1-500 | 501-851
bold = Main text
Sura, Verse grey = Comment text
1 Voo | oorspronkelijke tekst. ~Wij hebben echter steeds getracht de
2 Voo | bedoeling van de tekst, dan hebben wij ons aan de letterlijke
3 Voo | vertaling teloor te gaan, dan hebben wij ons van een omschrijving
4 Voo | kon worden uitgelegd, daar hebben wij getracht deze mogelijkheid
5 Voo | uiting te brengen . Soms hebben wij ter verduidelijking
6 Voo | welke meer dan é´n betekenis hebben, hebben wij vertaald met
7 Voo | dan é´n betekenis hebben, hebben wij vertaald met een Nederlands
8 Voo | voorkomen. Na rijp beraad hebben wij; de meest begrijpelijke
9 Voo | vorm gekozen, d.w.z. wij hebben de woorden phonetisch opgeschreven,
10 Voo | enkeling begrijpelijk zijn. Wij hebben getracht zoveel mogelijk
11 2, 3 | weldoen met hetgeen Wij hun hebben geschonken. ~
12 2, 4 | een standvastig vertrouwen hebben in dat wat komen zal. ~
13 2, 13 | geloven, zoals de dwazen hebben geloofd?" Ziet toe! Zij
14 2, 16 | Zij zijn het die dwaling hebben aanvaard in ruil voor de
15 2, 23 | hetgeen Wij aan Onze dienaar hebben geopenbaard, probeert dan
16 2, 25 | zullen er reine metgezellen hebben en zij zullen er vertoeven. ~
17 2, 57 | goede dingen, waarmede Wij u hebben voorzien." Zij schaadden
18 2, 63 | Houdt vast, wat Wij u hebben gegeven en bedenkt wat het
19 2, 75 | verdraait, nadat zij het hebben begrepen, tegen beter weten
20 2, 78 | niets van het Boek, maar hebben hun valse denkbeelden: zij
21 2, 86 | voor het tegenwoordig leven hebben verkocht. Derhalve zal hun
22 2, 90 | datgene, waarvoor zij hun ziel hebben verkocht; daar zij verwerpen,
23 2, 93 | vast, hetgeen Wij u gegeven hebben en luistert," zeiden zij: "
24 2, 99 | 99. En Wij hebben u voorzeker duidelijke tekenen
25 2, 102| hetgene waarvoor zij hun ziel hebben verkocht; hadden zij het
26 2, 112| zijn beloning bij zijn Heer hebben. Vrees noch droefheid zal
27 2, 113| Joden zeggen: "De Christenen hebben geen ware grondslag en de
28 2, 113| Christenen zeggen: "De Joden hebben geen ware grondslag", terwijl
29 2, 113| degenen, die geen kennis hebben. Maar Allah zal op de Dag
30 2, 118| aan elkander gelijk. Wij hebben de tekenen voorzeker duidelijk
31 2, 119| 119. Voorzeker Wij hebben u als drager van blijde
32 2, 120| Allah Vriend noch Helper hebben. ~
33 2, 121| 121. Zij, wie Wij het Boek hebben gegeven, volgen het na,
34 2, 130| handelt? Voorzeker, Wij hebben hem in deze wereld uitverkoren
35 2, 143| 143. En zo hebben Wij u tot een verheven volk
36 2, 146| Degenen aan wie Wij het Boek hebben gegeven erkennen dit, zoals
37 2, 151| midden een boodschapper hebben gezonden, die u Onze tekenen
38 2, 159| Wij aan tekenen en leiding hebben nedergezonden, verbergen,
39 2, 159| aan de mensen duidelijk hebben gemaakt, zijn het, die Allah
40 2, 159| vervloekt en zij die het recht hebben te vervloeken, vervloeken
41 2, 160| 160. Maar zij, die berouw hebben en zich beteren en (de Waarheid)
42 2, 165| zij Allah behoren lief te hebben. Maar zij die geloven zijn
43 2, 167| verzaken, zoals zij ons hebben verzaakt". Zo zal Allah
44 2, 172| goede dingen, waarmede Wij u hebben voorzien en dankt Allah,
45 2, 175| dwaling in ruil voor leiding hebben aanvaard en straf voor vergiffenis.
46 2, 177| dezen zijn het, die bewezen hebben, waarachtig te zijn en dezen
47 2, 191| drijft hen uit, vanwaar zij u hebben uitgedreven; want vervolging
48 2, 202| zijn wegens hetgeen zij hebben verdiend. En Allah is vlug
49 2, 211| duidelijke tekenen Wij hun hebben gegeven. Maar hij die de
50 2, 217| totdat zij u van uw geloof hebben afgebracht, als zij kunnen.
51 2, 220| zou Hij het u moeilijk hebben gemaakt. Voorzeker, Allah
52 2, 222| zijn. Maar wanneer zij zich hebben gereinigd, gaat tot haar
53 2, 228| geloven; en haar echtgenoten hebben het recht, haar (intussen)
54 2, 228| hetgeen billijk is, de mannen hebben voorrang boven haar, Allah
55 2, 230| aan de mensen, die kennis hebben duidelijk maakt. ~
56 2, 232| einde van haar wachtperiode hebben bereikt, verhindert haar
57 2, 234| het einde der wachtperiode hebben bereikt, zal er op u geen
58 2, 246| Zij zeiden: "Welke reden hebben wij om ons van het vechten
59 2, 247| meer recht op heerschappij hebben dan hij en hem geen overvloed
60 2, 249| met hem - zeiden zij: "Wij hebben vandaag geen macht over
61 2, 249| Hoevele kleine groepen hebben niet onder Allah's bevel
62 2, 253| hem kwamen, elkander niet hebben bestreden, nadat de duidelijke
63 2, 253| zouden zij elkander niet hebben bestreden, maar Allah doet,
64 2, 254| geeft van hetgeen Wij u hebben geschonken, voordat de dag
65 2, 262| en zij zullen geen vrees hebben, noch zullen zij treuren. ~
66 2, 264| haar kaal achterlaat. Zij hebben geen macht over wat zij
67 2, 269| behalve zij, die begrip hebben. ~
68 2, 285| boodschappers"; en zij zeggen: "Wij hebben gehoord en gehoorzaamd,
69 2, 286| wij vergeten of een fout hebben begaan, Heer, en belast
70 2, 286| waarvoor wij de kracht niet hebben (het te dragen), wis onze
71 3, 7 | uit, dan zij, die begrip hebben. ~
72 3, 13 | een les voor hen, die ogen hebben. ~
73 3, 16 | zeggen: "Onze Heer, voorzeker hebben wij geloofd, vergeef ons
74 3, 20 | en degenen die mij volgen hebben zich aan Allah onderworpen."
75 3, 47 | Heer, hoe zal ik een zoon hebben, daar geen man mij heeft
76 3, 56 | zij zullen geen helpers hebben." ~
77 3, 86 | dat heeft verworpen, na te hebben geloofd, en de getuigenis
78 3, 86 | geloofd, en de getuigenis te hebben afgelegd dat de boodschapper
79 3, 89 | degenen die daarna berouw hebben en zich verbeteren. Allah
80 3, 90 | degenen die terugvallen na te hebben geloofd en dan in ongeloof
81 3, 112| verbond met andere volkeren hebben. Zij keerden terug met Allah'
82 3, 118| verbergt is nog erger. Wij hebben u onze geboden duidelijk
83 3, 119| hebt hen lief, maar zij hebben u niet lief. En gij gelooft
84 3, 154| koesterden. Zij zeiden: "Hebben wij iets met de zaak uit
85 3, 154| geweest zouden wij hier niet hebben moeten vechten." Zeg: "Indien
86 3, 159| zich zeker uit uw omgeving hebben verwijderd. Vergeef hen
87 3, 159| lief die vertrouwen in Hem hebben. ~
88 3, 163| 163. Zij hebben bij Allah graden en Allah
89 3, 167| was, zouden wij u zeker hebben gevolgd." Zij stonden op
90 3, 170| achterbleven, en hen nog niet hebben ingehaald, dat er geen vrees
91 3, 173| hen zeiden: "De volkeren hebben zich tegen u verzameld,
92 3, 176| toekomstig leven geen deel doen hebben, er zal voor hen een strenge
93 3, 177| degenen die het ongeloof hebben aanvaard in ruil voor het
94 3, 181| Wij zullen hetgeen zij hebben gezegd en hun pogingen om
95 3, 188| juichen over hetgeen zij hebben gedaan en gaarne worden
96 3, 193| 193. Onze Heer, wij hebben een prediker gehoord, die
97 3, 193| Gelooft in de Heer' en wij hebben geloofd. Onze Heer, vergeef
98 3, 195| zaak zign vervolgd en die hebben gevochten en zijn gedood,
99 3, 198| Heer vrezen, zullen tuinen hebben, waar doorheen rivieren
100 4, 6 | huwbare leeftijd bereikt hebben: als gij in hen rijpheid
101 4, 12 | 12. En gij zult de helft hebben van hetgeen uw vrouwen nalaten,
102 4, 12 | nalaten, indien zij geen kind hebben, maar indien zij een kind
103 4, 12 | maar indien zij een kind hebben, is er voor u een vierde
104 4, 12 | van enig legaat, dat zij hebben nagelaten of van schuld.
105 4, 12 | En zij zullen een vierde hebben van hetgeen gij nalaat,
106 4, 16 | beiden. En als zij berouw hebben en zich verbeteren, laat
107 4, 17 | doen en dan daarna berouw hebben. Dezen zijn het, tot wie
108 4, 18 | Wij een pijnlijke straf hebben bereid. ~
109 4, 19 | waarin Allah veel goeds kan hebben gelegd. ~
110 4, 21 | een sterk verbond met u hebben gesloten? ~
111 4, 23 | twee zusters tezamen te hebben, met uitzondering van wat
112 4, 32 | Mannen zullen een aandeel hebben in hetgeen zij hebben verdiend
113 4, 32 | aandeel hebben in hetgeen zij hebben verdiend en vrouwen zullen
114 4, 32 | vrouwen zullen een aandeel hebben in hetgeen zij hebben verdiend.
115 4, 32 | aandeel hebben in hetgeen zij hebben verdiend. En vraagt om Allah'
116 4, 33 | 33. En voor een ieder hebben Wij erfgenamen bepaald ten
117 4, 33 | uw eden een overeenkomst hebben bekrachtigd, geeft ieder
118 4, 37 | gegeven, verbergen. Wij hebben voor de ongelovigen een
119 4, 44 | gij niet degenen, die deel hebben aan het Boek? Zij geven
120 4, 47 | gelooft in hetgeen Wij hebben nedergezonden, vervullende
121 4, 57 | zullen zij reine metgezellen hebben en Wij zullen hen door schaduw
122 4, 58 | aan hen die er recht op hebben en dat, wanneer gij tussen
123 4, 59 | degenen, die onder u gezag hebben. En indien gij over iets
124 4, 64 | Berouwaanvaardend, Genadevol hebben bevonden. ~
125 4, 66 | van weinigen hunner niet hebben gedaan en indien zij hetgeen
126 4, 67 | een grote beloning van Ons hebben gegeven. ~
127 4, 68 | zeker op het rechte pad hebben geleid. ~
128 4, 73 | inderdaad een groot voordeel hebben bereikt." ~
129 4, 79 | komt door uzelf. En wij hebben u als boodschapper tot de
130 4, 80 | wie zich afkeert - tot hen hebben wij u niet als bewaker gezonden. ~
131 4, 83 | konden verwerken, het zeker hebben begrepen. En ware Allah'
132 4, 83 | uitzondering van enkelen, Satan hebben gevolgd. ~
133 4, 85 | bijvalt, zal er aandeel aan hebben en wie het kwade bijvalt
134 4, 85 | er een gelijk aandeel aan hebben; En Aliah houdt toezicht
135 4, 89 | gij verwerpt, evenals zij hebben verworpen, zodat gij aan
136 4, 90 | zou Hij hun macht tegen u hebben gegeven; dan zouden zij
137 4, 90 | zouden zij zeker tegen u hebben gevochten. Dus, als zij
138 4, 91 | hen ook vindt. Tegen dezen hebben Wij u duidelijk gezag gegeven. ~
139 4, 98 | middelen tot en beschikking hebben, noch een weg kunnen vinden. ~
140 4, 102| wanneer zij hun prostratie hebben verricht, laat hen achter
141 4, 105| 105. Wij hebben u waarlijk het Boek (de
142 4, 113| zou een gedeelte hunner hebben besloten u te vernietigen,
143 4, 131| wat op aarde is. En wij hebben zeker degenen aan wie vóór
144 4, 141| zeggen zij (tot hen): "Hebben wij niet de overhand over
145 4, 146| Behalve degenen, die berouw hebben en zich verbeteren en aan
146 4, 151| inderdaad de ongelovigen en Wij hebben voor de ongelovigen een
147 4, 157| En om hun zeggen: "Wij hebben de Messias, Jezus, zoon
148 4, 157| zijn zeker in twijfel, zij hebben er geen kennis van doch
149 4, 161| van 's mensen rijkdommen, hebben Wij voor degenen onder hen
150 4, 163| 163. Waarlijk, Wij hebben u de openbaring gezonden,
151 4, 164| boodschappers, welke Wij reeds hebben genoemd en boodschappers
152 4, 164| boodschappers welke Wij u niet hebben genoemd en Allah sprak openlijk
153 4, 171| heiligheid, dat Hij een zoon zou hebben. Aan Hem behoort wat in
154 4, 174| Heer tot u gekomen en Wij hebben een helder licht tot u nedergezonden. ~
155 5, 13 | hun breken van het verbond hebben Wij hen vervloekt en hun
156 5, 13 | woorden uit hun verband en hebben een deel van hetgeen hun
157 5, 41 | geloven," maar in hun hart hebben zij niet geloofd. En onder
158 5, 43 | wanneer zij de Torah bij zich hebben waarin Allah's oordeel is?
159 5, 48 | 48. En Wij hebben u het Boek (de Koran) met
160 5, 48 | Hij u allen tot één volk hebben gemaakt, maar Hij wenst
161 5, 52 | brengen. Dan zullen zij berouw hebben over hetgeen zij in hun
162 5, 64 | ongeloof doen toenemen. En Wij hebben vijandschap en haat onder
163 5, 65 | zouden Wij gewis hun zonden hebben vergeven en hen in tuinen
164 5, 65 | in tuinen van zaligheid hebben toegelaten. ~
165 5, 66 | hetgeen onder hun voeten is, hebben gegeten. Onder hen is een
166 5, 70 | 70. Wij hebben waarlijk een verbond met
167 5, 81 | zij hen niet tot vrienden hebben genomen, doch velen hunner
168 5, 83 | vanwege de waarheid welke zij hebben herkend. Zij zeggen: "Onze
169 5, 107| tegen wie de twee eersten hebben getuigd; en de laatste twee
170 5, 109| Zij zullen zeggen: "Wij hebben geen kennis, Gij alleen
171 5, 111| getuigt Gij, dat wij ons hebben onderworpen." ~
172 5, 116| gezegd zoudt Gij het zeker hebben geweten. Gij weet, wat in
173 5, 119| heeft behagen in hen en zij hebben behagen in Hem, dit is de
174 6, 5 | 5. Zij hebben de waarheid verloochend
175 6, 6 | geslachten Wij vóór hen hebben vernietigd? Wij hadden hun
176 6, 6 | aarde gegeven als Wij u niet hebben geschonken en Wij zonden
177 6, 7 | zouden de ongelovigen toch hebben gezegd: "Dit is niets dan
178 6, 9 | zouden Wij hem als mens hebben doen voorkomen en zo zouden
179 6, 9 | voor hen nog verwarder hebben gemaakt. ~
180 6, 12 | twijfel. Zij, die hun zielen hebben tekort gedaan, geloven niet. ~
181 6, 20 | Maar zij, die hun ziel hebben tekort gedaan, willen niet
182 6, 25 | naar u luisteren, maar Wij hebben sluiers om hun hart gelegd
183 6, 31 | zij zullen zeggen: "O, wij hebben wroeging, vanwege onze tekortkoming
184 6, 35 | zeker onder één leiding hebben verzameld. Behoor dus niet
185 6, 38 | gemeenschappen, zoals gij. Wij hebben niets uit het Boek weggelaten.
186 6, 51 | vriend noch bemiddelaar hebben, opdat zij (God) mogen vrezen. ~
187 6, 53 | 53. En op deze wijze hebben Wij sommigen hunner door
188 6, 70 | een spel en tijdverdrijf hebben gemaakt en wie het wereldse
189 6, 70 | geen helper of bemiddelaar hebben. En indien zij (zelfs) alles
190 6, 71 | zoals iemand die de bozen hebben neergeveld op de aarde in
191 6, 82 | zijn het, die vrede zullen hebben want zij zijn recht geleid. ~
192 6, 89 | er ondankbaar voor zijn, hebben Wij deze aan een volk toevertrouwd
193 6, 92 | dit Boek vol zegeningen, hebben Wij geopenbaard, vervullende,
194 6, 97 | de zee moogt volgen. Wij hebben de tekenen uitgelegd aan
195 6, 98 | bewaarplaats voor u. Wij hebben de tekenen verklaard aan
196 6, 101| aarde. Hoe kan Hij een zoon hebben, wanneer Hij geen gemalin
197 6, 107| gewild, zouden zij geen goden hebben opgericht. Wij hebben u (
198 6, 107| goden hebben opgericht. Wij hebben u (de Profeet) geen bewaker
199 6, 108| onwetendheid Allah uitschelden. Zo hebben Wij voor elk volk hun daden
200 6, 112| 112. Op dezelfde wijze hebben Wij een vijand voor elke
201 6, 112| gewild, zouden zij het niet hebben gedaan; laat hen daarom
202 6, 123| 123. En zo hebben Wij in elke stad de groten
203 6, 126| rechtleidende pad van uw Heer. Wij hebben de tekenen inderdaad verduidelijkt
204 6, 128| zeggen: "Onze Heer, wij hebben van elkander geprofiteerd,
205 6, 128| elkander geprofiteerd, maar nu hebben wij de termijn welke Gij
206 6, 136| 136. En zij hebben Allah een deel van de oogsten
207 6, 137| 137. Op dezelfde manier hebben voor velen der afgodendienaren
208 6, 137| wilde, zouden zij dit niet hebben gedaan, laat hen daarom
209 6, 139| als het dood geboren wordt hebben zij allen er deel aan."
210 6, 146| alle dieren die klauwen hebben en Wij verboden hun het
211 6, 149| gewild zou Hij u zeker allen hebben geleid." ~
212 6, 155| dit is een Boek dat Wij hebben nedergezonden, vol van zegeningen.
213 6, 157| vergelden omdat zij zich hebben afgewend. ~
214 7, 4 | 4. Hoeveel steden hebben Wij vernietigd! Onze straf
215 7, 10 | 10. En Wij hebben u op aarde gevestigd en
216 7, 23 | antwoordden: "Onze Heer, wij hebben onszelf onrecht aangedaan
217 7, 26 | O kinderen van Adam! Wij hebben u inderdaad kleding nedergezonden
218 7, 27 | niet ziet. Voorzeker, Wij hebben de duivelen vrienden gemaakt
219 7, 30 | werd dwaling hun deel. Zij hebben buiten Allah de bozen tot
220 7, 41 | hel tot bed en bedekkingen hebben. En zo vergelden Wij de
221 7, 44 | van de hel roepen: "Wij hebben bevonden waar te zijn, wat
222 7, 52 | 52. En Wij hebben hun voorzeker een Boek gebracht,
223 7, 52 | gebracht, dat Wij met kennis hebben uiteengezet, als leiding
224 7, 53 | wij dan enige bemiddelaars hebben, die voor ons zullen bemiddelen?
225 7, 71 | Straf en toorn van uw Heer hebben u reeds getroffen. Redetwist
226 7, 89 | er van heeft gered, dan hebben wij voorzeker een leugen
227 7, 89 | dingen in Zijn kennis. Wij hebben in Allah ons vertrouwen
228 7, 96 | en van de aarde voor hen hebben gezonden, maar zij verloochenden (
229 7, 101| steden wier verhaal Wij u hebben verteld. En voorzeker hun
230 7, 126| de tekenen van onze Heer hebben geloofd toen zij ons getoond
231 7, 127| vrouwen sparen. Zeker wij hebben macht over hen." ~
232 7, 155| hen en mij voordien reeds hebben vernietigd. Wilt Gij ons
233 7, 155| hetgeen de dommen onder ons hebben gedaan? Dit is niets dan
234 7, 160| goede dingen, waarmede Wij u hebben voorzien." En zij deden
235 7, 169| kwamen zouden zij deze ook hebben genomen. Werd de belofte
236 7, 169| niet van hen afgenomen? En hebben zij hetgeen er in staat,
237 7, 171| Houdt u aan hetgeen Wij u hebben gegeven vast en gedenkt
238 7, 179| 179. Voorwaar, Wij hebben menige djinn en mens geschapen
239 7, 179| einde de hel zal zijn. Zij hebben harten maar begrijpen er
240 7, 179| begrijpen er niet mede en zij hebben ogen maar zij zien er niet
241 7, 179| zien er niet mede en zij hebben oren maar zij horen er niet
242 7, 180| vergolden naar hetgeen zij hebben bedreven. ~
243 7, 181| er is onder hen die Wij hebben geschapen een volk, dat
244 7, 184| 184. Hebben zij er niet over nagedacht
245 7, 185| 185. Hebben zij het koninkrijk der hemelen
246 7, 188| ik een overvloed van goed hebben bemachtigd en het kwade
247 7, 188| en het kwade zou mij niet hebben gedeerd. Ik ben slechts
248 7, 195| 195. Hebben zij voeten waarmede zij
249 7, 195| voeten waarmede zij lopen of hebben zij handen waarmede zij
250 7, 195| waarmede zij vasthouden, of hebben zij ogen waarmede zij zien
251 7, 195| ogen waarmede zij zien of hebben zij oren waarmede zij horen?
252 7, 197| die gij naast Hem aanroept hebben geen macht om u te helpen
253 8, 3 | hetgeen, waarmede Wij hen hebben voorzien, mededelen, ~
254 8, 13 | Allah en Zijn boodschapper hebben verzet. En wie tegen Allah
255 8, 23 | ontdekt, zou Hij hen voorzeker hebben doen horen. En als Hij hen
256 8, 23 | horen. En als Hij hen zou hebben laten horen hadden zij zich
257 8, 31 | aan hen, zeggen zij: "Wij hebben het gehoord. Als wij willen
258 8, 36 | daarna zullen zij spijt hebben en worden overwonnen. En
259 8, 42 | afspraak zeker (van mening) hebben verschild. Maar (dit gebeurde)
260 8, 43 | dan zoudt gij voorzeker hebben geweifeld en met elkander
261 8, 48 | deze dag de overhand over u hebben want ik ben uw metgezel."
262 8, 51 | komt door hetgeen uw handen hebben gewrocht; Allah is in het
263 8, 59 | denken dat zij een voorsprong hebben. Voorzeker, zij kunnen Ons
264 8, 63 | kondet gij hun harten niet hebben verzoend, maar Allah heeft
265 8, 72 | Voorzeker, degenen die hebben geloofd en hun huizen verlieten
266 8, 72 | persoon voor de zaak van Allah hebben gestreden en degenen die
267 9, 3 | boodschapper niets uitstaande hebben met de afgodendienaren.
268 9, 4 | gesloten en die in niets hebben gefaald, noch iemand tegen
269 9, 4 | gefaald, noch iemand tegen u hebben geholpen. Vervult daarom
270 9, 5 | hinderlaag. Maar als zij berouw hebben en het gebed houden en de
271 9, 8 | wanneer zij de overhand over u hebben, zij geen band van verwantschap
272 9, 20 | zaak van Allah strijden, hebben in de ogen van Allah de
273 9, 29 | boodschapper voor onwettig hebben verklaard, noch de ware
274 9, 31 | 31. Zij hebben naast Allah hun geleerde
275 9, 32 | ongelovigen er een afkeer van hebben. ~
276 9, 46 | enige voorbereiding voor hebben gemaakt, maar Allah was
277 9, 47 | zouden zij u niets dan last hebben bezorgd en zij zouden zich
278 9, 47 | zouden zich heen en weer hebben gehaast, tweedracht tussen
279 9, 47 | naar hen geluisterd zouden hebben. En Allah kent de onrechtvaardigen
280 9, 60 | voor degenen die schuld hebben en voor de zaak van Allah
281 9, 66 | verontschuldiging aan. Gij hebt, na te hebben geloofd, verworpen. Als
282 9, 74 | ongeloofs en na de Islam te hebben aanvaard, verwierpen zij
283 9, 74 | aarde vriend noch helper hebben. ~
284 9, 100| welbehagen in hen en zij hebben welbehagen in Hem; en Hij
285 9, 107| En degenen die een moskee hebben gebouwd om te schaden, om
286 9, 110| 110. Het gebouw dat zij hebben opgericht, zal een bron
287 10, 2 | rang bij hun Heer zullen hebben"? De ongelovigen zeggen: "
288 10, 12 | wanneer Wij zijn last van hem hebben verwijderd, gaat hij zijn
289 10, 14 | 14. En na hen hebben Wij u tot stedehouders op
290 10, 16 | had gewild, zou ik u niet hebben voorgedragen (de Koran),
291 10, 16 | noch zou Hij u deze bekend hebben gemaakt. Voorzeker, ik heb
292 10, 27 | bedekken. Zij zullen niemand hebben om hen tegen Allah te beschermen. (
293 10, 46 | dingen, waarmede Wij hen hebben bedreigd, tonen, of als
294 10, 62 | Allah zullen geen vrees hebben, noch zullen zij treuren. ~
295 10, 94 | gij over hetgeen Wij tot u hebben nedergezonden twijfelt,
296 10, 94 | degenen die het Boek vóór u hebben gelezen. Inderdaad, de waarheid
297 10, 97 | zij de smartelijke straf hebben gezien. ~
298 10, 98 | zodat hun geloof hen zou hebben kunnen helpen? Toen zij
299 10, 99 | aarde zijn, zeker tezamen hebben geloofd. Wilt gij de mensen
300 11, 20 | straf niet ontvluchten, noch hebben zij enige vrienden naast
301 11, 21 | Dezen zijn het, die hun ziel hebben te kort gedaan en hetgeen
302 11, 36 | geloven, dan degenen die reeds hebben geloofd; treur daarom niet
303 11, 54 | onzer Goden u met kwaad hebben bezocht." Hij antwoordde: "
304 11, 79 | wel, dat wij geen recht hebben op uw dochters en gij weet
305 11, 112| degenen, die zich met u hebben bekeerd en overtreedt de
306 11, 113| naast Allah geen vrienden hebben noch zult gij worden geholpen. ~
307 11, 118| mensdom voorzeker tot één volk hebben gemaakt, maar zij zullen
308 12, 2 | 2. Wij hebben het geopenbaard - als de
309 12, 24 | zo'n vastberadenheid niet hebben getoond). Zo kwam het dat
310 12, 51 | Allah zij verheerlijkt. Wij hebben geen kwaad van hem geweten."
311 12, 69 | daarom niet over hetgeen zij hebben gedaan." ~
312 12, 81 | zoon heeft gestolen en wij hebben alleen hetgeen wij wisten
313 12, 88 | familie getroffen en wij hebben een armzalige geldsom meegebracht,
314 12, 109| steden, die Wij inspireerden. Hebben zij dan niet op aarde gereisd
315 13, 5 | Deze zijn het, die hun Heer hebben verworpen, daarom zullen
316 13, 5 | zij ketenen om hun hals hebben en de bewoners van het Vuur
317 13, 11 | afwenden mogelijk, noch hebben zij een helper naast Hem. ~
318 13, 16 | over goed noch kwaad macht hebben?" Zeg: "Kunnen de blinde
319 13, 16 | Zijn schepping lijkende hebben geschapen, zodat beide scheppingen
320 13, 22 | hetgeen waarvan Wij hen hebben voorzien, heimelijk en openlijk
321 13, 25 | zullen een slecht tehuis hebben. ~
322 13, 30 | 30. Zo hebben Wij u tot een volk gezonden -
323 13, 30 | opdat gij hun hetgeen Wij u hebben geopenbaard, moogt verkondigen
324 13, 31 | Hij het gehele mensdom zou hebben geleid? En de ongelovigen
325 13, 34 | tegen Allah geen verdediger hebben. ~
326 13, 36 | degenen, wie Wij het Boek hebben gegeven, verheugen zich
327 13, 37 | 37. En zo hebben Wij het als een duidelijk
328 13, 37 | vriend, noch beschermer hebben. ~
329 13, 40 | doen zien waarmede Wij hen hebben bedreigd, of u doen sterven -
330 14, 1 | Dit is een Boek dat Wij u hebben geopenbaard, opdat gij de
331 14, 30 | 30. En zij hebben medegoden aan Allah toegekend
332 14, 31 | onderhouden en van hetgeen Wij hun hebben gegeven heimelijk en openlijk
333 14, 36 | 36. Mijn Heer, zij hebben inderdaad vele van de mensen
334 14, 52 | opdat degenen die begrip hebben er lering uit mogen trekken. ~~
335 15, 4 | 4. En Wij hebben nooit een stad verwoest
336 15, 9 | 9. Voorwaar, Wij hebben deze vermaning (de Koran)
337 15, 16 | 16. En Wij hebben aan de hemel voorzeker banen (
338 15, 17 | 17. En Wij hebben hem tegen elke vervloekte
339 15, 19 | 19. En Wij hebben de aarde uitgespreid, er
340 15, 42 | dienaren zeker geen macht hebben, met uitzondering van de
341 15, 55 | 55. Zij zeiden: "Wij hebben u inderdaad in waarheid
342 15, 60 | Behalve zijn vrouw. Wij hebben besloten, dat zij tot degenen
343 15, 70 | 70. Zij zeiden; "Hebben wij u niet verboden de mensen (
344 15, 85 | 85. En Wij hebben de hemelen en de aarde en
345 15, 87 | 87. En Wij hebben u inderdaad de zeven dikwijls
346 15, 88 | groepen hunner (aan goeds) hebben geschonken noch treur over
347 15, 90 | 90. Want wij hebben besloten (de straf) tegen
348 16, 9 | Hij wilde, zou Hij u allen hebben geleid.
349 16, 35 | zouden wij niets buiten Hem hebben aanbeden, wij noch onze
350 16, 35 | wij iets buiten Zijn wil hebben verboden." Degenen, die
351 16, 41 | huizen ter wille van Allah hebben verlaten, nadat hun onrecht
352 16, 44 | 44. En Wij hebben de vermaning tot u gezonden,
353 16, 48 | 48. Hebben zij niet gezien dat de schaduwen
354 16, 55 | zijn voor hetgeen Wij hun hebben geschonken. Geniet dan en
355 16, 56 | gedeelte van wat Wij hun hebben geschonken voor datgene,
356 16, 56 | waarvan zij geen kennis hebben. Bij Allah, gij zult zeker
357 16, 64 | 64. En Wij hebben alleen dit Boek tot u nedergezonden,
358 16, 70 | waardoor zij na kennis te hebben vergaard, niets meer weten.
359 16, 75 | een ruim levensonderhnud hebben voorzien, die er heimelijk
360 16, 89 | dezen zullen brengen. Wij hebben u het Boek nedergezonden,
361 16, 93 | u voorzeker tot één volk hebben gemaakt; maar Hij laat hem
362 16, 106| Wie Allah verwerpt, na te hebben geloofd - behalve hij die
363 16, 107| leven boven het Hiernamaals hebben verkozen, en omdat Allah
364 16, 118| de Joden al hetgeen Wij u hebben vermeld. En Wij deden hun
365 16, 119| kwaad doen, en daarna berouw hebben en goed maken - Vergevensgezind,
366 16, 123| 123. Dan hebben Wij u (Mohammed) geopenbaard, "
367 17, 1 | Moskee welker omgeving Wij hebben gezegend, opdat Wij hem
368 17, 8 | Wij ook terugkeren en Wij hebben de hel tot een kerker voor
369 17, 12 | 12. En Wij hebben de nacht en de dag gemaakt
370 17, 12 | het teken van de nacht hebben Wij donker en het teken
371 17, 12 | en het teken van de dag hebben Wij licht gemaakt, opdat
372 17, 12 | kunt) berekenen. En Wij hebben alles duidelijk verklaard. ~
373 17, 13 | de werken van ieder mens hebben Wij om zijn hals gehangen;
374 17, 15 | voordat Wij een boodschapper hebben gezonden. ~
375 17, 17 | 17. Hoevele geslachten hebben Wij niet verdelgd na Noach!
376 17, 21 | hoe Wij sommigen hunner hebben doen uitblinken boven anderen;
377 17, 33 | gedood, aan diens erfgenaam hebben Wij zeker gezag verleend,
378 17, 41 | 41. Wij hebben het in deze Koran herhaaldelijk
379 17, 42 | dezen ongetwijfeld een weg hebben gezocht naar de Heer van
380 17, 54 | tonen of straffen, maar Wij hebben U niet als voogd over hen
381 17, 55 | hemelen en op aarde is. En Wij hebben sommige profeten boven de
382 17, 55 | doen uitmunten en aan David hebben Wij Zaboer (de Psalmen)
383 17, 56 | Hem inbeeldt; maar dezen hebben geen macht om het kwaad
384 17, 59 | de vroegere volkeren ze hebben verloochend. En Wij gaven
385 17, 65 | dienaren zult gij geen macht hebben. En voldoende is uw Heer
386 17, 70 | 70. En inderdaad hebben Wij de kinderen van Adam
387 17, 70 | boven velen dergenen die Wij hebben geschapen. ~
388 17, 73 | afleiden van hetgeen Wij u hebben geopenbaard, opdat gij iets
389 17, 73 | zouden zij u zeker tot vriend hebben genomen. ~
390 17, 74 | een weinig gehoor gegeven hebben. ~
391 17, 75 | leven en in het Hiernamaals hebben doen ondergaan en gij zoudt
392 17, 75 | u geen helper tegen Ons hebben kunnen vinden. ~
393 17, 86 | zouden Wij hetgeen Wij u hebben geopenbaard zeker weg kunnen
394 17, 89 | 89. En voorzeker Wij hebben voor de mensen in deze Koran
395 17, 95 | als boodschapper tot hen hebben gezonden." ~
396 17, 105| 105. En voorwaar, Wij hebben dit geopenbaard en met waarheid
397 17, 105| Koran) nedergedaald. En Wij hebben u slechts als een brenger
398 17, 106| 106. En Wij hebben u de Koran verduidelijkt
399 17, 106| mocht verkondigen en Wij hebben hem in gedeelten gezonden. ~
400 18, 5 | 5. Zij hebben er geen kennis van en hun
401 18, 7 | 7. Voorwaar, Wij hebben al hetgeen op aarde is tot
402 18, 21 | 21. Dit hebben wij hun bekend gemaakt,
403 18, 26 | Hij en hoe Horende! Zij hebben geen vriend buiten Hem en
404 18, 28 | wiens hart Wij achteloos hebben gemaakt voor de gedachte
405 18, 29 | niet wil." Voorwaar, wij hebben de boosdoeners een Vuur
406 18, 48 | zoals Wij u in den beginne hebben geschapen. Doch gij dacht
407 18, 54 | 54. Voorwaar, Wij hebben in deze Koran voor de mensen
408 18, 57 | vergeet, hetgeen zijn handen hebben verricht? Voorwaars Wij
409 18, 57 | verricht? Voorwaars Wij hebben sluiers over hun hart gelegd
410 18, 58 | roepen voor hetgeen zij hebben verdiend, dan zou Hij ongetwijfeld
411 18, 58 | Hij ongetwijfeld hun straf hebben verhaast. Neen, voor hen
412 18, 64 | zeide: "Dat is waarnaar wij hebben gezocht." Derhalve keerden
413 18, 67 | antwoordde: "Gij kunt geen geduld hebben met mij." ~
414 18, 102| buiten Mij? Voorwaar Wij hebben de hel bereid tot een onthaal
415 18, 107| het Paradijs tot onthaal hebben. ~
416 19, 7 | Johannes) zal zijn. Wij hebben voordien niemand aan hem
417 19, 60 | 60. Maar zij die berouw hebben en geloven en goede werken
418 19, 67 | niet dat Wij hem voorheen hebben geschapen toen hij nog niets
419 19, 74 | 74. Hoevele geslachten hebben Wij niet vóór hen verdelgd,
420 19, 81 | 81. Zij hebben andere goden naast Allah
421 19, 83 | duivelen over de ongelovigen hebben losgelaten om hen aan te
422 19, 87 | Zij zullen geen voorspraak hebben behalve degenen die van
423 19, 87 | de Weldadige een belofte hebben ontvangen. ~
424 19, 91 | de Barmhartige een zoon hebben toegekend. ~
425 19, 92 | verheven is om een zoon te hebben. ~
426 19, 97 | 97. Aldus hebben Wij hem (de Koran) gemakkelijk
427 19, 98 | 98. En hoevele geslachten hebben Wij vóór hen niet vernietigd?
428 20, 2 | 2. Wij hebben u de Koran niet geopenbaard
429 20, 47 | doe hun geen leed aan. Wij hebben u, voorwaar, een teken gebracht
430 20, 55 | 55. Uit de aarde hebben Wij u geschapen en daarin
431 20, 69 | hand is; het zal wat zij hebben voortgebracht verslinden,
432 20, 69 | verslinden, want hetgeen zij hebben gemaakt is slechts toverkunst.
433 20, 73 | 73. "Voorzeker, wij hebben geloofd in onze Heer opdat
434 20, 75 | Hem komen en goede werken hebben verricht, zullen de hoogste
435 20, 81 | de goede dingen die Wij u hebben verschaft en overtreedt
436 20, 84 | welbehagen in mij moogt hebben." ~
437 20, 85 | 85. (Allah) zeide: "Wij hebben uw volk in uw afwezigheid
438 20, 87 | 87. Zij antwoordden: "Wij hebben niet uit eigen beweging
439 20, 99 | een vermaning Onzerzijds hebben gegeven. ~
440 20, 113| 113. Aldus hebben Wij het (Boek) als een duidelijke
441 20, 113| Koran nedergezonden en Wij hebben daarin duidelijk waarschuwingen
442 20, 128| geslachten Wij vóór hen hebben verdelgd, in wier woonplaatsen
443 20, 131| ogen niet naar hetgeen Wij hebben toebedeeld van de heerlijkheid
444 20, 134| zouden zij ongetwijfeld hebben gezegd: "Onze Heer, waarom
445 21, 5 | vroegere (profeten) dit hebben gebracht." ~
446 21, 10 | 10. Wij hebben u een Boek (de Koran) nedergezonden
447 21, 11 | vol van ongerechtigheid hebben Wij vernietigd en na haar
448 21, 11 | Wij vernietigd en na haar hebben Wij een ander volk verwekt! ~
449 21, 17 | dan zouden Wij met Onszelf hebben gespeeld, maar dit doen
450 21, 21 | 21. Hebben zij (de afgodendienaars)
451 21, 24 | 24. Hebben zij Goden buiten Hem genomen?
452 21, 30 | 30. Hebben de ongelovigen niet ingezien
453 21, 30 | waren en dat Wij ze dan hebben geopend? En al hetgeen leeft,
454 21, 30 | geopend? En al hetgeen leeft, hebben Wij uit water gemaakt. Willen
455 21, 31 | 31. En Wij hebben op aarde onwrikbare bergen
456 21, 31 | mensen) zouden beven; en Wij hebben er wijde wegen gemaakt,
457 21, 32 | 32. En Wij hebben de hemel gemaakt tot een
458 21, 34 | 34. Wij hebben aan niemand vóór u een eeuwig
459 21, 43 | 43. Hebben zij goden die hen kunnen
460 21, 44 | 44. Neen, Wij hebben deze (mensen) en hun vaderen
461 21, 44 | Zullen zij dan de overhand hebben? ~
462 21, 50 | gezegende verkondiging die Wij hebben nedergezonden: zult gij
463 21, 93 | Doch zij (hun volgelingen) hebben hun eenheid verbroken; toch
464 21, 95 | een stad die Wij verdelgd hebben, is het een onherroepelijk
465 21, 105| 105. En voordien hebben Wij na de Vermaning in de
466 21, 107| 107. En Wij hebben u (Mohammed) slechts als
467 22, 5 | Opstanding, bedenkt, dat Wij u hebben geschapen uit stof, daarna
468 22, 5 | dat zij, na geweten te hebben, niets meer weten. En gij
469 22, 10 | wegens hetgeen uw handen hebben vooruit gezonden; want Allah
470 22, 16 | 16. En aldus hebben Wij hem duidelijke tekenen
471 22, 25 | gelijk voor alle mensen hebben aangewezen, hetzij degene
472 22, 34 | 34. En voor elk volk hebben Wij handelingen van offer
473 22, 35 | geven van hetgeen Wij hun hebben toebedeeld. ~
474 22, 36 | heilige tekenen van Allah hebben Wij voor u de offerkamelen
475 22, 36 | rijken en de armen. Aldus hebben Wij hen aan u dienstbaar
476 22, 45 | 45. Hoe menige stad hebben Wij verdelgd, terwijl deze
477 22, 46 | 46. Hebben zij dan niet in het land
478 22, 46 | gereisd zodat zij hart moesten hebben waarmee zij konden begrijpen
479 22, 67 | 67. Voor elk volk hebben Wij wijdingen vastgesteld
480 23, 17 | 17. En boven u hebben Wij zeven wegen gemaakt,
481 23, 24 | engelen nedergezonden. Wij hebben nooit van zulk (een boodschapper)
482 23, 26 | Heer, help mij, want zij hebben mij verloochend." ~
483 23, 28 | wanneer gij de Ark zult hebben betrokken - gij en degenen
484 23, 39 | Heer, help mij, want zij hebben mij verloochend." ~
485 23, 53 | 53. Maar zij hebben hun godsdienst onder elkander
486 23, 63 | dit Boek, en buitendien hebben zij bezigheden waarmee zij
487 23, 68 | 68. Hebben zij dan niet over het Woord
488 23, 69 | 69. Of hebben zij hun boodschapper niet
489 23, 71 | zijn geraakt. Neen, Wij hebben hun een vermaning gezonden
490 23, 90 | 90. Wij hebben hun de Waarheid gebracht
491 23, 91 | hunner zouden zeker anderen hebben overwonnen. Verheven is
492 23, 95 | 95. En voorzeker, Wij hebben de macht u datgene te laten
493 23, 109| zeggen: "O, onze Heer, wij hebben geloofd, vergeef ons daarom
494 24, 1 | is een hoofdstuk, dat Wij hebben geopenbaard en verplichtend
495 24, 1 | verplichtend gesteld en Wij hebben er duidelijke tekenen in
496 24, 6 | buiten zich geen getuigen hebben, - laat ieder hunner vier
497 24, 13 | Daar zij geen getuigen hebben medegebracht zijn zij in
498 24, 14 | begaan, een grote straf hebben getroffen. ~
499 24, 22 | huizen terwille van Allah hebben verlaten. Laten zij vergeven
500 24, 24 | getuigen over hetgeen zij hebben bedreven. ~
1-500 | 501-851 |