht; voorzeker, Gij verhoort
5 4, 9 | indien zij hun eigen zwakke nageslacht mochten achterlaten, bezorgd
6 6, 133| wil, zoals Hij u uit het nageslacht van andere mensen deed ontstaan. ~
7 7, 172| Heer van Adams kinderen een nageslacht uit hun lendenen voortbracht,
8 17, 3 | 3. "O, nageslacht dergenen die Wij met Noach (
9 18, 50 | Heer. Zult gij hem en zijn nageslacht tot vrienden nemen, terwijl
10 19, 58 | namelijk de profeten van het nageslacht van Adam en van degenen
11 19, 58 | droegen (in de ark) en van het nageslacht van Abraham en Israël; en
12 29, 27 | profetenambt en het Boek onder zijn nageslacht, en Wij gaven hem zijn beloning
13 32, 8 | Daarna maakte Hij zijn nageslacht uit een uittreksel van een
14 37, 113| En er zijn er onder hun nageslacht die goed doen en anderen
15 52, 21 | gelovigen zullen Wij hun nageslacht, dat hun in het geloof volgt,
16 57, 26 | en Wij plaatsten in hun nageslacht het profetenambt en het
17 71, 27 | onzedelijk en ondankbaar nageslacht voortbrengen. ~
|