Sura, Verse

 1   2, 95 |        handen. En Allah kent de boosdoeners goed. ~
 2   3, 128| straffen, voorzeker zij zijn de boosdoeners. ~
 3   6, 33 |        tekenen van Allah die de boosdoeners verwerpen. ~
 4  12, 23 |   waardig gemaakt. Voorwaar, de boosdoeners slagen nooit." ~
 5  12, 75 |        zijn. Zo straffen wij de boosdoeners." ~
 6  18, 29 |         Voorwaar, wij hebben de boosdoeners een Vuur bereid, welks omheining
 7  21, 64 |     zichzelf) "Gij zijt zelf de boosdoeners." ~
 8  28, 8  |     Hamaan en hun scharen waren boosdoeners. ~
 9  28, 40 |        hoe slecht het einde der boosdoeners was. ~
10  35, 37 |   daarom de straf, want voor de boosdoeners is er geen helper. ~
11  35, 40 |         bewijs hebben? Neen, de boosdoeners beloven elkander slechts
12  60, 9  |         aanbiedt, dezen zijn de boosdoeners. ~