Sura, Verse

 1   2, 105| afgodendienaren, gunnen niet, dat iets goeds tot u nedergezonden wordt
 2   2, 197|               zijn. En wat gij ook aan goeds doet, Allah weet het. En
 3   3, 120|                        120. Als u iets goeds overkomt verdriet het hen
 4   4, 19 |                iets, waarin Allah veel goeds kan hebben gelegd. ~
 5   4, 78 |                torens. En als hen iets goeds overkomt zeggen zij: "Dit
 6   4, 114|                 der huichelaars) niets goeds; in tegenstelling tot diegenen
 7   6, 158|                niet geloofde noch iets goeds door haar geloof verdiende.
 8   7, 131|                        131. Wanneer er goeds tot hen kwam zeiden zij: "
 9   9, 50 |                      50. Indien u iets goeds overkomt, verdriet het hen,
10  11, 31 |             minacht dat Allah hun geen goeds zal schenken. Allah weet
11  15, 88 |            sommige groepen hunner (aan goeds) hebben geschonken noch
12  16, 30 |                degenen, die goed doen, goeds in deze wereld doch het
13  16, 76 |                 hij brengt (hem) niets goeds mee. Kan deze gelijk zijn
14  28, 24 |          behoefte aan wat Gij mij voor goeds moogt nederzenden." ~
15  73, 20 |               een goede lening. En wat goeds gij voor u uitzendt, gij