Sura, Verse

 1   4, 11 |  heeft en zijn ouders van hem erven, dan is er voor zijn moeder
 2   4, 19 |   niet geoorloofd, vrouwen te erven tegen haar wil, noch moogt
 3   4, 176| ontvangen en hij zal van haar erven (alles) indien zij geen
 4   7, 137|     land, welke Wij zegenden, erven. En het genadevolle woord
 5  19, 40 |    zich daarop bevindt zullen erven en tot Ons zullen zij worden
 6  19, 80 |  hetgeen waarover hij spreekt erven en hij zal alleen tot Ons
 7  21, 105|      dienaren de aarde zullen erven. ~
 8  23, 11 |       Die het paradijs zullen erven. Zij zullen daarin vertoeven. ~
 9  33, 27 |      huizen en hun rijkdommen erven en ook een land waarop gij
10  40, 53 |  kinderen van Israël het Boek erven. ~
11  44, 28 |       deden ze een ander volk erven.