Book Chapter: Verse
1 Gen 23:53 | 53 En de knecht langde voort
2 Gen 28:53 | 53 De God van Abraham, en de
3 Gen 37:53 | 53 Toen eindigden de zeven
4 Lev 13:53 | 53 Doch indien de priester
5 Lev 14:53 | 53 Den levenden vogel nu zal
6 Lev 24:53 | 53 Als een dagloner zal hij
7 Num 1:53 | 53 Maar de Levieten zullen
8 Num 7:53 | 53 En ten dankoffer: twee runderen,
9 Num 26:53 | 53 Aan dezen zal het land uitgedeeld
10 Num 31:53 | 53 Aangaande de krijgslieden,
11 Num 32:53 | 53 En gij zult het land in
12 Deu 28:53 | 53 En gij zult eten de vrucht
13 Joz 15:53 | 53 En Janum, en Beth-Tappuah,
14 Ric 8:53 | 53 Maar een vrouw wierp een
15 1Sa 17:53 | 53 Daarna keerden de kinderen
16 1Kon 1:53| 53 En de koning Salomo zond
17 1Kon 8:53| 53 Want Gij hebt hen U tot
18 1Kon 22:53| 53 En hij deed dat kwaad was
19 1Kro 1:53| 53 De vorst Kenaz, de vorst
20 1Kro 2:53| 53 En de geslachten van Kirjath-Jearim
21 1Kro 6:53| 53 Zadok zijn zoon; Ahimaaz
22 Ezra 2:53| 53 De kinderen van Barkos,
23 Neh 7:53 | 53 De kinderen van Bakbuk,
24 Psa 53 | 53 ~
25 Psa 78:53 | 53 Ja, Hij leidde hen zeker,
26 Psa 89:53 | 53 Geloofd zij de HEERE in
27 Psa 119:53 | 53 Grote beroering heeft mij
28 Jes 53 | 53 ~
29 Jer 51:53 | 53 Al klom Babel ten hemel
30 Klaa 1:97| 53 Tsade. Zij hebben mijn
31 Eze 16:53 | 53 Als Ik haar gevangenen
32 Matt 13:53| 53 En het is geschied, als
33 Matt 26:53| 53 Of meent gij, dat Ik Mijn
34 Matt 27:53| 53 En uit de graven uitgegaan
35 Mark 6:53| 53 En als zij overgevaren waren,
36 Mark 14:53| 53 En zij leidden Jezus henen
37 Luk 1:53 | 53 Hongerigen heeft Hij met
38 Luk 8:53 | 53 En zij belachten Hem, wetende,
39 Luk 9:53 | 53 En zij ontvingen Hem niet,
40 Luk 11:53 | 53 En als Hij deze dingen tot
41 Luk 12:53 | 53 De vader zal tegen den zoon
42 Luk 22:53 | 53 Als Ik dagelijks met u was
43 Luk 23:53 | 53 En als hij hetzelve afgenomen
44 Luk 24:53 | 53 En zij waren allen tijd
45 Joha 4:53| 53 De vader bekende dan, dat
46 Joha 6:53| 53 Jezus dan zeide tot hen:
47 Joha 7:53| 53 En een iegelijk ging heen
48 Joha 8:53| 53 Zijt Gij meerder, dan onze
49 Joha 11:53| 53 Van dien dag dan af beraadslaagden
50 1Kor 15:53| 53 Want dit verderfelijke moet
|