Book Chapter: Verse
1 Gen 16:27 | huis, de ingeborenen des huizes, en de gekochten met geld,
2 Gen 28:37 | van al het huisraad uws huizes! Leg het hier voor mijn
3 Gen 33:6 | dochters, en al de zielen zijns huizes, en zijn vee, en al zijn
4 Gen 36:11 | niemand van de lieden des huizes was daar binnenshuis.
5 Exo 3:22 | en van de waardin haars huizes, eisen zilveren vaten, en
6 Exo 22:8 | wordt, zo zal de heer des huizes tot de goden gebracht worden,
7 Ric 18:22 | ouden man, den heer des huizes, zeggende: Breng den man,
8 Ric 18:23 | 23 En de man, de heer des huizes, ging tot hen uit, en zeide
9 1Sa 2:33 | bedroeven; en al de menigte uws huizes zal sterven, mannen geworden
10 2Sa 4:6 | daarin tot het midden des huizes, zullende tarwe halen; en
11 1Kon 6:15| planken; van den vloer des huizes tot aan het dak der wanden,
12 Est 1:8 | bevolen aan alle groten zijns huizes, dat zij doen zouden naar
13 Job 37:20 | merken zoudt de paden zijns huizes? ~
14 Psa 37:9 | dronken van de vettigheid Uws huizes; en Gij drenkt hen uit de
15 Psa 101:2 | zal in het midden mijns huizes wandelen, in oprechtigheid
16 Psa 122:9 | 9Om des huizes des HEEREN, onzes Gods wil,
17 Psa 132:3 | 3 Zo ik in de tent mijns huizes inga, zo ik op de koets
18 Pred 2:7 | en ik had kinderen des huizes; ook had ik een groot bezit
19 Pred 12:3 | wanneer de wachters des huizes zullen beven, en de sterke
20 Jer 2:14 | is hij een ingeborene des huizes? Waarom is hij dan ten roof
21 Jer 26:18 | worden, en de berg dezes huizes tot hoogten des wouds. ~
22 Eze 10:18 | van boven den dorpel des huizes weg, en stond boven de cherubs. ~
23 Eze 40:45 | priesteren, die de wacht des huizes waarnemen. ~
24 Eze 40:48 | mij tot het voorhuis des huizes, en hij mat elken post van
25 Eze 41:5 | En hij mat den wand des huizes zes ellen; en de breedte
26 Eze 41:6 | vastgehouden in den wand des huizes. ~
27 Eze 41:7 | was de breedte des huizes naar boven; en alzo ging
28 Eze 41:8 | En ik zag de hoogte des huizes rondom henen. De fondamenten
29 Eze 41:14 | van het voorste deel des huizes, en der afgesneden plaats
30 Eze 44:14 | wachters van de wacht des huizes, aan al zijn dienst, en
31 Eze 45:5 | Levieten, die dienaars des huizes, ook de lengte hebben van
32 Eze 45:19 | doen het aan de posten des huizes, en aan de vier hoeken van
33 Eze 46:24 | alwaar de dienaars des huizes het slachtoffer des volks
34 Eze 47:1 | van onder den dorpel des huizes naar het oosten; want het
35 Eze 47:1 | uit de rechterzijde des huizes, van het zuiden des altaars. ~
36 Eze 48:21 | hefoffer, en het heiligdom des huizes, zal in het midden daarvan
37 Mic 3:12 | worden, en de berg dezes huizes tot hoogten eens wouds. ~ ~
38 Matt 10:25| Indien zij den Heere des huizes Beelzebul hebben geheten,
39 Matt 13:27| dienstknechten van den heer des huizes gingen en zeiden tot hem:
40 Matt 13:52| gelijk aan een heer des huizes, die uit zijn schat nieuwe
41 Matt 20:1 | hemelen is gelijk een heer des huizes, die met den morgenstond
42 Matt 20:11| murmureerden zij tegen den heer des huizes, ~
43 Matt 21:33| gelijkenis. Er was een heer des huizes, die een wijngaard plantte,
44 Matt 24:43| dit, dat zo de heer des huizes geweten had, in welke nachtwake
45 Mark 13:35| niet, wanneer de heer des huizes komen zal, des avonds laat,
46 Mark 14:14| ingaat, zegt tot den heer des huizes: De Meester zegt: Waar is
47 Luk 12:39 | dat, indien de heer des huizes geweten had, in welke ure
48 Luk 13:25 | Namelijk nadat de Heer des huizes zal opgestaan zijn, en de
49 Luk 14:21 | heer. Toen werd de heer des huizes toornig, en zeide tot zijn
|