Book Chapter: Verse
1 Gen 23:11 | waterput, des avondtijds, ten tijde, als de putsters uitkwamen. ~
2 Gen 24:18 | waterputten op, die zij ten tijde van Abraham, zijn vader,
3 Gen 28:10 | 10 En het geschiedde ten tijde, als de kudde hittig werd,
4 Gen 35:1 | het geschiedde ten zelven tijde, dat Juda van zijn broederen
5 Gen 35:27 | 27 En het geschiedde ten tijde, als zij baren zou, ziet,
6 Exo 18:22 | Dat zij dit volk te allen tijde richten; doch het geschiede,
7 Exo 18:26 | Dat zij het volk te allen tijde richtten, de harde zaak
8 Lev 16:2 | Aaron, dat hij niet te allen tijde ga in het heilige, binnen
9 Deu 32:35 | wraak en de vergelding, ten tijde als hunlieder voet zal wankelen;
10 Joz 10:27 | 27 En het geschiedde, ten tijde als de zon onderging, beval
11 Joz 11:21 | 21 Te dier tijde nu kwam Jozua, en roeide
12 1Sa 18:19 | 19 Het geschiedde nu ten tijde als men Merab, de dochter
13 2Sa 11:1 | wederkomst van het jaar, ter tijde als de koningen uittrekken,
14 2Kon 8:19| had, dat Hij hem te allen tijde voor zijn zonen een lamp
15 1Kro 21:1 | 1Het geschiedde nu ten tijde van de wederkomst des jaars,
16 1Kro 21:1 | wederkomst des jaars, ten tijde als de koningen uittrokken,
17 2Kro 29:27| altaar zou offeren; ten tijde nu, als dat brandoffer begon,
18 Job 6:17 | 17 Ten tijde, als zij van hitte vervlieten,
19 Psa 10:5 | Zijn wegen maken ten allen tijde smarte; Uw oordelen zijn
20 Jes 17:14 | 14 Ten tijde des avonds, ziet, zo is
21 Jes 33:2 | daartoe onze behoudenis ten tijde der benauwdheid. ~
22 Jer 2:17 | HEERE, uw God, verlaat, ten tijde als Hij u op den weg leidt? ~
23 Jer 2:27 | het aangezicht; maar ten tijde huns kwaads zeggen
24 Jer 2:28 | ze opstaan, of zij u ten tijde uws kwaads zullen verlossen;
25 Jer 6:15 | onder de vallenden, ten tijde als Ik hen bezoeken zal,
26 Jer 8:12 | onder de vallenden; ten tijde hunner bezoeking zullen
27 Jer 10:15 | werk van verleidingen; ten tijde hunner bezoeking zullen
28 Jer 11:12 | kunnen verlossen ten tijde huns kwaads. ~
29 Jer 11:14 | want Ik zal niet horen, ten tijde als zij over hun kwaad tot
30 Jer 18:23 | handel alzo met hen, ten tijde Uws toorns. ~ ~ ~ ~ ~
31 Jer 51:18 | werk van verleidingen; ten tijde hunner bezoeking zullen
32 Eze 21:25 | wiens dag komen zal, ten tijde der uiterste ongerechtigheid; ~
33 Eze 21:29 | welker dag gekomen was ten tijde der uiterste ongerechtigheid. ~
34 Eze 27:34 | 34 Ten tijde, dat gij uit de zeeen verbroken
35 Eze 35:5 | geweld des zwaards, ten tijde huns verderfs, ten tijde
36 Eze 35:5 | tijde huns verderfs, ten tijde der uiterste ongerechtigheid; ~
37 Dan 3:5 | 5 Ten tijde als gij horen zult het geluid
38 Dan 3:15 | gereed zijt, dat gij ten tijde, als gij horen zult het
39 Zep 1:12 | het zal geschieden te dien tijde, Ik zal Jeruzalem met lantaarnen
40 Zep 3:19 | Ziet, Ik zal te dien tijde al uw verdrukkers verdoen;
41 Zep 3:20 | ulieden herwaarts brengen, ten tijde namelijk, als Ik u verzamelen
42 Zac 10:1 | van den HEERE regen, ten tijde des spaden regens; de HEERE
43 Zac 14:7 | het zal geschieden, ten tijde des avonds, dat het licht
44 Mark 2:26| is in het huis Gods, ten tijde van Abjathar, den hogepriester,
45 Luk 4:27 | melaatsen in Israel, ten tijde van den profeet Elisa; en
46 Kol 4:6 | 6 Uw woord zij te allen tijde in aangenaamheid, met zout
47 Kol 4:12 | dienstknecht van Christus, te allen tijde strijdende voor u in de
48 Heb 9:6 | eersten tabernakel, te allen tijde, om de gods diensten te
|