1-500 | 501-904
bold = Main text
Sura, Verse grey = Comment text
1 Voo | ontmoette talrijke moeilijkheden op haar weg, doch deze werden
2 Voo | een oorspronkelijk vers op tweeërlei manier kon worden
3 Voo | andersoortige lectuur, vestigen op het feit, dat de stijl van
4 Voo | verplicht zijn wanneer zy ons op de hoogte willen stellen
5 1, 6 | 6. Leid ons op het rechte pad, ~
6 1, 7 | geschonken - niet dat van hen, op wie toorn is nedergedaald,
7 2, 11 | gezegd: "Richt geen onheil op aarde aan" dan zeggen zij: "
8 2, 12 | 12. Pas op! Voorzeker zij zijn het
9 2, 27 | scheiden en die onheil op aarde stichten, dezen zijn
10 2, 29 | Hij is het, Die alles, wat op aarde is, voor u schiep:
11 2, 30 | Ik wil een stedehouder op aarde plaatsen," zeiden
12 2, 36 | elkander vijandig. Er zal op aarde een tijdelijke woonplaats
13 2, 60 | volk bad zeiden Wij: "Sla op de rots met uw staf" en
14 2, 60 | voortgebracht en wandelt niet op aarde, onheil stichtende. ~
15 2, 61 | Heer, dat Hij van hetgeen op aarde groeit - groenten
16 2, 85 | schande in dit leven; en op de Dag van Opstanding zullen
17 2, 89 | Gods vloek rust derhalve op de ongelovigen. ~
18 2, 90 | Daardoor brachten zij toorn op toorn over zich en er is
19 2, 97 | waarlijk, hij openbaarde het op Allah's bevel aan uw hart,
20 2, 113| kennis hebben. Maar Allah zal op de Dag der Opstanding uitspraak
21 2, 116| alles, wat in de hemelen en op aarde is, behoort Hem toe
22 2, 132| legde Abraham aan zijn zonen op en Jacob deed desgelijks,
23 2, 157| 157. Dezen zijn het, op wie de zegeningen en de
24 2, 158| Allah. Er rust derhalve op hem, die de Hadj (pelgrimstocht)
25 2, 168| hetgeen geoorloofd en goed is op aarde en treedt niet in
26 2, 171| De ongelovigen gelijken op hem, die schreeuwt naar
27 2, 173| wenst en geen overtreder is, op hem rust geen zonde. Want
28 2, 174| niets, dan Vuur. Allah zal op de Dag der Opstanding niet
29 2, 181| schuld er van zal gewis op hem rusten, die dat verandert.
30 2, 184| wie onder u ziek is, of op reis, vaste een aantal andere
31 2, 185| Maar wie onder u ziek of op reis is, een aantal andere
32 2, 187| Het is u veroorloofd, om op de nacht van het vasten
33 2, 210| 210. Zij wachten op niets anders, dan dat Allah
34 2, 212| boven hen verheven zijn op de dag der opstanding: Allah
35 2, 229| geschied, behoud haar dan op behoorlijke wijze of zend
36 2, 231| bereiken, behoudt haar dan op een behoorlijke manier,
37 2, 231| behoorlijke manier, of zendt haar op een betamelijke manier weg,
38 2, 232| huwen, als zij met elkander op de gebruikelijke wijze tot
39 2, 233| wensen te voltooien. En op de vader rust de zorg voor
40 2, 233| overleg, rust er geen schuld op hen. En als gij verkiest,
41 2, 233| nemen, zal er geen blaam op u rusten, mits gij hetgeen
42 2, 234| wachtperiode hebben bereikt, zal er op u geen zonde rusten voor
43 2, 234| hetgeen zij voor zichzelf op behoorlijke wijze doen;
44 2, 235| 235. En er zal geen schuld op u rusten, indien gii niet
45 2, 235| in het geheim tenzij gij op de goede wijze spreekt.
46 2, 240| weggaan zal er geen schuld op u rusten, wegens datgene,
47 2, 240| wat zij omtrent zichzelf op behoorlijke wijze doen.
48 2, 247| terwijl wij meer recht op heerschappij hebben dan
49 2, 255| wat in de hemelen en wat op aarde is, behoort Hem. Wie
50 2, 259| jaren; daarna wekte Hij hem op en zeide: "Hoelang zijt
51 2, 260| gehecht. Zet dan ieder hunner op een heuvel; roep hen dan;
52 2, 264| rijkdommen weggeeft, om op te vallen bij de mensen
53 2, 265| versterkende, is als een tuin op hooggelegen grond, die bij
54 2, 265| voortbrengt. En als er geen regen op valt, dan is dauw voldoende.
55 2, 266| Allah u Zijn woorden uiteen, op dat gij tot nadenken zult
56 2, 273| herkennen, daar zij niet op een opdringerige wijze bij
57 2, 282| periode, schrijft het dan op. Laat een schrijver het
58 2, 283| 283. En indien gij op reis zijt en geen schrijver
59 2, 284| wat in de hemelen en wat op de aarde is; en indien gij
60 3, 5 | Voorzeker, er is niets op aarde of in de hemelen voor
61 3, 9 | de mensen zal verzamelen op de Dag, waaraan geen twijfel
62 3, 11 | 11. Op de wijze van Pharao's volk
63 3, 20 | onderwerpen, dan zijn zij op de rechte weg, maar indien
64 3, 25 | wanneer Wij hen verzamelen op de Dag, waarover geen twijfel
65 3, 29 | weet wat in de hemelen en op aarde is. Allah heeft de
66 3, 35 | Imraan zeide: "Ik draag aan U op wat in mijn baarmoeder is,
67 3, 46 | volk spreken in de wieg en op middelbare leeftijd en hij
68 3, 77 | spreken, noch hen aanzien op de Dag des Oordeels, noch
69 3, 83 | hetgeen in de hemelen en op aarde is zich willens of
70 3, 87 | de engelen en de mensen, op hen rust. ~
71 3, 106| 106. Op den dag, waarop sommige
72 3, 109| de hemelen en al hetgeen op aarde is en tot Allah worden
73 3, 119| alleen zijn, bijten zij op hun vingertoppen van razernij
74 3, 129| de hemelen en al hetgeen op aarde is. Hij vergeeft wie
75 3, 144| heengegaan. Zult gij u dan op de hielen omkeren als hij
76 3, 146| verslapten door niets wat hen op de weg van Allah overkwam,
77 3, 149| zullen zij u doen omkeren (op het goede pad); dan zult
78 3, 153| nariep, gaf Hij u smart op smart, opdat gij niet zoudt
79 3, 153| gebeurde. En Allah is goed op de hoogte van hetgeen gij
80 3, 155| Voorzeker, diegenen onder u die op de dag waarop de twee scharen
81 3, 161| wie oneerlijk handelt zal op de Dag der Opstanding zijn
82 3, 166| 166. En hetgeen u op de dag waarop de twee partijen
83 3, 167| hebben gevolgd." Zij stonden op die dag dichter bij het
84 3, 180| waarmee zij gierig zijn zal op de Dag der Opstanding als
85 3, 180| der aarde en Allah is goed op de hoogte van hetgeen gij
86 3, 185| ondergaan. En voorzeker zal u op de Dag der Opstanding uw
87 3, 191| die staande, zittende en op hun zijden liggende Ailah
88 3, 194| beloofd en verneder ons niet op de Dag der Opstanding. Voorzeker,
89 3, 200| volhardend te zijn en blijft op uw hoede en vreest Allah,
90 4, 1 | Wiens naam gij een beroep op elkander doet en (weest
91 4, 15 | sluit haar dan in de huizen op, totdat de dood haar achterhaalt,
92 4, 23 | ingegaan zal er geen zonde op u rusten en de vrouwen uwer
93 4, 24 | vaststellen daarvan geen zonde op u rusten in alles wat gij
94 4, 25 | geeft haar een huwelijksgift op de gebruikelijke wijze,
95 4, 25 | noch er heimelijke minnaars op nahoudende. En indien zij,
96 4, 42 | 42. Op die Dag zullen zij, die
97 4, 43 | indien gij ziek zijt, of op reis, of een uwer van de
98 4, 51 | Dezen zijn beter geleid op het pad dan de gelovigen." ~
99 4, 58 | geven aan hen die er recht op hebben en dat, wanneer gij
100 4, 68 | En Wij zouden hen zeker op het rechte pad hebben geleid. ~
101 4, 71 | voorzorgsmaatregelen, rukt dan op in afzonderlijke groepen
102 4, 81 | hebt gezegd. Allah tekent op, al hetgeen zij beramen
103 4, 87 | zal u zeker bijeenroepen op de Dag der Opstanding, waaromtrent
104 4, 90 | Dus, als zij zich van u op een afstand houden en u
105 4, 91 | Als zij zich derhalve niet op een afstand van u houden,
106 4, 93 | vertoeven. Allah's toorn is op hem; Hij heeft hem vervloekt
107 4, 100| terwille van Allah vlucht, zal op aarde toevluchtsoorden en
108 4, 102| dat gij onachtzaam wordt op uw wapenen en uw bagage,
109 4, 103| Allah, staande, zittende en op uw zijde liggende. En, wanneer
110 4, 103| het gebed is de gelovigen op vastgestelde uren opgelegd. ~
111 4, 109| bij Allah voor hen pleiten op de dag der opstanding, of
112 4, 126| de hemelen en alles wat op aarde is en Allah omvat
113 4, 128| zijt, waarlijk dan is Allah op de hoogts van wat gij doet. ~
114 4, 131| wat in de hemelen en wat op aarde is. En wij hebben
115 4, 131| voorzeker wat in de hemelen en op de aarde is behoort aan
116 4, 132| de hemelen en alles, wat op aarde is en Allah is voldoende
117 4, 135| van afwendt, Allah is goed op de hoogte van wat gij doet. ~
118 4, 137| vergeven, noch zal Hij hen op de rechte weg leiden. ~
119 4, 141| de gelovigen?" Allah zal op de Dag des Oordeels tussen
120 4, 141| Allah zal de ongelovigen op generlei wijze over de gelovigen
121 4, 153| u een Boek uit de hemel op hen te doen nederdalen.
122 4, 159| geloven vóór zijn dood. En op de Dag der Opstanding zal
123 4, 170| behoort wat in de hemelen en op aarde is en Allah is Alwetend,
124 4, 171| Drie (in één)." Houdt op, dat is beter voor u. Voorwaar,
125 4, 171| behoort wat in de hemelen en op aarde is en Allah is als
126 4, 175| en genade toelaten en hen op het rechte pad tot Zich
127 5, 6 | reinigt u. En als gij ziek of op reis zijt en een uwer komt
128 5, 8 | Allah, voorzeker, Allah is op de hoogte van hetgeen gij
129 5, 11 | handen en vreest Allah. Op Allah moeten de gelovigen
130 5, 13 | altijd oneerlijk bevinden op enkelen na, derhalve vergeef
131 5, 16 | die Zijn welbehagen zoeken op de paden van vrede en leidt
132 5, 17 | zijn moeder en allen die op aarde zijn, teniet wil doen?"
133 5, 32 | werden daarna -velen hunner op aarde tot over treders. ~
134 5, 36 | de ongelovigen al hetgeen op aarde is en nog eens zoveel,
135 5, 36 | zich daarmede van de straf op de Dag der Opstanding vrij
136 5, 41 | verdraaien woorden, nadat zij op hun juiste plaatsen waren
137 5, 41 | wordt gegeven, past dan op." En wie Allah wenst te
138 5, 49 | boze neigingen niet en wees op uw hoede dat zij u niet
139 5, 64 | pogen wanorde te scheppen op aarde en Allah heeft de
140 5, 68 | van het Boek, gij steunt op niets voordat gij de Torah
141 5, 80 | deden zodat Allah toornig op hen is geworden en zij zullen
142 5, 92 | de boodschapper en weest op uw hoede. Maar indien gij
143 5, 92 | u afwendt, weet dan, dat op Onze boodschapper slechts
144 5, 93 | 93. Op de gelovigen die goede werken
145 5, 97 | wat in de hemelen en wat op aarde is en dat Allah kennis
146 5, 99 | 99. Op de boodschapper rust slechts (
147 5, 105| O, gij die gelooft, past op uzelf. Hij die dwaalt kan
148 5, 110| versterkte, dat gij als kind en op middelbare leeftijd tot
149 6, 3 | is Allah in de hemelen en op aarde. Hij kent uw innerlijk
150 6, 6 | Wij hadden hun zulke macht op de aarde gegeven als Wij
151 6, 7 | al hadden Wij u een boek op perkament nedergezonden
152 6, 11 | 11. Zeg: "Gaat op aarde rond en ziet, wat
153 6, 12 | hetgeen in de hemelen en op aarde is?" Zeg: "Aan Allah."
154 6, 12 | Aan Allah." Hij heeft het op Zich genomen, barmhartigheid
155 6, 12 | tonen. Voorzeker Hij zal u op de Dag der Opstanding verzamelen,
156 6, 16 | 16. Van wie deze straf op die Dag is afgewend, Allah
157 6, 18 | de Alwijze, en van alles op de hoogte. ~
158 6, 31 | En zij zullen hun lasten op hun ruggen dragen. Ziet
159 6, 38 | En er is geen beest dat op de aarde kruipt, noch een
160 6, 38 | kruipt, noch een vogel die op zijn vleugels vliegt, of
161 6, 39 | wil dwalen en Hij plaatst op het rechte pad wie Hij wil. ~
162 6, 53 | 53. En op deze wijze hebben Wij sommigen
163 6, 54 | Heer heeft barmhartigheid op zich genomen; dus wie uwer
164 6, 57 | 57. Zeg: "Ik ben op de rechte weg van mijn Heer
165 6, 59 | behalve Hij. En Hij weet wat op het land en wat in de zee
166 6, 60 | daarna wekt Hij u weder op, opdat de vastgestelde termijn
167 6, 71 | bozen hebben neergeveld op de aarde in een toestand
168 6, 73 | Hem behoort het koninkrijk op de Dag waarop de bazuin
169 6, 87 | Wij enigen en leidden hen op het rechte pad. ~
170 6, 91 | voor de mensen - dat gij op papieren schrijft, en bekend
171 6, 93 | zeggende): "Geeft uw zielen op. Deze dag zal u de straf
172 6, 112| 112. Op dezelfde wijze hebben Wij
173 6, 116| het merendeel dergenen die op aarde zijn, volgt, zullen
174 6, 125| niet geloven, onreinheid op. ~
175 6, 129| 129. En op dezelfde wijze maken Wij
176 6, 137| 137. Op dezelfde manier hebben voor
177 6, 141| vruchten dragen, maar betaalt op de dag van de oogst, wat
178 6, 148| iets onwettig verklaard." Op dezelfde wijze loochenden
179 6, 152| volwassen is, niet anders dan op de beste wijze. En geeft
180 6, 158| Heer zouden plaatshebben? Op de dag, wanneer enige der
181 6, 161| betreft, mijn Heer heeft mij op het rechte pad geleid -
182 6, 165| 165. En Hij is het, die u op aarde tot opvolgers maakte
183 7, 8 | der menselijke daden) zal op die Dag eerlijk zijn. Degenen,
184 7, 10 | 10. En Wij hebben u op aarde gevestigd en u daarop
185 7, 16 | voorzeker in de weg gaan zitten op Uw rechte pad." ~
186 7, 24 | voor u een verblijfplaats op aarde en een voorziening
187 7, 28 | legt nooit slechte daden op. Zegt gij van Allah, hetgeen
188 7, 31 | kinderen van Adam, let op uw uiterlijk ter gelegenheid
189 7, 32 | leven en voor hen alleen op de Dag der Opstanding."
190 7, 44 | De vloek van Allah rust op de onrechtvaardigen, ~
191 7, 46 | beiden zijn; en er zullen op de verheven plaatsen mannen
192 7, 51 | zoals zij de ontmoeting op deze dag vergaten en zoals
193 7, 53 | 53. Wachten zij slechts op (een andere) verklaring
194 7, 54 | schiep; daarna zette Hij Zich op deTroon neder. Hij doet
195 7, 56 | En schept geen wanorde op aarde, nadat zij is geordend
196 7, 57 | zo wekken Wij de doden op, opdat gij er lering uit
197 7, 58 | levert alleen schaarste op. Zo wisselen Wij de tekenen
198 7, 74 | van Allah en wandelt niet op aarde, onheil stichtend. ~
199 7, 78 | en zij lagen uitgestrekt op de grond in hun huizen. ~
200 7, 85 | niet en schept geen wanorde op aarde nadat zij geordend
201 7, 86 | 86. "En wacht niet op de wegen om degenen die
202 7, 91 | en zij lagen uitgestrekt op de grond in hun huizen. ~
203 7, 117| hetgeen zij getoverd hadden op. ~
204 7, 126| En gij neemt alleen wraak op ons omdat wij in de tekenen
205 7, 131| en zijn metgezellen. Let op! Hun tegenspoed was eveneens
206 7, 134| 134. En toen de straf op hen viel, zeiden zij: "O,
207 7, 136| verloochenden en er geen acht op sloegen. ~
208 7, 143| 143. En toen Mozes op Onze vastgestelde tijd kwam
209 7, 143| naar de berg en als deze op zijn plaats blijft, dan
210 7, 143| En toen zijn Heer Zich op de berg openbaarde, brak
211 7, 145| 145. En Wij schreven op de tafelen allerhande raad
212 7, 145| uw volk, dit alles stipt op te volgen. Ik zal u weldra
213 7, 146| onrechte trots handelen op aarde weldra van Mijn tekenen
214 7, 146| verloochenden en er onachtzaam op waren. ~
215 7, 157| vinden, legt hij het goede op en verbiedt het kwade, veroortooft
216 7, 163| ontheiligden verscheen vis op hun Sabbath aan de oppervlakte
217 7, 171| was, dachten zij, dat deze op hen zou vallen; Wij zeiden: "
218 7, 172| wij getuigen" zodat gij op de Dag der Opstanding niet
219 7, 178| 178. Wie Allah leidt is op het rechte pad. En wie Hij
220 7, 182| geleidelijk aangrijpen, op een wijze die zij niet verwachten. ~
221 7, 187| Niemand dan Hij kan het op zijn tijd openbaren. Het
222 7, 187| openbaren. Het rust zwaar op de hemel en op de aarde.
223 7, 187| rust zwaar op de hemel en op de aarde. Het zal slechts
224 7, 187| ondervragen u of gij er goed van op de hoogte zijt. Zeg: "De
225 8, 2 | hen in geloof toenemen en op hun Heer vertrouwen. ~
226 8, 15 | degenen die niet geloven, op u af ziet komen wendt hun
227 8, 16 | 16. En wie op die dag zijn rug toekeert,
228 8, 41 | hetgeen Wij aan Onze dienaar op de dag der onderscheiding
229 8, 42 | 42. Toen gij op de nabijzijnde kant waart
230 8, 42 | nabijzijnde kant waart en zij zich op de andere zijde bevonden
231 8, 58 | vreest verstoot hen dan op gelijke wijze. Voorzeker,
232 8, 63 | verenigd. Indien gij al hetgeen op aarde is had besteed, kondet
233 9, 3 | boodschapper aan de mensen op de dag van de grote bedevaart,
234 9, 5 | en belegert hen en loert op hen uit elke hinderlaag.
235 9, 16 | boezemvriend nemen? -Allah is goed op de hoogte van hetgeen gij
236 9, 25 | Voorzeker, Allah heeft u op menig slagveld geholpen
237 9, 25 | menig slagveld geholpen en op de dag van Honain, toen
238 9, 35 | 35. Op de Dag, waarop het (geld)
239 9, 37 | geloven worden daardoor op een dwaalspoor gebracht.
240 9, 38 | tot u wordt gezegd: "Gaat op de weg van Allah voort?"
241 9, 40 | Toen zond Allah Zijn vrede op hem neder en versterkte
242 9, 49 | verlof en stel mij niet op de proef." Voorzeker, zij
243 9, 49 | Voorzeker, zij zijn reeds op de proef gesteld. De hel
244 9, 74 | Hiernamaals straffen en zij zullen op aarde vriend noch helper
245 9, 77 | huichelachtigheid in hun hart op te wekken tot aan de Dag,
246 9, 91 | 91. Er rust op de zwakken en op de zieken
247 9, 91 | Er rust op de zwakken en op de zieken en op degenen
248 9, 91 | zwakken en op de zieken en op degenen die niets vinden
249 9, 91 | boodschapper. Er rust geen blaam op degenen die goed doen; Allah
250 9, 92 | 92. Noch op degenen, die tot u kwamen
251 9, 93 | te zijn. En Allah heeft op hun hart een zegel gelegd,
252 9, 98 | er rampspoed over u komt. Op hen zal echter de rampspoed
253 9, 108| Moskee, die van het begin af op godsvrucht was gesticht
254 9, 109| daarom hij, die zijn gebouw op godsvrucht en op Zijn behagen
255 9, 109| gebouw op godsvrucht en op Zijn behagen stichtte, beter
256 9, 109| of hij, die zijn gebouw op een afbrokkelende, door
257 9, 122| opgelegd, allen tezamen op te trekken. Waarom trekt
258 9, 122| elke groep een deel hunner op, opdat zij in de godsdienst
259 9, 126| elk jaar één- of tweemaal op de proef worden gesteld?
260 10, 3 | schiep, en Hij zette Zich op de troon, alles regelend.
261 10, 6 | hetgeen Allah in de hemelen en op aarde heeft geschapen zijn
262 10, 7 | degenen, die onoplettend op Onze tekenen zijn, ~
263 10, 12 | overkomt, bidt hij tot Ons, op zijn zijde liggende, of
264 10, 14 | hebben Wij u tot stedehouders op aarde gesteld, opdat Wij
265 10, 18 | dat Hij in de hemelen of op aarde nog niet zou kennen,
266 10, 21 | schrijven al hetgeen gij verzint op. ~
267 10, 22 | staat stelt door het land en op zee te reizen, totdat, wanneer
268 10, 22 | reizen, totdat, wanneer gij op de schepen zijt en zij met
269 10, 54 | onrechtvaardig handelt al hetgeen op aarde is, zou bezitten,
270 10, 55 | hetgeen in de hemelen en op aarde is en weet, dat Allah'
271 10, 61 | geen gewicht van een atoom op aarde of in de hemel verborgen.
272 10, 66 | hetgeen in de hemelen en op aarde bestaat. Wat volgen
273 10, 68 | behoort wat in de hemelen en op aarde is. Gij hebt hier
274 10, 71 | blijken, komt dan tegen mij op en geeft mij geen uitstel. ~
275 10, 90 | zijn scharen vervolgden hen op een onrechtvaardige en aanvallende
276 10, 93 | Voorzeker, uw Heer zal op de Dag der Opstanding onder
277 10, 99 | gewild, zouden allen die op aarde zijn, zeker tezamen
278 10, 101| Overweeg, wat in de hemelen en op aarde gebeurt." Maar tekenen,
279 11, 5 | 5. Let op, zij verbergen hun vijandschap
280 11, 6 | er is geen schepsel dat op aarde kruipt, of zijn voorziening
281 11, 7 | schiep en Zijn troon rustte op water, opdat Hij u moge
282 11, 8 | plachten te bespotten zal op hen nederkomen. ~
283 11, 18 | de vloek van Allah rust op de onrechtvaardigen, ~
284 11, 28 | volk, zeg mij, als ik mij op een duidelijk bewijs van
285 11, 35 | verzonnen, zal mijn zonde op mij rusten doch ik heb niets
286 11, 37 | volgens Onze voorschriften op. En roep Mij omtrent de
287 11, 39 | vernederende straf komt en op wie een blijvende straf
288 11, 42 | zij bewoog zich met hen op golven als bergen voort.
289 11, 43 | zal mijn toevlucht weldra op een berg zoeken, die mij
290 11, 44 | gezegd: " O, aarde, slok op uw water en o, hemel, houd
291 11, 44 | water en o, hemel, houd op (met regenen)." En het water
292 11, 44 | vervuld. En de Ark kwam op (de berg) Al-Djoedie te
293 11, 56 | geen schepsel, dat zich op aarde beweegt, of Hij houdt
294 11, 56 | Voorzeker, mijn Heer is op het rechte pad." ~
295 11, 59 | van elke opstandige vijand op. ~
296 11, 60 | 60. En er werd een vloek op hen gelegd in deze wereld
297 11, 60 | gelegd in deze wereld en op de dag der Opstanding. Ziet!
298 11, 61 | God naast Hem. Hij wekte u op vanuit de aarde en vestigde
299 11, 64 | opdat zij zich (in vrijheid) op Allah's aarde moge voeden
300 11, 79 | dat wij geen recht hebben op uw dochters en gij weet
301 11, 82 | brokken klei laag boven laag op regenen; ~
302 11, 85 | goederen noch sticht onheil op aarde." ~
303 11, 93 | En o, mijn volk, handel op uw wijze, ik handel op de
304 11, 93 | handel op uw wijze, ik handel op de mijne. Gij zult weldra
305 11, 98 | 98. Hij zal op de Dag der Opstanding voor
306 11, 99 | werd hun in dit leven en op de Dag der Opstanding een
307 11, 111| volle vergelden. Hij is wel op de hoogte van hetgeen zij
308 11, 116| mensen, die het verderf op aarde konden verhinderen
309 11, 116| aarde konden verhinderen op enkelen na, die Wij uit
310 12, 10 | moet doen werpt hem dan op de bodem van een diepe put;
311 12, 13 | verslinden terwijl gij niet op hem let." ~
312 12, 15 | kwamen zij overeen hem op de bodem van een diepe put
313 12, 36 | zag mij in een droom brood op mijn hoofd dragen waarvan
314 12, 63 | verkrijgen en wij zullen zeker op hem passen." ~
315 12, 65 | voor onze familie halen en op onze broeder passen en wij
316 12, 100| 100. Hij hief zijn ouders op de troon en zij wierpen
317 12, 105| er niet in de hemelen en op aarde waaraan zij, zich
318 12, 109| inspireerden. Hebben zij dan niet op aarde gereisd en gezien
319 13, 2 | zien. Daarna zette Hij Zich op de troon. En Hij heeft de
320 13, 3 | aarde uitspreidde, er bergen op verhief en rivieren op vormde.
321 13, 3 | bergen op verhief en rivieren op vormde. En Hij maakte er
322 13, 3 | vruchtensoort in twee geslachten op. Hij doet de nacht de dag
323 13, 4 | 4. En er zijn op aarde aan elkaar grenzende
324 13, 15 | En wie in de hemelen en op aarde is, onderwerpt zich
325 13, 16 | medegoden toe die iets, op Zijn schepping lijkende
326 13, 17 | tot nut strekt, dit blijft op aarde. Zo geeft Allah de
327 13, 18 | zouden, indien zij al hetgeen op aarde is en het gelijke
328 13, 25 | verenigd te zijn, afsnijden en op aarde wanorde stichten,
329 13, 33 | inlichten over hetgeen Hem op aarde onbekend was? Of is
330 13, 40 | bedreigd, of u doen sterven - op u rust (alleen) de verkondiging (
331 13, 40 | verkondiging (der boodschap) en op Ons de verrekening. ~
332 14, 1 | het licht moogt brengen op het pad van de Almachtige,
333 14, 2 | er ook in de hemelen en op aarde is, toebehoort. Maar
334 14, 8 | zijt, gij en al degenen die op aarde zijn, voorwaar, Allah
335 14, 18 | waarop de wind hevig waait op een stormachtige dag. Zij
336 14, 36 | inderdaad vele van de mensen op een dwaalspoor gebracht.
337 14, 38 | bekend maken. Er is niets op aarde of in de hemel voor
338 14, 41 | mijn ouders en de gelovigen op de Dag waarop de afrekening
339 14, 49 | 49. En op die Dag zult gij de schuldigen
340 15, 19 | uitgespreid, er hechte bergen op geplaatst en Wij doen er
341 15, 19 | dingen in de juiste maat op groeien. ~
342 15, 35 | tot de Dag des Oordeels op u rusten." ~
343 15, 39 | ik voor hen (de dingen) op aarde schoonschijnend maken
344 15, 47 | uit hun hart uitroeien, op tronen zullen zij als broeders
345 15, 85 | zeker komen. Wend u daarom op passende wijze (van hen)
346 16, 8 | geschapen opdat gij er op moogt rijden en tot sieraad (
347 16, 13 | in verscheidene kleuren op aarde voor u heeft geschapen
348 16, 15 | Hij heeft hechte bergen op de aarde geplaatst opdat
349 16, 25 | 25. Dat zij op de Dag der Opstanding hun
350 16, 26 | zodat het dak van boven op hen viel; en de straf kwam
351 16, 27 | 27. Dan zal Hij hen op de Dag der Opstanding vernederen
352 16, 33 | de ongelovigen) wachten op niets anders dan dat de
353 16, 36 | elk volk een boodschapper op, "Aanbidt Allah en vermijdt
354 16, 36 | bleven dwalen. Reist daarom op aarde rond en ziet wat het
355 16, 49 | is en welk schepsel ook op aarde bestaat onderwerpt
356 16, 52 | hetgeen in de hemelen en op aarde is en Hem is voortdurende
357 16, 61 | Hij geen levend schepsel op aarde achterlaten, maar
358 16, 76 | rechtvaardigheid gelast en die zelf op het rechte pad is? ~
359 16, 80 | gemaakt die gij licht vindt, op de tijd waarop gij reist
360 16, 80 | tijd waarop gij reist en op de tijd waarop gij halt
361 16, 87 | 87. En op die dag zullen zij aan Allah
362 16, 92 | Allah beproeft u daarmee en op de Dag der Opstanding zal
363 16, 106| voor het ongeloof opent, op hem rust Allah's toorn;
364 16, 108| 108. Dezen zijn het op wier hart, oren en ogen
365 16, 124| van mening verschilden; en op de Dag der Opstanding zal
366 16, 125| raad en redetwist met hen op een gepaste wijze. Voorzeker
367 17, 4 | Voorwaar, tweemaal zult gij op de aarde verderf teweeg
368 17, 13 | om zijn hals gehangen; en op de Dag der Verrijzenis zullen
369 17, 14 | het boek. Uw eigen ziel is op deze dag als rekenaar tegen
370 17, 29 | 29. En houd uw hand niet op uw zak, noch open haar al
371 17, 34 | van de wees niet aan dan op de beste wijze tot hij zijn
372 17, 37 | En wandel niet hoogmoedig op aarde rond want gij kunt
373 17, 47 | weten het best waar zij op letten terwijl zij naar
374 17, 55 | hetgeen in de hemelen en op aarde is. En Wij hebben
375 17, 57 | zelfs de meest nabijzijnden, op Zijn barmhartigheid hopend
376 17, 62 | nakomelingen mij doen volgen, op enkelen na." ~
377 17, 67 | 67. En indien een ongeluk op zee u treft, verdwijnen
378 17, 68 | dat Hij u zal verdelgen op het land of dat Hij een
379 17, 84 | 84. Zeg: "Ieder handelt op zijn eigen wijze maar uw
380 17, 84 | Heer weet het goed, wie op het rechte pad het best
381 17, 85 | Geest. Zeg: "De Geest is op bevel van mijn Heer: en
382 17, 92 | gij de hemel in stukken op ons doet nedervallen zoals
383 17, 95 | 95. Zeg: "Hadden er op aarde engelen in vrede en
384 17, 97 | Wij zullen hen verzamelen op de Dag der Opstanding, op
385 17, 97 | op de Dag der Opstanding, op hun aangezicht, blind, stom
386 17, 109| 109. Wenend vallen zij op hun aangezicht neder en
387 18, 7 | Voorwaar, Wij hebben al hetgeen op aarde is tot haar sieraad
388 18, 12 | 12. Daarna wekten Wij hen op, om te beproeven welke der
389 18, 18 | zijn voorpoten uitgestrekt op de drempel ligt. Indien
390 18, 18 | ligt. Indien gij een blik op hen werpt, zult gij U zeker
391 18, 21 | een gedenkteken voor hen op." Hun Heer weet wat het
392 18, 22 | dus niet over hen er diep op ingaande en vraag evenmin
393 18, 31 | brocaat dragen, terwijl zij op tronen zullen liggen. Hoe
394 18, 40 | de hemel doen nederdalen op de uwe, waardoor deze grond
395 18, 49 | over, doch het somt alles op." En zij zullen al hetgeen
396 18, 63 | antwoordde: "Zie, toen wij ons op de rots begaven vergat ik
397 18, 63 | spreken - en de vis vond op bewonderenswaardige wijze
398 18, 64 | Derhalve keerden beiden op hun schreden terug. ~
399 18, 77 | vonden zij daar een muur, die op het punt stond in te storten
400 18, 79 | behoorde aan arme lieden die op de rivier werkten, en ik
401 18, 84 | Wij vestigden zijn macht op aarde en schonken hem de
402 18, 88 | ontvangen, en Wij zullen hem op Ons bevel alle gemakken
403 18, 94 | en Magog stichten onheil op aarde, mogen wij u dan schatting
404 18, 99 | 99. En op die Dag zullen Wij sommigen
405 18, 100| 100. En Wij zullen op die dag de hel aan de ongelovigen
406 18, 104| wier streven gericht is op het leven dezer wereld en
407 18, 105| werken verloren gegaan en op de Dag der Verrijzenis zullen
408 18, 110| Laat daarom degene, die op de ontmoeting met zijn Heer
409 19, 15 | 15. Vrede was met hem op de dag zijner geboorte,
410 19, 15 | dag zijner geboorte, en op zijn sterfdag, en zal eveneens
411 19, 15 | zal eveneens met hem zijn op de dag waarop hij weer tot
412 19, 16 | haar volk terugtrok in een op het Oosten uitziende plaats, ~
413 19, 25 | zal verse, rijpe dadels op u doen neervallen;" ~
414 19, 33 | 33. "Vrede was met mij op de dag mijner geboorte en
415 19, 33 | geboorte en zal met mij zijn op de dag van mijn dood en
416 19, 33 | van mijn dood en evenzo op de dag dat ik ten leven
417 19, 37 | ongelovigen bij hun aanwezigheid op de grote Dag. ~
418 19, 38 | hun horen en hun zien zijn op die Dag wanneer zij tot
419 19, 42 | hoort noch ziet, noch u op enigerlei wijze kan baten?" ~
420 19, 59 | 59. Hen volgden de bozen op, die het gebed verwaarloosden,
421 19, 64 | engelen) dalen slechts neder op bevel van uw Heer. Aan Hem
422 19, 68 | verzamelen: dan zullen Wij hen op de knieën rondom de hel
423 19, 72 | rechtvaardigen redden en de bozen op hun knieën daarin achterlaten. ~
424 19, 93 | niemand in de hemelen en op de aarde die niet als een
425 19, 95 | 95. En op de Dag der Opstanding zal
426 20, 5 | Barmhartige, Die Zich nederzette op de Troon. ~
427 20, 6 | hetgeen in de hemelen en op aarde is, eveneens hetgeen
428 20, 21 | 21. God zeide: "Raap hem op en vrees niet. Wij zullen
429 20, 39 | rivier, dan zal de rivier het op de oever werpen, zodat een
430 20, 40 | smart. En Wij beproefden u op verschillende manieren.
431 20, 44 | 44. Doch spreekt tot hem op welwillende wijze, opdat
432 20, 47 | van uw Heer; vrede rust op hem die de leiding volgt;'" ~
433 20, 58 | zullen verzuimen na te komen op een plaats (voor beiden)
434 20, 59 | afspraak zal plaats vinden op de dag van het feest en
435 20, 60 | vast en kwam vervolgens (op de bijeenkomst). ~
436 20, 64 | voren. En voorwaar hij die op deze dag zegeviert, zal
437 20, 79 | Pharao voerde zijn volk op een dwaalspoor, hij leidde
438 20, 79 | dwaalspoor, hij leidde hen niet op de rechte weg. ~
439 20, 80 | zonden manna en kwartels op u neder." ~
440 20, 81 | in, anders zal Mijn toorn op u nederdalen en degene op
441 20, 81 | op u nederdalen en degene op wie Mijn toorn nederdaalt
442 20, 86 | dat de toorn van uw Heer op u zou nederdalen dat gij
443 20, 90 | voorzeker gij zijt daarmee op de proef gesteld. Voorwaar
444 20, 94 | van Israël en hebt niet op mijn woord gewacht.'" ~
445 20, 100| er van zal afwenden zal op de Dag der Opstanding de
446 20, 101| en deze last zal voor hen op de Dag der Herrijzenis ondraaglijk
447 20, 103| Zij zullen met elkander op zachte toon spreken en zeggen: "
448 20, 108| 108. Op die Dag zullen zij de oproeper
449 20, 108| oproeper volgen, die recht op zijn doel afgaat; alle stemmen
450 20, 109| 109. Op die Dag zal voorspraak niet
451 20, 124| omstandigheden leven en op de Dag der Opstanding zullen
452 20, 126| en gij hebt er geen acht op geslagen en insgelijks zal
453 20, 126| geslagen en insgelijks zal op deze Dag op u geen acht
454 20, 126| insgelijks zal op deze Dag op u geen acht worden geslagen." ~
455 20, 127| 127. Op deze wijze vergelden Wij
456 20, 130| de uren van de nacht en op de gedeelten van de dag,
457 21, 4 | weet wat in de hemel en op aarde wordt gezegd; Hij
458 21, 12 | toen sloegen zij er voor op de vlucht. ~
459 21, 15 | En hun geroep hield niet op totdat Wij hen nedermaaiden
460 21, 19 | behoort wat in de hemelen en op aarde is, en degenen die
461 21, 22 | Goden waren in (de hemel en op aarde) zouden dezen voorzeker
462 21, 31 | 31. En Wij hebben op aarde onwrikbare bergen
463 21, 47 | gerechtigheid instellen op de Dag der Opstanding, zodat
464 21, 73 | leiders die de mensen leidden op Ons bevel en Wij zonden
465 21, 75 | hem in Onze barmhartigheid op, want hij was een der rechtvaardigen. ~
466 21, 86 | 86. En Wij namen hen op in Onze genade want zij
467 22, 5 | doch wanneer Wij er regen op doen nederdalen, beweegt
468 22, 5 | beweegt zij zich, zwelt op en brengt iedere mooie soort
469 22, 9 | schande in deze wereld en op de Dag der Verrijzenis zullen
470 22, 15 | Hiernamaals niet zal helpen, op de een of andere wijze ten
471 22, 17 | Allah zal tussen hen richten op de Dag der Opstanding, want
472 22, 18 | nederwerpt, wat in de hemelen en op aarde is, de zon, de maan,
473 22, 27 | mensen. Zij zullen te voet of op magere kamelen van verre
474 22, 36 | opgesteld. En wanneer ze op hun zij neervallen, eet
475 22, 41 | Degenen die, indien Wij hen op aarde vestigen, het gebed
476 22, 56 | 56. Op die Dag zal het koninkrijk
477 22, 64 | hetgeen in de hemelen en op aarde is. En Allah is inderdaad
478 22, 65 | gezien, dat Allah al hetgeen op aarde is in uw dienst heeft
479 22, 65 | gesteld, en dat de schepen op Zijn bevel de zeeën doorkruisen?
480 22, 65 | weerhoudt de hemel ervan op aarde te vallen behalve
481 22, 69 | Allah zal onder u richten op de Dag der Opstanding over
482 22, 70 | hetgeen in de hemelen en op aarde is, kent? Voorwaar
483 22, 72 | gij afkeuring bespeuren op het gezicht der ongelovigen.
484 23, 16 | 16. En op de Dag der Verrijzenis zult
485 23, 22 | 22. Daarop zowel als op schepen wordt gij gedragen. ~
486 23, 30 | Wij stellen (de mensen) op de proef. ~
487 23, 50 | en schonken hun toevlucht op een hoog plateau met groene
488 23, 65 | 65. Klaag niet op deze Dag, want gij zult
489 23, 79 | u heeft vermenigvuldigd op aarde en tot Hem zult gij
490 23, 96 | met het beste. Wij zijn op de hoogte van hetgeen zij
491 23, 112| Hoeveel jaren zijt gij op de aarde gebleven?" ~
492 24, 7 | zeggen: dat Allah's vloek op hem ruste als hij tot de
493 24, 11 | het voornaamste deel ervan op zich nam zal een grotere
494 24, 24 | 24. Op de Dag waarop hun tong,
495 24, 25 | 25. Op die Dag zal Allah hun de
496 24, 28 | voegzamer voor u. Allah is op de hoogte van hetgeen gij
497 24, 30 | Voorzeker, Allah is wel op de hoogte van hetgeen zij
498 24, 35 | raakte vuur haar niet. Licht op Licht. Allah leidt tot Zijn
499 24, 39 | als een luchtspiegeling op een vlakte. De dorstige
500 24, 41 | dat alles in de hemelen en op aarde, ook de vogels met
1-500 | 501-904 |