Book Chapter: Verse
1 Num 26:54 | zijn, zult gij hun erfenis meerder maken, en aan hen, die weinig
2 Num 32:54 | zijn, zult gij hun erfenis meerder maken, en dien, die weinig
3 Deu 7:1 | Jebusieten, zeven volken, die meerder en machtiger zijn dan gij; ~
4 Deu 7:17 | zeidet: Deze volken zijn meerder dan ik; hoe zou ik hen uit
5 Deu 9:14 | zal u tot een machtiger en meerder volk maken, dan dit is. ~
6 Deu 20:1 | paarden en wagenen, een volk, meerder dan gij, zo zult gij voor
7 Job 15:10 | grijze, ja, een stokoude, meerder van dagen dan uw vader. ~
8 Job 28:18 | de trek der wijsheid is meerder dan der Robijnen. ~
9 Job 33:12 | antwoord ik u; want God is meerder dan een mens. ~
10 Job 35:2 | hebt: Mijn gerechtigheid is meerder dan Gods? ~
11 Pred 10:10| snede niet, dan moet hij meerder kracht te werk stellen;
12 Jer 15:8 | Hun weduwen zijn Mij meerder geworden dan zand der zeeen;
13 Jer 46:23 | onderzoeken; want zij zijn meerder dan de sprinkhanen, zodat
14 Hos 4:7 | 7 Gelijk zij meerder geworden zijn, alzo hebben
15 Matt 11:11| zijn, is niemand opgestaan meerder dan Johannes de Doper; doch
16 Matt 11:11| Koninkrijk der hemelen, is meerder dan hij. ~
17 Matt 12:6 | 6 En Ik zeg u, dat Een, meerder dan de tempel, hier is. ~
18 Matt 23:17| en blinden, want wat is meerder, het goud, of de tempel,
19 Matt 23:19| en blinden, want wat is meerder, de gave, of het altaar,
20 Luk 7:28 | geboren zijn, is niemand meerder profeet, dan Johannes de
21 Luk 7:28 | in het Koninkrijk Gods is meerder dan hij. ~
22 Luk 22:27 | 27 Want wie is meerder, die aanzit, of die dient?
23 Joha 4:12| 12 Zijt Gij meerder dan onze vader Jakob, die
24 Joha 5:36| Maar Ik heb een getuigenis meerder, dan die van Johannes; want
25 Joha 8:53| 53 Zijt Gij meerder, dan onze vader Abraham,
26 Joha 10:29| ze Mij gegeven heeft, is meerder dan allen; en niemand kan
27 Joha 13:16| Een dienstknecht is niet meerder dan zijn heer, noch een
28 Joha 13:16| zijn heer, noch een gezant meerder, dan die hem gezonden heeft. ~
29 Joha 14:12| zal hij ook doen, en zal meerder doen, dan deze; want Ik
30 Joha 14:28| Vader; want Mijn Vader is meerder dan Ik. ~
31 Joha 15:13| 13 Niemand heeft meerder liefde dan deze, dat iemand
32 Joha 15:20| Een dienstknecht is niet meerder dan zijn heer. Indien zij
33 Hand 13:32| vergadering was verward en het meerder deel wist niet, om wat oorzaak
34 Hand 21:12| te overwinteren, vond het meerder deel geraden ook van daar
35 Rom 5:20 | ingekomen, opdat de misdaad te meerder worde; en waar de zonde
36 Rom 5:20 | worde; en waar de zonde meerder geworden is, daar is de
37 Rom 6:1 | blijven, opdat de genade te meerder worde? ~
38 1Kor 10:5 | 5 Maar in het meerder deel van hen heeft God geen
39 1Kor 14:5 | want die profeteert, is meerder dan die vreemde talen spreekt,
40 Fili 1:14| 14 En dat het meerder deel der broederen in den
41 2Tim 3:9 | 9 Maar zij zullen niet meerder toenemen; want hun uitzinnigheid
42 Heb 3:3 | 3 Want Deze is zoveel meerder heerlijkheid waardig geacht
43 Heb 3:3 | het huis gebouwd heeft, meerder eer heeft, dan het huis.
44 Heb 6:13 | dewijl Hij bij niemand, die meerder was, had te zweren, zo zwoer
45 Heb 7:7 | wordt gezegend van hetgeen meerder is. ~
46 Jako 3:1 | broeders, wetende, dat wij te meerder oordeel zullen ontvangen. ~
47 2Pet 2:11| engelen in sterkte en kracht meerder zijnde, geen lasterlijk
48 1Joh 3:20| ons veroordeelt, God is meerder dan ons hart, en Hij kent
49 1Joh 4:4 | overwonnen; want Hij is meerder, Die in u is, dan die in
50 1Joh 5:9 | de getuigenis van God is meerder; want dit is de getuigenis
|