Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
kelen 1
kelita 3
kemel 7
kemelen 49
kemelin 1
kemelinnen 1
kemels 4
Frequency    [«  »]
49 hals
49 herwaarts
49 huizes
49 kemelen
49 kon
49 koningin
49 leefde

Bijbel

IntraText - Concordances

kemelen

   Book Chapter: Verse
1 Gen 12:16 | maagden, en ezelinnen, en kemelen. ~ 2 Gen 23:10 | 10 En die knecht nam tien kemelen van zijns heren kemelen, 3 Gen 23:10 | kemelen van zijns heren kemelen, en toog heen; en al het 4 Gen 23:11 | 11 En hij deed de kemelen nederknielen buiten de stad, 5 Gen 23:14 | Drink, en ik zal ook uw kemelen drenken; diezelve zij, die 6 Gen 23:19 | zij: Ik zal ook voor uw kemelen putten, totdat zij voleindigd 7 Gen 23:20 | en zij putte voor al zijn kemelen. ~ 8 Gen 23:22 | En het geschiedde, als de kemelen voleindigd hadden te drinken, 9 Gen 23:30 | en ziet, hij stond bij de kemelen, bij de fontein. ~ 10 Gen 23:31 | bereid, en de plaats voor de kemelen. ~ 11 Gen 23:32 | toe, en men ontgordde de kemelen, en men gaf den kemelen 12 Gen 23:32 | kemelen, en men gaf den kemelen stro en voeder; en water 13 Gen 23:35 | knechten, en maagden, en kemelen, en ezelen. ~ 14 Gen 23:44 | gij ook, en ik zal ook uw kemelen putten; dat deze die vrouw 15 Gen 23:46 | Drink gij, en ik zal ook uw kemelen drenken; en ik dronk, en 16 Gen 23:46 | dronk, en zij drenkte ook de kemelen. ~ 17 Gen 23:61 | dochteren, en zij reden op kemelen, en volgden den man; en 18 Gen 23:63 | en zag toe, en ziet, de kemelen kwamen! ~ 19 Gen 27:78 | dienstmaagden, en dienstknechten, en kemelen, en ezelen. ~  ~ 20 Gen 28:17 | zonen en zijn vrouwen op kemelen. ~ 21 Gen 34:25 | kwam uit Gilead; en hun kemelen droegen specerijen en balsem, 22 Exo 9:3 | over de ezelen, over de kemelen, over de runderen, en over 23 Ric 5:5 | menigte, dat men hen en hun kemelen niet tellen kon; en zij 24 Ric 6:12 | sprinkhanen in menigte, en hun kemelen waren ontelbaar, gelijk 25 Ric 7:21 | die aan de halzen hunner kemelen waren. ~ 26 Ric 7:26 | die aan de halzen hunner kemelen geweest waren. ~ 27 1Sa 15:3 | ossen tot de schapen, van de kemelen tot de ezelen toe. ~ 28 1Sa 30:17 | vierhonderd jonge mannen, die op kemelen reden en vloden. ~ 29 1Kon 4:28| paarden, en voor de snelle kemelen, brachten zij aan de plaats, 30 1Kon 10:2 | een zeer zwaar heir, met kemelen, dragende specerijen, en 31 2Kon 8:9 | Damaskus, een last van veertig kemelen; en hij kwam, en stond voor 32 1Kro 5:21| gevankelijk weg; van hun kemelen vijftig duizend, en tweehonderd 33 1Kro 12:40| brachten brood op ezelen, en op kemelen, en op muildieren, en op 34 1Kro 28:30| 30 En over de kemelen was Obil, de Ismaeliet; 35 2Kro 10:1 | een zeer zwaar heir, en kemelen, dragende specerijen en 36 2Kro 15:15| weg schapen in menigte, en kemelen; en kwamen weder te Jeruzalem. ~  ~ 37 Ezra 2:67| 67 Hun kemelen, vierhonderd vijf en dertig; 38 Neh 7:69 | 69 Kemelen, vierhonderd vijf en dertig; 39 Est 49:3 | paard, rijdende op snelle kemelen, op muildieren, van merrien 40 Est 49:7 | De lopers, die op snelle kemelen reden en op muildieren, 41 Job 1:3 | schapen, en drie duizend kemelen, en vijfhonderd juk ossen, 42 Job 1:17 | drie hopen, en vielen op de kemelen aan, en namen ze, en sloegen 43 Job 41:12 | schapen, en zes duizend kemelen, en duizend juk runderen, 44 Jes 30:6 | schatten op de bulten der kemelen, tot het volk, dat hun geen 45 Jes 61:6 | 6      Een hoop kemelen zal u bedekken, de snelle 46 Jes 61:6 | zal u bedekken, de snelle kemelen van Midian en Hefa; zij 47 Jer 49:29 | hun gereedschap, en hun kemelen voor zich wegnemen; en zij 48 Jer 49:32 | 32      En hun kemelen zullen ten roof zijn, en 49 Zac 14:15 | paarden, der muildieren, der kemelen, en der ezelen, en aller


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License