Sura, Verse

 1   2, 20 |                           20. Bijna beneemt het bliksemlicht
 2   9, 117|       van een gedeelte hunner bijna was bezweken. Toen vergaf
 3  10, 90 |    wijze, totdat hij toen hij bijna verdronk, zeide: "Ik geloof
 4  22, 72 |      gezicht der ongelovigen. Bijna zouden zij degenen, die
 5  24, 35 |     het Westen is, welks olie bijna zou lichten, zelfs al raakte
 6  24, 40 |   hand uitstrekt kan men haar bijna niet zien; en hij, wie Allah
 7  24, 43 |     bliksem neemt het gezicht bijna weg. ~
 8  25, 42 |     42. Hij had ons inderdaad bijna van onze Goden doen afdwalen,
 9  28, 10 |       van angst). Zij had het bijna onthuld als Wij haar hart
10  37, 56 |      Allah, gij deedt mij ook bijna te niet gaan." ~
11  67, 8  |                    8. Zij zal bijna barsten van woede. Telkens
12  72, 19 |     aanbidden, vielen zij hem bijna aan. ~
13  73, 20 | Waarlijk uw Heer weet dat gij bijna twee-derde van de nacht