Sura, Verse

 1   3, 161|   iedere ziel ten volle worden vergolden naar hetgeen zij verdiende, -
 2   6, 120|       hetgeen zij doen, worden vergolden. ~
 3   7, 180|       met rust. Hun zal worden vergolden naar hetgeen zij hebben
 4  10, 52 |        straf. Er wordt u niets vergolden dan hetgeen gij verdiendet." ~
 5  28, 84 |     kwaad doen, worden slechts vergolden naar datgene wat zij deden. ~
 6  34, 17 |                    17. Daarmee vergolden Wij hen wegens hun ondankbaarheid,
 7  37, 39 |        gij zult slechts worden vergolden voor hetgeen gij deedt. ~
 8  37, 53 |  geworden, ons inderdaad wordt vergolden?" ~
 9  40, 40 |   evenredigheid hiervan worden vergolden; maar wie goed doet, man
10  45, 22 |      voor hetgeen zij verdient vergolden moge worden en hun zal geen
11  46, 20 |   straf der vernedering worden vergolden omdat gij ten onrechte op
12  52, 16 |   ongeduld toont. U is slechts vergolden voor hetgeen gij placht
13  66, 7  |    vandaag niet! U zal slechts vergolden worden voor hetgeen gij
14  83, 36 | Voorzeker wordt de ongelovigen vergolden voor hetgeen zij plachten