1945-beoog | beoor-geeer | geein-lamme | lampe-opvan | opvoe-tocht | toebe-volma | volst-zy
bold = Main text
Sura, Verse grey = Comment text
1503 67, 5 | hebben de naastbije hemel met lampen versierd, Wij hebben hem
1504 23, 29 | verleen mij een gezegende landing, want Gij zijt de Beste
1505 23, 29 | want Gij zijt de Beste Landingshulp." ~
1506 9, 121| noch doorkruisen zij een landstreek, of dit is voor hen opgetekend,
1507 41, 28 | Vuur. Daar zullen zij een langdurig tehuis hebben; een vergelding,
1508 73, 7 | inderdaad gedurende de dag langdurige bezigheden. ~
1509 20, 71 | wie van ons gestrenger en langduriger is in het straffen." ~
1510 25, 46 | Daarna trekken Wij haar langzaam tot Ons terug. ~
1511 5, 94 | wild, hetwelk uw handen of lansen kunnen vangen, opdat Allah
1512 6, 142| Hij schiep onder het vee lastvee en slachtvee. Eet van hetgeen
1513 56, 49 | Ja, de vroegeren en de lateren ~
1514 18, 42 | had besteed, terwijl het latwerk eveneens was neergestort
1515 Voo | gewend zijn aan andersoortige lectuur, vestigen op het feit, dat
1516 3, 118| benadelen. Zij houden van leedvermaak. Nijd laten zij blijken
1517 2, 282| wanneer gij van elkander leent voor een vastgestelde periode,
1518 43, 28 | maakte dit een blijvende leer voor zijn nakomelingen,
1519 2, 151| Wijsheid onderwijst en u leert, hetgeen gij niet wist. ~
1520 17, 14 | 14. "Lees het boek. Uw eigen ziel
1521 74, 51 | 51. Vluchtende voor een leeuw? ~
1522 74, 31 | Hij wil. Niemand kent de legerscharen van uw Heer dan Hij. Dit
1523 2, 22 | Die u de aarde tot een legerstede maakte en de hemel tot een
1524 7, 172| kinderen een nageslacht uit hun lendenen voortbracht, en hen deed
1525 17, 47 | weten het best waar zij op letten terwijl zij naar u luisteren,
1526 Voo | dan hebben wij ons aan de letterlijke vertaling gehouden. Dreigde
1527 25, 72 | 72. En zij, die niet leugenachtig getuigen en als zi; iets
1528 96, 16 | 16. Van dat leugenachtige en schuldige voorhoofd. ~
1529 20, 18 | Dit is mijn staf waarop ik leun, en waarmee ik bladeren
1530 2, 155| verlies van bezittingen, levens en vruchten; maar verkondig
1531 16, 75 | iemand die Wij van een ruim levensonderhnud hebben voorzien, die er
1532 7, 58 | Heer - en hetgeen slecht is levert alleen schaarste op. Zo
1533 76, 28 | geschapen hebben en hun lichaamsbouw hebben gesterkt. En indien
1534 18, 95 | beter, doch gij kunt mij met lichamelijke kracht helpen. Ik zal tussen
1535 7, 189| bekend heeft, draagt zij een lichte last en gaat er mede rond.
1536 20, 26 | En maak mij mijn taak lichter," ~
1537 32, 21 | zullen hen inderdaad de lichtere straf doen ondergaan vóór
1538 12, 88 | daarvoor de volle maat en wees liefdadig. Voorzeker, Allah beloont
1539 12, 88 | Voorzeker, Allah beloont de liefdadigen." ~
1540 58, 12 | wiltraadplegen, geeft dan een liefdegift vóór uw raadpleging. Dat
1541 58, 13 | bezorgd inzake het geven van liefdegiften voor uw bijzondere raadpleging?
1542 85, 14 | Hij is de Vergevende, de Liefderijke; ~
1543 11, 90 | Voorwaar, mijn Heer is Genadig, Liefdevol." ~
1544 3, 31 | Zeg: "Indien gij Allah liefhebt, volgt mij, Allah zal u
1545 56, 20 | En met fruit dat zij het liefst hebben - ~
1546 36, 15 | u niets geopenbaard; gij liegt slechts." ~
1547 25, 20 | zij gebruikten voedsel en liepen op straat. En Wij gebruiken
1548 17, 97 | blind, stom en doof voorover liggend. Hun verblijfplaats zal
1549 20, 130| 130. Verdraag (Mohammed) lijdzaam hetgeen zij zeggen en verheerlijk
1550 63, 4 | luistert gij naar hen. Zij lijken op aangeklede stukken hout.
1551 13, 16 | iets, op Zijn schepping lijkende hebben geschapen, zodat
1552 34, 15 | aan de rechter- en aan de linkerhand; er werd gezegd: "Eet van
1553 50, 17 | rechter-, de andere aan de linkerzijde. ~
1554 2, 61 | en komkommers en tarwe en linzen en uien - voor ons voortbrenge,"
1555 90, 9 | 9. En een tong en twee lippen? ~
1556 34, 33 | Maar het kwam door uw listige plannen, bij dag en nacht
1557 Voo | andere heilige boeken en literatuur, omdat het hier niet gaat
1558 20, 88 | kalf - een beeld, dat een loeiend geluid voortbracht. En men
1559 7, 148| lichaam van een kalf - dat een loeiende toon voortbracht. Zagen
1560 9, 5 | grijpt hen en belegert hen en loert op hen uit elke hinderlaag.
1561 4, 131| Allah is Onafhankelijk, Lofwaardig. ~
1562 24, 41 | kent zijn eigen bidden en lofzang. En Allah weet goed wat
1563 18, 29 | met water als gesmolten lood, dat hun gezicht zal verbranden.
1564 68, 28 | Zeide ik niet tot u: 'Waarom looft gij (God) niet?'" ~
1565 53, 11 | 11. Het hart loog niet over wat het zag. ~
1566 4, 142| om te bidden, staan zij loom, en tonen zich aan de mensen
1567 5, 3 | afgoden is geslacht en wat gij loot door pijlen, dit is een
1568 37, 141| 141. En hij lootte en werd (overboord) geworpen. ~
1569 3, 44 | waart niet bij hen toen zij lootten (om te zien), wie hunner
1570 2, 239| gevaar verkeert, bidt dan lopende of rijdende, maar wanneer
1571 57, 15 | Derhalve zal op deze Dag geen losgeld van u worden aangenomen,
1572 19, 49 | nevens Allah aanbaden, had losgemaakt, schonken Wij hem Isaäc
1573 7, 171| deden schudden alsof hij een losse bedekking was, dachten zij,
1574 34, 16 | en tamarisken en weinig lotusbloemen. ~
1575 56, 28 | bevinden tussen doornloze lotusbomen ~
1576 61, 6 | zullen zij zeggen: "Dit is louter bedrog." ~
1577 21, 79 | David Gods heerlijkheid te loven. En Wij waren het, Die dat
1578 39, 75 | Troon zien dringen, hun Heer lovende met de roem, die Hem toekomt.
1579 12, 98 | u vragen. Voorzeker, Hij ls de Vergevensgezinde, de
1580 Voo | Religious Publishing Corporation LTD,~Rabwah, Pakistan. ~ ~
1581 30, 48 | verspreidt Hij ze in de lucht zoals Hij wil, dan hoopt
1582 17, 110| En zeg uw gebed niet te luid en evenmin te zacht, doch
1583 7, 205| nederigheid en vrees en zonder luidruchtigheid van spraak en behoor niet
1584 9, 54 | En zij komen slechts in luiheid tot het gebed en zij geven
1585 52, 38 | kunnen luisteren? Laat hun luisteraar dan openlijk gezag tonen. ~
1586 5, 42 | 42. Zij zijn luisteraars naar leugens en verbruikers
1587 69, 52 | de naam van uw Heer, de Luisterrijke. ~~
1588 7, 133| en de sprinkhanen en de luizen en de kikvorsen en bloed
1589 49, 12 | noch belastert elkander. Lust iemand onder u het vlees
1590 23, 5 | 5. En die hun vleselijke lusten beheersen. ~
1591 12, 47 | voortdurend zaaien en wat gij maait in de aar laten, met uitzondering
1592 22, 5 | volkomen en onvolkomen in maaksel, opdat Wij het u duidelijk
1593 23, 110| 110. Maar gij maaktet hen ten spot totdat dezen
1594 12, 72 | Wij missen des konings maatkop en wie hem brengt zal een
1595 65, 3 | Hij heeft voor alles een maatstaf bepaald. ~
1596 17, 16 | zenden Wij Ons gebod tot haar machthebbers, maar zij overtreden dit,
1597 22, 71 | Allah, waartoe Hij geen machtiging heeft nedergezonden, en
1598 9, 101| evenals van het volk van Madina, dezen volharden in huichelarij.
1599 22, 17 | Sabianen, de Christenen, de Magiërs en de afgodendienaren, Allah
1600 72, 3 | 3. En de Majesteit van onze Heer is hoog verheven.
1601 59, 24 | is Allah, de Schepper, de Maker, de Vormer. Hij heeft de
1602 2, 230| hij van haar (ten derden male) scheidt, is zij voor hem
1603 2, 245| Hij zal het voor hem vele malen vermenigvuldigen en Allah
1604 43, 77 | zij zullen schreeuwen: "O, Malik, laat uw Heer een einde
1605 53, 20 | En een ander, de derde, Manaat? ~
1606 2, 189| u betreffende de nieuwe manen. Zeg: "Zij zijn tijdsaanwijzingen
1607 57, 3 | Eerste en de Laatste, de Zich Manifesterende en de Verborgene, en Hij
1608 42, 50 | 50. Of Hij mengt ze, mannelijk en vrouwelijk en Hij maakt
1609 8, 16 | tenzij hij voor het gevecht manoeuvreert of om plaats te nemen bij
1610 78, 10 | Wij de nacht niet als een mantel gemaakt. ~
1611 2, 97 | leidraad zijnde en een blijde mare voor de gelovlgen. - ~
1612 19 | 19. Maria (Marjam) ~Geopenbaard vóór de Hidjrah.
1613 2, 102| twee engelen, Haroet en Maroet te Babylon was geopenbaard.
1614 4, 69 | waarachtigen, de getuigen (martelaars) en de goeden en dezen zijn
1615 9, 52 | goede dingen (overwinning, martelaarschap), terwijl wij betreffende
1616 2, 158| 158. Voorzeker, Safaa en Marwah zijn onder de tekenen van
1617 27, 44 | zag, dacht zij dat het een massa water was, en zij raakte
1618 5, 66 | Onder hen is een groep die matig is, maar de handelwijze
1619 28, 44 | toen Wij Mozes de geboden mededeelden, noch waart gij onder de
1620 3, 92 | goedheid bereiken, tenzij gij mededeelt van hetgeen u lief is en
1621 2, 70 | tot uw Heer, dat Hij ons mededele, hoe zij is, want al zulke
1622 38, 67 | Het is een belangrijke mededeling, ~
1623 11, 49 | 49. Dit zijn de mededelingen van het onzienlijke die
1624 24, 13 | zij geen getuigen hebben medegebracht zijn zij in de ogen van
1625 24, 2 | honderd slagen. En laat medelijden met hen u van de gehoorzaamheid
1626 16, 47 | brengen? Uw Heer is inderdaad Medelijdend, Genadevol. ~
1627 12, 15 | 15. Toen zij hem medenamen, kwamen zij overeen hem
1628 45, 4 | schepping van uzelf en alle medeschepselen, die Hij verspreidt (over
1629 12, 66 | Ik zal hem niet met u medezenden voordat gij mij een ernstige
1630 34, 7 | een man aanwijzen die u meedeelt dat wanneer gij door bederf
1631 3, 58 | tekenen en de wijze vermaning meedelen. ~
1632 29, 60 | hun eigen onderhoud niet meedragen! Allah zorgt voor hen en
1633 26, 17 | kinderen Israëls met ons meegaan'."
1634 72, 7 | 7. En zij meenden inderdaad, zoals gij meendet,
1635 72, 7 | meenden inderdaad, zoals gij meendet, dat Allah nooit een boodschapper
1636 4, 102| bij u staan en hun wapenen meenemen. En wanneer zij hun prostratie
1637 11, 88 | zeide: "O mijn volk, wat meent gij indien ik een duidelijk
1638 17, 34 | beste wijze tot hij zijn meerderjarigheid heeft bereikt. En vervult
1639 29, 47 | daarin; en ook onder de (Mekkanen) zijn er die er in geloven.
1640 Voo | betuigen. Bijzondere dank menen wij verschuldigd te zijn
1641 42, 50 | 50. Of Hij mengt ze, mannelijk en vrouwelijk
1642 9, 25 | Voorzeker, Allah heeft u op menig slagveld geholpen en op
1643 51, 8 | Waarlijk gij hebt uiteenlopende meningen, ~
1644 2, 228| gescheiden vrouwen moeten drie menstruatieperioden wachten; en het is haar
1645 2, 120| Voorzeker, Allah's leiding is de Merkelijke leiding". En, indien gij
1646 47, 30 | tonen, zodat gij hen aan hun merkteken zoudt kennen. Maar gij zult
1647 12, 31 | maaltijd en gaf ieder een mes en zeide dan (tot Jozef): "
1648 16, 80 | vachten en hun haar maakt gij meubelen en gebruiksartikelen, voor
1649 18, 82 | dit alles deed ik niet uit mezelf. Dit is de verklaring van
1650 2, 98 | boodschappers en Gabriël en Michaël, waarlijk, Allah is een
1651 24, 58 | morgengebed, wanneer gij wegens de middaghitte u van uw klederen ontdoet,
1652 7, 4 | gedurende de nacht of tijdens de middagslaap. ~
1653 27, 18 | de mieren kwamen, zei een mier: "O gij mieren, gaat uw
1654 11, 93 | uw wijze, ik handel op de mijne. Gij zult weldra te weten
1655 2, 233| En als gij verkiest, een min voor uw kinderen te nemen,
1656 11, 31 | ik over degenen, die gij minacht dat Allah hun geen goeds
1657 45, 8 | voorgedragen, hoort en niettemin minachtend ze trotseert alsof hij ze
1658 18, 39 | indien gij mij als uw mindere in rijkdom en nakomelingen
1659 2, 61 | Hij: "Zoudt gij hetgeen minderwaardig is in ruil willen nemen
1660 4, 25 | plegende, noch er heimelijke minnaars op nahoudende. En indien
1661 5, 5 | plegende, noch heimelijk minnaressen nemende. En wie het geloof
1662 11, 27 | heeft gevolgd, behalve de minsten en de eenvoudigen van geest
1663 10, 75 | aanmatigend. En zij waren een misdadig volk. ~
1664 5, 29 | dat is de beloning der misdadigers." ~
1665 93, 3 | niet verlaten, noch is Hij mishaagd over u. ~
1666 5, 101| worden geopenbaard, zullen mishagen; indien gij er naar vraagt
1667 4, 128| 128. Als een vrouw mishandeling of onverschilligheid van
1668 28, 75 | plachten te verzinnen zal mislukken.
1669 68, 48 | Allah) aanriep terwijl hij misnoegd was. ~
1670 Voo | van de Ahmadiyya Moslim Missie in Nederland. ~En ons laatste
1671 12, 71 | zich tot hem wendend: "Wat mist gij?" ~
1672 15, 26 | klinkende klei, uit zwarte modder in vorm gewrocht. ~
1673 18, 86 | en deze in een bron van modderig water zag ondergaan, waarbij
1674 21, 19 | aanbidden, noch worden zij dit moede; ~
1675 33, 50 | van uw ooms en tantes van moederszijde die met u emigreerden, en
1676 69, 34 | 34. Noch moedigde hij aan, de armen te spijzigen. ~
1677 60, 12 | doden, noch laster die zij moedwillig hebben verzonnen, zullen
1678 17, 51 | die naar uw gedachte het moeilijkst, is." Dan zullen zij zeggen: "
1679 11, 20 | verdubbeld. Zij deden geen moeite om te horen, of te zien. ~
1680 8, 60 | maakt aan de grens alle mogelijke strijdkrachten en vastgehouden
1681 33, 6 | dan de gelovigen en de Mohadjirien tenzij gij uw vrienden een
1682 Voo | biografie van de Profeet Mohammad, doch integendeel om een
1683 2, 198| dan Allah te het Sacrale Monument en gedenkt Hem, omdat Hij
1684 26, 128| 128. "Bouwt gij monumenten op elke hoge plaats om u
1685 2, 73 | zeiden Wij: "Treft hem (de moordenaar) voor een gedeelte van het
1686 24, 58 | te mogen komen), vóór het morgengebed, wanneer gij wegens de middaghitte
1687 33, 35 | Voorwaar, de Moslims en de Moslima's en de gelovige mannen
1688 3, 72 | in hetgeen de gelovigen (Moslirns) is geopenbaard, in de vroege
1689 101, 4 | Dag waarop de mensen als motten verstrooid zullen zijn. ~
1690 2, 26 | het niet beneden zich, een mug of iets nog kleiners als
1691 16, 8 | 8. En paarden en muildieren en ezels (heeft Hij) geschapen
1692 73, 14 | en de bergen in een hoop mul zand zullen veranderen. ~
1693 18, 19 | van ons met deze zilveren munt naar de stad te zenden en
1694 83, 26 | 26. Welks zegel muskus is. En laat degenen die
1695 12, 24 | had gezien, (kon hij zo'n vastberadenheid niet hebben
1696 20, 118| niet zult hongeren noch naakt zult zijn." ~
1697 7, 40 | kameel door het oog van een naald gaan. En zo vergelden Wij
1698 2, 194| u handelt, vergeldt hem naarmate hij tegen u heeft gedaan.
1699 3, 97 | opgelegd die er een weg naartoe kunnen vinden. En wie niet
1700 67, 5 | voorwaar, Wij hebben de naastbije hemel met lampen versierd,
1701 3, 68 | die Abraham het dichtst nabijkomen, zijn degenen, die hem volgen;
1702 Voo | bereiken, door de meest nabijkomende Nederlandse klanken neer
1703 17, 57 | zoekend, zelfs de meest nabijzijnden, op Zijn barmhartigheid
1704 40, 18 | 18. Waarschuw hen voor de naderende Dag, wanneer het hart in
1705 74, 24 | zeide: "Dit is niets dan een nagebootste tovenarij. ~
1706 33, 37 | Allah's gebod moet worden nageleefd. ~
1707 2, 121| zoals het behoort te worden nagevolgd; dezen zijn het, die er
1708 4, 25 | er heimelijke minnaars op nahoudende. En indien zij, nadat zij
1709 37, 100| Mijn Heer, schenk mij een nakomeling die goed zal zijn." ~
1710 2, 266| terwijl hij oud is en een zwak nakomelingschap heeft, en dat hem (de tuin)
1711 3, 153| boodschapper u van verre nariep, gaf Hij u smart op smart,
1712 Voo | verschuldigd te zijn aan Mevr. Nasirah Zimmermann, Mevr. K. Sparenburg,
1713 71, 23 | noch Jaghoes en Jaoeq en Nasr.' ~
1714 5, 6 | ellebogen en wrijft uw (natte) handen over uw hoofden
1715 7, 113| Pharao en zeiden: "Wij zullen natuurlijk als wij de overhand krijgen
1716 Voo | aandachtige studie zal de nauwe samenhang tussen de diverse
1717 43, 52 | onaanzienlijke man die zich nauwelijks kan uitdrukken? ~
1718 20, 70 | ter aarde geworpen, zich nederbuigend. Zij zeiden: "Wij geloven
1719 53, 13 | zag hem ook bij een andere nederdaling. ~
1720 59, 5 | Welke palmbomen gij ook hebt nedergehouwen of op hun wortels hebt laten
1721 39, 69 | schitteren, en het Boek zal nedergelegd worden en de profeten en
1722 54, 53 | alles, groot of klein, is nedergeschreven. ~
1723 11, 52 | wolken die regelmatig regen nedergieten over u zenden en kracht
1724 39, 9 | vereert in de uren der nacht, nederknielende en staande, die voor het
1725 57, 4 | voortkomt, en wat van de hemelen nederkomt en wat er naar toe opstijgt.
1726 30, 3 | maar zij zullen na hun nederlaag zeker overwinnen, ~
1727 Voo | Ahmadiyya Moslim Missie in Nederland. ~En ons laatste woord moge
1728 12, 19 | waterputter, die zijn emmer nederliet. "O, goed nieuws," zeide
1729 56, 16 | 16. Daarop nederliggende, naar elkander toegewend! ~
1730 21, 15 | hield niet op totdat Wij hen nedermaaiden en uitblusten. ~
1731 34, 14 | macht) opvrat en toen die nederviel, bemerkten de dijnn duidelijk,
1732 52, 20 | 20. (U) op tronen nedervlijend die in rijen zijn gerangschikt.
1733 76, 13 | 13. Zich daarin nedervlijende op sofa's zullen zij het
1734 22, 18 | dat alles zich voor Allah nederwerpt, wat in de hemelen en op
1735 20, 5 | De Barmhartige, Die Zich nederzette op de Troon. ~
1736 8, 11 | water van de wolken over u nederzond, opdat Hij u daardoor mocht
1737 8, 41 | de dag der onderscheiding nederzonden, de dag waarop de twee legers
1738 22, 26 | opstaan (voor gebed) en neerbuigen en zich ter aarde werpen. ~
1739 3, 199| en in hetgeen tot hen was neergedaald, geloven, zich voor Allah
1740 18, 42 | het latwerk eveneens was neergestort en hij zeide: "Had ik maar
1741 6, 71 | iemand die de bozen hebben neergeveld op de aarde in een toestand
1742 69, 7 | zien hoe het volk er door neergeworpen werd, alsof zij gevallen
1743 2, 282| u zijn, als gij het niet neerschrijft. En hebt getuigen, wanneer
1744 4, 47 | uw leiders vernietigen en neerwerpen of hen vervloeken, zoals
1745 30, 4 | 4. Binnen een negental jaren - van Allah is het
1746 74, 30 | 30. Daarover waken er negentien (engelen). ~
1747 38, 23 | broeder; hij heeft negen en negentig ooien, en ik heb maar één
1748 3, 140| midden getuigen (martelaren) neme en Allah heeft de onrechtvaardigen
1749 51, 16 | 16. Nemend hetgeen hun Heer zal geven
1750 5, 5 | noch heimelijk minnaressen nemende. En wie het geloof verwerpt,
1751 35, 11 | zonder dat Hij het weet. En niemands leven wordt verkort of verlengd
1752 41, 44 | gemaakt? Is Arabisch en niet-Arabisch gelijk?" Zeg: "Het is een
1753 32, 8 | uit een uittreksel van een nietige vloeistof. ~
1754 24, 35 | van Zijn Licht is als een nis waarin een lamp staat. De
1755 27, 29 | leiders, er is aan mij een nobele brief afgeleverd. ~
1756 12, 31 | van hun plannen hoorde, nodigde zij haar uit en bereidde
1757 71 | 71. Noach (Noeh) ~Geopenbaard vóór de Hidjrah.
1758 68, 1 | 1. Noen. Bij de pen, en bij hetgeen
1759 47, 38 | Zichzelf - genoeg en gij zijt nooddruftig. En indien gij u (van de
1760 41, 16 | wind gedurende verscheidene noodlottige dagen, opdat Wij hen in
1761 2, 221| tot het Vuur, maar Allah noodt u tot de Hemel en tot vergiffenis
1762 15, 19 | en Wij doen er allerlei noodzakelijke dingen in de juiste maat
1763 21, 79 | wijsheid en kennis. En Wij noopten de bergen en de vogels om
1764 74, 22 | hij zijn voorhoofd en keek nors. ~
1765 Voo | Werelden."~'s-Gravenhage. November 1953. ~The Oriental & Religious
1766 23, 20 | voor hen die het willen nuttigen. ~
1767 31, 27 | de oceaan, met nog zeven oceanen aangevuld (inkt was), de
1768 18, 62 | dienaar: "Breng ons het ochtendmaal. Waarlijk, vermoeidheid
1769 34, 12 | onderwierpen Wij de wind; de ochtendreis en de avondreis daarvan
1770 107 | Noden van Buren (Al-Maa'oen) ~De eerste helft van dit
1771 20, 39 | zal de rivier het op de oever werpen, zodat een vijand
1772 5, 2 | de heilige maand, noch de offerdieren, noch dieren met offertekens,
1773 22, 36 | Allah hebben Wij voor u de offerkamelen aangewezen. In hen is er
1774 41, 51 | kwade hem raakt, ziet! dan offert hij lange, lange gebeden. ~
1775 5, 2 | offerdieren, noch dieren met offertekens, noch degenen, die zich
1776 43, 57 | op en keerde zich of in ofschuw. ~
1777 56, 84 | En gij ziet toe - op dat ogenblik ~
1778 105 | 105. De Olifant (Al-Fiel) Geopenbaard vóór
1779 105, 1 | uw Heer de bezitters der olifanten behandelde? ~
1780 2, 220| daad. En als gij met hen omgaat zijn zij uw broeders. En
1781 22, 29 | geloften vervullen en een omgang maken om het oude Huis (
1782 60, 11 | ongelovigen geeft dan in het omgekeerde geval aan diegenen, wier
1783 18, 32 | maakten Wij twee wijngaarden, omgeven met dadelpalmen en daartussen
1784 43, 18 | iemand aan God toe) die omhangen met sieraden wordt grootgebracht
1785 49, 17 | dat zij de Islam hebben omhelsd. Zeg: "Acht het aannemen
1786 63, 3 | is omdat zij het geloof omhelsden en daarna verwierpen. Derhalve
1787 20, 39 | hem zal opnemen'. En Ik omhulde u met Mijn liefde; opdat
1788 74, 1 | 1. O gij die u omhult! ~
1789 3, 155| scharen elkander ontmoetten, omkeerden, werden door Satan wegens
1790 8, 42 | brengen, zodat hij die zou omkomen door een duidelijk teken
1791 59, 7 | opdat het niet alleen in omloop moge zijn tussen de rijken
1792 2, 125| Huis voor degenen, die de ommegang verrichten en voor degenen,
1793 46, 26 | plachten te spotten, (de straf) omringde hen. ~
1794 7, 111| tijd en zend (intussen) omroepers de steden in, ~
1795 Voo | dan hebben wij ons van een omschrijving bediend. Waar een oorspronkelijk
1796 12, 66 | brengen tenzij gij allen omsingeld zoudt worden." En toen zij
1797 85, 20 | 20. En Allah omsingelt hen van achteraf. ~
1798 33, 59 | zij een gedeelte van haar omslagdoeken over haar (hoofd) laten
1799 24, 35 | De lamp is door een glas omsloten; het glas is als een schitterende
1800 84, 17 | En de nacht en wat deze omsluiert, ~
1801 104, 8 | 8. Voorwaar het zal hen omsluiten ~
1802 20, 124| afwenden, zal in benarde omstandigheden leven en op de Dag der Opstanding
1803 11, 84 | u de straf van een alles omvattende dag." ~
1804 13, 41 | niemand kan Zijn besluit omverwerpen. En Hij is vlug in het vergelden. ~
1805 73, 1 | 1. O, gij die u omwikkelt! ~
1806 3, 153| wegvluchttet en naar niemand omzaagt, terwijl de boodschapper
1807 4, 135| En als gij de waarheid omzeilt of er u van afwendt, Allah
1808 54, 6 | hen zal roepen tot iets onaangenaams, ~
1809 31, 19 | verzacht uw stem; want de meest onaangename stem is het gebalk van een
1810 43, 52 | ben ik niet beter dan deze onaanzienlijke man die zich nauwelijks
1811 26, 111| geloven terwijl slechts de onaanzienlijken u volgen?" ~
1812 7, 205| spraak en behoor niet tot de onachtzamen. ~
1813 35, 15 | Allah, maar Allah is de Onafhankelijke, de Geprezene. ~
1814 11, 76 | Heer is uitgegaan en een onafwendbare straf komt over hen." ~
1815 24, 15 | bezat, dacht gij dat het onbeduidend was, terwijl het in de ogen
1816 4, 95 | doen, met uitzondering der onbekwamen, zijn niet gelijk aan degenen
1817 3, 27 | levende voort. En Gij geeft onbeperkt aan wie Gij wilt." ~
1818 6, 151| hen zorgen - en dat gij onbetamelijke daden hetzij openlijk of
1819 58, 2 | voorzeker zij zeggen iets onbetamelijks en een leugen; doch Allah
1820 25, 45 | had gewild, kon Hij haar onbeweeglijk hebben gemaakt - Dan hebben
1821 27, 88 | de bergen en gij denkt ze onbewegelijk terwijl zij als de wolken
1822 24, 29 | u geen zonde indien gij onbewoonde huizen, waarin uw goederen
1823 2, 256| sterk houvast gegrepen, dat onbreekbaar is. Allah is Alhorend, Alwetend. ~
1824 18, 79 | werkten, en ik verkoos haar onbruikbaar te maken want achter hen
1825 Voo | en de Heer Abdullah van Onck, van de Ahmadiyya Moslim
1826 5, 19 | is tot u gekomen na een onderbreking in de reeks van boodschappers,
1827 3, 134| wel doen en zij, die toorn onderdrukken en mensen vergeven; Allah
1828 4, 75 | stad waarvan de bewoners onderdrukkers zijn en schenk ons een vriend
1829 18, 86 | punt in de richting van de ondergaande zon bereikte, en deze in
1830 2, 64 | dan zoudt gij zeker zijn ondergegaan. ~
1831 17, 81 | En de leugen is inderdaad onderhevig om te verdwijnen. ~
1832 62, 11 | handel, en Allah is de beste Onderhouder." ~~
1833 3, 167| de huichelaars mocht doen onderkennen. En er werd tot hen gezegd: "
1834 9, 122| zij in de godsdienst goed onderlegd mogen worden en opdat zij
1835 4, 90 | toegestaan iets tegen hen te ondernemen. ~
1836 3, 140| Allah degenen, die geloven onderscheide en uit uw midden getuigen (
1837 2, 53 | Boek en het oordeel des onderscheids, opdat gij recht geleid
1838 2, 187| dageraad de witte draad zich onderscheidt van de zwarte draad. Voltooit
1839 28, 86 | Heer; wees daarom nooit een ondersteuner der ongelovigen. ~
1840 21, 23 | 23. Hij kan niet worden ondertraagd betreffende hetgeen Hij
1841 10, 30 | Daarna zal iedere ziel ondervinden wat zij heeft gedaan. En
1842 65, 9 | 9. Zo ondervonden zij het kwade gevolg van
1843 4, 43 | hebt gebaad, tenzij gij onderweg zijt. En indien gij ziek
1844 7, 141| dat u aan een marteling onderwierp en uw zonen doodde en uw
1845 27, 31 | mij maar komt tot mij in onderworpenheid." ~
1846 29, 45 | het gebed weerhoudt van ondeugd en kwaad. En Allah gedachtig
1847 20, 101| op de Dag der Herrijzenis ondraaglijk worden. ~
1848 7, 155| onze Beschermer , vergeef one daarom en toon ons barmhartigheid
1849 3, 161| Dag der Opstanding zijn oneerlijke handelingen met zich meebrengen.
1850 4, 105| wees geen pleiter voor de oneerlijken. ~
1851 40, 19 | 19. Hij kent de oneerlijkheid der ogen en datgene wat
1852 17, 53 | Voorwaar, Satan sticht onenigheid onder hen. Voorwaar, Satan
1853 89, 3 | 3. En het even en het oneven ~
1854 9, 111| doden en worden gedood - een onfeilbare belofte in de Torah en het
1855 70, 19 | mens is geschapen met een ongeduldige aard. ~
1856 2, 78 | En sommigen hunner zijn ongeletterd; zij weten niets van het
1857 9, 74 | zij spraken het woord des ongeloofs en na de Islam te hebben
1858 25, 26 | behoren, maar het zal voor de ongelovigeneen moeilijke Dag zijn. ~
1859 91, 12 | 12. Toen de ongelukkigste onder hen opstond, ~
1860 7, 33 | geheim verboden en zonde en ongerechtvaardigde opstand; en dat gij datgene
1861 16, 127| ongelovigen), noch maak u ongerust over hun plannen. ~
1862 7, 177| verloochent, het handelt onjuist tegen zichzelf. ~
1863 19, 28 | man noch was uw moeder een onkuise vrouw." ~
1864 19, 20 | aangeraakt en ik evenmin onkuisheid heb bedreven?" ~
1865 33, 14 | hun zou worden gevraagd, onlusten te veroorzaken, zouden zij
1866 52, 45 | ontmoeten waarop zij in onmacht zullen neervallen. ~
1867 9, 42 | 42. Als het een onmiddellijke winst en een korte reis
1868 13, 31 | En de ongelovigen zullen onophoudelijk door rampen getroffen worden
1869 10, 7 | in vinden en degenen, die onoplettend op Onze tekenen zijn, ~
1870 6, 132| doen en uw Heer is niet onopmerkzaam jegens hetgeen zij doen. ~
1871 3, 7 | er zijn verzen in, die onoverdrachtelijk zijn, zij vormen de grondslag
1872 56 | 56. De Onoverkomenlijke Gebeurtenis (Al-Waaqiah) ~
1873 4, 30 | wijze van overtreding en onrechtvaardigieid, hem zullen Wij in het Vuur
1874 2, 197| maanden, bedenke, dat er geen onreine taal, noch enige overtreding,
1875 21, 69 | zeiden: "O vuur, wees koel en onschadelijk voor Abraham." ~
1876 5, 97 | Allah heeft de Kaaba, het onschendbare Huis tot behoud van de mensheid
1877 3, 152| verlof dooddet totdat gij onstandvastig werdt en het over het gebod
1878 6, 130| zeggen: "Wij getuigen tegen onszelven." Het wereldse leven bedroog
1879 6, 103| de ogen. Want Hij is de Ontastbare, de Alwetende. ~
1880 113, 4 | boze inblazingen willen ontbinden ~
1881 68, 43 | geroepen toen hun niets ontbrak (en zij deden het niet). ~
1882 18, 90 | rijzende zon bereikte, en ontdekte dat zij over een volk opging
1883 11, 78 | u. Vrees daarom Allah en onteer mij niet wegens mijn gasten.
1884 15, 69 | 69. "En vreest Allah en onteert mij niet."
1885 58, 5 | de ongelovigen zullen een onterende straf ontvangen. ~
1886 27, 37 | hebben, wij zullen hen met ontering daaruit (de stad) verdrijven
1887 17, 24 | erbarming. En zeg: "Mijn Heer, ontferm u over hen daar zij mij
1888 23, 75 | indien Wij ons over hen ontfermden en hun kwaal verlichtten,
1889 9, 1 | Dit is de verklaring van ontheffing door Allah en zijn boodschapper
1890 7, 157| en verbiedt de slechte en ontheft hen van de last en de kluisters
1891 7, 163| lag. Toen zij de Sabbath ontheiligden verscheen vis op hun Sabbath
1892 5, 2 | 2. O, gij die gelooft, ontheiligt de tekenen van Allah niet,
1893 79, 40 | zijn ziel van begeerten onthield, ~
1894 59, 7 | wat Hij u ook verbiedt, onthoudt u daarvan. En vreest Allah,
1895 12, 77 | het in zijn hart geheim en onthulde het hun niet. Hij zeide: "
1896 2, 72 | over twisttet, was Allah de onthuller van wat gij verborgen hieldt.
1897 64, 9 | bijeenroepen, zal dit de tijd voor onthulling der gebreken zijn. En hij
1898 3, 115| zij doen, zal niet worden ontkend en Allah kent de Godvrezenden. ~
1899 10, 23 | een opstand in het land te ontketenen. O, gij mensen, voorzeker
1900 72, 12 | kunnen wij Hem door de vlucht ontlopen. ~
1901 Voo | verschillende stadia doorlopen. Zij ontmoette talrijke moeilijkheden op
1902 3, 143| te wensen voordat gij hem ontmoettet, nu hebt gij hem gezien
1903 2, 20 | gehoor en het gezicht kunnen ontnemen, waarlijk, Allah heeft macht
1904 26, 212| het horen (hiervan) is hun ontnomen. ~
1905 12, 52 | dat Allah het plan van de ontrouwe mensen niet laat slagen." ~
1906 5, 15 | bleef van het Boek heeft ontsluierd en veel overgeslagen. Er
1907 53, 58 | Niemand behalve Allah kan het ontsluieren. ~
1908 39, 23 | vrezen ineenkrimpt, daarna ontspant zich hun huid en hun hart
1909 37, 64 | die uit de bodem der hel ontspringt. ~
1910 37, 47 | Waardoor geen dronkenschap zal ontstaans noch zullen zij er door
1911 2, 17 | van iemand die een vuur ontstak en toen het zijn omgeving
1912 5, 64 | wanneer zij het oorlogsvuur ontsteken, dooft Allah het en zij
1913 81, 12 | En wanneer de hel wordt ontstoken, ~
1914 19, 17 | En zich aan hlm blikken onttrok, zonden Wij Onze Geest tot
1915 19, 22 | 22. En zij ontving hem en trok zich met hem
1916 57, 16 | zij die het Boek vóórdien ontvingen - voor dezen was de termijn (
1917 28, 25 | een onrechtvaardig volk ontvlucht." ~
1918 50, 19 | Dit is hetgeen gij wildet ontvrluchten." ~
1919 18, 19 | 19. En Wij deden hen ontwaken, zodat zij elkander konden
1920 23, 14 | beenderen met vlees; vervolgens ontwikkelen Wij het tot een nieuwe schepping.
1921 14, 26 | als een slechte boom die ontworteld ter aarde ligt en geen vaste
1922 54, 20 | waren zij de stammen van ontwortelde palmbomen. ~
1923 12, 63 | een (verdere) maat is ons ontzegd, zend daarom onze broeder
1924 6, 35 | 35. En als hun afkeer u onverdraaglijk is, breng hun dan een teken,
1925 54, 19 | tegen hen, op een kwade, onvergetelijke dag. ~
1926 11, 109| hen toekomt ten volle en onverminderd geven. ~
1927 4, 12 | betaling van enig legaat of van onverrekende schuld. En indien er een
1928 3, 127| hen vernederen, zodat zij onverrichter zake zouden teruggaan. ~
1929 4, 128| een vrouw mishandeling of onverschilligheid van haar man vreest, zal
1930 74, 28 | niets, noch laat het iets (onverteerd) achter, ~
1931 22, 5 | klomp vlees, volkomen en onvolkomen in maaksel, opdat Wij het
1932 2, 79 | Allah", opdat zij er een onwaardige prijs voor kunnen nemen.
1933 2, 273| niet kunnen rondtrekken. De onwetende beschouwt hen als rijken
1934 79, 32 | En Hij maakte de bergen onwrikbaar. ~
1935 21, 31 | En Wij hebben op aarde onwrikbare bergen geplaatst, opdat
1936 71, 27 | zij zullen niets dan een onzedelijk en ondankbaar nageslacht
1937 4, 129| zodat gij de andere in onzekerheid laat. En als gij u betert
1938 2, 104| Raainaa", maar zegt: "Onzornaa" en luistert. Er is voor
1939 2, 267| niet zoudt nemen, tenzij oogluikend; en weet, dat Allah Zichzelf-genoeg,
1940 6, 136| bereikt. Slecht is hetgeen zij oordelen. ~
1941 16, 81 | en harnassen die u in uw oorlogen beschermen. Zo volmaakt
1942 2, 177| armoede, in kwellingen en in oorlogstijd; dezen zijn het, die bewezen
1943 5, 64 | Telkens wanneer zij het oorlogsvuur ontsteken, dooft Allah het
1944 13, 39 | Hij wil en bij Hem is de oorsprong van het Boek. ~
1945 Voo | omschrijving bediend. Waar een oorspronkelijk vers op tweeërlei manier
1946 80, 33 | 33. Maar als de oorverdovende roep komt, ~
1947 7, 137| zwak werden gehouden de oostelijke en westelijke gedeelten
1948 Voo | hoogte willen stellen van op- of aanmerkingen betreffende
1949 2, 124| Abrahams Heer hem met zekere opdrachten beproefde en Abraham deze
1950 11, 28 | gemaakt, moeten wij u dit opdringen, terwijl gij er afkerig
1951 2, 273| herkennen, daar zij niet op een opdringerige wijze bij de mensen vragen.
1952 70, 17 | 17. Het zal hem opeisen, die zich afwendt en wegloopt ~
1953 47, 2 | hetgeen aan Mohammed is ge openbaard, geloven - dit is de Waarheid
1954 81, 11 | En wanneer de Hemel wordt opengelegd, ~
1955 54, 1 | is nabij, en de Maan is opengespleten. ~
1956 6, 35 | een teken, indien gij een opening in de aarde of een ladder
1957 1 | Begin (Al-Faatihah)~Het Openings Hoofdstuk van de Heilige
1958 18, 17 | 17. En wanneer de zon opgaat zult gij haar zich zien
1959 20, 96 | vermogen, doch dat heb ik thans opgegeven. Aldus heeft. mijn ziel
1960 52, 44 | vallen, zullen zij zeggen "Opgehoopte wolken." ~
1961 47, 4 | vast. En wanneer de oorlog opgehouden is, laat hen dan vrij uit
1962 39, 67 | de hemelen zullen worden opgerold in Zijn hand. Glorie zij
1963 12, 48 | hetgeen gij van te voren hebt opgeslagen zullen verteren, met uitzondering
1964 83, 31 | terugkeerden, keerden zij opgetogen terug; ~
1965 22, 45 | ingestort en hoe menige bron en opgetrokken paleis werd verlaten. ~
1966 12, 18 | hebt de zaak veel te licht opgevat. Daarom is geduld passend.
1967 18, 96 | tussen de beide rotsen had opgevuld; toen zeide hij: "Blaast."
1968 78, 7 | En de bergen als palen opgezet? ~
1969 18, 90 | ontdekte dat zij over een volk opging voor hetwelk Wij geen beschutting
1970 18, 82 | en dan hun schat zouden opgraven als een genade van uw Heer,
1971 4, 119| en ik zal hen voorzeker ophitsen en zij zullen de oren van
1972 41, 36 | 36. En als een ophitsing van Satan u treft, zoek
1973 24, 43 | dan verzamelt en daarna ophoopt zodat gij regen uit hun
1974 28, 38 | een toren, opdat ik moge opklimmen naar de God van Mozes want
1975 6, 68 | nadat het in uw herinnering opkomt, met het onrechtvaardige
1976 33, 9 | toen er legers tegen u opkwamen en Wij tegen hen een wind
1977 50, 37 | heeft of die luistert en oplettend is. ~
1978 2, 180| nalaat, hij een testament opmake voor ouders en naaste familieleden,
1979 23, 46 | 46. Tot Pharao en zijn opperhoofden; zij toonden hoogmoed en
1980 6, 61 | 61. Hij is oppermachtig over Zijn dienaren en Hij
1981 6, 18 | 18. Hij is de Oppermachtige over Zijn dienaren en Hij
1982 50, 26 | een andere God naast Allah oprichtte, doet hem de strenge marteling
1983 3, 193| een prediker gehoord, die opriep tot het geloof: 'Gelooft
1984 20, 108| Op die Dag zullen zij de oproeper volgen, die recht op zijn
1985 101 | 101. De Dag van Oproering (Al-Qaariah) ~Geopenbaard
1986 21, 104| waarop Wij de hemelen zullen oprollen zoals een schrijver zijn
1987 21, 104| schrijver zijn geschriften oprolt. Gelijk Wij de schepping
1988 24, 53 | hen beveelt, zeker zullen oprukken. Zeg: "Zweert niet: (maar)
1989 4, 94 | wanneer gij voor Allah's zaak oprukt, onderzoekt dan en zegt
1990 57, 23 | Allah heeft geen pocher of opschepper lief ~
1991 4, 36 | Allah heeft de pochers en de opscheppers niet lief. ~
1992 68, 47 | onzienlijke, zodat zij het kunnen opschrijven? ~
1993 33, 60 | ziekte is en degenen die opschudding in de stad veroorzaken,
1994 3, 49 | wat gij in uw huizen zult opslaan. Voorzeker, daarin is voor
1995 4, 161| verboden en het onrechtvaardig opslokken van 's mensen rijkdommen,
1996 19, 69 | onder hen uitkiezen die het opstandigst waren tegen de Weldadige. ~
1997 102 | 102. Opstapelen (At-Takaasor) Geopenbaard
1998 18, 14 | versterkten hun hart toen zij opstonden en zeiden: "Onze Heer is
1999 75, 16 | deze (woorden) haastig (opte nemen!) ~
2000 60, 1 | Heer gelooft? Indien gij optreedt om voor Mijn zaak te strijden
2001 2, 127| Ismaël de muren van het Huis optrokken, biddende: "Heer, aanvaard
2002 37, 10 | Maar hij die steelsgewijze opvangt, hem achtervolgt een heldere
|