1-500 | 501-1000 | 1001-1120
Sura, Verse
1001 54, 40 | gemaakt ter vermaning. Is er iemand die er lering uit
1002 54, 40 | vermaning. Is er iemand die er lering uit trekt? ~
1003 54, 41 | 41. Er kwamen ook waarschuwers
1004 54, 48 | zullen worden gesleurd, zal er tot hen worden gezegd: "
1005 54, 51 | gelijken vernietigd. Is er iemand die er lering uit
1006 54, 51 | vernietigd. Is er iemand die er lering uit trekt? ~
1007 55, 4 | heeft hem de uiteenzetting (er van) geleerd. ~
1008 55, 7 | Hij heeft de hemel hoog er boven verheven en een evenwicht
1009 55, 22 | 22. Er komen paarlen en koraal
1010 55, 27 | 27. En er blijft alleen het Aangezicht
1011 55, 35 | 35. Er zullen vurige vlammen en
1012 55, 46 | 46. Maar er zullen voor hem die het
1013 55, 62 | En naast deze twee zijn er nog twee tuinen. ~
1014 55, 68 | 68. In beide zullen er vruchten, dadels en granaatappels
1015 56, 2 | 2. Zal er niets dit plaatsvinden kunnen
1016 56, 22 | 22. En er zullen schonen zijn met
1017 56, 53 | 53. En zult er uw buik mee vullen, ~
1018 56, 59 | of zijn Wij de Schepper er van? ~
1019 56, 62 | schepping. Waarom trekt gij er dan geen lering uit? ~
1020 56, 72 | Zijt gij het die de boom er voor doet groeien of zijn
1021 57, 1 | 1. Wat er ook in de hemelen en op
1022 57, 4 | wat de aarde ingaat en wat er uit voortkomt, en wat van
1023 57, 4 | hemelen nederkomt en wat er naar toe opstijgt. Hij is
1024 57, 12 | uitstralende; verblijdend nieuws is er voor u op deze Dag! Tuinen
1025 57, 13 | van uw licht nemen," zal er gezegd worden: "Gaat terug
1026 57, 13 | en zoekt licht." Dan zal er tussen hen een muur worden
1027 57, 13 | opgericht met een poort er in. Aan de binnenkant zal
1028 57, 20 | En in het Hiernamaals is er een strenge straf en Allah'
1029 57, 22 | 22. Er gebeurt geen ongeluk op
1030 58, 4 | verordeningen van Allah; en er is een pijnlijke straf voor
1031 58, 7 | hemelen en op aarde is? Er is geen geheim gesprek van
1032 58, 11 | O, gij die gelooft, als er u gezegd wordt: "Maakt plaats
1033 58, 11 | plaats voor u maken. En als er gezegd wordt "Staat op"
1034 58, 16 | van Allah af; voor hen zal er een vernederende straf zijn. ~
1035 59, 2 | gelovigen vernielden. Trekt er daarom een lering uit, o
1036 59, 15 | hunner daden ondergingen, is er voor hen een pijnlijke straf. ~
1037 59, 21 | de mensen voor opdat zij er over nadenken. ~
1038 59, 22 | Hij is Allah, naast Wie er geen God is, de Kenner van
1039 59, 23 | Hij is Allah, naast Wie er geen God is, de Koning,
1040 60, 4 | 4. Er is een goed voorbeeld voor
1041 60, 4 | aanbidt. Wij verwerpen u en er is tussen u en ons eeuwige
1042 61, 8 | vervolmaken, hoewel de ongelovigen er afkerig van zijn. ~
1043 61, 9 | zijn de afgodendienaren er afkerig van. ~
1044 62, 11 | enig vermaak zien, gaan zij er haastig heen en laten u
1045 63, 5 | 5. En wanneer er tot hen wordt gezegd: "Komt,
1046 63, 8 | terugkeren zal de aanzienlijkste er zeker de minste uitdrijven;"
1047 64, 1 | 1. Wat er ook in de hemelen en op
1048 64, 11 | 11. Er gebeurt geen ongeluk zonder
1049 64, 13 | 13. Allah! Er is geen God dan Hij; laat
1050 64, 14 | 14. O, gij gelovigen, er zijn onder uw echtgenoten
1051 64, 15 | beproeving; doch bij Allah is er een grote beloning. ~
1052 66, 3 | mede. Hij maakte een deel er van bekend en verzweeg een
1053 66, 3 | op de hoogte, heeft mij er bericht van gegeven." ~
1054 66, 10 | haar niet tegen Allah, en er werd tot hen gezegd: "Gaat
1055 66, 10 | tezamen met degenen die er binnengaan." ~
1056 67, 7 | 7. Wanneer zij er in worden geworpen, zullen
1057 67, 8 | woede. Telkens als een groep er in geworpen wordt, zullen
1058 67, 8 | wordt, zullen de bewakers er van (der hel) hun vragen: "
1059 67, 8 | der hel) hun vragen: "Kwam er geen waarschuwer tot u?" ~
1060 67, 21 | 21. Of wie is er die voor u wil zorgen indien
1061 67, 23 | weinig dank betuigt gij er voor." ~
1062 67, 27 | ongelovigen zich verduisteren en er zal gezegd worden: "Dit
1063 68, 3 | 3. En voorzeker er is een loon voor u dat niet
1064 68, 19 | 19. Toen kwam er van uw Heer een bezoeking
1065 68, 34 | voor de rechtvaardigen zijn er verrukkelijke tuinen bij
1066 68, 36 | 36. Wat is er met u? Hoe oordeelt gij? ~
1067 69, 7 | kunnen zien hoe het volk er door neergeworpen werd,
1068 69, 42 | gering is de lering, die gij er uit trekt. ~
1069 69, 49 | voorzeker, Wij weten dat er onder u loochenaars zijn. ~
1070 69, 50 | Waarlijk, de ongelovigen zullen er wroeging over hebben. ~
1071 70, 28 | 28. Voorwaar, er is geen beveiliging voor
1072 71, 20 | Zodat gij de brede wegen er van doorkruist." ~
1073 72, 2 | leidt; daarom hebben wij er in geloofd, en wij zullen
1074 72, 6 | 6. Voorzeker, waren er enige mensen die toevlucht
1075 72, 11 | 11. Er zijn onder ons die rechtvaardig
1076 72, 11 | die rechtvaardig zijn en er zijn onder ons die anders
1077 72, 13 | leiding hoorden, geloofden wij er in. En hij, die gelooft
1078 72, 14 | 14. En er zijn onder ons Moslims en
1079 72, 14 | zijn onder ons Moslims en er zijn onder ons die van de
1080 73, 3 | 3. De helft er van of minder dan dat. ~
1081 73, 9 | het Oosten en het Westen, er is geen andere God naast
1082 73, 14 | 14. Er zal een Dag komen waarop
1083 73, 20 | somsdehelft of ook wel een derde er van, en eveneens doet dit
1084 73, 20 | gemakkelijk valt. Hij weet dat er enigen onder u ziek kunnen
1085 73, 20 | voor Allah's zaak. Zegt er dus zoveel van (de Koran)
1086 74, 30 | 30. Daarover waken er negentien (engelen). ~
1087 74, 55 | 55. Die wil, trekke er lering uit. ~
1088 74, 56 | 56. Doch zij zullen er geen lering uit trekken
1089 75, 16 | 16. Beweeg uw tong er niet mede om deze (woorden)
1090 75, 17 | verzamelen en het verkondigen er van rust op Ons. ~
1091 75, 19 | Daarna rust de verklaring er van op Ons. ~
1092 75, 27 | 27. En er zal worden gezegd: "Wie
1093 76, 1 | 1. Voorzeker, er is voor de mens een tijdperk
1094 77, 27 | 27. En hebben Wij er geen hoge bergen op geplaatst
1095 77, 48 | 48. En als er tot hen wordt gezegd: "Buigt
1096 78, 31 | 31. Voorwaar, er is triomf voor de rechtvaardigen, ~
1097 80, 2 | 2. Omdat er een blinde man tot hem kwam. ~
1098 80, 7 | 7. Hoewel gij er niet voor aansprakelijk
1099 80, 12 | Dus, wie het wil, laat hem er lering uit trekken. ~
1100 81, 8 | 8. En wanneer er over het gedode kind (verantwoording)
1101 82, 10 | 10. Maar voorzeker er zijn bewakers over u. ~
1102 82, 16 | 16. En zij zullen er niet aan kunnen ontsnappen. ~
1103 82, 17 | 17. En wat weet gij er van wat de Dag des Oordeels
1104 82, 18 | Nogmaals, wat weet gij er van wat de Dag des Oordeels
1105 83, 8 | 8. En wat weet gij er van wat Sidjdjien is? ~
1106 83, 17 | 17. En er zal tot hen worden gezegd: "
1107 83, 19 | 19. En wat weet gij er van wat"Illijjien" is? ~
1108 85, 6 | 6. Ziet! Zij zaten er bij, ~
1109 86, 2 | 2. En wat weet gij (er van) wat de morgenster is? ~
1110 86, 4 | 4. Er is geen ziel waarover geen
1111 87, 10 | 10. Hij die vreest zal er lering uit trekken; ~
1112 90, 12 | 12. En wat weet gij (er van) wat de heuvel is? ~
1113 91, 5 | de hemel en de schepping er van. ~
1114 92, 15 | 15. Niemand zal er binnengaan dan de rampzaligste, ~
1115 97, 2 | 2. Wat weet gij (er van) wat de waardevolle
1116 99, 3 | mens zal zeggen: "Wat is er met haar gebeurd?" ~
1117 101, 3 | 3. En wat weet gij (er van) wat de ramp is? ~
1118 104, 5 | 5. En wat weet gij er van wat het verterende Vuur
1119 107, 6 | 6. En zij, die er mee te koop lopen. ~
1120 107, 7 | 7. En zich er van weerhouden de behoeftige
1-500 | 501-1000 | 1001-1120 |