1945-beoog | beoor-geeer | geein-lamme | lampe-opvan | opvoe-tocht | toebe-volma | volst-zy
bold = Main text
Sura, Verse grey = Comment text
3003 6, 52 | aangezicht zoekend. Gij zijt volstrekt niet verantwoordelijk voor
3004 14, 18 | bezitten. Dit is inderdaad de volstrekte ondergang. ~
3005 6, 154| gaven Mozes het Boek, als voltooiing van de gunst aan hem die
3006 52, 7 | straf van uw Heer zal worden voltrokken. ~
3007 66, 6 | hetgeen Hij hun beveelt, en volvoeren wat hun wordt geboden. ~
3008 40, 67 | kind, dan bereikt gij de volwassenheid, daarna wordt gij oud. Sommigen
3009 50, 29 | 29. Het vonnis door Mij geveld kan niet
3010 4, 34 | 34. Mannen zijn voogden over de vrouwen omdat Allah
3011 7, 168| Wij beproefden hen door voor- en tegenspoed, opdat zij
3012 36, 67 | verstijven zodat zij noch vóór- noch achteruit konden. ~
3013 26, 34 | 34. Pharao zeide tot de vooraanstaanden om zich heen: "Dit is inderdaad
3014 3, 3 | vervullende, hetgeen er aan voorafgaat en Hij zond voordien de
3015 59, 10 | en onze broeders, die ons voorafgingen in het geloof, en laat geen
3016 49, 1 | die gelooft, weest niet voorbarig bij Allah en Zijn boodschapper,
3017 68, 18 | 18. En zij maakten geen voorbehoud. ~
3018 81, 14 | ziel weten wat zij heeft voorbereid. ~
3019 19, 84 | hen de juiste (vergelding) voorbereiden. ~
3020 9, 46 | zouden zij er zeker enige voorbereiding voor hebben gemaakt, maar
3021 59, 18 | hetgeen zij voor morgen voorbereidt. En vreest Allah, voorzeker
3022 40, 39 | dezer wereld is slechts een voorbijgaand genoegen; en het Hiernamaals
3023 76, 27 | ongelovigen houden van de voorbijgaande wereld en denken niet aan
3024 3, 137| zijn verschillende volkeren voorbijgegaan, reist daarom over de aarde
3025 20, 40 | 40. "Toen uw zuster voorbijkwam en zeide: 'Zal ik u iemand
3026 36, 40 | noch kan de nacht de dag voorbijstreven. Zij zweven elk in hun eigen
3027 56, 10 | 10. De voorbijstrevenden (in het geloof) zullen de
3028 8, 38 | u te vervolgen), hetgeen voorby is hen zal worden vergeven
3029 98, 1 | konden niet worden bevrijd, vóórdat een duidelijk bewijs tot
3030 45, 15 | goed doet, doet dat ten voordele van zijn eigen ziel: en
3031 39, 50 | 50. Ook hun voorgangers zeiden hetzelfde, toch baatte
3032 46, 11 | zouden zij ons daarin niet voorgegaan zijn. " En omdat zij de
3033 13, 6 | voorbeeldige straffen zijn voorgekomen. Voorwaar, uw Heer is vol
3034 18, 49 | En het Boek zal worden voorgelegd; dan zult gij de schuldigen
3035 33, 5 | hetgeen uw hart zich heeft voorgenomen. Allah is Vergevensgezind,
3036 20, 87 | weg, en dat heeft Saamiri voorgesteld." ~
3037 25, 5 | s morgens en 's avonds voorgezegd." ~
3038 59, 9 | hebben gehuisvest en(anderen) vóórgingen in het geloof, hebben diegenen
3039 36, 23 | Barmhartige kwaad met mij zou voorhebben, zou hun bemiddeling mij
3040 17, 45 | En wanneer gij de Koran voorleest, plaatsen Wij tussen u en
3041 46, 30 | wij hebben een Boek horen voorlezen, dat na Mozes nedergezonden
3042 48, 20 | nemen en Hij heeft u deze voorlopig gegeven en heeft de handen
3043 23, 81 | zeggen hetzelfde als de voormalige volkeren zeiden. ~
3044 20, 59 | het volk bijeenkomen in de voormiddag." ~
3045 24, 11 | en hij, die onder hen het voornaamste deel ervan op zich nam zal
3046 36, 82 | Voorwaar, wanneer Hij Zich iets voorneemt is Zijn gebod slechts: "
3047 8, 71 | 71. Maar als zij voornemens zijn u ontrouw te worden,
3048 17, 97 | aangezicht, blind, stom en doof voorover liggend. Hun verblijfplaats
3049 18, 18 | terwijl hun hond met zijn voorpoten uitgestrekt op de drempel
3050 20, 118| 118. "(Daarin is voorraad voor u) opdat gij er niet
3051 2, 228| billijk is, de mannen hebben voorrang boven haar, Allah is Machtig,
3052 8, 59 | niet denken dat zij een voorsprong hebben. Voorzeker, zij kunnen
3053 4, 135| gij die gelooft, weest voorstanders der rechtvaardigheid, getuigen
3054 20, 66 | hun koorden en staven zich voortbewogen. ~
3055 24, 11 | Waarlijk, zij die de lastering voortbrachten waren een grote groep uit
3056 2, 61 | linzen en uien - voor ons voortbrenge," zeide Hij: "Zoudt gij
3057 6, 95 | de doden voort en is de Voortbrenger van doden uit de levenden.
3058 24, 43 | gezien dat Allah de wolken voortdrijft, ze dan verzamelt en daarna
3059 31, 24 | hen tot een strenge straf voortdrijven. ~
3060 36, 18 | beschouwen u als een slecht voorteken; als gij niet ophoudt, zullen
3061 14, 43 | Met opgeheven hoofd zich voorthaastend, terwijl zij hun blik niet
3062 24, 43 | regen uit hun midden ziet voortkomen? En Hij zendt van de hemel
3063 78, 14 | de wolken regen neder die voortstroomt. ~
3064 15, 24 | kennen degenen die onder u vooruitgaan en Wij kennen degenen die
3065 82, 5 | ziel weten wat zij heeft vooruitgezonden en wat zij achterwege heeft
3066 9, 100| 100. En de vooruitstrevenden en de eersten der Migranten
3067 45, 10 | Zij hebben de hel in het vooruitzicht; hetgeen zij verwierven
3068 30, 46 | Hij de winden met blijde vooruitzichten zendt, opdat Hij u Zijn
3069 75, 13 | onderricht over hetgeen hij vooruitzond of achterliet. ~
3070 18, 57 | handen hebben verricht? Voorwaars Wij hebben sluiers over
3071 27, 10 | zeide) "O Mozes, vrees niet, voorwqwaar bij Mij vrezen de boodschappers
3072 8, 26 | sterkte met Zijn hulp en u voorzag van goede dingen, opdat
3073 10, 93 | uitstekend tehuis aan en Wij voorzagen hen van goede dingen en
3074 14, 37 | mensen gunstig voor hen en voorzie hen van vruchten opdat zij
3075 22, 58 | voorzeker Allah is de Beste der Voorzieners. ~
3076 9, 50 | Wij hadden inderdaad onze voorzorgen genomen." En zij wenden
3077 4, 71 | gij die gelooft, neemt uw voorzorgsmaatregelen, rukt dan op in afzonderlijke
3078 79, 3 | 3. En bij hen die snelle vorderingen maken. ~
3079 38, 46 | hen in het bijzonder - ter vormaning betreffende het laatste
3080 7, 11 | Wij schiepen u, daarna vormden Wij u; toen zeiden Wij tot
3081 59, 24 | de Schepper, de Maker, de Vormer. Hij heeft de schoonste
3082 3, 6 | Die u in de baarmoeder vormt zoals Hij wil; er is geen
3083 52, 25 | 25. En zij zullen zich vragend tot elkander wenden. ~
3084 33, 20 | willen zijn, nieuws over u vragende. En als zij onder u waren,
3085 4, 94 | tegen iemand die u met de vredesgroet begroet: "Gij zijt geen
3086 28, 19 | in het land en wilt geen vredestichter zijn." ~
3087 3, 154| zond Hij na de smart een vredige sluimer over u neder, die
3088 15, 62 | Voorwaar, gij zijt een groep vreemdelingen." ~
3089 19, 27 | O Maria, gij hebt iets vreemds gedaan." ~
3090 81, 24 | 24. En hij is geen vrek wat het onzienlijke aangaat.
3091 2, 114| de bedehuizen) slechts in vreze binnen te gaan. Er is schande
3092 5, 82 | Wij zijn Christenen" het vriendschappelijkst vinden jegens de gelovigen.
3093 38, 39 | Dit is Onze gave. Wees vrijgevig of spaarzaam, er zal daarover
3094 11, 64 | rust opdat zij zich (in vrijheid) op Allah's aarde moge voeden
3095 5, 89 | of hen te kleden, of het vrijmaken van een slaaf. Maar wie
3096 24, 33 | slaven die een acte van vrijmaking wensen, voorziet hen daarvan
3097 9, 90 | uitvluchten zoekend opdat hun vrijstelling mocht worden verleend. En
3098 56, 49 | 49. Zeg: "Ja, de vroegeren en de lateren ~
3099 80, 39 | 39. Lachend, vrolijk! ~
3100 42, 50 | Hij mengt ze, mannelijk en vrouwelijk en Hij maakt onvruchtbaar
3101 30, 9 | dezen, zij maakten het land vruchtbaar en bebouwden het, meer dan
3102 13, 3 | vormde. En Hij maakte er elke vruchtensoort in twee geslachten op. Hij
3103 8, 11 | daardoor mocht reinigen en het vuil van Satan van u mocht verwijderen
3104 22, 29 | 29. Laat hen dan hun vuilheid verwijderen en hun geloften
3105 7, 142| overeenkomst van dertig nachten en vulden ze met tien nachten aan.
3106 20, 10 | misschien zal ik u daarvan een vuurbrand kunnen brengen of door het
3107 3, 103| waart aan de rand van een vuurput en Hij redde u er van. Zo
3108 Voo | begrijpelijke vorm gekozen, d.w.z. wij hebben de woorden
3109 110 | profeet, salla Allah u alihi wa sallam, gereveleerd zijn
3110 26, 206| dan datgene zou overkomen, waaabmede zij werden bedreigd. ~
3111 38, 36 | die op zijn gebod zachtjes waaide waarheen hij wilde, ~
3112 14, 18 | zijn waarop de wind hevig waait op een stormachtige dag.
3113 21, 82 | Wij waren het die over hen waakten. ~
3114 7, 99 | s voornemen? En niemand waant zich veilig voor Allah's
3115 33, 35 | gehoorzame mannen en vrouwen, de waarachtige mannen en vrouwen, de standvastige
3116 24, 40 | bedekt door golf boven golf waarboven wolken zijn: duisternis
3117 39, 67 | 67. Zij waarderen Allah niet volgens Zijn
3118 76, 22 | uw loon, omdat uw streven waardevol was." ~
3119 5, 75 | En zijn moeder was een waarheidslievende vrouw. Zij plachten beiden
3120 2, 177| naar het Westen wendt, maar waarlijke deugd is in hem, die in
3121 7, 50 | water over ons uit of iets, waarmnee Allah u heeft voorzien."
3122 12, 9 | uitsluitend voor u moge zijn, waarna gij een rechtvaardig volk
3123 53, 15 | 15. Waarnaast de Tuin van Verblijf is. ~
3124 6, 93 | nedergezonden?" O, kondet gij het waarnemen, wanneer de onrechtvaardigen
3125 46, 21 | zijn volk in de zandheuvels waarschuwde - en er zijn waarschuwers
3126 33, 53 | een maaltijd, doch niet wachtend tot deze gereed is. Wanneer
3127 2, 235| voordat de voorgeschreven wachttijd ten einde is. En weet, dat
3128 29, 65 | wanneer Hij hen veilig aan wal brengt, zie, zij schrijven
3129 23, 77 | openen, dan zullen zij tot wanhoop vervallen. ~
3130 27, 62 | 62. Hij Die de wanhopige verhoort als deze Hem aanroept,
3131 76, 13 | het noch te koud noch te warm hebben. ~
3132 16, 5 | Hij geschapen, waarvan gij warmte en nut hebt terwijl gij
3133 5, 103| heeft geen Bahira, Saiba, Wasila of Haam verordend, maar
3134 38, 42 | koel water om u er mee te wassen en ook om te drinken." ~
3135 77, 27 | geplaatst en u zoet (zuiver) watergegeven om te drinken. ~
3136 12, 19 | karavaan langs en deze zond een waterputter, die zijn emmer nederliet. "
3137 34, 13 | paleizen en standbeelden, en waterreservoirs en grote pannen: "Betoon,
3138 37, 27 | anderen wenden, elkander wederkerig ondervragend. ~
3139 33, 20 | als de bondgenoten zouden wederkomen, zouden zij gaarne onder
3140 70, 21 | 21. Maar als hem goed wedervaart, is hij inhalig, ~
3141 7, 95 | zeiden: "Lijden en geluk wedervoeren onze vaderen ook." Dan grepen
3142 42, 38 | van handelen een zaak van wederzijds overleg is en voor degenen
3143 2, 233| het kind te spenen door wederzijdse overeenkomst en overleg,
3144 57, 20 | pochelij onder elkander, wedijver in vermeerdering van rijkdom
3145 12, 17 | onze vader, wij hielden een wedloop en lieten Jozef met onze
3146 21, 47 | 47. En Wij zullen weegschalen der gerechtigheid instellen
3147 10, 24 | hierdoor het gewas van de aarde weelderig, waarvan mensen en vee eten,
3148 78, 16 | 16. En weelderige tuinen? ~
3149 44, 29 | 29. De hemel en de aarde weenden niet om hen noch werd hun
3150 14, 35 | stad (oord van) vrede en weerhoud mij en mijn kinderen van
3151 19, 44 | Satan niet want Satan is weerspannig tegen de Barmhartige;" ~
3152 41, 34 | zijn niet gelijk. Daarom weerstaat (het kwade) door hetgeen
3153 11, 80 | had ik slechts de macht u weerstand te kunnen bieden of tot
3154 35, 39 | ongelovigen doet hen slechts in weerzinwekkendheid toenemen in de ogen van
3155 18, 82 | deze behoorde aan twee weesjongens in de stad en daaronder
3156 4, 127| Koran) is verkondigd over de weesmeisjes, aan wie gij het haar toegekende
3157 22, 31 | wegrukken of de wind hem wegblaast naar een afgelegen plaats. ~
3158 33, 4 | Hij uw vrouwen van wie gij wegblijft door haar moeder te noemen,
3159 60, 11 | diegenen, wier vrouwen zijn weggegaan hetzelfde als z. aan hun
3160 4, 39 | zouden geloven en hadden weggegeven van hetgeen Allah hen heeft
3161 12, 85 | praten, totdat gij zijt weggekwijnd of totdat gij te gronde
3162 6, 38 | hebben niets uit het Boek weggelaten. Dan zullen zij tot hun
3163 29, 67 | om hen heen mensen worden weggerukt? Geloven zij dan aan een
3164 28, 57 | wij van ons land worden weggevoerd." Hebben Wij voor hen geen
3165 6, 122| verblijft waaruit hij niet kan wegkomen? Zo werd voor de ongelovigen
3166 35, 8 | wil. Laat uw ziel dus niet wegkwijnen uit verdriet over hen. Voorzeker,
3167 70, 17 | opeisen, die zich afwendt en wegloopt ~
3168 63, 7 | van Allah zijn zodat deze weglopen"- terwijl aan Allah de schatten
3169 43, 50 | toen Wij de straf van hen wegnamen, ziet, zij braken hun woord. ~
3170 27, 62 | Hem aanroept, en het kwade wegneemt en u opvolgers op aarde
3171 22, 31 | hoogte valt en de vogels hem wegrukken of de wind hem wegblaast
3172 24, 63 | Allah kent degenen uwer die wegsluipen en zich verbergen. Laat
3173 54, 20 | 20. Die mensen wegtrok als waren zij de stammen
3174 3, 121| morgen van uw huisgezin wegtrokt om de gelovigen hun plaatsen
3175 3, 153| 153. Toen gij wegvluchttet en naar niemand omzaagt,
3176 67, 30 | uw water diep in de aarde wegzakt, wie zal u dan helder stromend
3177 79, 31 | Daaruit bracht Hij water en weide voort. ~
3178 20, 54 | Zeggende): "eet hiervan en weidt uw vee." Voorwaar, hierin
3179 47, 35 | 35. Weifelt daarom niet noch roept om
3180 9, 8 | mond terwijl hun hart dit weigert en de meesten hunner overtreden. ~
3181 18, 70 | 70. Hij zeide: "Welaan dan, indien gij mij wenst
3182 21, 32 | de hemel gemaakt tot een welbeschermd dak; niettemin wenden zij
3183 52, 24 | knapen rondgaan alsof zij welbewaakte paarlen zijn. ~
3184 2, 126| aan hem, die niet gelooft weldaden schenken, daarna zal Ik
3185 34, 39 | dienaren. En wat gij ook (weldadig) besteedt, Hij zal het teruggeven
3186 2, 276| schaft de rente af en doet de weldadigheid toenemen. En Allah heeft
3187 11, 78 | gasten. Is er onder u geen weldenkend man?" ~
3188 2, 3 | het gebed houden en die weldoen met hetgeen Wij hun hebben
3189 7, 190| 190. Maar als Hij hun een welgeschapen kind geeft, schrijven zij
3190 48, 18 | Allah had aan de gelovigen welgevallen, toen zij u onder de boom
3191 17, 1 | Moskee naar de Verre Moskee welker omgeving Wij hebben gezegend,
3192 26, 3 | 3. Wellicht zult gij ten dode toe treuren
3193 27, 55 | 55. Nadert gij wellustig de mannen in plaats van
3194 92, 7 | zullen zijn weg effenen tot welslagen. ~
3195 26, 13 | zich en mijn tong is niet welsprekend; zend daarom (bericht) aan
3196 43, 29 | totdat de Waarheid en een welsprekende boodschapper, die alles
3197 88, 9 | 9. Weltevreden met hun streven. ~
3198 43, 29 | dezen en hun vaderen in welvaart leven totdat de Waarheid
3199 20, 44 | Doch spreekt tot hem op welwillende wijze, opdat hij er lering
3200 26, 227| zullen weldra weten welke wending hun zaken zullen nemen. ~~
3201 7, 45 | weerhielden, het oneffen wensende, en die het Hiernamaals
3202 8, 7 | dat zij de uwe zou zijn, wenstet gij, dat de partij zonder
3203 33, 66 | gezicht zich in het Vuur zal wentelen zullen zij zeggen: "O, hadden
3204 3, 195| zal het werk van iedere werker onder u, hetzij man of vrouw,
3205 25, 64 | voor hun Heer ter aarde werpende en voor Hem staande. ~
3206 2, 266| hem (de tuin) een vurige wervelwind treft en hem verschroeit?
3207 5, 44 | Joden en de Rabbijnen en de wetgeleerden, omdat hun de bewaking van
3208 16, 114| 114. Eet daarom van de wettige goede dingen waarvan Allah
3209 3, 101| boodschapper onder u aan wezig is? En hij, die zich aan
3210 19, 29 | Hoe kunnen wij tot een wiegekind spreken?" ~
3211 21, 31 | beven; en Wij hebben er wijde wegen gemaakt, opdat zij
3212 4, 66 | Wij hun hadden geboden: "Wijdt u ten dode" of: "verlaat
3213 4, 121| zullen voor het Vuur geen wijkplaats vinden. ~
3214 78, 32 | 32. Beschutte tuinen en wijnbergen. ~
3215 17, 91 | hebt met dadelpalmen en wijnranken en in het midden daarvan
3216 40, 29 | komt?" Pharao zeide: "Ik wijs u alleen dat aan wat ik
3217 18, 12 | welke der twee partijen wijzer was, naar de tijd dat zij
3218 56, 73 | voor de reizigers in de wildernissen. ~
3219 58, 12 | boodschapper (in het bijzonder) wiltraadplegen, geeft dan een liefdegift
3220 106, 2 | bescherming op hun zomer- en winterreis. ~
3221 2, 286| hebben (het te dragen), wis onze fouten uit en schenk
3222 24, 44 | 44. Allah wisselt dag en nacht af. Daarin
3223 2, 187| totdat bij de dageraad de witte draad zich onderscheidt
3224 71, 23 | goden nooit. Verlaat noch Wodd, noch Sowa, noch Jaghoes
3225 54, 19 | 19. Wij zonden een woedende wind tegen hen, op een kwade,
3226 2, 275| 275. Degenen, die woekerwinst maken, verrijzen zoals iemand,
3227 72, 1 | Waarlijk, wij hebben een wonderbaarlijke verkondiging gehoord! ~
3228 11, 72 | is? Dit is inderdaad iets wonderbaarlijks." ~
3229 56, 35 | Wij hebben dezen tot een wonderligke schepping gemaakt, ~
3230 74, 40 | 40. In tuinen (wonende) vragen zij: ~
3231 37, 137| hen (de plaats waar dezen woonden) zeker 's morgens voorbij ~
3232 7, 44 | zeggen: "Ja." Dan zal er een woordvoerder onder hen verkondigen: "
3233 34, 14 | zijn dood beseffen, dan een worm der aarde die zijn staf (
3234 38, 13 | het volk van Lot, e: en de woudbewoners; dezen waren bond genoten. ~
3235 7, 126| 126. En gij neemt alleen wraak op ons omdat wij in de tekenen
3236 23, 41 | rukwind en Wij maakten hen als wrakhout. Vervloekt zij het onrechtvaardige
3237 85, 8 | 8. En zij wreekten zich slechts op hen omdat
3238 18, 42 | hij begon zijn handen te wringen wegens hetgeen hij aan de
3239 2, 107| geen beschermer of helper Xoor u. ~
3240 2, 110| het gebed en betaalt de Za'kaat; het goede dat gij
3241 48, 29 | het Evangelie is als het zaad van koren, dat zijn scheut
3242 9, 47 | gehaast, tweedracht tussen u zaaiende. En er zijn er onder u die
3243 48, 29 | te staan, tot vreugde der zaaiers en woede der ongelovigen.
3244 56, 63 | Hebt gij gezien wat gij zaait? ~
3245 2, 282| dicteren, laat dan zijn zaakwaarnemer eerlijk dicteren. En roept
3246 17, 55 | en aan David hebben Wij Zaboer (de Psalmen) geschonken. ~
3247 38, 36 | aan hem, die op zijn gebod zachtjes waaide waarheen hij wilde, ~
3248 18, 81 | zou schenken dat reiner en zachtmoediger zou zijn (dan hij)." ~
3249 12, 62 | dienaren: "Stopt hun geld in de zadeltassen, dat zij het mogen herkennen,
3250 33, 37 | gij Hem zoudt vrezen. Toen Zaid van haar scheidde, verenigden
3251 17, 29 | houd uw hand niet op uw zak, noch open haar al te wijd,
3252 3, 127| zodat zij onverrichter zake zouden teruggaan. ~
3253 11, 44 | En het water werd tot zakken gebracht en het gebod was
3254 43, 85 | 85. En zalig is Hij, Wie het Koninkrijk
3255 12, 83 | dat Allah hen allen te zamen tot mij zal brengen; waarlijk
3256 73, 14 | de bergen in een hoop mul zand zullen veranderen. ~
3257 46, 21 | toen hij zijn volk in de zandheuvels waarschuwde - en er zijn
3258 46 | 46. Bochtige Zandpaden (Al-Ahqaaf) ~Geopenbaard
3259 85, 6 | 6. Ziet! Zij zaten er bij, ~
3260 68, 4 | gij staat zeker op hoog zedelijk peil. ~
3261 55, 56 | zullen kuise meisjes zijn met zedige blik, door mens noch djinn
3262 7, 101| voorheen reeds loochenden. Zo zegelt Allah het hart der ongelovigen. ~
3263 24, 61 | van uw Heer, die vol van zegen en reinheid is. Zo maakt
3264 33, 43 | 43. Hij is het Die u zegent en ook Zijn engelen doen
3265 20, 64 | voorwaar hij die op deze dag zegeviert, zal zeker slagen." ~
3266 2, 159| nedergezonden, verbergen, nadat Wij zein het Boek aan de mensen duidelijk
3267 2, 282| het maakt het getuigenis zekerder en weerhoudt u van twijfel.
3268 49, 12 | broeder? Gij verafschuwt het zekerlijk. Vreest Allah voorzeker,
3269 73, 6 | des nachts opstaan is de zekerste weg en geeft het Woord krachtige
3270 64, 6 | zich af, Allah toonde Zijn zelfgenoegzaamheid, want AIlah is Zichzelf-genoeg,
3271 4, 29 | overeenkomst. En pleeg geen zelfmoord. Voorzeker, Allah is u Genadevol. ~
3272 28, 83 | degenen die op aarde geen zelfverheffing wensen, noch wanorde stichten,
3273 42, 14 | tot hen was gekomen, door zelfzuchtige afgunst onder elkander.
3274 6, 26 | anderen) en blijven er zelt verre van. En zij deren
3275 16, 37 | degenen niet leidt, die (zich zelve) doen dwalen. Voor dezulken
3276 56, 69 | nederzendt, of zijn Wij de Zender? ~
3277 58, 4 | dat niet doen kan, moet zestig arme mensen voeden. Dit
3278 8, 48 | twee legers elkander in het zicht kwamen, wendde hij zich
3279 67, 7 | zij haar van woede horen zieden. ~
3280 44, 46 | 46. Gelijk het koken van ziedend water. ~
3281 4, 140| samen zult zijn, dan dat zij zieh met een ander onderwerp
3282 2, 25 | geschonken, zullen zij zeggen: "Ziehier, hetgeen ons reeds voorheen
3283 48, 17 | op de lamme, noch op de zieke. En wie Allah en Zijn boodschapper
3284 38, 34 | zijn troon zetten Wij een zielloos lichaam. En hij (Salomo)
3285 40, 58 | 58. De blinden en de zienden zijn niet gelijk; noch zijn
3286 8, 6 | bekend gemaakt alsof zij zienderogen tot de dood werden gedreven. ~
3287 7, 70 | bedreigt, als gij oprecht zigt." ~
3288 24, 47 | 47. En zii zeggen: "Wij geloven in
3289 51, 1 | getuigen) degenen die wijd en zijd verspreiden, ~
3290 9, 120| leven in plaats van het zijne zouden verkiezen. Dit is
3291 21, 81 | onderdanig. Deze blies om zijnentwille in de richting van het land
3292 3, 13 | ogen dubbel zo talrijk als zijzelf. En Allah versterkt met
3293 12, 20 | geringe prijs, een paar zilverstukken, want zij waren onverschillig
3294 Voo | te zijn aan Mevr. Nasirah Zimmermann, Mevr. K. Sparenburg, Dr
3295 18, 41 | er van in de grond doen zinken, waardoor gij niet in staat
3296 9, 46 | werd gezegd: "Zit met de zittenden." ~
3297 62, 11 | 11. Maar indien zji koopwaar of enig vermaak
3298 85 | 85. De Tekens van de Zodiak (Al-Boroej) ~Geopenbaard
3299 41, 10 | dagen, gelijkelijk voor de zoekenden. ~
3300 22, 73 | terugnemen. Zwak is zowel de zoeker als de gezochte. ~
3301 12, 7 | Voorzeker, er zijn voor de zoekers (naar waarheid) tekenen
3302 22, 2 | 2. De Dag waarop elke zogende vrouw haar zuigeling zal
3303 21, 85 | En Ismaël en Idries en Zol-Kifl; allen behoorden tot de
3304 38, 48 | gedenk Ismaël, Eliza en Zolkifl; zij behoren allen tot de
3305 7, 173| 173. Of gij zolldt zeggen: "Het waren alleen
3306 106, 2 | Ter bescherming op hun zomer- en winterreis. ~
3307 5, 106| zouden in dat geval tot de zondaars behoren." ~
3308 18, 11 | 11. Derhalve zonderden Wij hen in de Spelonk af
3309 50, 2 | ongelovigen zeggen: "Dit is een zonderling iets! ~
3310 30, 47 | straften Wij degenen die zondigden. En het was Onze plicht
3311 28, 47 | zeggen: "Onze Heer, waarom zondt Gij ons geen boodschapper,
3312 29, 14 | op vijftig jaar na. En de zondvloed achterhaalde hen terwijl
3313 21, 87 | 87. En Zonnoen (Jonas) toen hij in toorn
3314 50, 39 | lof die Hem toekomt, vóór zonsop- en ondergang. ~
3315 28, 7 | aan de moeder van Mozes: "Zoog hem; en indien gij voor
3316 2, 233| dit is voor hen, die de zoogtijd wensen te voltooien. En
3317 4, 23 | dochters en uw minnen en uw zoogzusters en de moeders uwer vrouwen
3318 30, 7 | wereldse leven, en zij zijn zorgeloos over het Hiernamaals. ~
3319 6, 28 | zouden worden teruggezonden zoudden zij gewis tot hetgeen hen
3320 33, 14 | terstond hebben gedaan en zij zoudlen slechts weinig hebben getalmd. ~
3321 32, 26 | door het feit) dat Wij zovele geslachten vóór hen hebben
3322 11, 88 | verbied. Ik wil alleen, voor zover ik kan, een verbetering
3323 33, 19 | hun scherpe tong door hun zucht naar rijkdommen. Zulken
3324 11, 106| Vuur zijn waarin zij zullen zuchten en steunen; ~
3325 22, 2 | elke zogende vrouw haar zuigeling zal vergeten en elke zwangere
3326 22, 5 | blijven, dan brengen Wij u als zuigelingen voort, dan (doen Wij u opgroeien)
3327 104, 9 | In uitgestrekte rijen van zuilen. ~~
3328 33, 69 | Mozes ergerden! Allah echter zuiverde hem van hetgeen zij zeiden.
3329 112 | 112. Zuiverheid van Geloof (Al-Ichlaas) ~
3330 7, 38 | binnengaat zal het zijn zustervolk vervloeken, totdat, wanneer
3331 35, 18 | ander dragen en indien een zwaarbelaste (een ander) roept tot (verlichting
3332 42, 37 | 37. Voor degenen die de zwaarste zonden en gruweldaden vermijden
3333 4, 9 | die, indien zij hun eigen zwakke nageslacht mochten achterlaten,
3334 29, 41 | zich een huis maakt: en het zwakste der huizen is zeker het
3335 12, 94 | zelfs al ziet gij mij voor zwakzinnig aan." ~
3336 22, 2 | zuigeling zal vergeten en elke zwangere vrouw zich zal ontdoen van
3337 65, 4 | de wachtperiode voor de zwangeren duurt tot zij verlost zijn.
3338 39, 60 | over Allah leugens uitten zwart zien. Is er in de hel geen
3339 10, 26 | goede zijn en nog meer. Zwartheid noch schande zal hun gezicht
3340 13, 17 | afmeting vloeien en de vloed zwellend schuim draagt. En van hetgeen
3341 22, 5 | nederdalen, beweegt zij zich, zwelt op en brengt iedere mooie
3342 4, 62 | hetgeen zij verdienden, zij zwerend tot u komen: "Bij Allah,
3343 105, 3 | 3. Zond Hij geen zwermen vogels op hen neer? ~
3344 33, 20 | zouden zij gaarne onder de zwervende Arabieren in de woestijn
3345 36, 40 | dag voorbijstreven. Zij zweven elk in hun eigen baan. ~
3346 14, 9 | hen, maar zij deden hen zwijgen en zeiden: "Wij geloven
3347 7, 193| gelijk of gij hen roept of zwijgt. ~
3348 5, 60 | uitgestort en van wie Hij apen, zwijnen en duivelsdienaren heeft
3349 88, 3 | 3. Zwoegend, zich afmattende, ~
3350 7, 21 | 21. En hij zwoer tot hen: "Ik ben voor u
3351 18, 61 | vergaten zij hun vis en deze zwom snel weg in de zee. ~
3352 Voo | zeer verplicht zijn wanneer zy ons op de hoogte willen
|