1-500 | 501-795
bold = Main text
Sura, Verse grey = Comment text
1 Voo | mogelijk Nederlands weer te geven, doch dit is ons niet
2 Voo | directe vertaling teloor te gaan, dan hebben wij ons
3 Voo | gekozen Nederlands tot uiting te brengen . Soms hebben wij
4 Voo | zonder daarbij gebruik te maken van phonetische codes
5 Voo | getracht zoveel mogelijk lezers te bereiken, door de meest
6 Voo | Nederlandse klanken neer te schrijven. ~Stijl van de
7 Voo | dank menen wij verschuldigd te zijn aan Mevr. Nasirah Zimmermann,
8 2, 9 | trachten Allah en de gelovigen te bedriegen, zij misleiden
9 2, 10 | straf, omdat zij plachten te liegen. ~
10 2, 23 | dergelijk hoofdstuk voort te brengen en roept uw helpers
11 2, 26 | kleiners als gelijkenis te stellen. Zij die geloven
12 2, 27 | datgene, wat Allah gebood te verenigen, scheiden en die
13 2, 44 | gij de mensen het goede te doen en vergeet daarbij
14 2, 51 | afwezigheid het kalf, (om het te aanbidden) en gij werdt
15 2, 54 | aangedaan door het kalf te aanvaarden: derhalve keert
16 2, 57 | plachten hun eigen ziel te schaden. ~
17 2, 59 | hemel, omdat zij plachten te overtreden. ~
18 2, 67 | Allah gebiedt u, een koe te slachten", zeiden zij: "
19 2, 67 | om niet tot de onwetenden te behoren." ~
20 2, 71 | is geweest, om de aarde te beploegen, of de akkers
21 2, 71 | beploegen, of de akkers te bevloeien, een koe, gaaf
22 2, 72 | toen gij trachttet een mens te doden en onder elkander
23 2, 89 | de ongelovigen plachten te bidden, toen dat tot hen
24 2, 92 | gouden) kalf genomen (om het te aanbidden) en gij waart
25 2, 94 | dan eer de dood, als gij te goeder trouw zijt". ~
26 2, 102| engelen, Haroet en Maroet te Babylon was geopenbaard.
27 2, 109| afgunst weder tot ongelovigen te maken, nadat de Waarheid
28 2, 114| bedehuizen en deze tracht te vernietigen? Zij behoorden (
29 2, 114| slechts in vreze binnen te gaan. Er is schande over
30 2, 121| het na, zoals het behoort te worden nagevolgd; dezen
31 2, 134| over hetgeen zij plachten te doen. ~
32 2, 159| zij die het recht hebben te vervloeken, vervloeken hen
33 2, 165| zoals zij Allah behoren lief te hebben. Maar zij die geloven
34 2, 177| bewezen hebben, waarachtig te zijn en dezen zijn vromen. ~
35 2, 187| vasten tot uw vrouwen in te gaan. Zij zijn een gewaad
36 2, 196| losprijs geven, óf door te vasten, óf door aalmoezen
37 2, 196| vasten, óf door aalmoezen te geven, óf door een offer
38 2, 196| geven, óf door een offer te brengen. En wanneer gij
39 2, 197| wie besluit ter bedevaart te gaan in deze maanden, bedenke,
40 2, 198| weggaat, gedenkt dan Allah te het Sacrale Monument en
41 2, 203| twee dagen zich haast (om te vertrekken) het zal voor
42 2, 205| land rond, om er wanorde te stichten en de oogst en
43 2, 205| nageslacht (van de mens) te vernietigen, maar Allah
44 2, 213| bevatte, om onder de mensen te richten over datgene waarin
45 2, 217| van de weg van Allah af te houden en Hem ondankbaar
46 2, 217| houden en Hem ondankbaar te zijn en (de toegang tot)
47 2, 217| tot) de Heilige Moskee (te verhinderen) en haar mensen
48 2, 217| verhinderen) en haar mensen er van te verdrijven, is bij Allah
49 2, 217| zullen niet ophouden, u te bevechten, totdat zij u
50 2, 220| kwaadstichters van de vredestichters te onderscheiden. En indien
51 2, 224| achter Allah met uw eden om u te onthouden van het goeddoen
52 2, 228| baarmoeder heeft geschapen, te verbergen, indien zij in
53 2, 228| recht, haar (intussen) terug te nemen, indien zij verzoening
54 2, 229| u niet geoorloofd, iets te nemen van hetgeen gij haar
55 2, 229| bepalingen niet in acht te kunnen nemen. Indien gij (
56 2, 229| teruggeeft om daardoor vrij te worden. Dit zijn de door
57 2, 230| zijn, tot elkander terug te keren, indien zij er van
58 2, 231| waardoor gij de perken te buiten gaat. Wie zulks doet,
59 2, 232| niet, haar (aanstaande) man te huwen, als zij met elkander
60 2, 233| die de zoogtijd wensen te voltooien. En op de vader
61 2, 233| beiden besluiten, het kind te spenen door wederzijdse
62 2, 233| een min voor uw kinderen te nemen, zal er geen blaam
63 2, 237| vergeet niet, elkander goed te doen. Voorzeker, Allah ziet,
64 2, 246| vechten voor Allah's zaak te willen onthouden, wanneer
65 2, 250| Djaloet en zijn strijdkrachten te ontmoeten, zeiden zij: "
66 2, 262| doen volgen door (anderen) te verwijten of te krenken,
67 2, 262| anderen) te verwijten of te krenken, voor hen is er
68 2, 264| rijkdommen weggeeft, om op te vallen bij de mensen en
69 2, 267| slecht is, om er van weg te geven, wanneer gij het zelf
70 2, 272| 272. Hen te leiden is niet uw plicht,
71 2, 272| alleen om Allah's welbehagen te zoeken. En welke rijkdommen
72 2, 282| schrijver moet weigeren, te schrijven, zoals Allah hem
73 2, 286| kracht niet hebben (het te dragen), wis onze fouten
74 3, 21 | en ook trachten de mensen te doden welke tot rechtvaardigheid
75 3, 24 | deren." En wat zij plachten te verzinnen, heeft hen in
76 3, 35 | het vrij zal zijn (om U te dienen), aanvaard het van
77 3, 39 | terwijl hij in de kamer stond te bidden: "Allah geeft u de
78 3, 44 | hen toen zij lootten (om te zien), wie hunner de voogd
79 3, 50 | van wat u was verboden toe te staan; vreest daarom Allah
80 3, 80 | en de profeten als goden te aanvaarden. Zou hij u ongeloof
81 3, 86 | dat heeft verworpen, na te hebben geloofd, en de getuigenis
82 3, 86 | geloofd, en de getuigenis te hebben afgelegd dat de boodschapper
83 3, 90 | degenen die terugvallen na te hebben geloofd en dan in
84 3, 96 | mensheid bestemd werd, is dat te Bekka (Mekka) vol van zegeningen
85 3, 99 | Allah en wenst gij het krom te maken, terwijl gij er getuige
86 3, 106| straf, omdat gij placht te verwerpen". ~
87 3, 118| niet in gebreke blijven u te benadelen. Zij houden van
88 3, 121| plaatsen voor het gevecht aan te wijzen, - Allah is Alhorend,
89 3, 122| Allah behoren de gelovigen te vertrouwen. ~
90 3, 126| uw hart daardoor gerust te stellen en hulp komt slechts
91 3, 143| En gij placht deze dood te wensen voordat gij hem ontmoettet,
92 3, 154| wij iets met de zaak uit te staan?" Zeg: "De zaak is
93 3, 161| een profeet niet oneerlijk te handelen; wie oneerlijk
94 3, 166| dit was om de gelovigen te onderscheiden, ~
95 3, 181| profeten onrechtvaardig te doden, optekenen en Wij
96 3, 183| opgedragen in geen boodschapper te geloven, voordat deze ons
97 3, 183| Waarom trachttet gij hen dan te doden, als gij eerlijk zijt?" ~
98 3, 200| spoort anderen aan volhardend te zijn en blijft op uw hoede
99 4, 3 | weg, om onrechtvaardigheid te voorkomen. ~
100 4, 6 | toereikend om rekenschap te vragen. ~
101 4, 19 | niet geoorloofd, vrouwen te erven tegen haar wil, noch
102 4, 20 | plaats van een andere wenst te nemen en gij hebt één harer
103 4, 23 | alsmede twee zusters tezamen te hebben, met uitzondering
104 4, 24 | gij bezit haar behoorlijk te huwen en geen overspel te
105 4, 24 | te huwen en geen overspel te plegen. En geeft haar een
106 4, 25 | bekostigen vrije gelovige vrouwen te huwen, hij huwe hetgeen
107 4, 25 | voor degene uwer die vreest te zondigen. Maar het is beter
108 4, 26 | 26. Allah wenst u te onderrichten en te leiden
109 4, 26 | wenst u te onderrichten en te leiden naar de paden van
110 4, 26 | en u Zijn barmhartigheid te betonen. Allah is Alwetend,
111 4, 27 | in barmhartigheid tot u te wenden, maar zij, die hun
112 4, 37 | mensen aansporen ook gierig te zijn en die hetgeen Allah
113 4, 38 | besteden om door de mensen te worden gezien en niet in
114 4, 46 | en "luistert gij, zonder te horen" en "Raainaa", terwijl
115 4, 46 | verdraaien en het geloof zoeken te schenden. En indien zij
116 4, 55 | weerhielden anderen er van te (geloven). De hel, met het
117 4, 57 | rivieren stromen om er eeuwig te vertoeven, daarin zullen
118 4, 58 | het u toevertrouwde over te geven aan hen die er recht
119 4, 60 | geopenbaard? Zij wensen recht te zoeken bij de opstandigen
120 4, 60 | het hun was geboden, dezen te verwerpen. En Satan wenst
121 4, 60 | hen ver van het rechte pad te doen afdwalen. ~
122 4, 62 | beoogden niets dan het goede (te doen) en verzoening?" ~
123 4, 66 | hetgeen hun gemaand was te doen, hadden gedaan, zou
124 4, 77 | zoals men Allah behoort te vrezen, of zelfs nog erger
125 4, 88 | verdienden. Wenst gij hen te leiden, die Allah te gronde
126 4, 88 | hen te leiden, die Allah te gronde deed gaan? En voor
127 4, 90 | terwijl hun hart zich verzet u te bestrijden of hun eigen
128 4, 90 | bestrijden of hun eigen volk aan te vallen. En indien Allah
129 4, 90 | toegestaan iets tegen hen te ondernemen. ~
130 4, 92 | niet, een andere gelovige te doden, tenzij dit bij vergissing
131 4, 97 | niet groot genoeg om daarop te verhuizen?" Zij zijn het,
132 4, 101| geen zonde zijn het gebed te bekorten, als gij vreest
133 4, 102| afweermiddelen steeds mede te nemen. Voorzeker, Allah
134 4, 108| trachten zich voor de mensen te verbergen, maar zij kunnen
135 4, 113| hunner hebben besloten u te vernietigen, maar zij vernietigen
136 4, 127| niet geeft en die gij wenst te huwen en over de zwakken
137 4, 131| en ook u geboden: Allah te vrezen. Maar als gij verwerpt -
138 4, 133| heeft de volle macht, dit te doen. ~
139 4, 142| huichelaars trachten Allah te bedriegen, maar Hij zal
140 4, 142| wanneer zij zich oprichten om te bidden, staan zij loom,
141 4, 150| verwerpen en onderscheid wensen te maken tussen Allah en Zijn
142 4, 153| Boek uit de hemel op hen te doen nederdalen. Zij vroegen
143 4, 172| versmaden, een dienaar van Allah te zijn, noch zullen de nabijzijnde
144 4, 172| en wie het versmaadt Hem te aanbidden, en hoogmoedig
145 5, 1 | wild is niet geoorloofd te achten terwijl gij ter bedevaart
146 5, 2 | Heer en Zijn welbehagen te zoeken. Maar wanneer gij
147 5, 6 | u niet in moeilijkheden te brengen, maar Hij wenst
148 5, 6 | brengen, maar Hij wenst u te reinigen en Zijn gunst aan
149 5, 6 | reinigen en Zijn gunst aan u te vervolmaken, opdat gij dankbaar
150 5, 8 | aansporen, om onrechtvaardig te handelen. Weest rechtvaardig,
151 5, 28 | naar mij uitstrekt om mij te doden, zal ik mijn hand
152 5, 28 | naar u uitstrekken, om u te doden. Ik vrees Allah, de
153 5, 30 | hem er toe zijn broeder te doden, dus doodde hij hem
154 5, 31 | de grond krabde, om hem te beduiden, hoe het lijk van
155 5, 31 | het lijk van zijn broeder te verbergen. Hij zeide: "Ware
156 5, 33 | streven wanorde in het land te scheppen, is slechts dat
157 5, 36 | Dag der Opstanding vrij te kopen, dan zou het van hen
158 5, 41 | op." En wie Allah wenst te beproeven, gij zult hem
159 5, 41 | Allah niet heeft behaagd te louteren; er zal voor hen
160 5, 48 | gemaakt, maar Hij wenst u te beproeven met hetgeen Hij
161 5, 49 | sommige hunner zonden wenst te treffen. En een groot aantal
162 5, 62 | hunner zich haasten om zonde te bedrijven en overtreding
163 5, 62 | overtreding en van verboden dingen te gebruiken. Het is inderdaad
164 5, 64 | het en zij pogen wanorde te scheppen op aarde en Allah
165 5, 70 | en trachtten zij sommigen te doden. ~
166 5, 75 | beiden voedsel tot zich te nemen. Zie, hoe Wij de tekenen
167 5, 76 | macht heeft u goed of kwaad te doen? En het is Allah, Die
168 5, 78 | gehoorzaamden en plachten te overtreden. ~
169 5, 79 | de ongerechtigheid niet te verbieden, welke Zij begingen.
170 5, 89 | boetedoening er voor is: tien armen te spijzigen met het gemiddelde
171 5, 89 | huisgezinnen voedt, of hen te kleden, of het vrijmaken
172 5, 91 | u vijandschap en afgunst te zaaien en u af te houden
173 5, 91 | afgunst te zaaien en u af te houden van het gedenken
174 5, 110| Israëls er van weerhield, (u te doden), toen gij met duidelijke
175 5, 111| Mij en Mijn boodschapper te geloven, zeiden zij: "Wij
176 5, 112| tafel van de hemel neder te zenden?", antwoordde hij: "
177 5, 113| Wij verlangen zeer, er van te mogen eten zodat ons hart
178 6, 12 | genomen, barmhartigheid te tonen. Voorzeker Hij zal
179 6, 14 | is mij bevolen, de eerste te zijn die zich onderwerpt."
180 6, 22 | mededingers, die gij beweerdet (te bezitten)?" ~
181 6, 24 | hoe hetgeen zij plachten te verzinnen voor hen verloren
182 6, 28 | hetgeen zij voorheen plachten te verbergen is hun duidelijk
183 6, 30 | straf, omdat gij placht te verwerpen." ~
184 6, 37 | macht om een teken neder te zenden." Maar de meesten
185 6, 56 | gij naast Allah aanroept, te aanbidden. Zeg: "Ik wil
186 6, 65 | of van onder u straf toe te zenden, u in groepen te
187 6, 65 | te zenden, u in groepen te verdelen en elkander geweld
188 6, 65 | verdelen en elkander geweld aan te laten doen." Zie, hoe Wij
189 6, 67 | tijd en gij zult het weldra te weten komen. ~
190 6, 71 | aan de Heer der Werelden te onderwerpen." ~
191 6, 88 | al hetgeen zij plachten te doen, verloren zijn gegaan. ~
192 6, 91 | zich met hun ledig spel te vermaken. ~
193 6, 94 | afgesneden en hetgeen gij placht te beweren is verloren gegaan. ~
194 6, 108| over hetgeen zij plachten te doen. ~
195 6, 112| elkander vergulde woorden in om te bedriegen - en als uw Heer
196 6, 125| 125. Wie Allah ook wenst te leiden, Hij verruimt zijn
197 6, 125| de Islam en wie Hij wenst te laten dwalen, zijn hart
198 6, 144| de mensen zonder kennis te doen dwalen?" Voorzeker,
199 6, 145| dat een eter is verboden te eten, met uitzondering van
200 7, 2 | twijfel zijn om er mede te waarschuwen; - dit is een
201 7, 12 | zeide: "Wat belette u, u te onderwerpen, toen Ik u (
202 7, 13 | niet aan u, hier hoogmoedig te zijn. Ga heen, gij behoort
203 7, 22 | duidelijk en zij begonnen zich te bedekken met bladeren uit
204 7, 26 | nedergezonden om uw naaktheid te bedekken, ook om sierlijk
205 7, 26 | bedekken, ook om sierlijk te zijn, doch het kleed van
206 7, 37 | bezoeken om hun zielen weg te nemen; zij zullen hen vragen: "
207 7, 44 | Wij hebben bevonden waar te zijn, wat onze Heer ons
208 7, 44 | Hebt gij ook bevonden, waar te zijn wat uw Heer u beloofde?"
209 7, 81 | zijt een volk dat de perken te buiten gaat." ~
210 7, 86 | degenen die in Hem geloven te bedreigen en van het pad
211 7, 86 | van het pad van Allah af te houden en het oneffen te
212 7, 86 | te houden en het oneffen te maken. En gedenkt, hoe gij
213 7, 89 | het past ons niet er naar te willen terugkeren, behalve,
214 7, 99 | voornemen, dan het volk dat te gronde gaat. ~
215 7, 118| bleek wat zij deden ijdel te zijn. ~
216 7, 120| werden bewogen zich neder te werpen. ~
217 7, 123| maar gij zult het weldra te weten komen." ~
218 7, 132| moogt brengen om er ons mede te betoveren, wij zullen stellig
219 7, 145| volk, dit alles stipt op te volgen. Ik zal u weldra
220 7, 197| aanroept hebben geen macht om u te helpen noch kunnen zij zichzelf
221 7, 202| hun broederen trachten hen te doen toenemen in dwaling,
222 8, 16 | manoeuvreert of om plaats te nemen bij een andere groep,
223 8, 30 | het best in staat plannen te verijdelen.
224 8, 34 | de heilige moskee binnen te gaan en er geen bewakers
225 8, 35 | de straf omdat gij placht te verwerpen." ~
226 8, 36 | van de weg van Allah af te leiden. Zij zullen doorgaan
227 8, 36 | Zij zullen doorgaan ze te verspillen maar daarna zullen
228 8, 38 | dat als zij ophouden (u te vervolgen), hetgeen voorby
229 8, 47 | kwamen om door de mensen te worden gezien en om anderen
230 8, 47 | van het pad van Allah af te leiden; en Allah omvat al
231 8, 65 | spoor de gelovigen aan om te vechten. Als er twintig
232 8, 71 | voornemens zijn u ontrouw te worden, zijn zij reeds voorheen
233 8, 72 | dan is het uw plicht hen te helpen behalve tegen een
234 9, 13 | smeedde om de boodschapper te verdrijven en dat het eerste
235 9, 13 | het eerste was om tegen u te beginnen? Vreest gij hen?
236 9, 25 | haar uitgestrektheid voor u te eng; toen hebt gij u vluchtende
237 9, 31 | bevolen slechts de ene God te aanbidden. Er is geen God
238 9, 32 | van Allah door hun mond te doven, maar Allah belet
239 9, 33 | godsdienst heeft gezonden om deze te doen zegevieren boven alle
240 9, 39 | Als gij niet voortgaat te vechten zal Hij u met een
241 9, 42 | vermoeiende reis scheen hun te lang. Toch willen zij bij
242 9, 42 | gegaan." Zij doen hun ziel te gronde gaan en Allah weet
243 9, 44 | om toestemming vragen om te worden vrijgesteld van het
244 9, 45 | twijfel is, zullen u vragen om te worden vrijgesteld daar
245 9, 48 | voordien reeds tweedracht te scheppen en zij smeedden
246 9, 55 | wenst hen er slechts mede te straffen en hun ziel zal
247 9, 57 | konden vinden om er binnen te gaan, zouden zij er zich
248 9, 62 | Zij zweren bij Allah om u te behagen, maar Allah en Zijn
249 9, 66 | verontschuldiging aan. Gij hebt, na te hebben geloofd, verworpen.
250 9, 67 | gesloten (om geen aalmoezen te geven). Zij vergaten Allah,
251 9, 74 | ongeloofs en na de Islam te hebben aanvaard, verwierpen
252 9, 77 | huichelachtigheid in hun hart op te wekken tot aan de Dag, waarop
253 9, 79 | en hen die niets vinden (te geven) dan naar hun vermogen,
254 9, 81 | persoon voor de zaak van Allah te strijden. En zij zeiden: "
255 9, 83 | toestemming vragen om uit te trekken (tot het gevecht),
256 9, 83 | Gij verkoost eerst thuis te blijven, zit daarom thans
257 9, 85 | daarmede in deze wereld te straffen; hun ziel zal hen
258 9, 87 | met de achterblijvenden te zijn en hun hart is verzegeld,
259 9, 91 | die niets vinden om weg te geven, geen schuld, indien
260 9, 92 | vinden om hiertoe zelf bij te dragen. ~
261 9, 93 | met de achterblijvenden te zijn. En Allah heeft op
262 9, 97 | heeft nedergezonden niet na te komen. Allah is Alwetend,
263 9, 107| moskee hebben gebouwd om te schaden, om het ongeloof (
264 9, 107| schaden, om het ongeloof (te verbreiden) en om een splitsing
265 9, 107| splitsing onder de gelovigen te veroorzaken en als een hinderlaag
266 9, 113| geoorloofd om vergiffenis te vragen voor de afgodendienaren,
267 9, 115| waartegen zij zich behoren te behoeden. Voorzeker, Allah
268 9, 118| haar uitgestrektheid hun te eng werd en hun eigen leven
269 9, 118| hun eigen leven voor hen te moeilijk en zij geloofden
270 9, 122| opgelegd, allen tezamen op te trekken. Waarom trekt dan
271 10, 15 | staat niet aan mij, hem te veranderen uit mijzelf.
272 10, 21 | tegen Onze tekenen plannen te smeden. Zeg: "Allah is vlugger
273 10, 22 | door het land en op zee te reizen, totdat, wanneer
274 10, 23 | een opstand in het land te ontketenen. O, gij mensen,
275 10, 27 | hebben om hen tegen Allah te beschermen. (En het zal
276 10, 28 | Voorzeker gij placht ons niet te aanbidden." ~
277 10, 30 | al hetgeen zij plachten te verzinnen zal verloren gaan. ~
278 10, 35 | waarheid leidt waardiger om te worden gevolgd, ofwel hij,
279 10, 54 | voorzeker mede trachten vrij te kopen. En wanneer zij de
280 10, 72 | mij bevolen tot de Moslims te behoren. ~
281 10, 99 | mensen dan dwingen, gelovigen te worden? ~
282 10, 103| het aan Ons, de gelovigen te redden. ~
283 10, 104| geboden tot de gelovigen te behoren. ~
284 11, 8 | en hetgeen zij plachten te bespotten zal op hen nederkomen. ~
285 11, 20 | Zij deden geen moeite om te horen, of te zien. ~
286 11, 20 | geen moeite om te horen, of te zien. ~
287 11, 21 | het, die hun ziel hebben te kort gedaan en hetgeen zij
288 11, 34 | baten als Allah u wenst te vernietigen. Hij is uw Heer
289 11, 44 | op (de berg) Al-Djoedie te rusten. En er werd gezegd: "
290 11, 46 | om niet tot de onwetenden te behoren." ~
291 11, 47 | toevlucht tot U om niet te vragen waar ik geen kennis
292 11, 62 | Verbiedt gij ons datgene te aanbidden wat onze vaderen
293 11, 74 | ons over het volk van Lot te redetwisten. ~
294 11, 78 | voordien plachten zij kwaad te doen. Hij (Lot) zeide: "
295 11, 78 | mijn dochters, zij zijn te rein voor u. Vrees daarom
296 11, 80 | slechts de macht u weerstand te kunnen bieden of tot een
297 11, 80 | machtige steun toevlucht te nemen." ~
298 11, 87 | ophouden met ons eigendom te doen wat wij willen? Gij
299 11, 93 | de mijne. Gij zult weldra te weten komen over wie een
300 11, 108| gelukkig zullen blijken te zijn, zullen in de Hemel
301 11, 120| Wij u om daardoor uw hart te versterken. Hierdoor is
302 12, 3 | verhaal door u deze Koran te openbaren, ofschoon gij
303 12, 15 | bodem van een diepe put neer te laten en Wij zonden hem
304 12, 18 | Neen, gij hebt de zaak veel te licht opgevat. Daarom is
305 12, 18 | is Allah Wiens hulp dient te worden gezocht over hetgeen
306 12, 23 | zocht hem (tegen zijn wil) te verleiden. Zij grendelde
307 12, 26 | mij tegen mijn wil zocht te verleiden." En een familielid
308 12, 30 | haar slaaf tegen zijn wil te verleiden. Hij heeft haar
309 12, 32 | werkelijk tegen zijn wil te verleiden, maar hij redde
310 12, 42 | vergeten het aan zijn heer te zeggen daarom bleef hij
311 12, 48 | die al hetgeen gij van te voren hebt opgeslagen zullen
312 12, 51 | Jozef tegen zijn wil zocht te verleiden?" Zij zeiden: "
313 12, 51 | hem tegen zijn wil zocht te verleiden en hij behoort
314 12, 53 | niet vrij (van zwakheid) te zijn, want het menselijke,
315 12, 56 | Aer rechtvaardigen niet te gronde gaan. ~
316 12, 61 | zijn vader hiertoe over te halen, wij zullen het voorzeker
317 12, 73 | kwamen om slecht in het land te handelen en wij zijn geen
318 12, 76 | de tas van zijn broeder (te onderzoeken); dan nam men
319 12, 80 | terug om in afzondering te beraadslagen. De oudste
320 12, 83 | mogelijk, dat Allah hen allen te zamen tot mij zal brengen;
321 12, 85 | niet ophouden over Jozef te praten, totdat gij zijt
322 12, 85 | weggekwijnd of totdat gij te gronde gaat." ~
323 12, 106| zonder medegoden aan Hem toe te schrijven. ~
324 13, 11 | wanneer Allah een volk wenst te straffen, is er geen afwenden
325 13, 17 | sieraden en gereedschappen te vervaardigen komt een soortgelijk
326 13, 21 | bevolen heeft verbonden te worden en die hun Heer vrezen
327 13, 25 | Allah heeft bevolen verenigd te zijn, afsnijden en op aarde
328 13, 31 | Zijn de gelovigen het niet te weten gekomen dat, indien
329 13, 36 | Het is mij bevolen, Allah te aanbidden en niets met Hem
330 13, 36 | aanbidden en niets met Hem te vereenzelvigen. Tot Hem
331 13, 38 | niet mogelijk een teken te brengen dan door het gebod
332 13, 39 | 39. Allah doet te niet wat Hij wil en bevestigt
333 14, 10 | wij; gij wenst ons afkerig te maken van hetgeen onze vaderen
334 14, 11 | niet aan ons u een bewijs te brengen, dan door het gebod
335 14, 11 | Allah behoren de gelovigen te vertrouwen." ~
336 14, 14 | hem die vreest vóór Mij te staan en die Mijn waarschuwing
337 14, 15 | elke hoogmoedige vijand te gronde. ~
338 14, 16 | worden gedwongen kokend water te drinken. ~
339 14, 30 | mensen) van Zijn weg af te leiden. Zeg: "Vermaakt u
340 14, 31 | dat zij het gebed behoren te onderhouden en van hetgeen
341 14, 47 | belofte aan Zijn boodschappers te houden: Allah is voorzeker
342 15, 3 | maken; zij zullen het weldra te weten komen. ~
343 15, 22 | neder en geven het u dan te drinken en gij zijt niet
344 15, 31 | Iblies weigerde tot degenen te behoren die zich onderwierpen. ~
345 15, 45 | de rechtschapenen zullen te midden van tuinen met bronnen
346 15, 68 | gasten maakt mij daarom niet te schande." ~
347 15, 70 | niet verboden de mensen (te ontvangen)?" ~
348 15, 90 | tegen de samenzweerders te zenden. ~
349 15, 96 | maar zij zullen het weldra te weten komen. ~
350 16, 9 | berust het, de rechte weg (te tonen) en er zijn wegen
351 16, 27 | wille van wie gij placht te strijden?" Degenen, die
352 16, 55 | Geniet dan en weldra zult gij te weten komen. ~
353 16, 70 | waardoor zij na kennis te hebben vergaard, niets meer
354 16, 84 | worden toegestaan (zich te verontschuldigen), noch
355 16, 84 | toegestaan naar Gods gunst te dingen.
356 16, 90 | gelast u goed met goed (te vergelden) en wel te doen
357 16, 90 | goed (te vergelden) en wel te doen aan anderen en te geven
358 16, 90 | wel te doen aan anderen en te geven als aan verwanten;
359 16, 106| Wie Allah verwerpt, na te hebben geloofd - behalve
360 16, 115| noodzaak wordt gedreven (om te eten) terwijl hij niet wil,
361 16, 116| om een leugen tegen Allah te verzinnen. Degenen, die
362 17, 7 | volkeren) om u met schande te treffen zodat zij de Moskee
363 17, 7 | wat zij veroverd hadden te verwoesten."
364 17, 16 | Wij Ons voornemen een stad te verwoesten, zenden Wij Ons
365 17, 18 | verkiest haasten Wij ons het te verschaffen aan wie Wij
366 17, 19 | er naar gestreefd behoort te worden terwijl hij een gelovige
367 17, 29 | uw zak, noch open haar al te wijd, anders zult gij nederzitten
368 17, 31 | voorzien. Voorwaar, hen te doden is een grote zonde. ~
369 17, 56 | macht om het kwaad van u te verwijderen, of het te veranderen." ~
370 17, 56 | u te verwijderen, of het te veranderen." ~
371 17, 57 | straf van uw Heer dient te worden gevrees??. ~
372 17, 59 | zenden slechts tekenen om te waarschuwen. ~
373 17, 76 | trachten u, door u vrees in te boezemen, uit het land te
374 17, 76 | te boezemen, uit het land te verdrijven; dan zullen zij
375 17, 81 | inderdaad onderhevig om te verdwijnen. ~
376 17, 88 | gelijke van deze Koran voort te brengen, zullen zij het
377 17, 94 | niets heeft de mensen belet te geloven toen de leiding
378 17, 99 | machte is hun evenbeeld te scheppen? Hij heeft voor
379 17, 102| zeker dat gij, o Pharao, te gronde gaat." ~
380 17, 103| besloot hij hem uit het land te verwijderen; doch Wij deden
381 17, 110| namen." En zeg uw gebed niet te luid en evenmin te zacht,
382 17, 110| niet te luid en evenmin te zacht, doch zoek een middenweg. ~
383 18, 2 | Volmaakt (in leiding), om te waarschuwen voor Zijn gestrenge
384 18, 2 | verrichten de blijde tijding te brengen dat zij een uitstekende
385 18, 4 | 4. En om diegenen te waarschuwen, die zeggen: "
386 18, 7 | haar sieraad gemaakt om te beproeven, wie van hen van
387 18, 12 | Daarna wekten Wij hen op, om te beproeven welke der twee
388 18, 19 | zilveren munt naar de stad te zenden en laat hij zien,
389 18, 20 | Want indien zij over jullie te weten komen, zullen zij
390 18, 20 | stenigen, of trachten jullie te bekeren tot hun godsdienst
391 18, 24 | 24. Zonder (er bij te zeggen): "Indien het Allah
392 18, 41 | in staat zult zijn, het te bereiken." ~
393 18, 42 | en hij begon zijn handen te wringen wegens hetgeen hij
394 18, 43 | leger om hem tegen Allah te helpen, noch kon hij zich
395 18, 51 | 51. Ik riep hen niet om te getuigen van de schepping
396 18, 55 | En niets belet de mensen te geloven wanneer de leiding
397 18, 55 | en hun Heer vergiffenis te vragen, dan (dat zij vragen)
398 18, 56 | om daardoor de Waarheid te niet te doen. En zij houden
399 18, 56 | daardoor de Waarheid te niet te doen. En zij houden Mijn
400 18, 63 | deed mij vergeten er over te spreken - en de vis vond
401 18, 68 | over dingen die uw begrip te boven gaan?" ~
402 18, 70 | dan, indien gij mij wenst te volgen stel mij nergens
403 18, 71 | teneinde de opvarenden er van te doen verdrinken? Voorwaar,
404 18, 75 | zoudt zijn mij met geduld te vergezellen?" ~
405 18, 77 | weigerden hun gastvrijheid te betonen. Nu vonden zij daar
406 18, 77 | die op het punt stond in te storten en hij herstelde
407 18, 79 | verkoos haar onbruikbaar te maken want achter hen was
408 18, 84 | en het vermogen) alles te volbrengen. ~
409 18, 97 | meer) in staat er overheen te klimmen, noch waren zij
410 18, 97 | zij bij machte er doorheen te graven. ~
411 18, 108| niet wensen daaruit weg te gaan. ~
412 19, 11 | de morgen en in de avond te verheerlijken. ~
413 19, 26 | Barmhartige gelofte gedaan te vasten; derhalve zal ik
414 19, 35 | bij Allah Zich een zoon te verwekken, Heilig is Hij.
415 19, 52 | tot Ons naderen om met hem te spreken. ~
416 19, 55 | gebeden en aalmoezen aan te bevelen en zijn Heer had
417 19, 70 | het meest verdienen daarin te branden. ~
418 19, 82 | hun tegenstanders blijken te zijn. ~
419 19, 83 | hebben losgelaten om hen aan te sporen? ~
420 19, 90 | De hemelen dreigen vaneen te scheuren, en de aarde te
421 19, 90 | te scheuren, en de aarde te splijten en de bergen in
422 19, 90 | en de bergen in stukken te vallen. ~
423 19, 92 | Terwijl de Barmhartige te verheven is om een zoon
424 19, 92 | verheven is om een zoon te hebben. ~
425 20, 40 | En gij vertoefdet jaren te midden van het volk van
426 20, 42 | verwaarloost niet Mijner indachtig te zijn." ~
427 20, 43 | want hij is alle perken te buiten gegaan." ~
428 20, 56 | loochende deze en weigerde deze (te geloven). ~
429 20, 57 | toverkunst uit ons land te verdrijven?" ~
430 20, 58 | gij zullen verzuimen na te komen op een plaats (voor
431 20, 63 | toverkunst uit uw land wensen te verdrijven en uw schone
432 20, 63 | verdrijven en uw schone kultuur te vernietigen." ~
433 20, 65 | zullen wij de eersten zijn om te werpen?" ~
434 20, 73 | die gij ons hebt gedwongen te bedrijven, moge vergeven.
435 20, 77 | de zee. Gij behoeft niet te vrezen, dat gij zult worden
436 20, 86 | vastgestelde tijd u dan te lang voor, of verlangdet
437 20, 89 | had om hun kwaad of goed te doen? ~
438 20, 91 | geval ophouden het (kalf) te aanbidden voordat Mozes
439 20, 93 | 93. Mij te volgen? Hebt gij dan mijn
440 20, 95 | zeide: "En wat hebt gij te zeggen, o Saamiri?" ~
441 20, 112| ongerechtigheid of verlies te vrezen. ~
442 20, 121| werd en zij zich begonnen te bekleden met bladeren uit
443 20, 131| hunner, om hen daardoor te beproeven. De voorziening
444 20, 135| derhalve ook en weldra zult gij te weten komen wie de mensen
445 21, 8 | zij geen voedsel behoefden te gebruiken, evenmin dat zij
446 21, 19 | tegenwoordigheid bevinden, zijn niet te trots om Hem te aanbidden,
447 21, 19 | zijn niet te trots om Hem te aanbidden, noch worden zij
448 21, 25 | boodschapper vóór u zonder hem te openbaren: "Voorzeker er
449 21, 37 | doch vraagt Mij niet ze te verhaasten. ~
450 21, 39 | hun gezicht of van hun rug te weren en niet zullen worden
451 21, 40 | niet bij machte zijn het te voorkomen, noch zal hun
452 21, 70 | En zij wensten hem kwaad te doen doch Wij deden hen
453 21, 73 | aanspoorde, goede werken te doen, het gebed te onderhouden
454 21, 73 | werken te doen, het gebed te onderhouden en aalmoezen
455 21, 73 | onderhouden en aalmoezen te geven. En zij aanbaden Ons
456 21, 79 | David Gods heerlijkheid te loven. En Wij waren het,
457 21, 80 | kunst, maliënkolders voor u te maken, opdat deze u zouden
458 21, 90 | vrouw geschikt (een kind te krijgen). Zij plachten met
459 21, 90 | Zij plachten met elkander te wedijveren in goede werken
460 22, 5 | bereiken, dat zij, na geweten te hebben, niets meer weten.
461 22, 9 | afkerend ten einde anderen af te leiden van Allah's weg.
462 22, 22 | uit (uit de hel) wensen te gaan, zullen zij er in terug
463 22, 25 | en van de Heilige Moskee (te Mekka) - die Wij gelijk
464 22, 27 | aan de mensen. Zij zullen te voet of op magere kamelen
465 22, 39 | 39. Toestemming om te vechten is gegeven aan degenen
466 22, 39 | Allah heeft de macht hen bij te staan. ~
467 22, 46 | begrijpen en oren om er mee te horen? Voorzeker, het zijn
468 22, 47 | dringen bij u aan de straf te verhaasten, doch Allah zal
469 22, 51 | Onze woorden krachteloos te maken, zullen de bewoners
470 22, 52 | doet hetgeen Satan inblaast te niet. Dan bevestigt Allah
471 22, 65 | de hemel ervan op aarde te vallen behalve met Zijn
472 22, 78 | Allah zoals er voor behoort te worden gestreden. Hij heeft
473 23, 7 | degenen die deze perken te buiten gaan, zullen overtreders
474 23, 18 | ook in staat die weer weg te nemen. ~
475 23, 21 | les voor u. Wij geven u te drinken van de melk die
476 23, 56 | Wij Ons haasten hun goed te doen? Neen, zij begrijpen
477 23, 66 | verkondigd, doch gij placht u af te keren. ~
478 23, 94 | Heer, plaats mij dan niet te midden van het onrechtvaardige
479 23, 95 | hebben de macht u datgene te laten zien waarmee Wij hen
480 23, 105| verkondigd? Maar gij placht ze te verloochenen. ~
481 23, 109| Mijn dienaren dat placht te zeggen: "O, onze Heer, wij
482 23, 110| omdat gij hen placht uit te lachen. ~
483 24, 13 | geen vier getuigen (om dit te bewijzen)? Daar zij geen
484 24, 16 | betaamt ons niet om erover te spreken. Heilig zijt Gij,
485 24, 17 | tot iets dergelijks terug te vallen indien gij gelovigen
486 24, 22 | u bezitten niet ophouden te geven aan verwanten en behoeftigen
487 24, 27 | zonder de bewoners er van te waarschuwen en te begroeten.
488 24, 27 | er van te waarschuwen en te begroeten. Dat is beter
489 24, 33 | terwijl zij kuis wensen te zijn, niet tot ontucht om
490 24, 33 | het tegenwoordige leven te zoeken. Maar indien iemand
491 24, 37 | achteloos worden om Allah te gedenken, het gebed te houden
492 24, 37 | Allah te gedenken, het gebed te houden en de Zakaat te betalen,
493 24, 37 | gebed te houden en de Zakaat te betalen, zij vrezen de Dag
494 24, 58 | toestemming vragen (bij u te mogen komen), vóór het morgengebed,
495 24, 60 | zij zonder haar schoonheid te tonen, zich van kledingstukken
496 25, 3 | om zichzelf goed of kwaad te doen, noch macht hebben
497 25, 7 | met hem een waarschuwer te zijn? ~
498 25, 8 | om (de vruchten) er van te eten." En de onrechtvaardigen
499 25, 18 | andere beschermers dan U te nemen, maar Gij hebt hen
500 25, 21 | Voorzeker, zij schatten zich te hoog en zijn de perken ver
1-500 | 501-795 |