Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library

Koran

IntraText CT - Text

  • 43. Gouden Juwelen (Az-Zochrof)
    • 51 - 89
Previous - Next

Click here to show the links to concordance

51 - 89

51. En Pharao riep tot zijn volk: "O, mijn volk! Behoort het koninkrijk van Egypte niet aan mij toe? En stromen deze rivieren niet op mijn bevel? Kunt, gij dat niet inzien?

52. Of ben ik niet beter dan deze onaanzienlijke man die zich nauwelijks kan uitdrukken?

53. Waarom zijn hem dan geen armbanden van goud geschonken of komen engelen niet in processie met hem?"

54. Zo maakte hij zijn volk tot dwazen en zij gehoorzaamden hem. Zij waren inderdaad een overtredend volk.

55. Toen zij Ons vertoornden, straften Wij hen en verdronken hen allen.

56. Wij deden hen vergaan en maakten dit tot een voorbeeld voor de komende (geslachten).

57. En wanneer de zoon van Maria als voorbeeld wordt genoemd, ziet, uw volk rijst op en keerde zich of in ofschuw.

58. En zij roepen: "Zijn onze goden beter of is hij beter?" Zij zeggen dit tot u alleen om te twisten. Waarlijk zij zijn een twistziek volk.

59. Hij (Jezus) is niets dan een dienaar wie Wij Onze gunst schonken en Wij stelden hem tot voorbeeld voor de kinderen van Israël.

60. En indien Wij het wilden, konden Wij engelen uit uw midden tot opvolgers op aarde maken.

61. Maar dit is een teken van het Uur. Twijfelt er daarom niet aan, maar volgt Mij. Dit is het rechte pad.

62. En laat Satan u niet verleiden. Voorzeker, hij is voor u een openlijke vijand.

63. Toen Jezus met duidelijke bewijzen kwam, zeide hij: "Waarlijk ik ben met wijsheid tot u gekomen opdat ik u iets van hetgeen waarover gij onderling verschilt duidelijk moge maken. Vreest daarom Allah en gehoorzaamt mij.

64. Voorwaar, Allah is mijn Heer en uw Heer. Dient Hem daarom. Dit is het rechte pad."

65. Maar vele groepen uit hun midden werden onenig. Wee de onrechtvaardigen wegens de straf van een smartelijke Dag!

66. Zij wachten slechts tot het Uur plotseling over hen komt, terwijl zij het niet voorzien.

67. Vrienden zullen op die Dag elkanders vijanden zijn. Doch de godvruchtigen:

68. "O Mijn dienaren, geen vrees zal op deze Dag over u komen noch zult gij treuren.

69. Die in Onze tekenen geloofdet en onderdanig waart,

70. Gaat het paradijs binnen, gji en uw echtgenoten, gelukkig zijnde.

71. Er zullen gouden schalen en bekers worden rondgereikt en er zal daarin alles zijn wat de zielen zich wensen en waar de ogen van genieten. En gij zult daarin vertoeven.

72. Dit is de Tuin, die u is gegeven (als beloning) voor hetgeen gij deedt.

73. Er is daarin een overvloed van fruit voor u waarvan gij kunt eten."

74. De schuldigen zullen gewis de kastijding der hel blijven ondergaan.

75. En deze zal voor hen niet verlicht worden en zij zullen daarin vertwijfelen.

76. Wij deden hun geen onrecht, doch zij waren tet die zichzelf onrecht plachten te doen.

77. En zij zullen schreeuwen: "O, Malik, laat uw Heer een einde aan ons maken." Deze zal antwoorden: "Gij moet blijven."

78. Wij brachten u zeker de Waarheid maar de meesten uwer waren er afkerig van.

79. Hebben zij een richting bepaald? Dan doen Wij dat ook.

80. Denken zij dat Wij hun heimelijk overleg en hun beraadslaging niet horen? Ja zeker! Onze boodschappers bij hen schrijven alles op.

81. Indien de Barmhartige een zoon had, dan zou ik de eerste der aanbidders zijn.

82. Verheven is de Heer der hemelen en der aarde, de Heer van de Troon, boven al hetgeen zij vertellen.

83. Laat hen praten en zich vermaken totdat de Dag komt die hun is beloofd.

84. En Hij is God in de hemel en op aarde en Hij is de Alwijze, de Alwetende,

85. En zalig is Hij, Wie het Koninkrijk der hemelen en der aarde en alles, wat er tussen is, toebehoort, en bij Hem is de kennis van het Uur, en tot Hem zult gij worden teruggebracht.

86. En degenen die zij naast Allah aanroepen bezitten geen macht tot bemiddeling, behalve hij, die de Waarheid getuigt; en dat weten zij.

87. En indien gji hun vraagt: "Wie schiep hen?", zullen zij zeker zeggen: "Allah". Waarheen worden zij dan afgewend?

88. En zijn (des Profeten) gezegde: "O, mijn Heer, dit is een volk dat niet gelooft."

89. Wend u dan van hen af en zeg: "Vrede": en weldra zullen zij (hun dwaijling) te weten komen.

 




Previous - Next

Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License