Sura, Verse

 1  12, 6  | die voordien aan twee uwer voorvaderen, Abraham en Izaak had voltooid.
 2  18, 55 | zij vragen) dat de weg der voorvaderen over hen kome of dat de
 3  23, 24 |   boodschapper) onder onze voorvaderen gehoord. ~
 4  23, 68 |   gekomen dat niet tot hun voorvaderen kwam? ~
 5  23, 83 |  83. "Dit werd ons en onze voorvaderen ook beloofd maar het zijn
 6  26, 26 |   Uw Heer, en de Heer uwer voorvaderen." ~
 7  26, 76 |              76. Gij en uw voorvaderen? ~
 8  27, 68 |    gedreigd, - ons en onze voorvaderen; dit zijn niets dan fabelen
 9  28, 36 | iets dergelijks onder onze voorvaderen." ~
10  37, 17 |                17. En onze voorvaderen ook?" ~
11  37, 69 |   Zij vonden inderdaad hun voorvaderen in dwaling.
12  37, 126|    uw Heer en de Heer uwer voorvaderen?" ~
13  44, 8  |    uw Heer en de Heer uwer voorvaderen. ~
14  44, 36 |             36. Breng onze voorvaderen dan terug indien gij de
15  56, 48 |            48. En ook onze voorvaderen?" ~