Sura, Verse

 1   7, 102|                    102. Wij vonden in de meesten hunner geen (
 2  12, 65 |   hun reisgoederen openden, vonden zij hun geld aan hen teruggegeven.
 3  12, 79 |    bij wie wij ons eigendom vonden; want dan zouden wij zeker
 4  18, 65 |                    65. Daar vonden zij een Onzer dienaren,
 5  18, 77 | gastvrijheid te betonen. Nu vonden zij daar een muur, die op
 6  20, 115|  doch hij vergat het en Wij vonden in hem geen voornemen daartoe. ~
 7  21, 53 |   53. Antwoordden zij: "Wij vonden dat onze vaderen deze aanbaden." ~
 8  26, 74 |  Zij antwoordden: "Maar wij vonden dat onze vaderen hetzelfde
 9  37, 69 |                     69. Zij vonden inderdaad hun voorvaderen
10  38, 44 |     breek uw eed niet." Wij vonden hem standvastig. Hij was
11  51, 36 |                36. Maar Wij vonden er slechts één huis der
12  57, 27 |     hun niet voor, maar zij vonden dit zelf uit om Allah's
13  72, 8  |   hemel te bespieden en wij vonden deze vol sterke wachters