1-500 | 501-867
bold = Main text
Sura, Verse grey = Comment text
1 Voo | haar weg, doch deze werden met Allahs hulp overwonnen. ~
2 Voo | hebben, hebben wij vertaald met een Nederlands woord, dat
3 Voo | voor ogen bij vergelijking met andere vertalingen. ~De
4 Voo | Heilige Koran verschilt met die van andere heilige boeken
5 2, 3 | gebed houden en die weldoen met hetgeen Wij hun hebben geschonken. ~
6 2, 14 | zij: "Wij zijn waarlijk met u, wij spotten slechts (
7 2, 14 | u, wij spotten slechts (met hen)." ~
8 2, 26 | zeggen:"Wat bedoelt Allah met zulk een voorbeeld?" Velen
9 2, 27 | 27. Die het verbond met Allah breken na de bekrachtiging
10 2, 30 | terwijl wij U verheerlijken met de lof die U toekomt en
11 2, 35 | zeiden: "O Adam, verblijf gij met uw gade in de tuin en eet
12 2, 40 | verbond. Ik zal Mijn verbond met u houden en Mij alleen zult
13 2, 42 | verwart de waarheid niet met de onwaarheid, noch verbergt
14 2, 43 | betaalt de Zakaat en bidt met hen, die bidden. ~
15 2, 49 | van Pharao's volk, dat u met bittere marteling kwelde,
16 2, 51 | 51. En toen Wij met Mozes een tijd afspraken
17 2, 60 | zeiden Wij: "Sla op de rots met uw staf" en er ontsprongen
18 2, 63 | En toen Wij een verbond met u aangingen en de berg hoog
19 2, 67 | zij: "Drijft gij de spot met ons?" Hij zeide: "Ik zoek
20 2, 69 | dat het een gele koe is met een diepe kleur, aangenaam
21 2, 76 | geopenbaard, zodat zij daardoor met u kunnen redetwisten voor
22 2, 79 | daarom degenen, die een boek met hun eigen handen schrijven
23 2, 83 | toen Wij een verbond sloten met de kinderen Israëls, zeiden
24 2, 84 | En toen Wij een verbond met u sloten: "Gij zult uw bloed
25 2, 87 | tekenen en versterkten hem met de geest der heiligheid.
26 2, 87 | boodschapper tot u kwam, met hetgeen uw ziel niet behaagde,
27 2, 92 | Mozes kwam voorzeker tot u met duidelijke tekenen, maar
28 2, 93 | En toen Wij een verbond met U sloten en de berg (Sinaï)
29 2, 94 | Allah alleen voor u is, met uitsluiting van andere mensen,
30 2, 119| en waarschuwer gezonden met de Waarheid. En gij zult
31 2, 124| En toen Abrahams Heer hem met zekere opdrachten beproefde
32 2, 128| van aanbidding en wend U met barmhartigheid tot ons,
33 2, 139| 139. Zeg: "Twist gij met ons omtrent Allah, terwijl
34 2, 140| En Allah is niet onbekend met hetgeen gij doet. ~
35 2, 148| wendt, wedijvert daarom met elkander in goede werken.
36 2, 150| daarheen, opdat de mensen, met uitzondering van de onrechtvaardigen
37 2, 153| die gelooft, zoekt hulp met geduld en gebed; voorzeker,
38 2, 153| gebed; voorzeker, Allah is met de geduldigen. ~
39 2, 160| zijn het, tot wie Ik Mij met vergiffenis wend - Ik ben
40 2, 164| schepen die de zee bevaren, met datgene wat de mensen tot
41 2, 174| verruilen, vullen hun buik met niets, dan Vuur. Allah zal
42 2, 176| komt, omdat Allah het Boek met de Waarheid heeft nedergezonden
43 2, 178| betaling moet hem worden gedaan met goedheid. Dit is verzachting
44 2, 187| tegenover uzelf en heeft Zich met barmhartigheid tot u gewend
45 2, 187| En verbreng uw tijd niet met uw vrouwen wanneer u in
46 2, 193| wordt. Maar indien zij (met strijden) ophouden, dan
47 2, 194| Allah en weet, dat Allah met de godvruchtzgen is. ~
48 2, 195| van Allah en stort u niet met uw eigen handen in het verderf
49 2, 196| maakt van Omrah, tegelijk met de Hadj een offer brengen,
50 2, 197| weet het. En rust u uit met het nodige, maar de beste
51 2, 213| als waarschuwers en zond met hen het Boek neder, dat
52 2, 214| boodschapper en de gelovigen met hem zeiden: "Wanneer komt
53 2, 220| een goede daad. En als gij met hen omgaat zijn zij uw broeders.
54 2, 224| verschuilt u niet achter Allah met uw eden om u te onthouden
55 2, 229| behoorlijke wijze of zend haar met vriendelijkheid weg. En
56 2, 231| En drijft niet de spot met Allah's geboden en gedenkt
57 2, 232| aanstaande) man te huwen, als zij met elkander op de gebruikelijke
58 2, 246| bevolen, wendden zij zich af, met uitzondering van een klein
59 2, 247| hem overvloedig toegerust met kennis en kracht." En Allah
60 2, 249| 249. En toen Taloet met de strijdkrachten uitrukte,
61 2, 249| die er van drinkt, is niet met mij, behalve wanneer hij
62 2, 249| niets van neemt, is zeker met mij." Maar behoudens enigen
63 2, 249| overstaken, hij en de gelovigen met hem - zeiden zij: "Wij hebben
64 2, 249| gezegevierd." En Allah is met de geduldigen. ~
65 2, 253| tekenen en versterkten hem met de geest der heiligheid.
66 2, 258| niet vernomen van hem, die met Abraham over zijn Heer redetwistte,
67 2, 259| elkaar zetten en ze daarna met vlees bekleden." En toen
68 2, 264| als een gladde rots, die met aarde is bedekt, waarop
69 2, 266| er voor hem een tuin was met palmbomen en wijnstokken
70 2, 268| 268. Satan dreigt u met armoede en gelast u hetgeen
71 2, 275| zoals iemand, die door Satan met krankzinnigheid is geslagen.
72 2, 279| bereidt u dan ten oorlog met Allah en Zijn boodschapper;
73 2, 286| onze Heer belast ons niet met datgene, waarvoor wij de
74 3, 3 | 3. Hij heeft u het Boek met de waarheid nedergezonden,
75 3, 13 | zijzelf. En Allah versterkt met Zijn hulp, wie Hij wil.
76 3, 20 | 20. En zeg wanneer zij met u redetwisten: "Ik, en degenen
77 3, 37 | nam haar Heer haar (Maria) met welbehagen aan en deed haar
78 3, 43 | en werp u neder en aanbid met degenen, die aanbidden." ~
79 3, 44 | waart gij bij hen, toen zij met elkander redetwistten. ~
80 3, 49 | Israëls zijn. "Ik kom tot u met een teken van uw Heer; ik
81 3, 50 | 50. Ik kom tot u met een teken van uw Heer bevestigende
82 3, 61 | 61. Zou men nu met u over hem (Jezus) redetwisten,
83 3, 64 | tot één woord, waarin wij met elkander overeenstemmen:
84 3, 64 | aanbidden en dat wij niets met Hem vereenzelvigen en dat
85 3, 71 | verwart gij de waarheid met de leugen en verbergt de
86 3, 73 | gegeven, anders zullen zij met u redetwisten bij uw Heer."
87 3, 77 | ruil nemen voor hun verbond met Allah en voor hun eed, voor
88 3, 81 | 81. En toen Allah met de profeten een verbond
89 3, 81 | Getuigt dan en Ik ben met u onder de getuigen." ~
90 3, 93 | nedergezonden. Zeg: "Komt met de Torah en leest haar als
91 3, 112| tenzij zij een verbond met Allah of een verbond met
92 3, 112| met Allah of een verbond met andere volkeren hebben.
93 3, 112| hebben. Zij keerden terug met Allah's toorn en werden
94 3, 113| de nacht opzegt en zich met het gelaat ter aarde werpt. ~
95 3, 114| het kwade en wedijveren met elkander in goede werken.
96 3, 124| voor u zijn, dat uw Heer u met drie duizend nedergezonden
97 3, 125| aanvallen, zal uw Heer u met vijf duizend nedergezonden
98 3, 128| 128. Gij hebt met de zaak niets uitstaande:
99 3, 133| 133. Wedijvert met elkaar in het vragen om
100 3, 151| de harten der ongelovigen met ontzag vervullen omdat zij
101 3, 152| u gehouden, toen gij hen met Zijn verlof dooddet totdat
102 3, 153| verloren, noch over hetgeen met u gebeurde. En Allah is
103 3, 154| zeiden: "Hebben wij iets met de zaak uit te staan?" Zeg: "
104 3, 161| zijn oneerlijke handelingen met zich meebrengen. Dan zal
105 3, 166| is overkomen, geschiedde met Allah's verlof en dit was
106 3, 167| bij het geloof. Zij zeggen met hun mond wat niet in hun
107 3, 174| 174. Daarom keerden zij met de gunst en genade van Allah
108 3, 183| boodschappers tot u gekomen met duidelijke tekenen en met
109 3, 183| met duidelijke tekenen en met hetgeen, waarover gij spreekt.
110 3, 184| u verloochend werden die met duidelijke tekenen en geschriften
111 3, 187| Allah een verbond sloot met degenen, die het Boek gegeven
112 3, 193| zwakheden en doe ons sterven met de rechtvaardigen. ~
113 4, 2 | noch verbruikt hun eigendom met het uwe. Voorzeker, dat
114 4, 4 | kwijtschelden, geniet het dan met genoegen en heilzaam gevolg. ~
115 4, 16 | verbeteren, laat hen dan met rust, voorzeker, Allah is
116 4, 17 | het, tot wie Allah Zich met barmhartigheid wendt; en
117 4, 19 | schandelijk kwaad; en blijft met haar vriendelijk omgaan
118 4, 21 | en zij een sterk verbond met u hebben gesloten? ~
119 4, 22 | vrouwen, die uw vaders huwden, met uitzondering van wat reeds
120 4, 23 | zusters tezamen te hebben, met uitzondering van wat reeds
121 4, 24 | 24. En getrouwde vrouwen, met uitzondering van haar, die
122 4, 25 | elkander; huwt haar daarom met de toestemming van haar
123 4, 29 | elkanders eigendom niet met leugen en bedrog maar handelt
124 4, 33 | nalaten; en van degenen met wie uw eden een overeenkomst
125 4, 36 | Allah en vereenzelvigt niets met Hem en bewijst vriendelijkheid
126 4, 42 | gehoorzaamden, wensen, dat de aarde met hen gelijk zou worden gemaakt
127 4, 48 | vergeeft niet dat men iets met Hem vereenzelvigt, maar
128 4, 48 | wie Hij wil. En wie iets met Allah vereenzelvigt, heeft
129 4, 55 | van te (geloven). De hel, met het laaiende vuur is toereikend (
130 4, 66 | uw huizen" zouden zij het met uitzondering van weinigen
131 4, 83 | over u, dan zoudt gij zeker met uitzondering van enkelen,
132 4, 86 | 86. En wanneer gij met een groet wordt begroet,
133 4, 86 | begroet, groet dan terug met een betere groet, of geeft
134 4, 86 | Voorzeker, Allah houdt rekening met alle dingen. ~
135 4, 94 | niet tegen iemand die u met de vredesgroet begroet: "
136 4, 95 | gelovigen die niets doen, met uitzondering der onbekwamen,
137 4, 95 | niet gelijk aan degenen die met hun rijkdommen en hun persoon
138 4, 95 | Allah heeft degenen, die met hun rijkdommen en hun persoon
139 4, 98 | 98. Met uitzondering van de zwakken
140 4, 102| heeft naar voren komen en met u bidden en laat hen hun
141 4, 108| zij de nacht doorbrengen met een bespreking, die Hem
142 4, 116| Allah vergeeft niet dat iets met Hem vereenzelvigd wordt
143 4, 116| wie Hij wil. En wie iets met Allah vereenzelvigt, is
144 4, 128| zijn als zij een verzoening met elkander tot stand brengen -
145 4, 140| bespot, gij niet (eerder) met hen samen zult zijn, dan
146 4, 140| zult zijn, dan dat zij zieh met een ander onderwerp bezig
147 4, 141| zeggen: "Waren wij niet met u?" En als de ongelovigen
148 4, 153| En Wij bekleedden Mozes met duidelijk gezag. ~
149 4, 154| hen tijdens het verbond met hen en Wij zeiden: "Gaat
150 4, 154| Sabbath". En Wij sloten met hen een vast verbond. ~
151 4, 166| dit heeft nedergezonden met Zijn kennis en de engelen
152 4, 170| boodschapper is inderdaad met waarheid van uw Heer gekomen,
153 4, 173| hoogmoedig waren, zal Hij met een pijnlijke straf straffen;
154 5, 2 | offerdieren, noch dieren met offertekens, noch degenen,
155 5, 7 | u en het verbond dat Hij met u sloot, toen gij zeidet: "
156 5, 8 | oprecht voor Allah en getuigt met rechtvaardigheid. En laat
157 5, 12 | Allah sloot een verbond met de kinderen Israëls en Wij
158 5, 12 | zeide: "Voorzeker, Ik ben met u. Indien gij het gebed
159 5, 14 | 14. En met degenen die zeggen: "Wij
160 5, 29 | Ik wens, dat gij zowel met de zonde tegen mij, als
161 5, 29 | de zonde tegen mij, als met uw zonde terugkeert, zodat
162 5, 32 | Onze boodschappers kwamen met duidelijke tekenen tot hen
163 5, 34 | 34. Dit, met uitzondering van hen die
164 5, 41 | verdrieten, n.l. zij die met hun mond zeggen: "Wij geloven,"
165 5, 42 | rechtspreekt, richt tussen hen met rechtvaardigheid. Voorzeker,
166 5, 48 | hebben u het Boek (de Koran) met de waarheid geopenbaard
167 5, 48 | Hij wenst u te beproeven met hetgeen Hij u heeft gegeven.
168 5, 48 | heeft gegeven. Wedijvert dus met elkander in goede werken.
169 5, 53 | zeggen: "Zijn dit degenen die met hun ernstige eden bij Allah
170 5, 53 | zwoeren dat zij waarlijk met u waren?" Hun werken zijn
171 5, 61 | Wij geloven," terwijl zij met ongeloof binnenkomen en
172 5, 70 | hebben waarlijk een verbond met de kinderen Israëls gesloten
173 5, 70 | boodschapper tot hen kwam met hetgeen hun hart niet wenste,
174 5, 72 | Gewis, voor hem die iets met Allah vereenzelvigt, heeft
175 5, 73 | indien zij niet ophouden met hetgeen zij beweren, zal
176 5, 85 | voor hetgeen zij zeiden met tuinen, waardoorheen rivieren
177 5, 89 | tien armen te spijzigen met het gemiddelde voedsel waarmede
178 5, 97 | het offer, en de kamelen met de halsbanden. Dit is, opdat
179 5, 110| en uw moeder, toen Ik u met de geest van heiligheid
180 5, 110| u te doden), toen gij met duidelijke tekenen tot hen
181 5, 112| Heer bij machte, ons een (met voedsel) gedekte tafel van
182 5, 114| onze Heer, zend ons een (met voedsel) gedekte tafel van
183 6, 7 | nedergezonden en al hadden zij het met hun handen betast, zouden
184 6, 17 | afwenden dan Hij; en als Hij u met weldaad omringt - Hij heeft
185 6, 19 | ik heb niets uitstaande met datgene wat gij met Hem
186 6, 19 | uitstaande met datgene wat gij met Hem vereenzelvigt." ~
187 6, 25 | u komen redetwisten zij met u, en de ongelovigen zeggen: "
188 6, 31 | zij, die de ontmoeting met Allah verloochenen, benadelen
189 6, 42 | troffen Wij hen (die volkeren) met armoede en tegenspoed opdat
190 6, 58 | kent de onrechtvaardigen met beste. ~
191 6, 68 | in uw herinnering opkomt, met het onrechtvaardige volk
192 6, 70 | wereldse leven heeft bedrogen, met rust. En waarschuw hiermee,
193 6, 78 | ik heb niets uitstaande met uw afgoden." ~
194 6, 80 | En zijn volk redetwistte met hem. Hij zeide: "Redetwist
195 6, 80 | Hij zeide: "Redetwist gij met mij omtrent Allah, terwijl
196 6, 80 | En ik vrees hetgeen gij met Hem vereenzelvigt niet,
197 6, 82 | geloven en hun geloof niet met onrechtvaardigheid vermengen -
198 6, 91 | Zeg: "Allah". Laat hen dan met rust om zich met hun ledig
199 6, 91 | hen dan met rust om zich met hun ledig spel te vermaken. ~
200 6, 112| gedaan; laat hen daarom met rust met hetgeen zij verzinnen. ~
201 6, 112| laat hen daarom met rust met hetgeen zij verzinnen. ~
202 6, 114| uw Heer is nedergezonden met de waarheid; behoort daarom
203 6, 119| Hij u heeft verboden, - met uitzondering van datgene
204 6, 121| hun vrienden aan opdat zij met u mogen redetwisten. Als
205 6, 137| gedaan, laat hen daarom met rust met hetgeen zij verzinnen. ~
206 6, 137| laat hen daarom met rust met hetgeen zij verzinnen. ~
207 6, 143| bevatten? Onderricht mij met zekerheid, indien gij waarachtig
208 6, 145| eter is verboden te eten, met uitzondering van het gestorvene
209 6, 146| ingewanden dragen of hetgeen met een been is gemengd. Dit
210 6, 150| zij getuigen, getuig niet met hen, noch volg de boze neigingen
211 6, 151| verboden;" n.l. dat gij iets met Hem vereenzelvigt en dat
212 6, 152| maat en het volle gewicht met rechtvaardigheid. Wij belasten
213 6, 156| en wij waren inderdaad met de inhoud er van onbekend." ~
214 6, 157| van Onze tekenen afwenden met een vreselijke straf vergelden
215 6, 159| secten verdelen - gij hebt met hen niets uitstaande. Hun
216 6, 159| zal Hij hen bekend maken met hetgeen zij deden. ~
217 7, 7 | Dan zullen Wij hen zeker met kennis doen weten; want
218 7, 18 | Ik zal voorzeker de hel met u allen vullen." ~
219 7, 19 | 19. "O, Adam, vertoef met uw vrouw in de tuin en eet,
220 7, 22 | begonnen zich te bedekken met bladeren uit de tuin. En
221 7, 33 | opstand; en dat gij datgene met Allah vereenzelvigt, waarvoor
222 7, 52 | een Boek gebracht, dat Wij met kennis hebben uiteengezet,
223 7, 56 | is geordend en roept Hem met vrees en hoop aan. Voorzeker,
224 7, 64 | redden hem en degenen die met hem in de ark waren en Wij
225 7, 71 | getroffen. Redetwist gij met mij over namen, die gij
226 7, 71 | nedergezonden? Wacht dan, ik ben met u onder de wachtenden." ~
227 7, 72 | redden hem en degenen, die met hem waren door Onze barmhartigheid
228 7, 73 | voor u. Laat haar daarom met rust opdat zij zich van
229 7, 81 | 81. "Gij nadert met wellust mannen, in plaats
230 7, 83 | redden hem en zijn familie, met uitzondering van zijn vrouw,
231 7, 88 | Shoaib, en de gelovigen met u zeker uit onze stad verdrijven
232 7, 94 | dat Wij het volk er van met tegenspoed en lijden troffen,
233 7, 95 | verwisselden Wij het boze met het goede, totdat zij groeiden
234 7, 101| hun boodschappers kwamen met duidelijke tekenen tot hen.
235 7, 103| vorige boodschappers) Mozes met Onze tekenen naar Pharao
236 7, 105| over Allah spreken. Ik ben met een duidelijk teken van
237 7, 105| daarom de kinderen Israëls met mij mee." ~
238 7, 106| antwoordde: "Als gij inderdaad met een teken zijt gekomen breng
239 7, 130| van Pharao door droogte en met schaarste van vruchten,
240 7, 134| kinderen Israëls voorzeker met u laten gaan. ~
241 7, 142| 142. En Wij maakten met Mozes een overeenkomst van
242 7, 142| dertig nachten en vulden ze met tien nachten aan. Aldus
243 7, 157| ondersteunen en het licht dat met hem is nedergezonden volgen,
244 7, 160| drinken vroeg: "Sla de rots met uw staf" en er ontsprongen
245 7, 164| Allah wil vernietigen of met een strenge kastijding gaat
246 7, 165| grepen de onrechtvaardigen met een strenge straf aan, omdat
247 7, 167| zenden, die hen (de Joden) met een marteling zouden kwellen
248 7, 176| hangen en indien gij hem met rust laat steekt hij ook
249 7, 180| de rechte weg afwijken, met rust. Hun zal worden vergolden
250 7, 181| een volk, dat de mensen met waarheid leidt en rechtvaardig
251 7, 190| verheven boven hetgeen zij met Hem vereenzelvigen. ~
252 7, 191| 191. Vereenzelvigen zij met Allah degenen die niets
253 7, 205| s avonds in uw gedachte met nederigheid en vrees en
254 7, 206| Heer zijn wenden zich niet met trots van Zijn aanbidding
255 8, 6 | 6. Zij redetwistten met u over de waarheid nadat
256 8, 9 | u antwoordde: "Ik zal u met duizend engelen helpen die
257 8, 12 | engelen openbaarde: "Ik ben met u; versterkt de gelovigen.
258 8, 19 | zijn en Allah is voorzeker met de gelovigen. ~
259 8, 26 | u beschermde en sterkte met Zijn hulp en u voorzag van
260 8, 43 | voorzeker hebben geweifeld en met elkander over de zaak getwist;
261 8, 46 | boodschapper en redetwist niet met elkander, anders zult gij
262 8, 46 | geduldig, voorzeker Allah is met de geduldigen. ~
263 8, 48 | Voorzeker, ik heb niets met u uitstaande, waarlijk,
264 8, 56 | 56. Degenen met wie gij een verbond sluit,
265 8, 62 | het, Die u heeft versterkt met Zijn hulp en met die der
266 8, 62 | versterkt met Zijn hulp en met die der gelovigen, ~
267 8, 66 | overwinnen. En Allah is met degenen die standvastig
268 8, 72 | hun huizen verlieten en met hun bezittingen en hun persoon
269 8, 72 | behalve tegen een volk, met hetwelk gij een verbond
270 8, 75 | huizen verlaten en tezamen met u strijden, zullen tot u
271 9, 1 | degenen der afgodendienaren met wie gij een verdrag hebt
272 9, 3 | niets uitstaande hebben met de afgodendienaren. Als
273 9, 4 | 4. Met uitzondering van diegenen
274 9, 4 | diegenen der afgodendienaren met wie gij een verbond hebt
275 9, 7 | voor de afgodendienaren met Allah en Zijn boodschapper,
276 9, 7 | Allah en Zijn boodschapper, met uitzondering van hen, met
277 9, 7 | met uitzondering van hen, met wie gij in de heilige Moskee
278 9, 8 | zullen nemen? Zij behagen u met hun mond terwijl hun hart
279 9, 15 | wegnemen. Allah wendt Zich met barmhartigheid tot wie Hij
280 9, 16 | 16. Denkt gij, dat gij met rust zoudt worden gelaten
281 9, 20 | woonplaatsen verhuizen en met hun bezit en met hun persoon
282 9, 20 | verhuizen en met hun bezit en met hun persoon voor de zaak
283 9, 23 | verkiezen. En wie onder u met hen bevriend is behoort
284 9, 24 | zaak, wacht dan, tot Allah met Zijn oordeel komt; Allah
285 9, 27 | 27. Daarna zal Allah Zich met Barmhartigheid wenden tot
286 9, 29 | totdat zij de belasting met eigen hand betalen, terwijl
287 9, 30 | Allah." Dit is, hetgeen zij met hun mond zeggen. Zij spreken
288 9, 31 | verheven boven hetgeen zij met Hem vereenzelvigen. ~
289 9, 33 | het, Die Zijn boodschapper met leiding en de ware godsdienst
290 9, 36 | bestrijden en weet, dat Allah met de rechtvaardigen is. ~
291 9, 38 | van Allah voort?" Zijt gij met het tegenwoordige leven
292 9, 39 | voortgaat te vechten zal Hij u met een pijnlijke straf straffen
293 9, 40 | Treur niet, want Allah is met ons." Toen zond Allah Zijn
294 9, 40 | neder en versterkte hem met scharen die gij niet zaagt
295 9, 41 | licht of zwaar, streeft met uw bezit en uw persoon voor
296 9, 42 | geweest, zouden wij zeker met u zijn gegaan." Zij doen
297 9, 44 | vrijgesteld van het strijden met hun bezit en hun persoon.
298 9, 46 | en er werd gezegd: "Zit met de zittenden." ~
299 9, 47 | 47. En als zij met u waren gegaan, zouden zij
300 9, 52 | daarom, wij wachten ook met u." ~
301 9, 57 | zouden zij er zich zeker met grote spoed heenwenden. ~
302 9, 59 | slechts tevreden geweest met hetgeen Allah en Zijn boodschapper
303 9, 67 | mannen en vrouwen zijn allen met elkander verbonden. Zij
304 9, 70 | Hun boodschappers kwamen met duidelijke tekenen tot hen.
305 9, 74 | zich afwenden zal Allah hen met een pijnlijke straf in deze
306 9, 75 | En er zijn onder hen die met Allah een verbond sloten.
307 9, 81 | en waren er afkerig van met hun eigendommen en hun persoon
308 9, 83 | gevecht), zeg dan: "Gij zult met mij niet uittrekken en gij
309 9, 83 | gij zult nooit een vijand met mij bestrijden. Gij verkoost
310 9, 83 | blijven, zit daarom thans met degenen, die achterblijven. ~
311 9, 86 | Allah en strijdt tezamen met Zijn boodschapper," vragen
312 9, 87 | stellen zich tevreden om met de achterblijvenden te zijn
313 9, 88 | boodschapper en de gelovigen met hem, strijden met hun bezit
314 9, 88 | gelovigen met hem, strijden met hun bezit en hun persoon
315 9, 92 | doen rijden." Zij gingen met hun ogen vol tranen terug
316 9, 93 | rijk zijn. Zij verkozen om met de achterblijvenden te zijn.
317 9, 94 | 94. Zij zullen met uitvluchten tot u komen,
318 9, 95 | Allah zweren, dat gij hen met rust moogt laten. Laat hen
319 9, 96 | zelfs al zoudt gij tevreden met hen zijn, zal Allah met
320 9, 96 | met hen zijn, zal Allah met het overtredende volk niet
321 9, 102| Zij vermengden een goede met een slechte daad. Het kan
322 9, 102| kan zijn, dat Allah Zich met barmhartigheid tot hen zal
323 9, 105| zeg: "Werkt en Allah zal met Zijn boodschapper en de
324 9, 106| Hij hen bestraffen of Zich met barmhartigheid tot hen wenden?
325 9, 109| aangetaste rand stichtte, dat met hem in het Vuur der hel
326 9, 111| de verbintenis, die gij met Hem hebt gesloten en dat
327 9, 117| Allah heeft zich voorzeker met barmhartigheid tot de profeet
328 9, 118| 118. En (Hij heeft Zich met barmhartigheid) tot de drie
329 9, 118| gewend, totdat de aarde met haar uitgestrektheid hun
330 9, 118| Hem. Toen wendde Hij Zich met barmhartigheid tot hen,
331 9, 119| gelooft, vreest Allah en weest met de waarachtigen. ~
332 9, 123| vinden en weet, dat Allah met de godvruchtigen is. ~
333 10, 3 | is geen bemiddelaar, dan met Zijn goedkeuring. Dit is
334 10, 4 | geloven en goede werken doen met rechtvaardigheid moge belonen.
335 10, 7 | uitzien naar de ontmoeting met Ons en die met het leven
336 10, 7 | ontmoeting met Ons en die met het leven dezer wereld tevreden
337 10, 11 | niet naar de ontmoeting met Ons uitzien, in opstand,
338 10, 13 | kwamen tot hen boodschappers met duidelijke tekenen, maar
339 10, 15 | niet naar de ontmoeting met Ons uitzien: "Breng een
340 10, 18 | verheven boven al hetgeen zij met Hem vereenzelvigen. ~
341 10, 20 | Allah toe. Wacht, ik ben met u onder de wachtenden." ~
342 10, 22 | op de schepen zijt en zij met een mooie bries varen en (
343 10, 27 | zijn) alsof hun gezicht met de duisternis van de nacht
344 10, 35 | wordt geleid? Wat is er met u? Hoe oordeelt gij?" ~
345 10, 41 | Gij hebt niets uitstaande met hetgeen ik doe noch heb
346 10, 41 | noch heb ik iets uitstaande met hetgeen gij doet." ~
347 10, 45 | degenen die de ontmoeting met Allah loochenen en geen
348 10, 47 | boodschapper komt, wordt er met rechtvaardigheid onder hen
349 10, 54 | hun spijt tonen. Er zal met rechtvaardigheid over hen
350 10, 73 | redden Wij hem en degenen die met hem in de ark waren. En
351 10, 74 | volk en deze kwamen tot hen met duidelijke bewijzen. Maar
352 10, 75 | Wij na hen Mozes en Aäron met Onze tekenen naar Pharao
353 10, 102| Zeg: "Wacht daarom, ik ben met u onder de wachtenden." ~
354 11, 5 | innerlijk. Ja, wanneer zij zich met hun kleding bedekken, weet
355 11, 12 | waarom is er geen engel met hem gekomen?" Voorwaar,
356 11, 14 | aannemen, weet dan, dat het met Allah's kennis is geopenbaard
357 11, 32 | Noach, gij hebt inderdaad met ons getwist en veel getwist,
358 11, 35 | ik heb niets uitstaande met hetgeen gij begaat." ~
359 11, 40 | alles in, en uw familie - met uitzondering van degenen,
360 11, 40 | uitgegaan - en de gelovigen." En met hem geloofden slechts weinigen. ~
361 11, 42 | 42. En zij bewoog zich met hen op golven als bergen
362 11, 42 | O mijn zoon, scheep u met ons in en wees niet met
363 11, 42 | met ons in en wees niet met de ongelovigen." ~
364 11, 43 | tegen het gebod van Allah, met uitzondering van degenen
365 11, 44 | water en o, hemel, houd op (met regenen)." En het water
366 11, 48 | daal dan af (uit de ark) met Onze vrede en met zegeningen
367 11, 48 | de ark) met Onze vrede en met zegeningen over u en over
368 11, 48 | en over de volkeren die met u zijn. En er zullen andere
369 11, 54 | dat sommige onzer Goden u met kwaad hebben bezocht." Hij
370 11, 54 | getuigt gij ook, dat ik niets met uw afgoden uitstaande heb." ~
371 11, 58 | Wij Hoed en de gelovigen met hem, door Onze barmhartigheid.
372 11, 64 | voor u; laat haar daarom met rust opdat zij zich (in
373 11, 66 | kwam, redden Wij Salih en met hem de gelovigen door Onze
374 11, 69 | Onze boodschappers kwamen met blijde tijdingen tot Abraham.
375 11, 69 | Zij zeiden: "Vrede zij met u." Hij antwoordde: "Vrede
376 11, 69 | Hij antwoordde: "Vrede zij met u" en terstond bracht hij
377 11, 74 | tot hem kwam, begon hij met ons over het volk van Lot
378 11, 81 | stellig niet bereiken. Vertrek met uw familie gedurende de
379 11, 85 | volle maat en juist gewicht met rechtvaardigheid en bedrieg
380 11, 85 | en bedrieg de mensen niet met hun goederen noch sticht
381 11, 87 | dat wij zouden ophouden met ons eigendom te doen wat
382 11, 93 | wacht af, ik wacht gewis met u." ~
383 11, 94 | kwam, redden Wij Shoaib en met hem de gelovigen door Onze
384 11, 96 | Wij zonden Mozes voorzeker met Onze tekenen en duidelijk
385 11, 107| Aarde bestaan in vertoeven, met uitzondering van hetgeen
386 11, 108| Hemelen en de Aarde bestaan, met uitzondering van hetgeen
387 11, 112| en ook degenen, die zich met u hebben bekeerd en overtreedt
388 11, 119| 119. Met uitzondering van degenen,
389 11, 119| Voorwaar Ik zal de hel met djinn en mensen allen tezamen
390 12, 12 | 12. "Zend hem morgen met ons mede, opdat hij zich
391 12, 17 | wedloop en lieten Jozef met onze goederen achter en
392 12, 18 | En zij brachten zijn hemd met bloed, dat niet van hem
393 12, 25 | die kwade bedoelingen had met uw vrouw, anders dan gevangenneming
394 12, 30 | verleiden. Hij heeft haar met verliefdheid vervuld. Wij
395 12, 36 | 36. En er gingen met hem twee jonge mannen de
396 12, 38 | betaamt ons niet dat wij iets met Allah vereenzelvigen. Dit
397 12, 47 | gij maait in de aar laten, met uitzondering van een weinig,
398 12, 48 | opgeslagen zullen verteren, met uitzondering van een weinig
399 12, 50 | heer en vraag hem hoe het met de vrouwen is gesteld die
400 12, 51 | vrouwen: "Wat was het geval met u toen gij Jozef tegen zijn
401 12, 59 | Ziet gij niet, dat ik u met volle maat geef en dat ik
402 12, 63 | zend daarom onze broeder met ons mede, opdat wij onze
403 12, 66 | zeide: "Ik zal hem niet met u medezenden voordat gij
404 12, 76 | 76. Daarna begon hij met (het onderzoek van) hun
405 12, 84 | zijn ogen werden gevuld met tranen van smart doch hij
406 12, 93 | 93. "Gaat met dit hemd van mij en legt
407 12, 101| als Moslim en verenig mij met de rechtvaardigen." ~
408 13, 2 | zult zijn van de ontmoeting met uw Heer. ~
409 13, 4 | korenvelden en dadelpalmen, met één wortel of met verschillende
410 13, 4 | dadelpalmen, met één wortel of met verschillende wortels, zij
411 13, 4 | verschillende wortels, zij worden met hetzelfde water besproeid
412 13, 13 | donder verkondigt Zijn glorie met de lof die Hem toekomt,
413 13, 19 | blind is? Alleen degenen die met begrip zijn begiftigd trekken
414 13, 22 | weggeven en die het kwade met het goede afwenden, dezen
415 13, 26 | kortstondig) vermaak is vergeleken met het volgende. ~
416 13, 36 | Allah te aanbidden en niets met Hem te vereenzelvigen. Tot
417 14, 4 | zonden geen boodschapper dan met de taal van zijn volk, zodat
418 14, 5 | 5. En Wij zonden Mozes met Onze tekenen, zeggende: "
419 14, 6 | Pharao's volk redde, dat u met een smartelijke foltering
420 14, 9 | Hun boodschappers kwamen met duidelijke tekenen tot hen,
421 14, 12 | het kwaad dat gij ons doet met geduld dragen. Laat daarom
422 14, 17 | 17. Hij zal het met kleine teugen drinken en
423 14, 22 | verwerp dat gij mij voordien met Allah hebt vereenzelvigd.
424 14, 27 | leven en in het Hiernamaals met het bevestigende woord en
425 14, 43 | 43. Met opgeheven hoofd zich voorthaastend,
426 14, 45 | duidelijk geworden hoe Wij met hen handelden terwijl Wij
427 15, 8 | zenden alleen engelen neder met de werkelijkheid en dan
428 15, 40 | 40. "Met uitzondering van Uw oprechte
429 15, 42 | zeker geen macht hebben, met uitzondering van de dwalenden
430 15, 45 | zullen te midden van tuinen met bronnen zijn. ~
431 15, 46 | 46. "Gaat er met vlede en veiligheid binnen." ~
432 15, 53 | tijding over een zoon, die met kennis zal zijn begiftigd." ~
433 15, 63 | zeiden: "Neen, wij zijn met hetgeen waarover zij (de
434 15, 64 | 64. "En wij zijn met de waarheid tot u gekomen
435 15, 65 | daarom gedurende de nacht met uw familie weg en volg achter
436 15, 96 | 96. Die andere goden met Allah vereenzelvigen; maar
437 15, 98 | Maar verheerlijk uw Heer met de lof die Hem toekomt en
438 16, 1 | verheven boven al hetgeen zij met Hem vereenzelvigen. ~
439 16, 2 | door Zijn gebod engelen met een Openbaring neder tot
440 16, 3 | Hij boven al hetgeen zij met Hem vereenzelvigen. ~
441 16, 27 | strijden?" Degenen, die met kennis zign begiftigd zullen
442 16, 43 | als gij het niet weet - met duidelijke tekenen en geschriften. ~
443 16, 54 | deel uwer andere (Goden) met hun Heer. ~
444 16, 90 | Voorwaar, Allah gelast u goed met goed (te vergelden) en wel
445 16, 91 | En vervult het verbond met Allah, wanneer gij een verbond
446 16, 100| alleen over degenen die met hem vriendschap aanknopen
447 16, 100| aanknopen en die anderen met God vereenzelvigen. ~
448 16, 102| heiligheid heeft het van uw Heer met waarheid nedergebracht,
449 16, 125| Roep tot de weg van uw Heer met wijsheid en goede raad en
450 16, 125| goede raad en redetwist met hen op een gepaste wijze.
451 16, 127| voorwaar uw geduld is alleen met de hulp van Allah (mogelijk).
452 16, 128| 128. Voorwaar, Allah is met degenen, die (God) vrezen
453 17, 3 | nageslacht dergenen die Wij met Noach (in de Ark) droegen!
454 17, 5 | Onze dienaren, toegerust met grote macht tegen u uit,
455 17, 6 | over hen en Wij hielpen u met rijkdommen en kinderen,
456 17, 7 | Wij (andere volkeren) om u met schande te treffen zodat
457 17, 33 | heeft verklaard, tenzij het met recht geschiedt. En wie
458 17, 35 | wanneer gij meet en weegt met een zuivere weegschaal;
459 17, 40 | dan uw Heer u bevoorrecht met zonen en Zelf dochters gekozen
460 17, 42 | zoals gij zegt andere goden met Hem geweest, dan zouden
461 17, 44 | daar is niets dat Hem niet met de lof die Hem toekomt verheerlijkt;
462 17, 52 | zal roepen zult gij Hem met de lof die Hem toekomt antwoorden
463 17, 64 | 64. "En bekoor met uw stem wie gij kunt en
464 17, 71 | Dag waarop Wij elk volk met zijn leider zullen oproepen.
465 17, 77 | Dit was Onze) handelwijze met Onze boodschappers die Wij
466 17, 91 | tenzij gij een tuin hebt met dadelpalmen en wijnranken
467 17, 103| doch Wij deden hem en die met hem waren allen tezamen
468 17, 105| hebben dit geopenbaard en met waarheid is hij (de Koran)
469 17, 107| was geschonken werpen zich met hun aangezicht ter aarde
470 18, 18 | wenden, terwijl hun hond met zijn voorpoten uitgestrekt
471 18, 18 | hen afwenden en vluchten, met ontzag vervuld. ~
472 18, 19 | Het is beter) één van ons met deze zilveren munt naar
473 18, 29 | zullen zij worden begoten met water als gesmolten lood,
474 18, 31 | zullen daarin worden getooid met armbanden van goud en zullen
475 18, 32 | twee wijngaarden, omgeven met dadelpalmen en daartussen
476 18, 38 | Heer is, ik zal niemand met mijn Heer vereenzelvigen." ~
477 18, 42 | zeide: "Had ik maar niemand met mijn Heer vereenzelvigd." ~
478 18, 56 | De ongelovigen twisten met leugens om daardoor de Waarheid
479 18, 67 | kunt geen geduld hebben met mij." ~
480 18, 72 | gij stellig geen geduld met mij zoudt kunnen tonen?" ~
481 18, 75 | in staat zoudt zijn mij met geduld te vergezellen?" ~
482 18, 79 | die alle (goede) schepen met geweld in beslag wilde nemen." ~
483 18, 86 | bestraf hen of behandel hen met vriendelijkheid." ~
484 18, 87 | Heer die hem straffen zal met een gestrengere straf." ~
485 18, 95 | beter, doch gij kunt mij met lichamelijke kracht helpen.
486 18, 105| hun Heer en de ontmoeting met Hem verwerpen. Derhalve
487 18, 106| ongeloof en de spot die zij met Mijn Tekenen en Mijn boodschappers
488 18, 110| degene, die op de ontmoeting met zijn Heer hoopt, goede daden
489 18, 110| zijn Heer niemand anders met Hem vereenzelvigen." ~~
490 19, 4 | geworden en mijn hoofd glanst met grijze haren, niettemin
491 19, 15 | 15. Vrede was met hem op de dag zijner geboorte,
492 19, 15 | sterfdag, en zal eveneens met hem zijn op de dag waarop
493 19, 18 | Barmhartige tegen u, laat mij met rust, indien gij (God) vreest." ~
494 19, 22 | ontving hem en trok zich met hem terug in een ver afgelegen
495 19, 26 | vasten; derhalve zal ik heden met niemand spreken.'" ~
496 19, 33 | 33. "Vrede was met mij op de dag mijner geboorte
497 19, 33 | dag mijner geboorte en zal met mij zijn op de dag van mijn
498 19, 46 | uitbannen. Laat mij een tijd met rust." ~
499 19, 47 | Abraham zeide: "Vrede zij met u. Ik zal mijn Heer om vergiffenis
500 19, 52 | deden hem tot Ons naderen om met hem te spreken. ~
1-500 | 501-867 |