Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
speurt 1
spiegel 5
spiegels 2
spies 49
spiesen 15
spiesenhout 1
spieshout 1
Frequency    [«  »]
49 koningin
49 leefde
49 redden
49 spies
49 takken
49 veracht
49 verhoogd

Bijbel

IntraText - Concordances

spies

   Book Chapter: Verse
1 Num 25:7 | vergadering, en nam een spies in zijn hand; ~ 2 Joz 8:18 | HEERE tot Jozua: Strek de spies uit, die in uw hand is, 3 Joz 8:18 | geven. Toen strekte Jozua de spies, die in zijn hand was, naar 4 Joz 8:26 | niet terug, die hij met de spies had uitgestrekt, totdat 5 Ric 4:32 | een schild gezien, of een spies, onder veertig duizend in 6 1Sa 13:19 | Hebreen geen zwaard noch spies maken. ~ 7 1Sa 13:22 | dat er geen zwaard noch spies gevonden werd in de hand 8 1Sa 17:7 | 7 En de schacht zijner spies was als een weversboom, 9 1Sa 17:7 | weversboom, en het lemmer zijner spies was van zeshonderd sikkelen 10 1Sa 17:45 | met een zwaard, en met een spies, en met een schild; maar 11 1Sa 17:47 | het zwaard, noch door de spies verlost; want de krijg is 12 1Sa 18:10 | tot dag; Saul nu had een spies in zijn hand. ~ 13 1Sa 18:11 | 11 En Saul schoot de spies, en zeide: Ik zal David 14 1Sa 19:9 | zat in zijn huis, en zijn spies was in zijn hand; en David 15 1Sa 19:10 | 10 Saul nu zocht met de spies David aan den wand te spitten, 16 1Sa 19:10 | aangezicht van Saul, die met de spies in den wand sloeg. Toen 17 1Sa 20:33 | 33 Toen schoot Saul de spies op hem, om hem te slaan. 18 1Sa 21:8 | hier onder uw hand geen spies of zwaard? Want ik heb noch 19 1Sa 22:6 | te Rama, en hij had zijn spies in zijn hand, en al zijn 20 1Sa 26:7 | in den wagenburg, en zijn spies stak in de aarde aan zijn 21 1Sa 26:8 | laat mij toch hem nu met de spies op eenmaal ter aarde slaan, 22 1Sa 26:11 | HEEREN! zo neem toch nu de spies, die aan zijn hoofdeinde 23 1Sa 26:12 | 12 Zo nam David de spies en de waterfles van Sauls 24 1Sa 26:16 | hebt! En nu, zie, waar de spies des konings is, en de waterfles, 25 1Sa 26:22 | David, en zeide: Zie, de spies des konings; zo laat een 26 2Sa 1:6 | ziet, Saul leunde op zijn spies; en ziet, de wagens en ritmeesters 27 2Sa 2:23 | met het achterste van de spies aan de vijfde rib, dat de 28 2Sa 2:23 | aan de vijfde rib, dat de spies van achter hem uitging; 29 2Sa 21:16 | was, en het gewicht zijner spies driehonderd gewicht kopers, 30 2Sa 23:7 | met ijzer en het hout ener spies; en zij zullen ganselijk 31 2Sa 23:18 | drieen; en die hief zijn spies op tegen driehonderd, die 32 2Sa 23:21 | des Egyptenaars was een spies, maar hij ging tot hem af 33 2Sa 23:21 | een staf; en hij rukte de spies uit de hand des Egyptenaars, 34 2Sa 23:21 | doodde hem met zijn eigen spies. ~ 35 1Kro 11:11| hoofd der dertigen, die zijn spies tegen driehonderd opheffende, 36 1Kro 11:20| en hij, verheffende zijn spies tegen driehonderd, versloeg 37 1Kro 11:23| en die Egyptenaar had een spies in de hand, als een weversboom; 38 1Kro 11:23| met een staf, en rukte de spies uit de hand des Egyptenaars, 39 1Kro 11:23| doodde hem met zijn eigen spies. ~ 40 1Kro 12:34| en bij hen met rondas en spies, zeven en dertig duizend. ~ 41 2Kro 15:8 | duizend uit Juda, rondas en spies dragende, en tweehonderd 42 2Kro 25:5 | uittrekkende ten heire, handelende spies en rondas. ~ 43 Job 38:26 | pijlkoker, het vlammig ijzer des spies en der lans. ~ 44 Job 40:17 | zwaard, dat zal niet bestaan, spies, schicht noch pantsier. ~ 45 Psa 36:3 | 3 En breng de spies voort, en sluit den weg 46 Psa 46:10 | de boog verbreekt, en de spies aan twee slaat, de wagenen 47 Jer 6:23 | 23      Boog en spies zullen zij voeren, het is 48 Jer 50:42 | 42      Boog en spies zullen zij voeren; wreed 49 Nah 3:3 | zwaard, als de bliksemende spies, en er zal veelheid der


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License