51 - 93
51. Ziet dan hoe het einde van hun plan was; Wij
vernietigden hen en hun volk, allen tezamen.
52. En dit zijn hun ingestorte huizen omdat zij
onrechtvaardig waren. Daarin is voorwaar een teken voor een volk, dat begrijpt.
53. En Wij redden hen die geloofden en godvrezend
waren.
54. En Lot, toen hij tot zijn volk zeide:
"Begaat gij onzedelijkheid tegen beter weten in?
55. Nadert gij wellustig de mannen in plaats van de
vrouwen? Neen, gij zijt een onwetend volk."
56. Maar het antwoord van zijn volk was niets anders
dan dat zij zeiden: "Verdrijft Lot's familie uit uw stad want zij zijn
mensen, die zich rein willen houden."
57. Daarom redden Wij hem en zijn familie behalve
zijn vrouw; Wij deden haar tot de achterblijvenden behoren.
58. En Wij deden een regen over hen komen, en
vreselijk was de regen voor de gewaarschuwden.
59. Zeg: "Alle lof behoort aan Allah en vrede
zij met Zijn uitverkoren dienaren. Is Allah beter of wat zij met Hem
vereenzelvigen?
60. Hij Die de hemelen en de aarde schiep en water
uit de hemelen nederzendt waarmee Hij prachtige tuinen doet groeien? Gij zoudt
hun bomen niet kunnen doen groeien. Is er een God naast Allah? Neen, zij zijn
een volk dat het spoor bijster is.
61. Hij Die de aarde tot een rustplaats maakte, er
rivieren in plaatste en er hechte bergen op zette en een dam tussen de beide
zeeën? Is er een God naast Allah? Neen, de meesten hunner (willen) het niet
weten.
62. Hij Die de wanhopige verhoort als deze Hem
aanroept, en het kwade wegneemt en u opvolgers op aarde maakt? Is er een God
naast Allah? Hoe weinig lering trekt gij er uit!
63. Hij, Die u leidt in het duister van het land en
van de zee, en Die u winden zendt als boodschappers van blijde tijdingen
(regen) door Zijn barmhartigheid? Is er een God naast Allah? Verheven is Allah
boven hetgeen zij met Hem vereenzelvigen.
64. Hij Die de schepping voortbrengt en dat dan
herhaalt, en u (voedsel) voorziet uit de hemel en de aarde? Is er een God naast
Allah?" Zeg: "Geeft uw bewijs hiervoor als gij waarachtig zijt."
65. Zeg: "Niemand in de hemelen en op aarde
kent het onzienlijke, behalve Allah; en zij weten niet wanneer zij zullen
worden opgewekt.
66. Neen, hun kennis heeft geheel gefaald betreffende
het Hiernamaals, neen, zij twijfelen er aan, neen, zij zijn er blind
voor."
67. En de ongelovigen zeggen: "Zullen wij
wanneer wij en onze vaderen tot stof zijn geworden inderdaad worden opgewekt?
68. Er was ons voorheen reeds mede gedreigd, - ons
en onze voorvaderen; dit zijn niets dan fabelen der ouden!"
69. Zeg tot hen: "Reist op aarde en ziet hoe
het einde der zondaren was."
70. En treur niet om hen, noch wees bezorgd voor hun
samenzwering.
71. En zij zullen zeggen: "Wanneer zal deze
bedreiging worden vervuld als gij de waarheid spreekt?"
72. Zeg: "Het kan zijn, dat een gedeelte van de
straf die gij wildet verhaasten, reeds dicht bij u is gekomen."
73. En waarlijk, uw Heer is goedertieren voor de
mensen maar de meesten hunner zijn ondankbaar.
74. En zeker uw Heer weet alles wat hun hart
verbergt en wat het openbaart.
75. En er is niets in de hemelen of op aarde
verborgen, of het staat in een duidelijk boek opgeschreven.
76. Waarlijk deze Koran legt aan de kinderen van
Israël veel uit van hetgeen waaromtrent zij verschillen.
77. En voorwaar, het is richtsnoer en barmhartigheid
voor de gelovigen.
78. En voorwaar uw Heer zal over hen beslissen door
Zijn gebod en Hij is de Almachtige, de Alwetende.
79. Stel dan uw vertrouwen in Allah; voorzeker gij
bezit de duidelijke Waarheid.
80. Waarlijk, gij kunt de doden, noch de doven de
oproep doen horen als Zij zich verwijderen.
81. Noch kunt gij de blindeen van hun dwaling
afleiden. Gij kunt alleen hen doen horen die in Onze tekenen willen geloven en
zich onderwerpen.
82. En wanneer het Woord voor hun bewaarheid wordt,
zullen Wij een dier uit de aarde te voorschijn brengen dat hen zal verwonden,
omdat de mensen niet in Onze tekenen geloven.
83. En op de Dag waarop Wij van elk volk degenen
zullen verzamelen die Onze tekenen loochenden, zullen zij in groepen worden
bijeengehouden,
84. Wanneer zij komen, zal Hij zeggen: "Hebt
gij Onze tekenen geloochend voordat gij deze trachttet te begrijpen of wat
deedt gij?"
85. En het oordeel zal op hen vallen wegens hun
ongerechtigheid en zij zullen niet kunnen spreken.
86. Hebben zij niet gezien dat Wij de nacht hebben
ingesteld opdat zij er in mogen rusten, en de dag om licht te geven. Daarin
zijn voorwaar tekenen voor een volk dat gelooft.
87. En de Dag, waarop de bazuin zal worden geblazen,
zullen zij (allen) die in de hemelen en ook zij die op aarde zijn, schrikken,
behalve degenen die Allah wil (sparen). En allen zullen nederig tot Hem komen.
88. En gij ziet de bergen en gij denkt ze
onbewegelijk terwijl zij als de wolken voorbijgaan. Dit is Allah's werk Die
alles volmaakt heeft geschapen. Voorwaar, Hij is goed op de hoogte van hetgeen
gij doet.
89. Wie een goede daad doet, zal een betere beloning
hebben dan deze en zij zullen op die Dag veilig zijn voor schrik.
90. Maar zij die een slechte daad begaan, zullen op
hun aangezicht in het Vuur worden nedergeworpen. "Gij wordt slechts
beloond voor hetgeen gij hebt gedaan."
91. Zeg: "Het is mij geboden alleen de Heer
dezer stad die Hij heilig heeft verklaard te aanbidden, en aan Hem behoren alle
dingen, en het is mij geboden tot de Moslims te behoren
92. En de Koran te verkondigen.'' Wie daarom leiding
volgt, volgt haar ten eigen bate. En zeg tegen hem die dwaalt: "Ik ben
slechts een waarschuwer."
93. En zeg: "Alle eer behoort aan Allah, Hij
zal u Zijn tekenen tonen en gij zult ze kennen." En uw Heer is niet
onachtzaam omtrent hetgeen gij doet.
|