Sura, Verse

 1   3, 37|  bij haar in de kamer ging, vond hij voedsel bij haar. Hij
 2  11, 70| zich niet naar uitstrekten, vond bij hen vreemd en vreesde
 3  18, 63| over te spreken - en de vis vond op bewonderenswaardige wijze
 4  27, 23|                      23. Ik vond een vrouw, die daar regeerde
 5  27, 24|                      24. Ik vond, dat zij en haar volk de
 6  28, 15|     achteloos waren, en hij vond er twee vechtende mannen,
 7  28, 23|    bron van Midian aankwam, vond hij daar een groep mannen
 8  28, 23|    hun vee drenkten. En hij vond naast hen twee vrouwen die (
 9  93, 6 |                          6. Vond Hij u niet als wees, en
10  93, 7 |                       7. En vond Hij u niet zoekende en leidde
11  93, 8 |                       8. En vond Hij u niet in armoede en