Sura, Verse

 1   2, 74 |  neervallen. En Allah is niet achteloos, ten opzichte van wat gij
 2   2, 144|       hun Heer; Allah is niet achteloos ten aanzien van wat zij
 3   2, 149|     uw Heer. En Allah is niet achteloos ten aanzien van hetgeen
 4  10, 92 |       merendeel der mensen is achteloos ten opzichte van Onze tekenen. ~
 5  14, 42 |       42. Denk niet dat Allah achteloos is omtrent hetgeen de onrechtvaardigen
 6  15, 3  |      laat hun ijdele hoop hen achteloos maken; zij zullen het weldra
 7  18, 28 |       aan hem, wiens hart Wij achteloos hebben gemaakt voor de gedachte
 8  19, 39 | worden geveld. Thans zijn zij achteloos en geloven niet. ~
 9  21, 3  |             3. En hun hart is achteloos. En de onrechtvaardigen
10  24, 37 |   door handel noch door zaken achteloos worden om Allah te gedenken,
11  28, 15 |   tijdstip waarop de bewoners achteloos waren, en hij vond er twee
12  36, 6  |      zijn gewaarschuwd en dat achteloos leeft. ~
13  50, 22 |         Gij waart hieromtrent achteloos. Nu hebben Wij uw sluier
14  53, 61 |               61. Terwijl gij achteloos zijt? ~
15 107, 5  |              5. En de gebeden achteloos opzeggen. ~