151 - 165
151. Zeg: "Komt, ik zal u verkondigen, wat uw
Heer heeft verboden;" n.l. dat gij iets met Hem vereenzelvigt en dat gij
uw ouders niet goed behandelt en dat gij uw kinderen uit armoede doodt. - Wij
zijn het, Die voor u en voor hen zorgen - en dat gij onbetamelijke daden hetzij
openlijk of in het geheim begaat en dat gij een ziel ten onrechte doodt die
Allah heilig heeft verklaard. Dit is, hetgeen Hij u heeft bevolen, opdat gij
moogt begrijpen.
152. Beheert het eigendom van de wees, voordat hij
volwassen is, niet anders dan op de beste wijze. En geeft de volle maat en het
volle gewicht met rechtvaardigheid. Wij belasten geen ziel boven haar vermogen.
En leeft, wanneer gij spreekt, rechtvaardigheid na, zelfs wanneer het een
bloedverwant betreft en vervult het verbond van Allah. Dit is, hetgeen Hij u
vermaant, opdat gij er lering uit moogt trekken.
153. En dit is het rechte pad dat tot Mij leidt.
Volgt het daarom en volgt geen andere wegen opdat zij u niet van Mijn weg
afleiden. Hiertoe vermaant Hij u, opdat gij vroom moogt zijn.
154. En Wij gaven Mozes het Boek, als voltooiing van
de gunst aan hem die goed wilde doen en een uitleg van alle dingen en een
leidraad en een barmhartigheid, opdat zij in de ontmoeting van hun Heer mochten
geloven.
155. En dit is een Boek dat Wij hebben
nedergezonden, vol van zegeningen. Volgt het daarom en hoedt u, opdat u
barmhartigheid mag worden betoond.
156. Opdat gij niet zoudt zeggen: "Het Boek was
alleen geopenbaard voor twee volkeren die vóór ons leefden, en wij waren
inderdaad met de inhoud er van onbekend."
157. Of ingeval gij zoudt zeggen: "Voorzeker, als
ons het Boek was nedergezonden, zouden wij beter zijn geleid dan zij." Er
is nu een duidelijk bewijs, leiding en barmhartigheid van uw Heer tot u
gekomen. Wie is onrechtvaardiger dan hij die de tekenen van Allah verwerpt en
er zich van afkeert? Wij zullen degenen, die zich van Onze tekenen afwenden met
een vreselijke straf vergelden omdat zij zich hebben afgewend.
158. Verwachten zij niets anders dan dat engelen tot
hen zouden komen, of dat hun Heer zou verschijnen of dat enige der tekenen van
uw Heer zouden plaatshebben? Op de dag, wanneer enige der tekenen van uw Heer
zullen verschijnen, zal het geloven geen ziel baten die voorheen niet geloofde
noch iets goeds door haar geloof verdiende. Zeg: "Wacht, Wij wachten
ook."
159. Degenen, die scheiding in hun godsdienst maken
en zich in secten verdelen - gij hebt met hen niets uitstaande. Hun zaak rust
in Allah's handen dan zal Hij hen bekend maken met hetgeen zij deden.
160. Wie een goede daad verricht zal tienmaal zoveel
ontvangen, maar wie een slechte daad verricht zal alleen een daaraan gelijke
vergelding ontvangen; hun zal geen onrecht worden aangedaan.
161. Zeg: "Wat mij betreft, mijn Heer heeft mij
op het rechte pad geleid - een goed geloof, de godsdienst van Abraham, de
oprechte. En hij behoorde niet tot de afgodendienaren."
162. Zeg: "Mijn gebed en mijn offer, mijn leven
en mijn dood zijn gewijd aan Allah, de Heer der Werelden."
163. "Hij heeft geen gelijken. Zo is mij
bevolen en ik ben de eerste der Moslims."
164. Zeg: "Zal ik een andere Heer begeren
buiten Allah, terwijl Hij de Heer aller dingen is?" En geen ziel handelt
dan voor zichzelf alleen, noch draagt een lastdrager de last van anderen. Dan
zal uw terugkeer tot uw Heer zijn en Hij zal u verklaren, waarover gij
twisttet.
165. En Hij is het, die u op aarde tot opvolgers
maakte en Hij heeft sommigen uwer in rang boven anderen verheven, opdat Hij u
door hetgeen Hij u heeft gegeven, moge beproeven. Voorzeker, uw Heer is vlug in
het straffen en voorzeker, Hij is Vergevensgezind, Genadevol.
|