Book Chapter: Verse
1 Gen 31:7 | ontstaken zeer, omdat hij dwaasheid in Israel gedaan had, Jakobs
2 Deu 22:21 | zij sterve, omdat zij een dwaasheid in Israel gedaan heeft,
3 Joz 7:15 | overtreden heeft, en omdat hij dwaasheid in Israel gedaan heeft. ~
4 Ric 18:23 | gekomen is, zo doet zulke dwaasheid niet. ~
5 Ric 19:6 | een schandelijke daad en dwaasheid in Israel gedaan hadden. ~
6 Ric 19:10 | Gibea-Benjamins, haar doen naar al de dwaasheid, die zij in Israel gedaan
7 1Sa 25:25 | zijn naam is Nabal, en dwaasheid is bij hem; en ik, uw dienstmaagd,
8 2Sa 13:12 | niet in Israel; doe deze dwaasheid niet. ~
9 Job 41:8 | ulieden niet doe naar uw dwaasheid; want gijlieden hebt niet
10 Psa 39:6 | zijn vervuild, vanwege mijn dwaasheid. ~
11 Psa 49:14 | 14 Deze hun weg is een dwaasheid van hen; nochtans hebben
12 Psa 69:6 | O God! Gij weet van mijn dwaasheid, en mijn schulden zijn voor
13 Psa 85:9 | maar dat zij niet weder tot dwaasheid keren. ~
14 Spre 5:23| en in de grootheid zijner dwaasheid zal hij verdwalen. ~
15 Spre 12:23| het hart der zotten roept dwaasheid uit. ~
16 Spre 13:16| wetenschap; maar een zot breidt dwaasheid uit. ~
17 Spre 14:8 | zijn weg te verstaan; maar dwaasheid der zotten is bedriegerij. ~
18 Spre 14:17| haastig is tot toorn, zal dwaasheid doen; en een man van schandelijke
19 Spre 14:18| 18 De slechten erven dwaasheid; maar de kloekzinnigen zullen
20 Spre 14:24| kroon is hun rijkdom; de dwaasheid der zotten is dwaasheid. ~
21 Spre 14:24| dwaasheid der zotten is dwaasheid. ~
22 Spre 14:29| is van gemoed, verheft de dwaasheid. ~
23 Spre 15:2 | zotten stort overvloediglijk dwaasheid uit. ~
24 Spre 15:14| mond der zotten zal met dwaasheid gevoed worden. ~
25 Spre 15:21| 21 De dwaasheid is den verstandeloze blijdschap;
26 Spre 16:22| maar de tucht der dwazen is dwaasheid. ~
27 Spre 17:12| maar niet een zot in zijn dwaasheid. ~
28 Spre 18:13| gehoord hebben, dat is hem dwaasheid en schande. ~
29 Spre 19:3 | 3 De dwaasheid des mensen zal zijn weg
30 Spre 22:15| 15 De dwaasheid is in het hart des jongen
31 Spre 24:9 | 9 De gedachte der dwaasheid is zonde; en een spotter
32 Spre 26:4 | Antwoord den zot naar zijn dwaasheid niet, opdat gij ook hem
33 Spre 26:5 | Antwoord den zot naar zijn dwaasheid, opdat hij in zijn ogen
34 Spre 26:11| alzo herneemt de zot zijn dwaasheid. ~
35 Spre 27:22| het gestoten graan, zijn dwaasheid zou van hem niet afwijken. ~
36 Pred 1:17| weten, onzinnigheden en dwaasheid; ik ben gewaar geworden,
37 Pred 2:3 | hart in wijsheid) en om de dwaasheid vast te houden, totdat ik
38 Pred 2:12| wijsheid, ook onzinnigheden en dwaasheid; want hoe zou een mens,
39 Pred 2:13| uitnemendheid heeft boven de dwaasheid, gelijk het licht uitnemendheid
40 Pred 7:25| goddeloosheid der zotheid, en de dwaasheid der onzinnigheden. ~
41 Pred 10:1 | opwellen; alzo een weinig dwaasheid een man, die kostelijk is
42 Pred 10:13| der woorden zijns monds is dwaasheid, en het einde zijns monds
43 Jes 9:16 | boosdoeners, en alle mond spreekt dwaasheid. Om dit alles keert Zijn
44 Jes 32:6 | Want een dwaas spreekt dwaasheid, en zijn hart doet ongerechtigheid,
45 Jer 29:23 | 23 Omdat zij een dwaasheid deden in Israel, en overspel
46 Hos 2:9 | 9 En nu zal Ik haar dwaasheid ontdekken voor de ogen harer
47 1Kor 1:18| dengenen, die verloren gaan, dwaasheid; maar ons, die behouden
48 1Kor 1:21| het Gode behaagd, door de dwaasheid der prediking, zalig te
49 1Kor 1:23| ergernis, en den Grieken een dwaasheid; ~
50 1Kor 2:14| zijn; want zij zijn hem dwaasheid, en hij kan ze niet verstaan,
51 1Kor 3:19| wijsheid dezer wereld is dwaasheid bij God; want er is geschreven:
52 2Pet 2:16| mensenstem, heeft des profeten dwaasheid verhinderd. ~
|